Overwegingen bij COM(2025)55 - Machtiging van Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG een verlaagd belastingtarief toe te passen op loodvrije benzine die in de Corsicaanse departementen tot verbruik wordt uitgeslagen om daar als motorbrandstof te worden gebruikt - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)55 - Machtiging van Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG een verlaagd belastingtarief toe te passen op ... |
---|---|
document | COM(2025)55 |
datum | 21 februari 2025 |
(2) Bij brief van 31 oktober 2024 heeft Frankrijk, met het oog op de voortzetting van de regeling in het kader van Beschikking 2007/880/EG en Uitvoeringsbesluiten 2013/192/EU en (EU) 2019/372, verzocht om machtiging tot toepassing van een verlaagd tarief van energiebelasting op als motorbrandstof gebruikte loodvrije benzine. De verlaging bedraagt 1 EUR per hectoliter. De machtiging wordt gevraagd voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2028. De aanvoer van loodvrije benzine naar Corsica kost aanzienlijk meer dan de aanvoer van die benzine op het Franse vasteland, wat ertoe leidt dat ook de eindprijzen daar meer dan 0,10 EUR per liter hoger liggen dan op het vasteland.
(3) Door de belasting op loodvrije benzine die de consument op Corsica moet betalen, te verlagen, wordt er meer gelijkheid gecreëerd tussen de consumenten daar en die op het vasteland. De maatregel voldoet dus aan de doelstellingen van het regionale beleid en het cohesiebeleid.
(4) De belastingverlaging houdt niet meer in dan wat noodzakelijk is om de extra kosten van vervoer en distributie voor de consument op Corsica te compenseren.
(5) Het uiteindelijke belastingniveau is in overeenstemming met het bij Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde minimumniveau, dat thans 359 EUR per 1 000 liter (of 35,90 EUR per hectoliter) bedraagt.
(6) Gelet op de afgelegen en insulaire aard van de departementen waarop de maatregel van toepassing is en het feit dat het slechts om een bescheiden verlaging van het belastingtarief gaat, dat nog altijd zeer hoog is in vergelijking met het in Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde minimumtarief, zal de gevraagde maatregel niet tot specifieke verschuivingen in de brandstofaanvoer leiden.
(7) Bijgevolg is de maatregel aanvaardbaar wat betreft de goede werking van de interne markt en de noodzaak om eerlijke mededinging te verzekeren, en is hij niet onverenigbaar met het gezondheids-, milieu-, energie- en vervoerbeleid van de Unie.
(8) Op grond van artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG moet Frankrijk daarom worden gemachtigd om een verlaagd belastingtarief toe te passen op loodvrije benzine die op Corsica tot verbruik wordt uitgeslagen om daar als motorbrandstof te worden gebruikt.
(9) Er moet worden gegarandeerd dat Frankrijk de specifieke verlaging waarop dit besluit betrekking heeft, met ingang van 1 januari 2025 kan toepassen, naadloos aansluitend bij de eerdere regeling die bestond in het kader van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/372. De gevraagde machtiging moet derhalve worden verleend met ingang van 1 januari 2025.
(10) Uit artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG volgt dat iedere uit hoofde van dat artikel verleende machtiging in de tijd strikt beperkt moet zijn.
(11) Om de betrokken departementen voldoende zekerheid te bieden, dient de machtiging te worden verleend voor een periode van vier jaar. Om evenwel toekomstige algemene ontwikkelingen van het bestaande juridische kader niet te ondergraven, is het passend te bepalen dat dit besluit, mocht de Raad op basis van artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een algemene regeling voor de belasting van energieproducten invoeren waaraan deze machtiging niet zou zijn aangepast, zou vervallen op de dag waarop die regeling van toepassing wordt.
(12) Dit besluit laat de toepassing van de Unieregels betreffende staatssteun onverlet.