Overwegingen bij COM(2025)128 - Verlenging van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking met de regering van India

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij Besluit 2002/648/EG11 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek India (“de overeenkomst”). De overeenkomst is op 23 november 2001 ondertekend in New Delhi en op 14 oktober 2002 in werking getreden.

(2) Overeenkomstig artikel 11, punt b), van de overeenkomst werd de overeenkomst gesloten voor een periode van vijf jaar en kan ze in onderlinge overeenstemming tussen de partijen worden verlengd na een evaluatie tijdens het laatste jaar van die periode.

(3) Bij de Besluiten 2009/501/EG12, 2015/1788/EU13 en 2020/789/EU14 heeft de Raad de verlenging van de overeenkomst telkens voor een nieuwe periode van vijf jaar goedgekeurd. De laatste verlengde overeenkomst loopt af op 17 mei 2025.

(4) Uit de evaluatie van de diensten van de Commissie, bekendgemaakt op 25 februari 202515, blijkt dat de overeenkomst een belangrijk kader biedt om de samenwerking tussen de Unie en de Republiek India op gemeenschappelijke prioritaire W&T-gebieden (wetenschap & technologie) tot voordeel van beide partijen te bevorderen. Het is daarom in het belang van de Unie om de overeenkomst met een nieuwe periode van vijf jaar te verlengen.

(5) Het besluit om de overeenkomst inzake wetenschap en technologie voor een nieuwe periode van vijf jaar te verlengen, is door beide partijen overeengekomen tijdens de vergadering van de Gezamenlijke Stuurgroep India-EU voor samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie, die op 25 september 2024 in Brussel heeft plaatsgevonden.

(6) De verlenging van de overeenkomst moet namens de Europese Unie worden goedgekeurd.