Bijlagen bij COM(2021)851 - Bescherming van het milieu door bemiddeling van strafrecht - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2021)851 - Bescherming van het milieu door bemiddeling van strafrecht. |
---|---|
document | COM(2021)851 |
datum | 11 april 2024 |
Het voorstel is eveneens in overeenstemming met:
• Het Actieplan van de EU tegen de illegale handel in wilde dieren en planten voor een betere naleving van de milieuwetgeving op het gebied van de handel in wilde dieren en planten;
• Het onderzoek van de EU naar de dreiging van ernstige en georganiseerde criminaliteit (EU Serious and Organised Crime Threat Assessment, EU SOCTA) uit 2021, waarin “milieucriminaliteit” werd aangemerkt als een van de belangrijkste criminele dreigingen voor de EU en daarom werd opgenomen in EMPACT 2022-2025;
• De nieuwe EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit in de periode 2021-2025, die in april 2021 door de Commissie werd gepresenteerd; hierin werd milieucriminaliteit aangemerkt als een van de toekomstige prioriteiten in de strijd van de EU tegen georganiseerde criminaliteit.
De doelstellingen van dit voorstel worden ondersteund door het meerjarig financieel kader, dat sterk de nadruk legt op de financiering van activiteiten die zijn gericht op bescherming van het milieu. Er zal enige synergie bestaan met oudere programma's. Zo bestaan de meeste uit het voorstel voortvloeiende opleidingsactiviteiten al; zij worden verzorgd door CEPOL, Frontex-opleidingen voor rechtshandhaving en door verschillende professionele netwerken, waaronder EJTN en ERA voor de justitiële sector. Deze organisaties ontvangen al begrotingsmiddelen van de EU via het Life-programma, ISF of het programma voor politie en justitie en verzorgen al opleidingen op het gebied van milieurecht.
1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking
Om te kunnen voldoen aan de nieuwe verplichtingen die uit het voorstel voortvloeien, waaronder monitoring van de situatie, meer opleidingen, voorlichting en vergroting van het bewustzijn, is een extra inspanning van de Commissie nodig. Aangezien met de meeste onderstaande taken enig tijdbeheer en enige extra kosten gemoeid zullen, zijn zal die moeten komen van DG JUST en DG ENV.
1.6.Looptijd en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief
◻ beperkte looptijd
–◻ van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ
–◻ financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor vastleggingskredieten en vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor betalingskredieten.
✓ onbeperkte looptijd
–uitvoering met een opstartperiode vanaf 2022 tot en met 2025,
–gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7.Beoogde beheersvorm(en) 61
✓ Direct beheer door de Commissie
–✓ door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;
–◻ door de uitvoerende agentschappen
- Gedeeld beheer met lidstaten
- Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:
–◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;
–◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);
–◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;
–◻ de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;
–◻ publiekrechtelijke organen;
–◻ privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;
–◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;
–◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.
–Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.
Opmerkingen
2. BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
Vermeld frequentie en voorwaarden.
Dit voorstel bevat diverse regels inzake toezicht en verslagen. Ten eerste moet de Commissie na het verstrijken van de omzettingstermijn een verslag opstellen over de wijze waarop de lidstaten de richtlijn hebben omgezet. Verder moet zij vijf jaar na de omzettingstermijn van de richtlijn nogmaals een verslag opstellen over de doeltreffendheid van de herziene richtlijn en mogelijkheden voor verbetering aangeven. Deze twee verslagen vormen de basis voor de regels inzake toezicht en verslagen uit het voorstel.
Bovendien brengt de Commissie om de twee jaar verslag uit over de gegevens die de lidstaten hebben verzameld en ingezonden.
2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)
2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie
Aangezien het voorstel gevolgen heeft voor het werk van de Commissie en meer in het bijzonder voor dat van DG JUST en DG ENV zal de EU-begroting worden uitgevoerd door middel van direct beheer.
Op grond van het beginsel van goed financieel beheer wordt op de uitvoering van de begroting een effectieve en doeltreffende interne controle uitgeoefend.
Met betrekking tot de controle zijn DG JUST en DG ENV gehouden aan:
- interne controles door de dienst Interne Audit van de Commissie;
- onafhankelijke externe controles door de Europese Rekenkamer (ECA);
- door het Europees Parlement verleende jaarlijkse kwijting;
- mogelijke administratieve onderzoeken door OLAF;
- een verdere laag van controle en verantwoording door de Europese Ombudsman.
2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken
In dit stadium zijn geen specifieke risico's geïdentificeerd.
2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).
Volgens de richtsnoeren van de centrale diensten van de Commissie worden de kosten van de controles op commissieniveau beoordeeld aan de hand van de kosten van de verschillende controlefasen. De algehele beoordeling voor elke beheersvorm wordt verkregen uit de verhouding tussen al die kosten en het totale bedrag dat in het jaar is betaald voor de desbetreffende beheersvorm.
De Commissie rapporteert over de verhouding tussen de controlekosten en de betaling van de desbetreffende beheerde financiële middelen. Blijkens het jaarlijks activiteitenverslag van DG JUST voor 2020 is deze verhouding 10,45 % voor directe opdrachten. Blijkens het jaarlijks activiteitenverslag van DG ENV voor 2020 is deze verhouding 1,55 %.
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.
Het financieel memorandum heeft betrekking op personeelsuitgaven en aanbestedingen, en voor dit soort uitgaven gelden standaardregels.
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
·Bestaande begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarig financieel kader | Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Bijdrage | |||
Nummer | GK/NGK 62 . | van EVA-landen 63 | van kandidaat-lidstaten 64 | van derde landen | in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement | |
2 | Cohesie, veerkracht en waarden | NGK | NEE | NEE | NEE | NEE |
7 | Europees openbaar bestuur | NGK | NEE | NEE | NEE | NEE |
·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarig financieel kader | Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Bijdrage | |||
Nummer | GK/NGK | van EVA-landen | van kandidaat-lidstaten | van derde landen | in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement | |
[XX.YY.YY.YY] | JA/NEE | JA/NEE | JA/NEE | JA/NEE |
3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel voor de kredieten
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
–◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
–✓ Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Rubriek van het meerjarig financieel kader | 2 | Cohesie, veerkracht en waarden |
DG Justitie en Consumentenzaken | Jaar 2025 65 | Jaar 2026 | Jaar 2027 | Jaar N+4 | Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL | ||||
•Beleidskredieten | ||||||||||
Bevordering van justitiële samenwerking | Vastleggingen | (1a) | 0,350 000 | 0,350 000 | ||||||
Betalingen | (2a) | 0,350 000 | 0,350 000 | |||||||
Begrotingsonderdeel | Vastleggingen | (1b) | ||||||||
Betalingen | (2b) | |||||||||
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 66 | ||||||||||
Begrotingsonderdeel | (3) | |||||||||
TOTAAL kredieten voor DG Justitie en Consumentenzaken | Vastleggingen | = 1a+1b +3 | 0,350 000 | 0,350 000 | ||||||
Betalingen | = 2a+2b +3 | 0,350 000 |
•TOTAAL beleidskredieten | Vastleggingen | (4) | ||||||||
Betalingen | (5) | |||||||||
• TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten | (6) | |||||||||
TOTAAL kredieten onder RUBRIEK <….> van het meerjarig financieel kader | Vastleggingen | = 4+6 | ||||||||
Betalingen | = 5+6 |
Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere beleidsrubrieken, herhaal bovenstaand deel:
• TOTAAL beleidskredieten (alle beleidsrubrieken) | Vastleggingen | (4) | ||||||||
Betalingen | (5) | |||||||||
TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten (alle beleidsrubrieken) | (6) | |||||||||
TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 6 van het meerjarig financieel kader (referentiebedrag) | Vastleggingen | = 4+6 | ||||||||
Betalingen | =5+ 6 |
Rubriek van het meerjarig financieel kader | 7 | Europees openbaar bestuur |
Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Jaar 2025 | Jaar 2026 | Jaar 2027 | Jaar N+3 | Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL | ||||
DG Justitie en Consumentenzaken | |||||||||
•Personele middelen | 0,105 048 | 0,022 109 | 0,022 109 | 0,149 266 | |||||
•Andere administratieve uitgaven | |||||||||
TOTAAL DG Justitie en Consumentenzaken | Kredieten | 0,105 048 | 0,022 109 | 0,022 109 | 0,149 266 | ||||
DG Milieu | |||||||||
•Personele middelen | 0,105 048 | 0,022 109 | 0,022 109 | 0,149 266 | |||||
•Andere administratieve uitgaven | |||||||||
TOTAAL DG Milieu | Kredieten | 0,105 048 | 0,022 109 | 0,022 109 | 0,149 266 |
TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader | (Totaal vastleggingen = Totaal betalingen) | 0,210 096 | 0,044 218 | 0,044 218 | 0,298 532 |
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Jaar 2025 | Jaar 2026 | Jaar 2027 | Jaar N+3 | Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL | ||||
TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7 van het meerjarig financieel kader | Vastleggingen | 0,560 096 | 0,044 218 | 0,044 218 | 0,648 532 | ||||
Betalingen | 0,560 096 | 0,044 218 | 0,044 218 | 0,648 532 |
3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met operationele kredieten
Vastleggingskredieten in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs ⇩ | Jaar 2025 | Jaar 2026 | Jaar 2027 | Jaar N+3 | Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL | ||||||||||||
OUTPUTS | ||||||||||||||||||
Soort 67 | Gemiddelde kosten | Aant. | Kosten | Aant. | Kosten | Aant. | Kosten | Aant. | Kosten | Aant. | Kosten | Aant. | Kosten | Aant. | Kosten | Totaal aantal | Totale kosten | |
SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 5 68 Voorzien in een beter geïnformeerde besluitvorming over milieucriminaliteit door een betere vergaring en verspreiding van statische gegevens. | ||||||||||||||||||
een deskundige op het gebied van de vergaring van statistische gegevens stelt minimumnormen op en biedt het rapportageformaat aan de lidstaten aan | 0,111 297 | 0,111 297 | ||||||||||||||||
Onderhoud van normen | 0,016 582 | 0,016 582 | 0,016 582 | 0,049 746 | ||||||||||||||
Tweejaarlijks EU-verslag over gegevens van lidstaten | 0,027 636 | 0,027 636 | 0,027 636 | 0,082 908 | ||||||||||||||
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 | 0,155 515 | 0,044 218 | 0,044 218 | 0,243 951 | ||||||||||||||
Toezicht op de richtlijn | ||||||||||||||||||
Een contractant levert het onderzoek naar de omzetting van de richtlijn door de lidstaten | 0,350 | |||||||||||||||||
De diensten van de Commissie beoordelen en beheren het onderzoek van de contractant | 0,054 581 | |||||||||||||||||
Subtotaal voor toezicht op de richtlijn | 0,404 581 | 0,404 581 | ||||||||||||||||
TOTALEN | 0,560 096 | 0,044 218 | 0,044 218 | 0,648 532 |
3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
–◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
–✓ Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Jaar 2025 | Jaar 2026 | Jaar 2027 | Jaar N+3 | Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL |
RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader | ||||||||
Personele middelen | 0,210 096 | 0,044 218 | 0,044 218 | 0,298 532 | ||||
Andere administratieve uitgaven | ||||||||
Subtotaal RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader | 0,210 096 | 0,044 218 | 0,044 218 | 0,298 532 |
Buiten RUBRIEK 7 69 van het meerjarig financieel kader | ||||||||
Personele middelen | ||||||||
Andere administratieve uitgaven | ||||||||
Subtotaal buiten RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader |
TOTAAL | 0,210 096 | 0,044 218 | 0,044 218 | 0,298 532 |
De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
3.2.3.1.Geraamde personeelsbehoeften
–◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.
–✓ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming uitgedrukt in VTE
Jaar 2025 | Jaar 2026 | Jaar 2027 | Jaar N+3 | Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | ||||
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) | ||||||||
20 01 02 01 (Zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) | 2 | 1 | 1 | |||||
20 01 02 03 (Delegaties) | ||||||||
01 01 01 01(Onderzoek door derden) | ||||||||
01 01 01 11 (Eigen onderzoek) | ||||||||
Andere begrotingsonderdelen (specificeer) | ||||||||
•Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 70 | ||||||||
20 02 01(AC, END, INT van de “totale financiële middelen”) | ||||||||
20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties) | ||||||||
XX 01 xx yy zz 71 | - zetel | |||||||
- delegaties | ||||||||
01 01 01 02 (AC, END, INT - Onderzoek door derden) | ||||||||
01 01 01 12 (AC, END, INT - Eigen onderzoek) | ||||||||
Andere begrotingsonderdelen (specificeer) | ||||||||
TOTAAL | 2 72 | 1 | 1 |
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijk personeel | Jaar 2025: Specifieke doelstelling vijf: ·Eenmalige kosten: een functionaris van de Commissie met deskundigheid op het gebied van de vergaring van statistische gegevens, idealiter criminaliteitsstatistieken, om minimumnormen op te stellen en een rapportageformaat te ontwerpen dat lidstaten kunnen gebruiken om statistische gegevens op een geharmoniseerde manier te rapporteren. Hiervoor worden 162 dagen uitgetrokken. ·Vaste kosten: een functionaris van de Commissie met deskundigheid op het gebied van de vergaring van statistische gegevens, idealiter criminaliteitsstatistieken, om gegevens bij te houden en om elke twee jaar een verslag op te stellen over door de lidstaten verstrekte gegevens. Hiervoor worden met ingang van 2025 jaarlijks 64 dagen uitgetrokken. Verslag over de omzetting van de richtlijn ·Eenmalige kosten: een functionaris van de Commissie die het onderzoek van de contractant beheert en beoordeelt en het werkdocument van de diensten van de Commissie met de eigenlijke evaluatie voorbereidt. Hiervoor worden 79 dagen uitgetrokken in 2025. Jaarlijks met ingang van 2025: Specifieke doelstelling vijf: ·Vaste kosten: een functionaris van de Commissie met deskundigheid op het gebied van de vergaring van statistische gegevens, idealiter criminaliteitsstatistieken, om gegevens bij te houden en om elke twee jaar een verslag op te stellen over door de lidstaten verstrekte gegevens. Hiervoor worden met ingang van 2025 jaarlijks 64 dagen uitgetrokken |
Extern personeel |
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader
Het voorstel/initiatief:
–✓ is verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader.
–◻ vereist een beroep op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.
–◻ vereist een herziening van het MFK.
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
3.2.5.Bijdragen van derden
Het voorstel/initiatief:
–✓ voorziet niet in medefinanciering door derden
–◻ voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:
Kredieten in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Jaar N 73 | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | Totaal | |||
Medefinancieringsbron | ||||||||
TOTAAL medegefinancierde kredieten |
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
–✓ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.
–◻ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
–◻ voor de eigen middelen
–◻ voor overige ontvangsten
–Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven ◻
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: | Beschikbare kredieten voor het lopende begrotingsjaar | Gevolgen van het voorstel/initiatief 74 | ||||||
Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | ||||
Artikel …. |
Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.
Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).
(1) Werkdocument van de diensten van de Commissie, Evaluatie van Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (“richtlijn milieucriminaliteit”) (SWD(2020) 259 final van 28.10.2020) ( deel I , deel II , samenvatting ).
(2) Evaluatieverslag, blz. 32. Zie blz. 33 van het evaluatieverslag voor nadere informatie over de bronnen.
(3) Werkprogramma 2021 van de Europese Commissie , https://ec.europa.eu/info/publications/2021-commission-work-programme-key-documents_nl .
(4) Mededeling aan het Europees Parlement en de Raad over het opvoeren van de strijd tegen milieucriminaliteit (COM(2021) 814 final van 14.12.2021).
(5) Report on Eurojust’s Casework on Environmental Crime , januari 2021, blz. 8. Zie de UNEP-Interpol Rapid Response Assessment, “The rise of environmental crime: A growing threat to natural resources, peace, development and security”, 2016, blz. 7.
(6) UNEP-Interpol Rapid Response Assessment, “The rise of environmental crime: A growing threat to natural resources, peace, development and security”, 2016, blz. 7.
(7) Conclusies van de Raad tot vaststelling van de prioriteiten van de EU ter bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit voor Empact 2022–2025 (8665/21 van 12.5.2021). Het doel van de prioriteit inzake milieucriminaliteit is: “criminele netwerken die betrokken zijn bij milieucriminaliteit, in welke vorm dan ook, met in het bijzonder aandacht voor de illegale handel in afvalstoffen en in wilde dieren en planten, en criminele netwerken en individuele criminele ondernemers die met een crimineel oogmerk legale bedrijfsstructuren op hoog niveau [te] kunnen infiltreren of eigen bedrijven [te] kunnen opzetten”.
(8) Europol – EU-dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit (SOCTA), A corrupting influence: the infiltration and undermining of Europe’s economy and society by organised crime, 2021, blz. 54. Voor delicten tegen in het wild levende dieren, zie blz. 55 en verder.
(9) Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en de invoering van sancties, met inbegrip van strafrechtelijke sancties, voor verontreinigingsdelicten (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 11).
(10) Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 23).
(11) Werkdocument van de diensten van de Commissie, Fitness Check on Regulation (EU) No 995/2010 of the European Parliament and of the Council of 20 October 2010 laying down the obligations of operators who place timber and timber products on the market (the EU Timber Regulation) and on Regulation (EC) No 2173/2005 of 20 December 2005 on the establishment of a FLEGT licensing scheme for imports of timber into the European Community (FLEGT Regulation) (SWD(2021) 328 final van 17.11.2021, blz. 14).
(12) Europese Rekenkamer, Speciaal verslag 2021, “Duurzaam watergebruik in de landbouw: GLB-middelen eerder gericht op de bevordering van hoger dan efficiënter watergebruik”, zie punt 62 en verder.
(13) Europese Rekenkamer, Speciaal verslag 2021, “Duurzaam watergebruik in de landbouw: GLB-middelen eerder gericht op de bevordering van hoger dan efficiënter watergebruik”, zie bv. punt 32.
(14) Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).
(15) Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 1).
(16) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (Voor de EER relevante tekst) (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
(17) Europol – EU-dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit (SOCTA), A corrupting influence: the infiltration and undermining of Europe’s economy and society by organised crime, 2021, blz. 54.
(18) Verdrag inzake behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa.
(19) PB C [...] van [...], blz. [...].
(20) Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (PB L 328 van 6.12.2008, blz. 28).
(21) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).
(22) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese Green Deal (COM(2019) 640 final).
(23) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030: de natuur terug in ons leven brengen (COM(2020) 380 final).
(24) Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).
(25) Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van 26.11.2019, blz. 17).
(26) Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden van de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa (VN/ECE).
(27) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(28) Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 11).
(29) Richtlijn 2009/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Richtlijn 2005/35/EG inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken (PB L 280 van 27.10.2009, blz. 52).
(30) Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
(31) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
(32) Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 57).
(33) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
(34) Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
(35) Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).
(36) Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
(37) Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 45).
(38) Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB L 26 van 28.1.2012, blz. 1).
(39) Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
(40) Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
(41) Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake scheepsrecycling, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 en van Richtlijn 2009/16/EG (PB L 330 van 10.12.2013, blz. 1).
(42) Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 11).
(43) Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (Voor de EER relevante tekst), PB L 197 van 24.7.2012, blz. 1).
(44) Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).
(45) Richtlijn 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 66).
(46) Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom (PB L 13 van 17.1.2014, blz. 1).
(47) Richtlijn 2014/87/Euratom van de Raad van 8 juli 2014 houdende wijziging van Richtlijn 2009/71/Euratom tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PB L 219 van 25.7.2014, blz. 42).
(48) Richtlijn 2013/51/Euratom van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 296 van 7.11.2013, blz. 12).
(49) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
(50) Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
(51) Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1).
(52) Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 23).
(53) Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 35).
(54) Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (PB L 286 van 31.10.2009, blz. 1)
(55) Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006 (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 195).
(56) Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit, PB L 300/42.
(57) Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 56).
(58) Richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 39).
(59) Kaderbesluit 2009/948/JBZ van de Raad van 30 november 2009 over het voorkomen en beslechten van geschillen over de uitoefening van rechtsmacht bij strafprocedures (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 42).
(60) In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(61) Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx
(62) GK = Gesplitste kredieten / NGK = Niet-gesplitste kredieten.
(63) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(64) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
(65) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(66) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(67) Outputs zijn te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde weg, enz.).
(68) Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)...”
(69) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(70) AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
(71) Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(72) Deze VTE's gelden niet voor het hele jaar maar slechts voor zeven maanden per jaar.
(73) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(74) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.