Bijlagen bij COM(2025)81 - Wijzing van de Richtlijnen 2006/43/EG, 2013/34/EU, (EU) 2022/2464 en (EU) 2024/1760 wat betreft bepaalde vereisten inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen en passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage, met inbegrip van de vraag of deze moet worden uitgebreid zodat deze ook aanvullende negatieve effecten omvat; de regels inzake de bestrijding van klimaatverandering; de doeltreffendheid van de handhavingsmechanismen, geldboeten en de regels inzake civielrechtelijke aansprakelijkheid; het niveau van harmonisatie, met inbegrip van de convergentie en divergentie tussen nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van deze richtlijn.

1.4. Het voorstel/initiatief betreft:

 een nieuwe actie

 een nieuwe actie na een proefproject/voorbereidende actie33

 de verlenging van een bestaande actie

 de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie

1.5. Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1. Behoeften waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

Met dit voorstel komt de Commissie met een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van een aantal bepalingen van de Richtlijnen 2006/43/EG, 2013/34/EU, (EU) 2022/2464 en (EU) 2024/1760. Zodra de medewetgevers overeenstemming hebben bereikt over de inhoud van het voorstel, zullen de lidstaten een bepaalde termijn krijgen om de met deze richtlijn ingevoerde wijzigingen om te zetten in hun interne recht.

In een afzonderlijk wetgevingsvoorstel stelt de Commissie voor om de toepassing van de vereisten inzake duurzaamheidsrapportage van Richtlijn 2013/34/EU voor een periode van twee jaar uit te stellen voor alle grote ondernemingen en beursgenoteerde mkb-bedrijven – met inbegrip van niet-EU-emittenten die aan deze drempels qua grootte voldoen – waarvoor momenteel die eisen gelden en die zich vanaf het boekjaar 2025 aan de regels inzake duurzaamheidsrapportage moeten houden. In datzelfde voorstel komt de Commissie ook met een voorstel voor uitstel met één jaar voor de omzettingstermijn (tot 26 juli 2027) en de eerste toepassingsgolf (26 juli 2028) van de regels inzake due diligence voor duurzaamheid uit Richtlijn (EU) 2024/1760.

Ook stelt de Commissie voor om Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2772 (European Sustainability Reporting Standards – ESRS) te herzien. De Commissie zal de gelegeerde handeling tot herziening van de ESRS tijdig vaststellen zodat de ondernemingen uit de tweede golf die op grond van de CSRD in 2028 zouden moeten beginnen te rapporteren over het boekjaar 2027, de herziene standaarden kunnen toepassen.

Om de progressie te monitoren die bij het bereiken van de specifieke doelstellingen van het voorstel is gemaakt, zal de Commissie de mogelijkheid onderzoeken om, afhankelijk van de beschikbaarheid van financiële middelen, in verschillende vormen met stakeholders van gedachten te wisselen en om enquêtes te houden bij gebruikers van duurzaamheidsinformatie en ondernemingen die dit soort informatie rapporteren. Artikel 6 CSRD schrijft voor dat de Commissie tegen april 2029 met een verslag moet komen over de uitvoering van de richtlijn. Ook de uitvoering van de (gewijzigde) CSDDD, en de mate waarin deze richtlijn erin slaagt haar doelstellingen – en met name het tegengaan van negatieve effecten – waar te maken, zal regelmatig worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 36 van die richtlijn. Dit voorstel vergt geen uitvoeringsplan.

1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de EU (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van het optreden van de EU” verstaan de waarde die het optreden van de Unie oplevert boven op de waarde die door een optreden van alleen de lidstaten zou zijn gecreëerd.

In de jaarrekeningrichtlijn, gewijzigd door de CSRD, wordt de rapportage van duurzaamheidsinformatie in de EU al beregeld. Gezamenlijke regels over duurzaamheidsrapportage en de assurance daarvan zorgen voor een gelijk speelveld voor ondernemingen die in de verschillende lidstaten zijn gevestigd. Aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten wat betreft de eisen inzake duurzaamheidsrapportage en -assurance zouden voor ondernemingen die over de grenzen heen actief zijn, extra kosten en complexiteit met zich brengen, hetgeen schadelijk zou zijn voor de eengemaakte markt. Lidstaten die alleen handelen, kunnen bestaande EU-wetgeving niet wijzigen om de druk op ondernemingen te verminderen.

Evenzo tekent de CSDDD een geharmoniseerd regelgevingsraamwerk uit voor de zorgplicht van ondernemingen voor duurzaamheid, en geldt dit ook voor bepaalde ondernemingen uit derde landen die op de EU-markt actief zijn, hetgeen op dit beleidsterrein een gelijk speelveld moet borgen.

1.5.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

n.v.t.

1.5.4. Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

n.v.t.

1.5.5. Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

n.v.t.

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1. Rubrieken van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderdelen voor uitgaven

n.v.t.

4. DIGITALE DIMENSIES

4.1. Voorschriften met digitale relevantie

De rapportagevereisten die met Richtlijn 2013/34/EU zijn ingevoerd, verplichten ondernemingen om data te verzamelen en te rapporteren over hun impacts, risico’s en kansen wat betreft materiële duurzaamheidsthema’s. Deze exercitie vergt aanzienlijke identificatie, verzameling, verwerking, verificatie en publicatie van data. Om de nodige data te verzamelen, maken ondernemingen vaak gebruik van digitale platforms voor het verzamelen en delen van data. Daarnaast maken ondernemingen voor het opslaan en verwerken van de data ten behoeve van duurzaamheidsrapportage vaak gebruik van digitale tools voor datamanagement.

Gebruikers van duurzaamheidsinformatie verwachten steeds vaker dat deze informatie toegankelijk, vergelijkbaar en machinaal leesbaar is in digitale formaten. De lidstaten moeten van ondernemingen waarop de vereisten inzake duurzaamheidsrapportage van Richtlijn 2013/34/EU van toepassing zijn, verlangen dat zij hun bestuursverslagen op hun websites kosteloos publiek toegankelijk maken. Digitalisering biedt mogelijkheden om informatie efficiënter te benutten en levert aanzienlijke kostenbesparingen op voor zowel gebruikers als ondernemingen. Dankzij digitalisering kunnen data op Unieniveau en op niveau van de lidstaten centraal beschikbaar worden gesteld in een open en toegankelijk formaat dat makkelijk leesbaar is en dat het mogelijk maakt data te vergelijken. Deze vereisten vormen ook een aanvulling op de totstandbrenging van een Europees centraal toegangspunt (ESAP) voor publieke ondernemingsinformatie.

Zie verderop, voor specifieke vereisten in de richtlijn die digitaal relevant zijn.

Richtlijn 2013/34/EU verplicht ondernemingen waarvoor duurzaamheidsrapportage verplicht is, om hun bestuursverslag op te stellen in het in artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/815 (gedelegeerde ESEF-verordening) gespecificeerde elektronische verslagleggingsformaat. Ook verplicht zij die ondernemingen hun duurzaamheidsrapportage van markup (tagging) te voorzien, met inbegrip van de door artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 verplichte openbaarmakingen, overeenkomstig de digitale taxonomie die de Commissie zal vaststellen door een wijziging van de gedelegeerde ESEF-verordening.

Dankzij een digitale taxonomie voor de Uniestandaarden voor duurzaamheidsrapportage zal duurzaamheidsrapportage van tags kunnen worden voorzien en machinaal leesbaar zijn. Zolang deze digitale taxonomie nog niet is vastgesteld, hoeven ondernemingen hun duurzaamheidsverslagen niet van markup te voorzien. Aangezien het duurzaamheidsverslag pas machinaal leesbaar zal worden zodra dit is opgenomen in een XHTML-document en voorzien is van een markup met een digitale taxonomie, hoeven ondernemingen, in afwachting van de vaststelling van de digitale taxonomie, het bestuursverslag ook niet in XHTML op te stellen.

Stakeholders waarvoor deze vereisten gelden, zijn onder meer ondernemingen die een duurzaamheidsverslag moeten opstellen en publiceren dat digitaal is getagged en in een XHTML-formaat wordt aangeleverd, alsmede assuranceverleners die moet nagaan of de duurzaamheidsverklaring aan de nodige voorwaarden voldoet.

Het huidige voorstel houdt geen verandering in van de bestaande regels inzake digitale tagging of formaten die met de CSRD zijn ingevoerd, die digitale rapportage zullen versterken en het mogelijk zullen maken om artificiële intelligentie te gebruiken bij de informatie die ondernemingen rapporteren.

Wat de CSDDD betreft, digitale tools en technologieën, zoals die welke worden gebruikt voor opsporing, monitoring of tracering van grondstoffen, goederen en producten in waardeketens – bijvoorbeeld satellieten, drones, radars of platformoplossingen –, kunnen de kosten van het verzamelen van data voor het beheer van waardeketens ondersteunen en verlagen, met inbegrip van het vaststellen en beoordelen, voorkomen en mitigeren van negatieve effecten en het monitoren van de doeltreffendheid van due-diligencemaatregelen.

4.2. Gegevens

Zie afdeling hiervoor.

4.3. Digitale oplossingen

Zie afdeling hiervoor.

4.4. Interoperabiliteitsbeoordeling

n.v.t.

4.5. Maatregelen ter ondersteuning van de digitale uitvoering

Om de soepele implementatie van de in afdeling 4.1 geïdentificeerde vereisten die digitaal relevant zijn, te faciliteren, is de Commissie betrokken bij een aantal initiatieven.

In de eerste plaats zal een digitale taxonomie voor de Uniestandaarden voor duurzaamheidsrapportage nodig zijn, zodat de gerapporteerde informatie overeenkomstig die standaarden voor duurzaamheidsrapportage kan worden getagged. De Commissie zal een digitale taxonomie voor het taggen van duurzaamheidsinformatie vaststellen via een gedelegeerde handeling, nadat zij technisch advies van de ESMA heeft ontvangen.

In de tweede plaats is de Commissie voornemens om in het kader van de ronde van 2025 van het instrument voor technische ondersteuning (TSI) een vlaggenschipproject met meerdere landen te lanceren onder de titel “Improving Sustainability Reporting for Businesses”. Dit initiatief moet de capaciteit van lidstaten versterken om ondernemingen, en met name het mkb, te ondersteunen bij de implementering van de rapportagevereisten van de CSRD en de EU-taxonomie. De ondersteuning in het kader van dit initiatief zal rekening houden met de evolutie van de rapportagevereisten. Deze zal ook relevant zijn voor niet-beursgenoteerde mkb-bedrijven die niet verplicht zijn te rapporteren, maar in toenemende mate van hun financiële partners en partners in de waardeketen vragen om duurzaamheidsinformatie krijgen.

In de derde plaats heeft EFRAG een mkb-forum opgezet waarin het relevante stakeholders uit de mkb-gemeenschap samenbrengt om te overleggen over de implementatie van de vereisten inzake duurzaamheidsrapportage en de vraag hoe digitale oplossingen en tools kunnen worden gebruikt om de duurzaamheidsrapportage voor het mkb te faciliteren.

Wat de CSDDD betreft, is het zo dat, om ondernemingen te helpen hun due-diligenceverplichtingen binnen hun waardeketen te vervullen, de richtlijn het gebruik van digitale tools en technologieën aanmoedigt en de Commissie vraagt om te komen met richtsnoeren met nuttige informatie en verwijzingen naar de nodige bronnen. Bij het gebruik van digitale tools en technologieën moeten ondernemingen rekening houden met mogelijke risico’s en hier op passende wijze mee omgaan, en mechanismen opzetten om de geschiktheid van de verkregen informatie te controleren.


1“The future of European competitiveness”, september 2024.

2Verklaring van Boedapest over de nieuwe deal voor het Europees concurrentievermogen, 8 november 2024.

3Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Het EU-kompas voor concurrentievermogen”, COM(2025) 30 final.

4Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Een eenvoudiger en sneller Europa: mededeling over uitvoering en vereenvoudiging”, COM(2025) 47 final.

5Richtlijn (EU) 2022/2464 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 (richtlijn duurzaamheidsrapportage voor ondernemingen).

6Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 (jaarrekeningrichtlijn). Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 (transparantierichtlijn). Richtlijn 2006/43/EC van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 (auditrichtlijn). Verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 (auditverordening).

7Mededeling van de Commissie, “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 final. Mededeling van de Commissie, “Actieplan: duurzame groei financieren”, COM(2018) 97 final.

8Richtlijn (EU) 2024/1760 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 (richtlijn zorgplicht ondernemingen voor duurzaamheid).

9En daarnaast ook organisaties van openbaar belang die moederondernemingen zijn van een grote groep met meer dan 500 werknemers, ten behoeve van geconsolideerde duurzaamheidsrapportage. “Organisaties van openbaar belang” worden in artikel 2, punt 1, van de jaarrekeningrichtlijn gedefinieerd als ondernemingen die: a) onder het recht van een lidstaat vallen en waarvan de effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde EU-markt; b) kredietinstellingen; c) verzekeringsondernemingen, of d) entiteiten die door de lidstaten als organisaties van openbaar belang zijn aangemerkt. “Grote ondernemingen” worden in artikel 3, lid 4, van de jaarrekeningrichtlijn gedefinieerd als ondernemingen die op hun balansdatum ten minste twee van de volgende drie criteria overschrijden: a) balanstotaal: 25 000 000 EUR; b) netto-omzet: 50 000 000 EUR; c) gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 250.

10En daarnaast ook de overige moederondernemingen van grote groepen, ten behoeve van geconsolideerde duurzaamheidsrapportage.

11Kleine en niet-complexe kredietinstellingen en (her)verzekeringscaptives vallen ook onder deze derde golf, ook al mogen zij de opt-out van twee jaar extra tijd alleen gebruiken indien zij beursgenoteerde mkb-bedrijven zijn.

12Overeenkomstig artikel 40 bis van de jaarrekeningrichtlijn, gewijzigd door de CSRD, moet een onderneming die niet in de EU is gevestigd, duurzaamheidsinformatie op groepsniveau rapporteren indien zij a) meer dan 150 miljoen EUR in de Unie genereert en b) ofwel een dochteronderneming in de EU heeft die onderworpen is aan de met de CSRD ingevoerde verplichtingen inzake duurzaamheidsrapportage, dan wel een EU-bijkantoor heeft dat meer dan 40 miljoen EUR heeft gegenereerd. In dat geval rust de wettelijke verplichting om te rapporteren op de dochteronderneming of het bijkantoor in de EU.

13Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2772 van de Commissie van 31 juli 2023 tot aanvulling van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft standaarden voor duurzaamheidsrapportage.

14EFRAG heette voordien European Financial Reporting Advisory Group, maar zijn officiële naam is nu kortweg EFRAG. Het is een onafhankelijk, particulier multistakeholder orgaan, dat in hoofdzaak door de EU wordt gefinancierd.

15Een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid vergt aanzienlijk minder werk dan een assuranceopdracht met een redelijke mate van zekerheid. De conclusie van een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid wordt doorgaans negatief geformuleerd door te verklaren dat de assuranceverlener geen kwesties heeft vastgesteld op grond waarvan zou kunnen worden geconcludeerd dat het onderzoeksobject een materiële onjuistheid bevat. De conclusie van een assuranceopdracht met een redelijke mate van zekerheid wordt doorgaans positief geformuleerd en geeft een oordeel over de meting van het onderzoeksobject aan vooraf vastgestelde criteria.

16Daarnaast, en ter wille van de consistentie, zou in artikel 40 bis van de jaarrekeningrichtlijn voor een niet-EU-onderneming de netto-omzetdrempel om op groepsniveau aan de rapportageverplichtingen onderworpen te zijn, worden opgetrokken van 150 miljoen EUR gegenereerd in de Unie naar 450 miljoen EUR. Voorts zou, ter wille van de consistentie, de drempel voor het EU-bijkantoor op grond van artikel 40 bis worden opgetrokken van 40 miljoen EUR naar 50 miljoen EUR en wordt de drempel voor de EU-dochteronderneming beperkt tot grote ondernemingen zoals gedefinieerd in de jaarrekeningrichtlijn. De centrale drempelwaarden van de CSDDD zijn 1 000 werknemers en 450 miljoen EUR omzet.

17 En daarnaast ook ondernemingen niet zijnde organisaties van openbaar belang die moederondernemingen zijn van grote groepen met meer dan 500 werknemers, en ondernemingen die moederondernemingen zijn van grote groepen met tot 500 werknemers.

18En daarnaast ook moederondernemingen van groepen met gemiddeld meer dan 1 000 werknemers op geconsolideerde basis, ten behoeve van geconsolideerde duurzaamheidsrapportage.

19Tussen 17 oktober en 1 december 2023 heeft de Commissie van 193 stakeholders feedback ontvangen over mogelijke maatregelen voor het rationaliseren van rapportagevereisten: https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/13990-Administratieve-lasten-rationalisering-van-de-rapportagevereisten_nl

20PB C […] van […], blz. […].

21Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Een eenvoudiger en sneller Europa: mededeling over uitvoering en vereenvoudiging” (COM(2025) 47 final van 11.2.2025).

22Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 87, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2006/43/oj).

23Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2013/34/oj).

24Richtlijn (EU) 2022/2464 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 537/2014, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Richtlijn 2013/34/EG, met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (PB L 322 van 16.12.2022, blz. 15, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2022/2464/oj).

25Richtlijn (EU) 2024/1760 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 en Verordening (EU) 2023/2859 (PB L, 2024/1760, 5.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/1760/oj).

26Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “De Europese Green Deal” (COM(2019) 640 final van 11.12.2019).

27Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Actieplan: duurzame groei financieren” (COM(2018) 97 final van 8.3.2018).

28Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/852/oj).

29Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 39 van 31.12.2004, blz. 38, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2004/109/oj).

30Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/815 van de Commissie van 17 december 2018 tot aanvulling van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de specificatie van een uniform elektronisch verslagleggingsformaat (PB L 143 van 29.5.2019, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2019/815/oj).

31Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/852/oj).

32Richtlijn (EU) 2025/XX van ……….

33In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.

NL NL