Bijlagen bij COM(1996)417-1 - Sluiting van een overeenkomst inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst met Mauritanië tot samenwerking op het gebied van de zeevisserij, geparafeerd te Brussel op 20 juni 1996

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE II


SAMENWERKING BIJ DE CONTROLE OP DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK MAURITANIË


HOOFDSTUK I Binnenvaren in en verlaten van de visserijzone

1. Met uitzondering van de vaartuigen voor de tonijnvisserij, de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug en de vriestrawlers voor de pelagische visserij, moeten alle vaartuigen van de Gemeenschap die in het kader van deze Overeenkomst vissen, de visserijzone van Mauritanië onder toezicht van de Controledienst binnenvaren en uitvaren via de volgende punten:

- in het noorden, het punt op 20°40' noorderbreedte en 17°04' westerlengte;

- in het zuiden, het punt op 16°20' noorderbreedte en 16°40' westerlengte.

2. Telkens als hun vaartuigen de visserijzone van Mauritanië binnenvaren en uitvaren, zenden de reders per telex, per telefax of per post aan de Controledienst een bericht op de nummers (telex en telefax) of op het adres als vermeld in aanhangsel 1.

Wijzigingen van de nummers of adressen worden 15 dagen voordat zij effectief worden, ter kennis van de Delegatie gebracht.

3. Voor de in punt 2 bedoelde berichten wordt als volgt te werk gegaan:

a) Binnenvaren

De berichten worden minstens 24 uur op voorhand verstuurd en omvatten de volgende inlichtingen:

- de positie van het vaartuig op het tijdstip van de mededeling;

- de coördinaten van de plaats waar de visserijzone wordt binnengevaren;

- de dag, de datum en het uur waarop dit punt wordt gepasseerd;

- in het geval van vaartuigen die eerder te kennen hebben gegeven in het bezit te zijn van een visvergunning voor de visserijzone van aangrenzende landen, de naar soort uitgesplitste, op het tijdstip van de mededeling aan boord gehouden vangsten. De Controledienst heeft het recht om het met betrekking tot de andere zone bijgehouden logboek in te zien en mag de in punt 5 vastgestelde controletijd overschrijden.

b) Uitvaren

De berichten worden minstens 48 uur op voorhand verstuurd wanneer via het noorden wordt uitgevaren en minstens 72 uur op voorhand wanneer via het zuiden wordt uitgevaren, en omvatten de volgende inlichtingen:

- de positie van het vaartuig op het tijdstip van de mededeling;

- de coördinaten van de plaats waar de visserijzone wordt verlaten;

- de dag, de datum en het uur waarop dit punt wordt gepasseerd;

- de naar soort uitgesplitste, op het tijdstip van de mededeling aan boord gehouden vangsten.

4. Minstens zes uur vóór het in het bericht vermelde tijdstip van binnenvaren of uitvaren stemmen de vaartuigen af op de frequentie van de Controledienst.

5. Onder normale omstandigheden duren de controles niet langer dan één uur bij het binnenvaren en niet langer dan drie uur bij het uitvaren.

6. Indien de Controledienst is opgehouden of niet komt opdagen, mogen de vaartuigen doorvaren nadat de in punt 5 vastgestelde termijnen zijn verstreken.

Indien de vaartuigen zijn opgehouden of niet komen opdagen, mag de Controledienst het bericht als niet verstuurd beschouwen nadat de in punt 5 vastgestelde termijnen zijn verstreken.

7. Wanneer een groot aantal vaartuigen de zone binnenvaart of uitvaart, worden de controles versneld afgehandeld.

8. Niet-naleving van de bepalingen van de punten 1 tot en met 6 wordt bestraft met de volgende sancties:

a) bij een eerste overtreding:

- het vaartuig wordt opgebracht;

- de lading wordt in beslag genomen en verkocht voor rekening van de Thesaurie;

- het vaartuig betaalt de minimumboete waarin de Mauritaanse wetgeving voorziet;

b) bij een tweede overtreding:

- het vaartuig wordt opgebracht;

- de lading wordt in beslag genomen en verkocht voor rekening van de Thesaurie;

- het vaartuig betaalt een overeenkomstig de Mauritaanse wetgeving vastgestelde boete;

- de vergunning wordt voor de resterende looptijd ingetrokken;

c) bij een derde overtreding:

- het vaartuig wordt opgebracht;

- de lading wordt in beslag genomen en verkocht voor rekening van de Thesaurie;

- de vergunning wordt definitief ingetrokken;

- de kapitein en het vaartuig krijgen verbod om nog in Mauritanië actief te zijn.


HOOFDSTUK II Onschuldige doorvaart

Als vissersvaartuigen van de Gemeenschap, op grond van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en van de betrokken nationale en internationale wetgeving, gebruik maken van hun recht op onschuldige doorvaart van en scheepvaart in de visserijzone van Mauritanië, moet al hun vistuig, degelijk vastgemaakt, zo aan boord zijn opgeborgen dat het niet onmiddellijk kan worden gebruikt.


HOOFDSTUK III Overladen

1. Overlading van de vangsten van vaartuigen van de Gemeenschap dient plaats te vinden op de rede van een Mauritaanse haven.

2. Vaartuigen van de Gemeenschap die wensen over te laden, dienen de in de punten 3 en 4 beschreven procedure in acht te nemen.

3. De reders van de betrokken vaartuigen verstrekken de Controledienst minstens 24 uur op voorhand, met gebruikmaking van de in hoofdstuk I, punt 2, genoemde communicatiemiddelen, de volgende inlichtingen:

- de naam van het vissersvaartuig waaruit wordt overgeladen;

- de naam van het vrachtschip waarop wordt overgeladen;

- de overgeladen hoeveelheid (in ton) van elke soort;

- de dag, de datum en het uur van overlading.

4. Overladen wordt beschouwd als het varen uit de visserijzone van Mauritanië. Derhalve moeten de vaartuigen de originele exemplaren van de logboekformulieren en van de aangiften van aanvoer of overlading bij de Controledienst indienen en mededelen of zij voornemens zijn door te gaan met vissen dan wel de visserijzone van Mauritanië te verlaten.

5. Overlading op een andere wijze dan in de punten 1 tot en met 4 is beschreven, is niet toegestaan in de visserijzone van Mauritanië. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de Mauritaanse wetgeving voorziet.


HOOFDSTUK IV Inspectie en controle

1. De kapiteins van vaartuigen van de Gemeenschap moeten iedere met inspectie en controle van de visserij belaste Mauritaanse ambtenaar het aan boord gaan vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken.

Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is.

2. De Gemeenschap verbindt zich ertoe het specifieke controleprogramma in de havens van de Gemeenschap te blijven uitvoeren. De bevoegde controle-instanties zenden periodiek samenvattingen van de controlerapporten naar het Ministerie.


HOOFDSTUK V Mauritaanse wetenschappelijke waarnemers aan boord van vaartuigen van de Gemeenschap

Er wordt een regeling voor waarnemingen aan boord van de vaartuigen van de Gemeenschap ingevoerd:

1. Elk vaartuig van de Gemeenschap met een vergunning om in de visserijzone van Mauritanië te vissen, neemt een Mauritaanse wetenschappelijke waarnemer aan boord. In geen geval mag er meer dan één wetenschappelijke waarnemer aan boord zijn.

Het Ministerie verstrekt de Commissie ieder kwartaal vóór de afgifte van de vergunningen de lijst waarop de vaartuigen zijn vermeld die een wetenschappelijke waarnemer aan boord moeten nemen.

2. Een wetenschappelijke waarnemer blijft gedurende één visreis aan boord van een vaartuig. Op expliciet verzoek van het Ministerie kan de periode aan boord, naar gelang van de verwachte gemiddelde duur van de visreizen voor een bepaald vaartuig, tot verscheidene visreizen worden uitgebreid. Een daartoe strekkend verzoek wordt door het Ministerie gedaan bij de mededeling van de naam van de wetenschappelijke waarnemer die het betrokken vaartuig aan boord zal moeten nemen.

Ook een bekorte visreis kan voor de wetenschappelijke waarnemer aanleiding zijn voor een nieuwe visreis op hetzelfde vaartuig.

3. Het Ministerie stelt de Commissie minstens zeven werkdagen vóór de geplande inschepingsdatum op de hoogte van de namen van de aangeduide wetenschappelijke waarnemers, die in het bezit zullen zijn van de vereiste documenten.

4. Alle kosten in verband met de werkzaamheden van de wetenschappelijke waarnemers, inclusief salaris, emolumenten en vergoedingen, zijn voor rekening van het Ministerie. Indien de wetenschappelijke waarnemer in een buitenlandse haven aan boord wordt genomen of van boord gaat, zijn de kosten van de reis naar het vaartuig of naar de Mauritaanse haven alsmede de dagvergoedingen ten laste van de reder.

5. De kapiteins van de vaartuigen aan boord waarvan een wetenschappelijke waarnemer wordt geplaatst, nemen alle nodige maatregelen om het aan boord komen en het vertrek van de wetenschappelijke waarnemer te vergemakkelijken.

De wetenschappelijke waarnemer geniet aan boord dezelfde behandeling als de officieren van het vaartuig; dit geldt zoveel mogelijk ook voor zijn logies.

De wetenschappelijke waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat hem de vereiste communicatiemiddelen gebruiken, staat inzage toe van de rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houdende documenten, d. w. z. het logboek, de aangiften van aanvoer of overlading en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak.

6. De wetenschappelijke waarnemer wordt gewoonlijk aan boord genomen in een Mauritaanse haven. De inscheping gebeurt bij de eerste visreis na mededeling van de lijst van vaartuigen aan boord waarvan een waarnemer zal worden geplaatst.

De betrokken reders melden het Ministerie, met gebruikmaking van de in hoofdstuk I genoemde communicatiemiddelen, binnen 30 dagen na bovengenoemde mededeling de geplande data en havens voor de inscheping van de wetenschappelijke waarnemer.

7. De wetenschappelijke waarnemer dient zich de dag vóór de voor zijn inscheping voorgestelde datum bij de kapitein van het vaartuig te melden. Als hij zich niet meldt op de datum en het uur van inscheping, mag het vaartuig, nadat door de Controledienst een absentieverklaring is afgegeven, uitvaren.

8. Als vergoeding voor de kosten die verbonden zijn aan de wetenschappelijke waarnemers aan boord van de vaartuigen, betalen de reders naast de visrechten een "waarnemersbijdrage" ten bedrage van 3 ecu/brt/kwartaal voor elk vaartuig. Deze bijdrage moet tegelijk met de visrechten worden voldaan.

9. Als de hierboven vermelde verplichtingen met betrekking tot de wetenschappelijke waarnemers niet worden nagekomen door de reder, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat zulks wel het geval is.

10. De wetenschappelijke waarnemer:

- moet een vakopleiding hebben genoten,

- dient passende ervaring te bezitten op visserijgebied, en

- moet een grondige kennis hebben van de bepalingen van deze Overeenkomst en van de geldende Mauritaanse wetgeving.

11. De wetenschappelijke waarnemer ziet erop toe dat de vaartuigen van de Gemeenschap die vissen in de visserijzone van Mauritanië de bepalingen van deze Overeenkomst naleven.

Hij stelt daarover een rapport op. De taken van de waarnemer zijn met name:

- observatie van de visserijactiviteit van de vaartuigen,

- controle van de positie van de vaartuigen bij de visserijactiviteit,

- biologische bemonstering in het kader van wetenschappelijke programma's,

- notering van het gebruikte vistuig en van de maaswijdte daarvan,

- verificatie van de gegevens die worden vermeld in het logboek.

12. De waarnemingstaken zijn beperkt tot de visserijactiviteit en de daarmee verband houdende werkzaamheden die onder deze Overeenkomst vallen.

13. De wetenschappelijke waarnemer:

- doet al het mogelijke om ervoor te zorgen dat zijn inscheping en zijn aanwezigheid de visserij niet onderbreken of hinderen,

- gebruikt voor het meten van de maaswijdte van de in het kader van deze Overeenkomst gebruikte netten de erkende instrumenten en procedures,

- behandelt de goederen en installaties aan boord met de vereiste zorgvuldigheid en beschouwt alle documenten betreffende dat vaartuig als vertrouwelijk.

14. Aan het einde van de waarnemingsperiode en voordat hij het vaartuig verlaat, stelt de wetenschappelijke waarnemer een rapport op volgens het model in aanhangsel 2. Hij ondertekent dat rapport in aanwezigheid van de kapitein, die er alle dienstige opmerkingen aan kan toevoegen of kan laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De wetenschappelijke waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het rapport aan de kapitein.

15. De bevoegde autoriteiten die de rapporten van de wetenschappelijke waarnemers ontvangen, zijn verplicht de inhoud en de conclusies van die rapporten zo spoedig mogelijk te verifiëren.

Als de bevoegde autoriteiten constateren dat overtredingen zijn begaan, nemen zij passende maatregelen, inclusief, overeenkomstig hun nationale wetgeving, het inleiden van een administratieve procedure tegen de verantwoordelijke natuurlijke personen of rechtspersonen. De ingeleide procedures moeten van dien aard zijn dat, in overeenstemming met de relevante nationale bepalingen, de verantwoordelijken het economische voordeel van de overtreding wordt ontnomen of een effect wordt bereikt dat in verhouding staat tot de ernst van de overtreding zodat verdere overtredingen van dezelfde aard doeltreffend worden ontmoedigd.

Als de aanvoerhaven in een andere Lid-Staat ligt dan de vlaggestaat, stelt eerstbedoelde Lid-Staat de vlaggestaat in kennis van de getroffen maatregelen.


HOOFDSTUK VI Wederzijdse waarneming met betrekking tot de controles aan de wal

De overeenkomstsluitende partijen besluiten tot invoering van een regeling voor wederzijdse waarneming met betrekking tot de controles aan de wal, teneinde daardoor de efficiëntie van de controle te verbeteren.

1. Doelstellingen

Aanwezigheid bij de controles en inspecties door de nationale controlediensten met het oog op de naleving van de bepalingen van deze Overeenkomst.

2. Status van de waarnemers

De bevoegde autoriteiten van elke overeenkomstsluitende partij wijzen hun waarnemer aan en delen diens naam mee aan de andere overeenkomstsluitende partij.

De waarnemer

- moet een vakopleiding hebben genoten,

- dient passende ervaring te hebben op visserijgebied, en

- moet een grondige kennis hebben van de bepalingen van deze Overeenkomst.

Wanneer de waarnemer aanwezig is bij inspecties, worden deze uitgevoerd door de nationale controlediensten en mag hij op eigen initiatief geen inspectiebevoegdheden van de nationale ambtenaren uitvoeren.

Wanneer de waarnemer nationale ambtenaren vergezelt, heeft hij toegang tot de vaartuigen, lokalen en documenten die door die ambtenaren worden geïnspecteerd.

3. Taken van de waarnemers

De waarnemer vergezelt de nationale controlediensten bij hun bezoeken in havens, aan boord van vaartuigen aan de kade, in vismijnen, in magazijnen van groothandelaren in vis, in koelhuizen en andere ruimten in verband met aanvoer en opslag van vis vóór de eerste verkoop op het grondgebied waar het produkt voor het eerst op de markt wordt gebracht.

De waarnemer stelt om de vier maanden een rapport op over de controles waarbij hij aanwezig is geweest en zendt het naar de bevoegde autoriteiten. Deze autoriteiten verstrekken een kopie aan de andere overeenkomstsluitende partij.

4. Uitvoering

De bevoegde controleautoriteit van een overeenkomstsluitende partij deelt de andere overeenkomstsluitende partij steeds tien dagen vóór de inspectiedatum mede dat besloten is tot een inspectie in de haven.

De andere overeenkomstsluitende partij meldt vijf dagen vóór bovenbedoelde datum dat hij voornemens is een waarnemer te sturen.

De missie van de waarnemer duurt in principe niet langer dan 15 dagen.

5. Vertrouwelijkheid

De waarnemer behandelt de goederen en installaties aan boord van de vaartuigen en in andere lokalen met de vereiste zorgvuldigheid en beschouwt alle documenten die hij ter inzage krijgt als vertrouwelijk.

De waarnemer deelt de resultaten van zijn werkzaamheden uitsluitend mede aan zijn bevoegde autoriteiten.

6. Plaatsen

Dit programma geldt voor de ontschepingshavens van de Gemeenschap en voor de havens van Mauritanië.

7. Financiering

Iedere overeenkomstsluitende partij neemt alle kosten van zijn waarnemer voor zijn rekening, met inbegrip van reis- en verblijfkosten.


HOOFDSTUK VII Satellietvolgsysteem

In afwachting van de invoering van een Mauritaans satellietvolgsysteem voor alle vissersvaartuigen voor hetzelfde type visserij die in de visserijzone van Mauritanië vissen, besluiten de overeenkomstsluitende partijen om vanaf het eerste jaar van de Overeenkomst een proefproject in te voeren voor vaartuigen van de Gemeenschap.

1. Doelstellingen

Het satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Mauritanië geeft de mogelijkheid tot een direct beheer van de bepalingen met betrekking tot de visserijinspanning en de geografische beperkingen ten aanzien van de visserij. Ook maakt het doelgerichte inspecties op zee mogelijk, alsmede een controle achteraf op de vangstgebieden die in het logboek zijn genoteerd.

2. Uitvoering

De overeenkomstsluitende partijen besluiten een werkgroep te vormen voor de vaststelling van de wijze van uitvoering en de financiering van dit project, dat moet worden gerealiseerd met ingang van 1 augustus 1997.


HOOFDSTUK VIII Procedure bij aanhouding van vaartuigen

1. Doorgeven van de informatie

Het Ministerie stelt de Delegatie binnen 48 uur in kennis van elke aanhouding, binnen de visserijzone van Mauritanië, van een vissersvaartuig van de Gemeenschap en zendt de Delegatie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor deze aanhouding.

2. Proces-verbaal van de aanhouding

De kapitein van het vaartuig moet, nadat de geconstateerde feiten door de voor de Controledienst bevoegde Mauritaanse autoriteiten in het proces-verbaal zijn opgetekend, dit document ondertekenen.

Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd.

Hij moet zijn vaartuig naar de haven van Nouadhibou brengen. Indien het een lichte overtreding betreft, kan de Controledienst het aangehouden vaartuig toestaan zijn visserijactiviteiten voort te zetten.

3. Afwikkeling van de aanhouding

3.1. Overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst en van de Mauritaanse wetgeving kan de overtreding worden afgewikkeld hetzij via een transactieprocedure, hetzij via een gerechtelijke procedure.

3.2. Bij een transactieprocedure wordt het bedrag van de boete bepaald binnen een marge tussen een bij de Mauritaanse wet vastgesteld minimum- en maximumbedrag.

3.3. Als de zaak niet via een transactieprocedure kan worden geregeld en zij voor een bevoegde gerechtelijke instantie wordt gebracht, wordt door de reder bij een door het Ministerie aangewezen bank een garantie in ecu gesteld voor de tegenwaarde van het maximumbedrag waarin de Mauritaanse wetgeving voorziet.

3.4. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is afgesloten. De bankgarantie wordt door het Ministerie vrijgegeven zodra de procedure wordt beëindigd zonder veroordeling. Insgelijks, als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, wordt het saldo na de uitspraak vrijgegeven door het Ministerie.

3.5. Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten:

- hetzij zodra aan de bij de transactie vastgestelde verplichtingen is voldaan,

- hetzij zodra, in afwachting van de beëindiging van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in punt 3.3, is gesteld en deze door het Ministerie is aanvaard.


HOOFDSTUK IX Teruggooi

De overeenkomstsluitende partijen onderzoeken het probleem van de teruggooi van vis in zee door vissersvaartuigen en bestuderen de mogelijkheden voor valorisatie van de betrokken vis.


HOOFDSTUK X Bestrijding van illegale visserij

Om illegale visserij in de visserijzone van Mauritanië, die schadelijk is voor het beheer van de visbestanden, te voorkomen en te bestrijden, hebben de overeenkomstsluitende partijen besloten regelmatig informatie dienaangaande uit te wisselen.

Naast de maatregelen die de overeenkomstsluitende partijen toepassen op grond van hun wetgeving, plegen zij overleg over afzonderlijk of gezamenlijk te nemen bijkomende maatregelen. Daartoe versterken zij hun samenwerking, met name voor bestrijding van de illegale visserij.


Aanhangsel 1


CONTACTGEGEVENS VAN DE CONTROLEDIENST

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

1. Adres: Boîte postale (BP) 260

Nouadhibou

Mauritanie.

2. Telefoon: (2222) 456 26

3. Telefax: (2222) 457 01

4. Telex: .

5. Radiofrequentie: .

Verdere contactgegevens met betrekking tot de Overeenkomst zullen tegen 15 juli 1996 door Mauritanië worden medegedeeld.

>EIND VAN DE GRAFIEK>


Aanhangsel 2


RAPPORT VAN DE MAURITAANSE WETENSCHAPPELIJKE WAARNEMER

>

BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Naam van de waarnemer: .

Vaartuig: .

Nationaliteit: .

Nummer van het vaartuig en registratienummer en haven van registratie: .

Kentekens: .

Tonnage: . brt.

Motorvermogen: . pk.

Vergunning: .

Nummer: .

Type visserij: .

Naam van de kapitein: .

Nationaliteit: .

Waarnemer aan boord gegaan: Datum: .

Haven: .

Waarnemer van boord gegaan: Datum: .

Haven: .

Toegestane vismethode: .

Gebruikt vistuig: .

Maaswijdte en/of lengte: .

Vangstgebied(en): .

Afstand tot de kust: .

Aantal aangemonsterde Mauritaanse zeelieden: .

Verklaring van binnenvaren ..... / .... / ..... in en verlaten ..... / .... / ..... van de visserijzone

Raming van de waarnemer

Totale vangst (kg): .,

gemeld in logboek: .

Bijvangst: soorten: .,

geraamd percentage: . %

Teruggooi: soorten: .,

hoeveelheid (kg): .

Soorten aan boord

Hoeveelheid (kg)

Soorten aan boord

Hoeveelheid (kg)

Door de waarnemer geconstateerde feiten:

Aard van het geconstateerde feit

Datum

Positie

Door de waarnemer geconstateerde feiten (algemene opmerkingen): .

.

.

.

Gedaan te .,

op .

Handtekening van de waarnemer

.

Opmerkingen van de kapitein: .

.

.

Kopie van het rapport ontvangen op: .

Handtekening van de kapitein

.

Rapport overhandigd aan: .Functie: .

(Stempel)

>EIND VAN DE GRAFIEK>