Bijlagen bij COM(1998)268 - Beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden 0 Hz-300 GHz

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage II en III).

BASISRESTRICTIES

Afhankelijk van de frequentie worden onderstaande fysische grootheden (dosimetrische/exposimetrische grootheden) gebruikt om de basisrestricties voor elektromagnetische velden te specificeren.

Tussen 0 en 1 Hz worden basisrestricties gegeven voor de magnetische fluxdichtheid voor statische magnetische velden (0 Hz) en de stroomdichtheid voor tijdsafhankelijke velden tot 1 Hz, teneinde gevolgen voor het cardiovasculaire systeem en het centrale zenuwstelsel te voorkomen.

Tussen 1 Hz en 10 MHz worden basisrestricties gegeven voor de stroomdichtheid om gevolgen voor functies van het zenuwstelsel te voorkomen.

Tussen 100 kHz en 10 GHz worden basisrestricties gegeven voor het SAT om globale thermische belasting van het lichaam en excessieve plaatselijke verwarming van weefsels te voorkomen. In het gebied van 100 kHz tot 10 MHz worden restricties voor zowel de stroomdichtheid als het SAT gegeven.

Tussen 10 GHz en 300 GHz worden basisrestricties voor de vermogensdichtheid gegeven om verwarming van weefsel aan of bij het lichaamsoppervlak te voorkomen.

De in tabel I gegeven basisrestricties zijn vastgesteld met inachtneming van onzekerheden die verband houden met individuele gevoeligheden en milieuomstandigheden en met het feit dat de leeftijd en de lichamelijke conditie van de bevolking varieren.

Basisrestricties voor elektrische, magnetische en elektromagnetische velden (0 Hz - 300 GHz).

FrequentiegebiedMagnetische

flux-

dichlhcid

(mT)
Stroom

dichtheid

(mA/rn2)

(rms)
Lichaams-

SAT

(W/kg)
Plaatselijk SAT (hoofd en romp) (W/kg)Plaatselijk SAT (extremi-teiten) (W/kg)Vermo-gens-dicht-heid, S (W/m2)
0 Hz40
>0-1 Hz. —8
1-4 Hz8/f
4 - 1000 Hz2
1000 Hz -100 kHzf/500
100 kHz - 10 MHz175000,0824
10 MHz - 10 GHz0,0824
10 - 300 GHz-----10

Tabel 1

Opmerkingen

1. /is de frequentie in Hz.    '

2. De basisrestrictie voor de stroomdichtheid is bedoeld om te beschermen tegen acute blootstellingsefTecten op weefsel van het centraal zenuwstelsel in hoofd en romp en bcvat een veiligheidsfactor.

3. Vanwege de elektrische inhomogeniteit van het lichaam dienen de waarden van de stroomdichtheid tc worden gemiddeld over een doorsnede van 1 cm2 loodrecht op de stroomrichting.

4. Voor frequenties tot 100 kHz kunnen de topwaarden voor de stroomdichtheid worden verkregen door de middelbare (rms-)waarde met V2 (”1,414) te vermenigvuldigen. Voor pulsen met een duur van tp dient de equivalente frequentie die in de basisrestricties moet worden toegepast, te worden berekend als/= l/(2/)•

5. Voor frequenties tot 100 kHz en voor gepulseerde magnetische velden kan de maximale stroomdichtheid als gevolg van de pulsen worden berekend uit de stijg-/afvaltijden en het maximale veranderingssnelheid van de magnetische lluxdichtheid. De geinduceerde stroomdichtheid kan dan worden vergeleken met de bijbehorende basisrestrictie.

6. Alle SAT-waarden moeten worden gemiddeld over een willekeurige periode van zes minuten.

7. De plaatselijke SAT-middelingsmassa is 10 g aangrenzend weefsel; het aldus verkregen maximale SAT dient de waarde te zijn die voor de raming van de blootstelling wordt gebruikt.

8. Voor pulsen met een duur van tp dient de equivalente frequentie die in de basisrestricties moet worden toegepast, te worden berekend als/= 1/(2tp). Daarnaast wordt voor gepulseerde blootstellingen in het frequentiegebied van 0,3 tot 10 GHz en voor plaatselijke blootstelling van het hoofd, ter vermijding en beperking van effecten op het gehoor die veroorzaakt worden door thermo-elastische uitzetting, een extra basisrestrictie aanbevolen. Deze is dat de SA niet meer dan 2 mJ kg’1 gemiddeld over 10 g weefsel mag bedragen.

Referentieniveaus

Referentieniveaus voor blootstelling worden gegeven om vergelijkingen met de waarden van gemeten grootheden mogelijk te maken. Worden alle aanbevolen referentieniveaus aangehouden, dan wordt ook aan de basisrestricties voldaan.

Als de gemeten waarden hoger zijn, behoeft dat nog niet te betekenen dat ook de basisrestricties zijn ovcrschredcn In dat geval dient een evaluatie plaats te vinden om uit te maken of de blootsteilingsniveaus beneden de basisrestricties liggen.

De referentieniveaus voor het beperken van de blootstelling worden verkregen uit de basisrestricties voor maximale koppeling van het veld met de blootgestelde persoon, waardoor maximale bescherming wordt bereikt. In de tabellen 2 en 3 wordt een overzicht gegeven van de referentieniveaus. De referentieniveaus zijn meestal ruimtelijk gemiddelde waarden over het hele lichaam van de blootgestelde persoon, echter onder de belangrijke voorwaarde dat de plaatselijke basisrestricties op de blootstelling niet worden overschreden.

In bepaalde situaties, waarin de blootstelling sterk plaatselijk is, zoals bij draagbare telefoons en het menselijk hoofd, is het gebruik van referentieniveaus niet geschikt. In dergelijke gevallen dient de naleving van de plaatselijke basisrestrictie rechtstreeks gecvalueerd te worden.

Veldniveaus

Tabel 2 Referentieniveaus voor elektrische, niagnetische and elektromagnetische velden (0 Hz - 300 GHz, ongestoorde middelbare waarden)

FrequentiegebiedE-veldsterkte

(V/m)
H-veld-

sterkte

(A/m)
B-veld

(pT)
Equivalente vermogensdichtheid voor vlakke golven

S„ (W/m2)
0-1 Hz-3,2 x 1044 x 104-
1-8 Hz100003,2 x lO4/^4 x \04/f-
8 - 25 Hz100004000/f5000/f-
0,025 - 0,8 kHz250/f4/f5/f-
0,8 - 3 kHz250/f56,25-
3 - 150 kHz8756,25-
0,15-1 MHz870,73/f0,92/f-
1- 10 MHz87/f1720,73/f0,92/f-
10-400 MHz280,0730,0922
400 - 2000 MHz1,375 f/20,0037 f20,0046 f2f/200
2 - 300 GHz610,160,2010

Opmerkingen:

1. /zoals aangegeven in de kolom van het frequentiegebied.

2. Voor frequenties tussen 100 kHz en 10 GHz moeten Scq, E2, H2 en B2 over een willekeurige periode van zes minuten te worden gemiddeld.

3. Voor frequenties boven 10 GHz moeten Scq, E2, H2 en B2 worden gemiddeld over een willekeurige periode van 68//’()5-minuten (f in GHz).

4. Voor frequenties < 1 Hz, die in feite statische elektrische velden zijn, wordt geen E-veldwaarde gegeven. Voor de meeste mensen doet zich de hinderlijke perceptie van elektrische oppervlakteladingen niet voor bij een elektrische veldsterkte van minder dan 25 kV/m. Vonkontladingen die stress of hinder veroorzaken, dienen te worden vermeden.

Voor de topwaarden gelden voor de E-veldsterkte (V/m), de H-veldsterkte (A/m) en

het B-veld (pT) de volgende referentieniveaus:

- Voor frequenties tot 100 kHz worden de topreferentiewaarden verkregen door de overeenkomstige middelbare waarden te vermenigvuldigen met V2 (-1,414). Voor pulsen met een duur van tp dient de toe te passed equivalente frequentie te worden berekend als/= l/(2/p).

- Voor frequenties tussen 100 kHz en 10 MHz worden de topreferentiewaarden verkregen door de desbetreffende middelbare waarden te vermenigvuldigen met

10° , waarin O = (0,665 log(f/105)+0,176), fin kHz.

- Voor frequenties tussen 10 MHz en 300 GHz worden de topreferentiewaarden verkregen door de desbetreffende middelbare waarden te vermenigvuldigen met 32.

Hoewel siechts weinig gegevens beschikbaar zijn over de relatie tussen biologische cflecten en de topwaarden van gepuiseerde velden, wordt voorgesteld voor frequenties van meer dan 10 MHz de Scq als gemiddeld over de pulsbreedte niet meer te laten bedragen dan 1000 maal de referentieniveaus of de veldsterktes niet groter te laten zijn dan 32 maal de referentieniveaus voor de velden. Voor frequenties tussen ca. 0,3 GHz en enkele GHz, alsmede voor plaatselijke blootstelling van het hoofd, moet de specifieke absorptie van de pulsen worden beperkt, teneinde gehooreffecten als gevolg van thermo-elastische uitzetting te beperken of voorkomen. In dit ffequentiegebied komt voor 30-jus pulsen de SA-drempelwaarde van 4-16 mJ kg'1 voor dit effect overeen met SAT-topwaarden van 130-520 W kg'1 in de hersenen. Tussen 100 kHz en 10 MHz worden de topwaarden voor de veldsterktes verkregen door interpolatie van de 1,5-voudige top bij 100 kHz tot de 32-voudige top bij 10 MHz.

Contactstromen-en "cxtrcmileitenstromcn

Voor frequenties tot 110 MHz worden aanvullende referentieniveaus aanbevolen om gevaren als gevolg van contactstromen te vermijden. In tabel 3 zijn de referentieniveaus voor contactstroom opgenomen. Bij de vaststelling van de referentieniveaus voor contactstroom is rekening gehouden met het feit dat de drempelcontactstromen die biologische reacties uitlokken bij volwassen vrouwen en kinderen ongeveer tweederde resp. de helft bedragen van die bij volwassen mannen.

Tabel 3 Referentieniveaus voor de contactstroom van geleidende voorwerpen (f in kHz)

FrequentiegebiedMaximale

contactstroom

(mA)
0 Hz - 2,5 kHz0,5
2,5 kHz- 100 kHz0,2 f
100 kHz - 110 MHz20

Voor het frequentiegebied 10 MHz tot 110 MHz wordt een referentieniveau aanbevolen van 45 mA wat betreft de stroom door een van de extremiteiten. Dit is bedoeld om het plaatselijke SAT over een willekeurige periode van zes minuten te beperken.

Blootstelling uit bronnen met verschillende frequences

In silualies waarin zich cen gclijktijdigc blootstelling voordoct aan vclden van verschillende frequenties moet de mogelijkheid worden overwogen dat deze blootstellingen wat hun gevolgen betreft additief zijn. Voor elk effect afzonderlijk dienen berekeningen op basis van een dergelijke additiviteit te worden uitgevoerd; aldus moeten afzonderlijke berekeningen worden gemaakt voor thermische en elektrische stimulatie-effecten op het lichaam.

Basisrestricties

In geval van gelijktijdige blootstelling aan velden van verschillende frequenties dient wat de basisrestricties betreft aan de volgende eisen te worden voldaan.

Voor de elektrische stimulering voor frequenties van I Hz tot 10 MHz dienen de geinduceerde stroomdichtheden te worden gesommeerd overeenkomstig:


Voor de thermische effecten vanaf 100 kHz dienen de specifieke enefgieabsorptietempo’s en de vermogensdichtheden te worden gesommeerd overeenkomstig:


<7

waarin

Ji is de stroomdichtheid bij frequentie i;

Ji„ j is de basisrestrictie voor de stroomdichtheid bij frequentie i, zoals gegeven in tabel

1;

SATj is het SAT veroorzaakt door blootstelling bij frequentie i;

SATL is de basisrestrictie voor het SAT, zoals gegeven in tabel 1;

Si is de vermogensdichtheid bij frequentie i;

SL IS DE BASISRESTRICTIE VOOR DE VERMOGENSDICHTHEID, ZOALS GEGEVEN IN TABEL 1.

RcjcmUicni veaus

Voor de toepassing van de basisrestricties dienen onderstaande criteria betreffende de referentieniveaus voor de veldsterktes te worden toegepast.

Bij geinduceerde stroomdichtheden en elektrische stimulatie-effecten tot 10 MHz dienen aan de veldniveaus onderstaande twee eisen te worden gesteld:

1MHz

if*

/' = 1Hz &L,i
10MHz

i>lMHz U
!50kHz ,.

V n j
1 OK U Iz

, V Hj
j lllz H L,j j 150kHz &

en

waarin

Ei is de elektrische veldsterkte bij frequentie i;

Ei„ j is het referentieniveau voor de elektrische veldsterkte uit tabel 2;

Hj is de magnetische veldsterkte bij frequentie j;

HI,J IS HET REFERENTIENIVEAU VOOR DE MAGNETISCHE VELDSTERKTE UIT TABEL 2; A IS 87 V/M EN B IS 5 A/M (6,25 PT).

Vergeleken met de richtsnoeren van de ICNIRP26, die betrekking hebben op de blootstelling zowel in het beroep als van de bevolking, komen de afkappunten in de sommaties overeen met de blootstellingsomstandigheden van de bevolking.

Het gebruik van de constante waarden (a en b) boven 1 MHz voor het elektrische veld en boven 150 kHz voor het magnetisch veld is een gevolg van het feit dat de sommatie gebasecrd is op geinduceerde stroomdichtheden en niet mag worden vcrmengd met thermische ellectomstandighcden. Dit laatste vomit de basis voor E|.,; en Hi . j boven resp. 1 Ml Iz en 150 kl Iz, zoals vcrmcld in tabel 2.

Bij thermische effectomstandigheden vanaf 100 kHz dienen onderstaande twee eisen te worden gesteld aan de veldniveaus:

en

waarin

Ei is de elektrische veldsterkte bij frequentie i;

El? i is het referentieniveau voor elektrische velden uit Tabel 2;

Hj is de magnetische veldsterkte bij frequentie j;

HL,j is het referentieniveau voor magnetische velden, afgeleid uit tabel 2; c is 87/f1^ V/m en d 0,73/f A/m.

Ook hier zijn in vergelijking met de richtsnoeren van de ICNIRP enige afkappunten aangepast in verband met blootstelling van de bevolking alleen.

Voor resp. de “extremiteitenstroom” en de contactstroom dient aan onderstaande eisen te worden voldaan:

waarin

Ik is de extremiteitenstroomcomponent bij frequentie k;

lL,k is het referentieniveau voor de extremiteitenstroom, 45 mA;

In is de contactstroomcomponent bij frequentie n;

Ic,n is het referentieniveau voor contactstroom bij frequentie n (zie tabel 3).

In de bovenstaande sommaties is uitgegaan van het slechtst mogelijke scenario voor de omstandigheden onder de velden van de verschillende bronnen. Dientengevolge kunnen typische blootstellingssituaties in de praktijk resulteren in minder restrictieve blootstellingsniveaus dan door de bovenstaande formules voor de referentieniveaus wordt aangegeven.

ISSN 0254-1513

COM(98) 268 def.
DOCUMENTEN

NL

05    15    12    14

Catalogusnummer : CB-CO-98-298-NL-C

ISBN 92-78-35924-6

Bureau voor officiele publikaties der Europese Gemeenschappen L-2985 Luxemburg

31

1

United Nations Environment Programinc/World Health Organization/Intcrnational Radiation Protection Association. Electromagnetic fields (300 Hz to 300 GHz). Gcn6vc, Wcrcldgczondhcidsorganisatic; Environmental Health Criteria 137; 1993.

2

Europese Commissie, Non-ionizing radiation: Sources, exposure and health clTccts, Bureau voor offici&le publicaties der Europese Gemeenschappen, 1996, ISBN 92-827-5492-8.

3

’ PB C 205 van 25.7.94, biz. 439.

4

A COM(93) 559 dcf. van 24.11.1993.

5

s PB C 214 van 16.7.1997, biz. 7-10.

6

   PB L 156 van 21.6.90, biz. 14-18.

7

   PB L 348 van 28.11.92, biz. 1 -8.

8

   PB C 77 van 18.3.1993, biz. 12-29.

9

   PB C 230 van 19.8.1994, biz. 3-29.

10

   PB L 77 van 26.3.73, biz. 29-33.

11

" PB L 139 van 23.5.89, biz. 19-26.

12

   PB L 175 van 5.7.85, biz. 40-48.

13

   PB L 73 van 14.3.97, biz. 5-15.

14

   COM(96) 511 def. en PB C 129 van 25.4.97, biz. 14.

15

   PB L 126 van 18.5.94, biz. 1-33.

16

   COM(94) 145 dcf.

17

   Het document “studyhr.doc” kan gcdownload worden van Inlcrnclsitc littp: //www, i spo. ccc.be/iivfQSoc/! eleco i npo 1 iy/c i>

18

   COM(96)142 dcf. cn PB C 173 van 7.6.97, bl/. 10.

19

Een soortgelijk systeem is voorgesteld voor de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van de werknemers, dat een kader van drempelwaarden en actiewaarden omvat.

20

   PB xxx.

21

   PB xxx.

22

   PB C 205 van 25.7.94, biz. 439.

23

   PB L 156 van 21.6.90, biz. 14-18.

24

   PB L 348 van 28.11.92, biz. 1-8.

25

   PB C 77 van 18.3.93, biz. 12 en PB C 230 van 19.8.94. biz. 3-29.

26

International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection, Guidelines for Limiting Exposure to Time-Varying Electric, Magnetic, and Electromagnetic Fields (up to 300 GHz). Health Phys.; in dmk.