Bijlagen bij COM(2007)151-1 - Ondertekening van de Overeenkomst met Panama inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen onderhandelingen te beginnen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met Panama onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3) De overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend op .......... onder voorbehoud van mogelijke sluiting ervan op een latere datum, overeenkomstig Besluit .../…/EG van de Raad van …[5].

(4) Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

1. De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Panama inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

2. De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Panama

inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE EUROPESE GEMEENSCHAP

enerzijds, en

DE REPUBLIEK PANAMA

anderzijds,

(hierna "de partijen" genoemd)

VASTSTELLEND dat verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap met de Republiek Panama bilaterale overeenkomsten met betrekking tot luchtdiensten hebben ondertekend die bepalingen bevatten welke in strijd zijn met het Europese Gemeenschapsrecht,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die kunnen worden opgenomen in bilaterale luchtvaartovereenkomsten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvervoerders overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in luchtvervoerders die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht,

ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Republiek Panama gesloten bilaterale overeenkomsten met betrekking tot luchtdiensten die in strijd zijn met het Europese Gemeenschapsrecht met deze wetgeving in overeenstemming moeten worden gebracht om een degelijke rechtsgrond voor luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Panama tot stand te brengen en om de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te garanderen,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap er in het kader van deze onderhandelingen niet naar streeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Panama te doen toenemen, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvervoerders en luchtvervoerders uit de Republiek Panama te wijzigen, noch om te onderhandelen over wijzigingen van de bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten inzake verkeersrechten,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

ARTIKEL 1

Algemene bepalingen

1. In deze overeenkomst wordt onder "lidstaten" lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan. "LACAC-lidstaten" zijn lidstaten van de Latijns-Amerikaanse commissie voor de burgerluchtvaart.

2. Wanneer in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.

3. Wanneer in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.

ARTIKEL 2

Aanwijzing, vergunning en intrekking

1. De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvervoerder door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door de Republiek Panama aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder. De bepalingen van de leden 4 en 5 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvervoerder door de Republiek Panama, de vergunningen en machtigingen die door de lidstaat aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder.

2. Wanneer de Republiek Panama een aanwijzing door een lidstaat ontvangt, verleent hij zo spoedig mogelijk de passende vergunningen en machtigingen mits:

i. de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht;

ii. de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld; en

iii. de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen daadwerkelijke zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder.

3. De Republiek Panama mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken mits:

i. de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht; of

ii. de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, of de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; of

iii. de luchtvervoerder geen eigendom is van en niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang onder daadwerkelijke zeggenschap staat van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten of andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen; of

iv. de luchtvervoerder reeds over een exploitatievergunning beschikt krachtens een bilaterale overeenkomst tussen de Republiek Panama en een andere lidstaat en de Republiek Panama aantoont dat de luchtvervoerder, door krachtens de onderhavige overeenkomst verkeersrechten uit te oefenen op een traject dat een plaats in die andere lidstaat omvat, de krachtens die andere overeenkomst opgelegde beperkingen van de verkeersrechten omzeilt; of

v. de luchtvervoerder houder is van een Air Operators Certificate dat is afgegeven door een lidstaat en er geen bilaterale overeenkomst voor luchtdiensten bestaat tussen de Republiek Panama en die lidstaat, en verkeersrechten naar die lidstaat zijn geweigerd aan de door de Republiek Panama aangewezen luchtvervoerder.

Bij de uitoefening van de rechten die krachtens dit lid aan de Republiek Panama zijn verleend, mag de Republiek Panama geen onderscheid maken tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit.

4. Wanneer een lidstaat een aanwijzing door de Republiek Panama ontvangt, verleent zij zo spoedig mogelijk de passende vergunningen en machtigingen mits:

i. de luchtvervoerder in de Republiek Panama is gevestigd; en tevens

ii. de Republiek Panama op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, en de Republiek Panama verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate; en tevens

iii. de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van en onder daadwerkelijke zeggenschap staat van LACAC-lidstaten en/of onderdanen van LACAC-lidstaten.

5. Een lidstaat mag de vergunningen of machtigingen van een door de Republiek Panama aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken mits:

i. de luchtvervoerder niet in de Republiek Panama is gevestigd; of

ii de Republiek Panama niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft of de Republiek Panama niet verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate; of

iii. de luchtvervoerder niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van en onder daadwerkelijke zeggenschap staat van LACAC-lidstaten en/of onderdanen van LACAC-lidstaten; of

iv. de luchtvervoerder reeds over een exploitatievergunning beschikt krachtens een bilaterale overeenkomst tussen de desbetreffende lidstaat en een andere LACAC-lidstaat en de lidstaat aantoont dat de luchtvervoerder, door krachtens de onderhavige overeenkomst verkeersrechten uit te oefenen op een traject dat een punt in die andere LACAC-lidstaat omvat, de krachtens die andere overeenkomst opgelegde beperkingen van de verkeersrechten omzeilt.

ARTIKEL 3

Veiligheid

1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de in bijlage 2, onder c), vermelde artikelen.

2. Wanneer een lidstaat een luchtvervoerder heeft aangewezen die door een andere lidstaat wordt gecontroleerd op naleving van de regelgeving, zijn de rechten van de Republiek Panama uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en de Republiek Panama zowel van toepassing op de goedkeuring, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.

ARTIKEL 4

Belasting op vliegtuigbrandstof

1. De bepalingen van lid 2 en lid 3 van dit artikel vormen een aanvulling op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder d), vermelde artikelen.

2. Niettegenstaande eventuele andersluidende bepalingen, beletten de in bijlage 2, onder d), vermelde overeenkomsten op generlei wijze dat de lidstaten op niet-discriminerende wijze belastingen, heffingen, accijnzen, vergoedingen of kosten in rekening brengen voor de brandstof die op hun grondgebied wordt geleverd voor gebruik in een vliegtuig van een aangewezen luchtvervoerder van de Republiek Panama dat een plaats op het grondgebied van die lidstaat verbindt met een andere plaats op het grondgebied van die lidstaat of op het grondgebied van een andere lidstaat.

3. Niettegenstaande eventuele andersluidende bepalingen, beletten de in bijlage 2, onder d), vermelde overeenkomsten op generlei wijze dat de Republiek Panama op niet-discriminerende wijze belastingen, heffingen, accijnzen, vergoedingen of kosten in rekening brengt voor de brandstof die op haar grondgebied wordt geleverd voor gebruik in een vliegtuig van een aangewezen luchtvervoerder van een lidstaat dat een plaats op het grondgebied van de Republiek Panama verbindt met een andere plaats op het grondgebied van de Republiek Panama of op het grondgebied van een andere LACAC-lidstaat.

ARTIKEL 5

Vervoerstarieven

1. De bepalingen van lid 2 en lid 3 van dit artikel vormen een aanvulling op de in bijlage 2, onder e), vermelde artikelen.

2. De tarieven die de luchtvervoerder(s) die door de Republiek Panama is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage 1 vermelde overeenkomst die een in bijlage 2, onder e), vermelde bepaling bevat, in rekening brengen voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, zijn onderhevig aan de Europese Gemeenschapswetgeving. Het Europese Gemeenschapsrecht wordt op niet-discriminerende wijze toegepast.

3. De tarieven die de luchtvervoerder(s) die door een lidstaat (is) zijn aangewezen krachtens een in bijlage 1 vermelde overeenkomst die een in bijlage 2, onder e), vermelde bepaling bevat, in rekening brengen voor vervoer tussen de Republiek Panama en een andere LACAC-lidstaat, zijn onderhevig aan de Panamese wetgeving inzake prijsleiderschap en worden op niet-discriminerende wijze toegepast.

ARTIKEL 6

Verenigbaarheid met de mededingingsregels

1. Niettegenstaande eventuele andersluidende bepalingen, leiden de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten op generlei wijze tot (i) bevordering van de goedkeuring van overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de mededinging verhinderen, beperken of verstoren; (ii) versterking van de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen; of (iii) het aan particuliere economische operatoren overdragen van de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging verhinderen, beperken of verstoren.

2. De bepalingen in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten die niet verenigbaar zijn met lid 1 van dit artikel worden niet toegepast.

ARTIKEL 7

Bijlagen bij de overeenkomst

De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel uit van de overeenkomst.

ARTIKEL 8

Herziening of wijziging

De partijen kunnen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming herzien of wijzigen.

ARTIKEL 9

Inwerkingtreding

Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.

ARTIKEL 10

Beëindiging

1. Wanneer een in bijlage 1 vermelde overeenkomst wordt beëindigd, worden ook alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage 1 vermelde overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

2. Wanneer alle in bijlage 1 vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te [….] in tweevoud, op [../../….] in de Bulgaarse, Tsjechische, Deense, Nederlandse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Duitse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Poolse, Portugese, Roemeense, Slowaakse, Sloveense, Spaanse en Zweedse taal. In geval van tegenstrijdigheden tussen de taalversies is de Spaanse tekst bindend.

VOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP: VOOR DE REPUBLIEK PANAMA:

BIJLAGE 1

Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst

a) Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de Republiek Panama en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast

- Luchtvervoersovereenkomst tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Panama, opgesteld te Panama City op 13 december 1999, hierna de "overeenkomst tussen Panama en Duitsland" genoemd, in bijlage 2.

- Overeenkomst tussen de regeringen van de Republiek Panama en het Koninkrijk België inzake luchtdiensten, opgesteld te Panama City op 12 januari 1966, hierna de "overeenkomst tussen Panama en België" genoemd, in bijlage 2.

- Overeenkomst tussen het Koninkrijk Spanje en de Republiek Panama, opgesteld te Panama City op 7 augustus 2001, hierna de "overeenkomst tussen Panama en Spanje" genoemd, in bijlage 2.

- Protocol van de vergadering tussen de luchtvaartdelegaties van de regering van de Italiaanse Republiek en de regering van de Republiek Panama, opgesteld te Rome op 11 november 1970, hierna het "protocol tussen Panama en Italië" genoemd, in bijlage 2.

- Overeenkomst tussen de Republiek Panama en het Koninkrijk der Nederlanden inzake luchtdiensten tussen hun respectieve grondgebieden en over de grenzen van deze grondgebieden heen, geparafeerd als bijlage 2 bij de intentieverklaring die op 7 juni 1995 in Den Haag is opgesteld, hierna de "overeenkomst tussen Panama en Nederland" genoemd, in bijlage 2.

- Overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de regering van de Republiek Panama, geparafeerd als bijlage B bij de intentieverklaring die op 26 augustus 1997 in Londen is ondertekend, hierna de "overeenkomst tussen Panama en het Verenigd Koninkrijk" genoemd, in bijlage 2.

b) Geparafeerde of ondertekende overeenkomsten en andere regelingen tussen de Republiek Panama en lidstaten van de Europese Gemeenschap met betrekking tot luchtdiensten die, op de datum van ondertekening van de onderhavige overeenkomst, nog niet van kracht zijn en niet voorlopig worden toegepast

BIJLAGE 2

Lijst van de artikelen van de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 5 van onderhavige overeenkomst

5. Aanwijzing:

6. artikel 3 van de overeenkomst tussen Panama en Duitsland;

7. artikel 3 van de overeenkomst tussen Panama en Spanje;

8. artikel 4 van de overeenkomst tussen Panama en Nederland;

9. artikel 4 van de Overeenkomst tussen Panama en het Verenigd Koninkrijk;

10. Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen en machtigingen:

11. artikel 3 van de overeenkomst tussen Panama en Duitsland;

12. artikel 9 van de overeenkomst tussen Panama en België;

13. artikel 4 van de overeenkomst tussen Panama en Spanje;

14. artikel 5 van de overeenkomst tussen Panama en Nederland;

15. artikel 5 van de ontwerp-overeenkomst tussen Panama en het Verenigd Koninkrijk;

16. Wettelijk toezicht:

17. artikel 12 van de overeenkomst tussen Panama en Duitsland;

18. artikel 11 van de overeenkomst tussen Panama en Spanje;

19. Belasting op vliegtuigbrandstof:

20. artikel 6 van de overeenkomst tussen Panama en Duitsland;

21. artikel 7 van de overeenkomst tussen Panama en België;

22. artikel 5 van de overeenkomst tussen Panama en Spanje;

23. artikel 10 van de overeenkomst tussen Panama en Nederland;

24. artikel 8 van de Overeenkomst tussen Panama en het Verenigd Koninkrijk;

25. Tarieven voor vervoer:

26. artikel 10 van de overeenkomst tussen Panama en Duitsland;

27. artikel 5 van de overeenkomst tussen Panama en België;

28. artikel 7 van de overeenkomst tussen Panama en Spanje;

29. artikel 6 van de overeenkomst tussen Panama en Nederland;

30. artikel 7 van de Overeenkomst tussen Panama en het Verenigd Koninkrijk;

BIJLAGE 3

Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst

(a) De Republiek IJsland (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

(b) Het Prinsdom Liechtenstein (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

(c) Het Koninkrijk Noorwegen (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

(d) De Zwitserse Bondsstaat (in het kader van de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat).

[1] Besluit 11323/03 van de Raad van 5 juni 2003 (niet publiek toegankelijk).

[2] PB C […], blz. […].

[3] PB C […], blz. […].

[4] PB C […], blz. […].

[5] PB C […], blz. […].