Bijlagen bij COM(2009)107 - Standpunt van de EG in de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Standpunt van de Gemeenschap in de GFCM

1. BEGINSELEN

In het kader van de GFCM dient de Europese Gemeenschap:

a) te handelen overeenkomstig de door de Gemeenschap in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nagestreefde doelstellingen, met name door het hanteren van de voorzorgsaanpak om een duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen in het overeenkomstgebied van de GFCM te garanderen, de geleidelijke tenuitvoerlegging van een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer te bevorderen en het effect van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem zoveel mogelijk te beperken, alsmede door het bevorderen van een economisch levensvatbare en concurrerende visserijsector in de Gemeenschap, daarbij zorgend voor een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn en rekening houdend met de belangen van de consumenten;

b) erop toe te zien dat de aanbevelingen van de GFCM in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de GFCM-overeenkomst;

c) erop toe te zien dat de aanbevelingen van de GFCM in overeenstemming zijn met het internationaal recht en met name met de bepalingen van het VN-verdrag inzake het recht van de zee, de VN-overeenkomst betreffende de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden en de Overeenkomst om de naleving van de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen door vissersvaartuigen op de volle zee te bevorderen;

d) aan te sturen op coherentie met de maatregelen die door andere regionale organisaties voor visserijbeheer worden genomen;

e) te streven naar synergie met het beleid dat de Gemeenschap voert in het kader van haar bilaterale visserijrelaties met derde landen en naar coherentie met haar beleid inzake buitenlandse betrekkingen;

f) erop toe te zien dat de internationale verbintenissen van de Gemeenschap worden nageleefd.

2. ORIËNTATIES

De Europese Commissie zet zich waar passend in om ervoor te zorgen dat de GFCM werk maakt van de volgende acties:

a) instandhoudings- en beheersmaatregelen voor de visbestanden, gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijk advies. Indien nodig moeten specifieke maatregelen voor overbeviste bestanden worden overwogen om een verdere toename van de visserijactiviteiten te vermijden;

b) langetermijnbeheerplannen met het oog op het herstel of de duurzame exploitatie van visbestanden, teneinde te komen tot een geleidelijke stabilisatie van de visserijactiviteiten op een duurzaam niveau, onverminderd eventuele noodmaatregelen om onvoorziene situaties het hoofd te bieden;

c) maatregelen om te garanderen dat de visserijinspanning op de vangstmogelijkheden is afgestemd. In het geval van visserijen die gericht zijn op overbeviste bestanden, moet de overcapaciteit van de vloot worden aangepakt en moet er tegelijk voor worden geijverd dat derde landen een soortgelijke inspanning leveren als de Gemeenschap;

d) technische maatregelen zoals minimumgrootte van de gevangen vis, minimummaaswijdte en -haakgrootte, afmetingen en inrichting van het vistuig, gesloten vistijden en -gebieden en beschermde mariene zones, op basis van het beste beschikbare wetenschappelijk advies;

e) monitoring-, controle- en bewakingsmaatregelen om een correct toezicht te garanderen op de visserijactiviteiten, de capaciteit van de vloot en de toepassing van de maatregelen van de havenstaten, met het oog op een striktere naleving van de GFCM-regels en een betere afstemming met de Gemeenschapswetgeving inzake IOO-activiteiten;

f) doeltreffende handelsmaatregelen ter instandhouding van de GFCM-bestanden;

g) institutionele modernisering van de GFCM.