Bijlagen bij COM(2002)45 - Toepassing van de overeenkomsten tussen de EG en de Regering van de VS en de Regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsregels 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage 1.

De Commissie ontving in dezelfde periode in totaal 58 kennisgevingen van de autoriteiten van de VS. Hiervan waren er 32 afkomstig van het Amerikaanse Ministerie van Justitie en 26 van de FTC. Een lijst van deze zaken is opgenomen in Bijlage 2, wederom met een onderverdeling in fusiezaken en niet-fusiezaken.

Fusiezaken vertegenwoordigen het merendeel van alle kennisgevingen in beide richtingen. De Commissie verrichtte 85 keer kennisgeving voor fusiezaken en de autoriteiten van de VS 49 keer.

De vermelde cijfers geven het aantal zaken weer waarin een (of meer) kennisgevingen werden verricht, en niet het totale aantal afzonderlijke kennisgevingen. Op grond van artikel II van de Overeenkomst kunnen kennisgevingen plaatsvinden in uiteenlopende fasen van de procedure, zodat in een zelfde zaak verscheidene kennisgevingen kunnen worden verricht.

Tabel 1 geeft in cijfers het aantal kennisgevingen weer dat tussen 1 januari 2000 en 31 december 2000 is verricht op grond van de Overeenkomst van 1991 tussen de EU en de VS. Tabel 2 vermeldt in cijfers het aantal zaken waarin sinds 23 september 1991 kennisgeving is verricht.


Tabel 1

ZAKEN WAARIN KENNISGEVING IS VERRICHT

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Tabel 2

ZAKEN WAARIN KENNISGEVING IS VERRICHT

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


b) Kennisgeving door de Commissie aan de lidstaten

Volgens de tekst van de interpretatieve brief die de Europese Gemeenschappen aan de VS hebben gezonden en de Verklaring betreffende doorzichtigheid van de Commissie aan de Raad van 10 april 1995 stelt de Commissie, na kennisgeving aan de mededingingsautoriteiten van de VS, de lidstaat of lidstaten waarvan de belangen in het geding zijn, op de hoogte van de kennisgevingen die zij heeft ontvangen van de antitrustautoriteiten van de VS. Zodra er dus kennisgevingen worden ontvangen van de autoriteiten van de VS, worden deze onmiddellijk naar de relevante eenheden van DG Concurrentie gezonden en worden tegelijkertijd afschriften gestuurd naar de eventuele lidstaten waarvan de belangen in het geding zijn. Evenzeer worden bij kennisgevingen van DG Concurrentie aan de autoriteiten van de VS tegelijkertijd afschriften gezonden aan de lidstaat of lidstaten waarvan de belangen in het geding zijn.

In de meeste gevallen doen de autoriteiten van de VS ook rechtstreeks kennisgeving aan de lidstaten, uit hoofde van de OESO-Aanbeveling [13]. Gedurende de verslagperiode ontving het Verenigd Koninkrijk kennisgevingen in 45 zaken, Duitsland in 30 zaken, Frankrijk in 19 zaken, Nederland en Zweden ieder in 12 zaken, Spanje in 6 zaken, België, Finland en Italië ieder in 4 zaken, Ierland in 3 zaken, Oostenrijk, Denemarken en Luxemburg ieder in 2 zaken.

[13] Herziene aanbeveling van de Raad van de OESO betreffende samenwerking tussen leden bij mededingingsbeperkende gedragingen die nadelige gevolgen hebben voor de internationale handel, goedgekeurd op 27/28 juli 1995.

1.8. Conclusies

2000 heeft een verdere versterking van de samenwerking tussen de EU en de VS bij mededingingsaangelegenheden te zien gegeven. Met betrekking tot de behandeling van grensoverschrijdende fusiezaken in het bijzonder is die samenwerking zeer nauw en vruchtbaar geweest; zij heeft een toenemende convergentie in de aanpak van respectievelijk de EU en de VS vergemakkelijkt wat betreft de beoordeling van vermoedelijke concurrentieverstorende effecten als gevolg van dergelijke transacties. Ook de aanpak op het gebied van de identificatie en tenuitvoerlegging van maatregelen en op het gebied van het toezicht op de nakoming van de maatregelen na de fusie stemt aan weerszijde steeds meer overeen.

In de loop van het jaar hebben de autoriteiten van de EU en de VS bovendien hun contacten verder versterkt met betrekking tot het onderzoek van andere concurrentieaangelegenheden dan concentratiezaken en inzonderheid met het oog op de bestrijding van mondiale kartels. De Commissie, het Amerikaanse Ministerie van Justitie en de FTC blijven tevens met elkaar in constante dialoog over algemene kwesties van gemeenschappelijk belang inzake mededingingsbeleid en handhaving.


2. Canada

2.1. Inleiding

De overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada betreffende samenwerking op mededingingsgebied, is erop gericht de samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en Canada met betrekking tot de handhaving van hun respectieve mededingingsvoorschriften te bevorderen. De overeenkomst werd ondertekend op de topbijeenkomst tussen de Europese Unie en Canada die op 17 juni 1999 te Bonn plaatsvond, en trad in werking bij de ondertekening ervan.

De overeenkomst voorziet voornamelijk in het volgende: (i) wederzijdse kennisgeving van zaken die door de mededingingsautoriteiten van één van de partijen worden onderzocht wanneer die zaken de gewichtige belangen van de andere partij kunnen beïnvloeden; (ii) coördinatie van de handhavingsactiviteiten van beide partijen alsook het verstrekken van onderlinge bijstand; (iii) de mogelijkheid van de partijen om elkaar te verzoeken handhavend op te treden (positieve courtoisie) en om rekening te houden met de gewichtige belangen van de andere partij bij het handhavend optreden (traditionele courtoisie) en (iv) de uitwisseling van gegevens tussen de partijen zonder dat daarbij geraakt wordt aan de vertrouwelijkheidsverplichtingen van de partijen met betrekking tot dergelijke informatie. In hoofdzaak is de overeenkomst zeer vergelijkbaar met die welke in 1991 werd gesloten tussen de EG en de VS.

2.2. Kennisgevingen

a) Aantal kennisgevingen van de Commissie en de Canadese autoriteiten

In de periode van 17 juni 1999 tot december 1999 deed de Commissie kennisgeving in vier zaken en in 2000 in negen zaken. De Commissie ontving in 1999 drie kennisgevingen van het Canadian Competition Bureau (CCB) en tien in 2000.

De trend is dat kennisgevingen van de Commissie inzake fusiezaken sneller toenemen dan inzake andere antitrustzaken. Dit is een weerspiegeling van de procedure op grond van de concentratieverordening waarbij de Commissie, bij de ontvangst van een aanmelding, in het Publicatieblad een mededeling publiceert waarin wordt bekendgemaakt dat aanmelding is gedaan. Belangrijke samenwerkingssectoren zijn: luchtvaart, aluminium, geïntegreerde elektronica, telecomnetwerken, kabelmaatschappijen en inhoudleveranciers en vervoer.

Veel tijdens de verslagperiode aangemelde zaken, in het bijzonder kwesties die onder de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag vallen, zijn nog niet afgesloten en daarom is het niet mogelijk deze in detail te bespreken of bij naam te noemen, behalve wanneer zij al onderwerp van een verklaring of bekendmaking van de Commissie zijn geweest.

Tegelijkertijd zijn de meeste fusiezaken die aanleiding hebben gegeven tot kennisgevingen en samenwerking op grond van de Overeenkomst, nu afgesloten vanwege de strikte uiterste termijnen die op basis van de concentratieverordening [14] worden toegepast. Deze kunnen derhalve in dit verslag worden besproken.

[14] Verordening (EEG) nr.4064/89 van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen, PB L 395, 30.12.1989, blz.1; zoals gerectificeerd in PB L 257, 21.9.1990, blz. 13 en zoals gewijzigd door verordening van de Raad (EG) nr. 1310/97 van 30 juni 1997.

In aanvulling daarop moesten, als gevolg van de vertrouwelijkheid van de Canadese procedures en de verplichting tot vertrouwelijke behandeling door de Europese Gemeenschappen uit hoofde van artikel X van de Overeenkomst, zelfs in die gevallen waarin de Europese Commissie haar onderzoek heeft afgerond en de zaken heeft afgesloten, verwijzingen naar specifieke zaken ten aanzien waarvan het onderzoek door de Canadese autoriteiten nog loopt of ten aanzien waarvan anderszins vertrouwelijkheid wordt gevergd, worden beperkt.

b) Kennisgeving door de Commissie aan de lidstaten en derde landen

Van alle kennisgevingen die van het Canadese Competition Bureau zijn ontvangen, worden op hetzelfde moment dat ze naar de relevante eenheden van DG Concurrentie worden gestuurd, afschriften gezonden naar de lidstaat of lidstaten waarvan de belangen in het geding zouden kunnen zijn. Op dezelfde wijze worden bij de kennisgevingen van DG Concurrentie aan het Canadese Competition Bureau, tegelijkertijd afschriften gezonden aan de lidstaat of lidstaten waarvan de belangen in het geding zijn. In de verslagperiode ontving Duitsland kennisgevingen in 6 zaken, Frankrijk in 5 zaken, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken in twee zaken en Nederland en België elk in 1 zaak.

2.3. Samenwerking

Onze ervaring met de samenwerking met onze Canadese collega's is zeer positief. De aard van de samenwerking hangt af van het afzonderlijke geval, en kan variëren van alleen maar informeren naar de tijdschema's van de procedures tot de coördinatie van de voorgestelde oplossing in een bepaalde zaak.

De dagelijkse samenwerking tussen DG Concurrentie en het Canadian Competition Bureau verloopt vrij vlot. De samenwerking is vergelijkbaar met die op grond van de EG/VS-samenwerkingsovereenkomst maar op een kleinere schaal. Er zijn frequent contacten inzake onderzoeken in concentratiezaken, de Canadese diensten hebben deelgenomen aan een aantal hoorzittingen. Omgekeerd zullen ambtenaren van de communautaire diensten procedures in Canada kunnen volgen wanneer het belang van de EG in het geding is. Het verdient vermelding dat trilaterale teleconferenties/vergaderingen (EG/VS/Canada) hebben plaatsgevonden in de zaak Dow Chemical/Union Carbide en in de zaak Alcoa/Reynolds.

2.4. Enkele zaken

De eerste kennisgeving die in 2000 van Canada werd ontvangen, betrof de voorgenomen verwerving van Union Carbide Corporation door Dow Chemical, een zaak die reeds werd onderzocht in samenwerking met de Amerikaanse autoriteiten. Alle andere in 2000 ontvangen kennisgevingen betroffen kartelonderzoeken.

Onzerzijds dient bijzondere aandacht te worden besteed aan onze nauwe samenwerking met de Canadese autoriteiten in de zaak Vivendi/Canal+/Seagram. Na een marktonderzoek kwam de Commissie tot de conclusie dat deze concentratie gevolgen zou hebben op drie markten, meer bepaald de betaaltelevisiemarkt, de opkomende pan-Europese portaalmarkt en de opkomende markt van on line muziek. Uiteindelijk werd de concentratie goedgekeurd op voorwaarde dat Vivendi zijn belang in de Britse betaaltelevisiezender BSkyB van de hand zou doen en concurrerende betaaltelevisieoperatoren toegang zou verlenen tot de films van Universal.

2.5. Conclusie

De overeenkomst heeft geleid tot hechtere betrekkingen tussen de Commissie en de Canadian Competition Bureau alsook tot een beter begrip van elkaars mededingingsbeleid. Een toenemend aantal zaken worden onderzocht door beide mededingingsautoriteiten en er wordt derhalve in toenemende mate erkend dat het belangrijk is tegenstrijdige beslissingen te vermijden en de handhavingsactiviteiten te coördineren op dusdanige wijze dat dit beide partijen ten goede komt.


BIJLAGE 1

KENNISGEVINGEN VAN DE EUROPESE COMMISSIE AAN DE AUTORITEITEN VAN DE VS 01.01.2000 - 31.12.2000

Fusiezaken:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Niet-fusiezaken [15]:

[15] Om redenen van vertrouwelijkheid of om de geheimhouding van lopende onderzoeken te beschermen omvat deze lijst slechts de onderzoeken of zaken die openbaar zijn gemaakt.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


BIJLAGE 2

KENNISGEVINGEN VAN AUTORITEITEN VAN DE VS AAN DE EUROPESE COMMISSIE 01.01.2000 - 31.12.2000

Fusies [16]

[16] Om redenen van vertrouwelijkheid omvat deze lijst slecths de onderzoeken en zaken die openbaar zijn gemaakt.

01 Carnival Corp/NCL Holding ASA

02 Chemdal Corp & Chemdal Asia/BASF

03 Transportacion Maritima Mexicana/Stolt-Nielsen Transportation Group (JV)

04 American Home Products Corp/Warner-Lambert Co

05 Deere/Metso & Timberjack & Marsta

06 Dairy Farmers/SODIAAL North America Corp

07 Valmet Corp & Groupe Laperriere en Verreault Inc/Beloit Corp

08 Time Warner Inc/EMI Group plc

09 Alcoa Inc/Reynolds Metals Co

10 Novartis AG/Astra Zeneca plc

11 Boeing Co/Hughes Electronics Corp

12 PE Corp/Third Wave Technologies Inc

13 Lafarge SA/Blue Circle Industries plc

14 Carson Inc/L'Oreal

15 Glaxo Wellcome/SmithKline Beecham

16 Warner Lambert/Pfizer Inc

17 Newbridge Networks Corp/Alcatel

18 Lernout & Hauspie Speech products nv/Dragon Systems Inc

19 Charter plc/Lincoln Electric Holdings Inc

20 National Tobacco Co/Swedich Match

21 Williams plc/Assa Abloy AB

22 AOL/America on Line Inc

23 Lockheed Martin Corp/BAE Systems plc

24 Schlumberger Ltd/Baker Hughes Inc

25 Covisint/General Motors/Ford Motor/Daimler Chrysler/Nissan Motor/Renault/ Oracle/Commerce One (JV)

26 Wesley Jessen VisionCare Inc/Novartis

27 CRH plc & Hanson plc/Pioneer Roofing Tile Inc (JV)

28 BASF/Shell Petroleum NV (JV)

29 Hannaford Bros Supermarkets Co/Food Lion Inc

30 Svedala Industri AB/Metso Oyj

31 Voicestream Wireless Corp/Deutsche Telekom

32 Renault/ Aktiebolaget Volvo

33 Delta Air Lines/Air France

34 Atecs Mannesmann AG/Siemens AG & Robert Bosch GmbH

35 Mallinckrodt Inc/Tyco International Ltd

36 BAE Systems plc/Lockheed Martin Corp

37 Svedala Industri AB/Metso Oyj

38 British Aviation Insurance Group Ltd (BAIG)/Associated Aviation Underwriters

39 Pillsbury Co/Diageo plc/General Mills Inc

40 Svedala Industri AB/Metso Oyj

41 Lesaffre/Red Star Yeast & Products Division of Universal Foods Corp

42 ASM Lithography NV/Silicon Valley Group Inc

43 Egide SA/Industrial Growth Partners/Electronic Protection Products

44 Quantum Corp/Maxtor Corp

45 Reed Elsevier Inc/Harcourt General Inc

46 Electronic foreign exchange (JV)

47 Krupp Werner & Pfleiderer/Georg Fisher & Westdeutsche Landesbank Girozentral

48 Pitt-des-Moines/Chicago Bridge & Iron Co

49 Harcourt/Thomson Corp

Niet-fusiezaken: [17]

[17] Om redenen van vertrouwelijkheid omvat deze lijst slecths de onderzoeken en zaken die openbaar zijn gemaakt.

01 Dywidag-Systems International USA Inc

02 Smith International/Schlumberger Ltd

03 Charge Carbone of America Industries Corp

04 -

05 Internationale kartels in de sector vitaminen

06 -

07 Sotheby's Holdings Inc

08 -

09 -


BIJLAGE 3

KENNISGEVINGEN VAN DE EUROPESE COMMISSIE AAN DE CANADESE AUTORITEITEN 01.01.2000 - 31.12.2000

01 COMP/M.1841 - CELESTICA/IBM

02 COMP/JV.46 - Callahan Invest/Kabel Nordrhein-Westfalen

03 COMP/M.1908 - Alcatel/Newbridge Networks

04 COMP/M.1968 - Solectron/Nortel

05 COMP/M.2050 - Vivendi/Canal+/Seagram.

06 COMP/M.2050 - Vivendi/Canal+/Seagram (nieuwe aanmelding)

07 COMP/M.2139 - Bombardier/Adtranz

08 COMP/M.2217 - CELECTICA/NEC TECHNOLGIES UK

09 COMP/JV.50 - Callahan Invest/Kabel Baden-Württemberg


BIJLAGE 4

KENNISGEVINGEN VAN DE CANADESE AUTORITEITEN AAN DE EUROPESE COMMISSIE 01.01.2000 - 31.12.2000

Aangezien de 10 zaken waarin kennisgeving is gedaan, nog hangende zijn en het onderzoek op grond van de Competition Act vertrouwelijk is, kunnen zij hier niet specifiek worden vermeld.