Bijlagen bij SEC(2002)571 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 4/2002

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I vermelde producten // Verschil: -26 mln EUR (-6,2%)

// (uitgaven: 141 mln EUR)

(indicator: 167 mln EUR)

De onderbesteding is toe te schrijven aan de uitvoer van grote hoeveelheden verwerkte landbouwproducten die melk en zuivelproducten bevatten waarvoor, met name voor mageremelkpoeder, in de betrokken periode lagere uitvoerrestituties golden dan bij de opstelling van de begroting was aangenomen. Op dit ogenblik zijn de restituties echter weer aan het stijgen.

Hoofdstuk B1-32: Ultraperifere gebieden en Egeïsche eilanden // Verschil: -31 mln EUR (-12,8%)

// (uitgaven: 70 mln EUR)

(indicator: 101 mln EUR)

De onderbesteding is hoofdzakelijk het gevolg van het feit dat de uitvoering van de POSEIDOM- en POSEICAN-programma's niet zo snel vordert als bij de berekening van de indicator was aangenomen.

Hoofdstuk B1-33: Veterinaire en fytosanitaire maatregelen // Verschil: -166 mln EUR (-29,1%)

// (uitgaven: - mln EUR)

(indicator: 166 mln EUR)

De onderbesteding is toe te schrijven aan de nieuwe boekingsvoorschriften, die sedert 1.1.2002 gelden en volgens welke de betalingsverplichtingen per ziekte en per lidstaat moeten worden aangegaan. Daartoe moeten de lidstaten hun bankrekeningnummer aan de bevoegde Commissiediensten meedelen, maar bepaalde lidstaten hebben dat tot nu toe nagelaten. De nieuwe boekingsregeling heeft derhalve tot gevolg dat de betrokken kredieten niet kunnen worden vastgelegd, hetgeen de tijdelijke onderbesteding verklaart.

Subrubriek 1b

Hoofdstuk B1-40: Plattelandsontwikkeling // Verschil: - 19 mln EUR (-0,4%)

// (uitgaven: 825 mln EUR)

(indicator: 844 mln EUR)

Het verschil met de indicator is onbeduidend (0,4%). Het is hoofdzakelijk toe te schrijven aan vertragingen bij de uitvoering van de programma's voor probleemgebieden en van de nieuwe regelingen inzake milieumaatregelen in de landbouw, vervroegde uittreding en bosbescherming.


4. Conclusies

Besteding van de kredieten in april 2002

Voor april 2002 (uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 2001 tot en met 28 februari 2002) bedragen de bestedingen 27 946,8 mln EUR, d.w.z. 63,1% van de kredieten. De uitgaven voor subrubriek 1a en voor subrubriek 1b liggen respectievelijk 482,5 EUR en 18,9 EUR onder de indicator.

Het totale verschil tussen de werkelijke uitgaven en de indicator is onbeduidend. Wel zijn er belangrijker afwijkingen voor bepaalde hoofdstukken. Verwacht wordt dat de meeste daarvan tijdelijk zullen zijn, maar voor bepaalde hoofdstukken, zoals bijvoorbeeld schapen- en geitenvlees en rundvlees, zal er waarschijnlijk ook aan het einde van het jaar nog een onderbesteding zijn, zodat in totaal een onderschrijding van de voor 2002 beschikbare begrotingskredieten mag worden verwacht.