Bijlagen bij COM(2002)505 - Toepassing van de Overeenkomsten tussen de EG en de Regering van de VS en de Regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsregels 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 1.

De Commissie ontving in dezelfde periode in totaal 37 kennisgevingen van de autoriteiten van de VS. Een lijst van deze zaken is opgenomen in bijlage 2, wederom met een onderverdeling in fusiezaken en niet-fusiezaken.

Fusiezaken vertegenwoordigen het merendeel van alle kennisgevingen in beide richtingen. De Commissie deed 71 keer kennisgeving voor fusiezaken en de autoriteiten van de VS 25 keer.

De vermelde cijfers geven het aantal zaken weer waarin een (of meer) kennisgevingen werden gedaan, en niet het totale aantal afzonderlijke kennisgevingen. Op grond van artikel II van de Overeenkomst kunnen kennisgevingen plaatsvinden in uiteenlopende fasen van de procedure, zodat in een zelfde zaak verscheidene kennisgevingen kunnen worden gedaan.

b) Kennisgeving door de Commissie aan de lidstaten

Volgens de tekst van de interpretatieve brief die de Europese Gemeenschappen aan de VS hebben gezonden en de Verklaring betreffende doorzichtigheid van de Commissie aan de Raad van 10 april 1995 stelt de Commissie, na kennisgeving aan de mededingingsautoriteiten van de VS, de lidstaat of lidstaten waarvan de belangen in het geding zijn, op de hoogte van de kennisgevingen die zij heeft ontvangen van de antitrustautoriteiten van de VS. Zodra er dus kennisgevingen worden ontvangen van de autoriteiten van de VS, worden deze onmiddellijk naar de bevoegde eenheden van DG Concurrentie gezonden en worden tegelijkertijd afschriften gestuurd naar de eventuele lidstaten waarvan de belangen in het geding zijn. Evenzeer worden bij kennisgevingen van DG Concurrentie aan de VS- autoriteiten tegelijkertijd afschriften gezonden aan de lidstaat of lidstaten waarvan de belangen in het geding zijn.

1.7. Conclusies

2001 heeft een verdere intensivering van de samenwerking tussen de EU en de VS bij alle mededingingsaangelegenheden te zien gegeven. In 2001 werd een recordaantal concentraties aangemeld bij zowel de Commissie als de Amerikaanse autoriteiten. De samenwerking nam in 2001 sterk toe wat betreft de bestrijding van wereldwijde kartels. Ook stemmen de autoriteiten aan weerszijden van de Atlantische Oceaan hun aanpak op het gebied van vaststelling en tenuitvoerlegging van corrigerende maatregelen, en op het gebied van het toezicht op de nakoming van de verbintenissen na fusies, steeds meer op elkaar af. De Commissie, het Amerikaanse ministerie van Justitie en de FTC blijven tevens met elkaar in constante dialoog over algemene kwesties van gemeenschappelijk belang inzake mededingingsbeleid en handhaving.


2. CANADA

2.1. Inleiding

De overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada betreffende samenwerking op mededingingsgebied [11], is erop gericht de samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en Canada met betrekking tot de handhaving van hun respectieve mededingingsvoorschriften te bevorderen. De overeenkomst werd ondertekend op de topbijeenkomst tussen de Europese Unie en Canada die op 17 juni 1999 te Bonn plaatsvond, en trad in werking bij de ondertekening ervan.

[11] Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht, PB L 175 van 10.7.1999, blz. 50.

De overeenkomst voorziet voornamelijk in het volgende: (i) wederzijdse kennisgeving van elk handhavend optreden dat gewichtige belangen van de andere partij kan raken; (ii) het verstrekken van onderlinge bijstand door de mededingingsautoriteiten bij hun beider handhavingsactiviteiten; (iii) coördinatie van de handhavingsactiviteiten van beide partijen; (iv) de mogelijkheid van de partijen om elkaar te verzoeken handhavend op te treden (positieve courtoisie); (v) de ene partij houdt rekening met de gewichtige belangen van de andere partij bij het handhavend optreden (traditionele courtoisie); en (vi) de uitwisseling van gegevens tussen de partijen, volgens de toepasselijke nationale wetgevingen inzake geheimhouding van vertrouwelijke informatie. Het verslag over de samenwerking tussen 17 juni 1999 en 31 december 2000 werd tegelijkertijd uitgebracht met het zesde verslag over de samenwerking met de Verenigde Staten. [12] Het voorliggende verslag heeft betrekking op het kalenderjaar lopend van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001.

[12] COM(2001) 45 def., zie XXXe Verslag over het mededingingsbeleid, blz. 291-307.

2.2. Samenwerking

De mededingingsautoriteiten aan weerszijden hebben een toenemend aantal zaken onderzocht, met als gevolg een grotere en verbeterde samenwerking. Er waren veelvuldige en vruchtbare contacten tussen de Commissie en het Canadese Competition Bureau. Het overleg betrof zowel aangelegenheden in verband met de zaken zelf als meer algemene beleidskwesties. De contacten in verband met de zaken hebben meestal de vorm van telefoongesprekken, e-mails, het uitwisselen van documenten, of betreffen andere contacten tussen de teams die de zaken behandelden. De contacten in verband met zaken bestreken alle terreinen van de handhaving van het mededingingsrecht. Fusiezaken waren onder meer GE/Honeywell en Nestlé/Ralston Purina en Bayer Aventis. De samenwerking bij kartelzaken nam aanzienlijk toe; beide autoriteiten bespraken ongeveer acht kartelonderzoeken waarmee zowel de Commissie als het Canadese Competition Bureau zich bezighielden.

Tijdens bezoeken en via videoconferenties werden beleidsvraagstukken besproken. Zoals bepaald in de Samenwerkingsovereenkomst vonden er twee bilaterale bijeenkomsten plaats, in februari 2001 te Brussel en in september 2001 te Ottawa, waaraan de hoofden van de respectieve mededingingsautoriteiten deelnamen. Daarnaast kwamen de fusie- en karteleenheden van de respectieve autoriteiten bijeen om vraagstukken te bespreken die specifiek betrekking hebben op hun gebied van de handhaving.

2.3. Statistische informatie

a) Aantal kennisgevingen van de Commissie en van het Canadese Competition Bureau

In de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2001 deed de Commissie formeel kennisgeving in acht zaken (bijlage 3). De Commissie ontving van het Canadese Competition Bureau (CCB) in 2001 tien formele kennisgevingen (bijlage 4).

b) Kennisgeving door de Commissie aan de lidstaten

Zoals in de overeenkomst is bepaald, heeft de Commissie de lidstaat of lidstaten waarvan de belangen in het geding zijn, op de hoogte gebracht van de kennisgevingen die ze van het Canadese Competition Bureau heeft ontvangen. De kennisgevingen die derhalve van het Competition Bureau worden ontvangen, worden direct doorgestuurd naar de bevoegde eenheden van DG Concurrentie en er worden tegelijkertijd afschriften gestuurd naar de eventuele lidstaten waarvan de belangen in het geding zijn. Op dezelfde wijze worden van de kennisgevingen die DG Concurrentie aan het Competition Bureau doet, afschriften gezonden naar de lidstaat of lidstaten waarvan de belangen in het geding zouden kunnen zijn.

2.4. Conclusie

De overeenkomst heeft geleid tot hechtere betrekkingen tussen de Commissie en het Canadese Competition Bureau, alsook tot een beter begrip van elkaars mededingingsbeleid. Een toenemend aantal zaken wordt onderzocht door beide mededingingsautoriteiten en er wordt derhalve in toenemende mate erkend dat het belangrijk is tegenstrijdige beslissingen te vermijden en de handhavingsactiviteiten te coördineren op dusdanige wijze dat dit beide partijen ten goede komt. De samenwerking nam in 2001 sterk toe wat betreft de bestrijding van wereldwijde kartels. De Commissie en het Canadese Competition Bureau blijven tevens met elkaar in constante dialoog over algemene kwesties van gemeenschappelijk belang inzake mededingingsbeleid en handhaving.

BIJLAGE 1 [13]

[13] Om redenen van vertrouwelijkheid of ter geheimhouding van lopende onderzoeken omvat deze lijst slechts de onderzoeken en zaken die openbaar zijn gemaakt.

Kennisgeving van de Europese Commissie aan de autoriteiten van de VS 01.01.2001-31.12.2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE 2

Kennisgeving van de autoriteiten van de VS aan de Europese Commissie 01.01.2001-31.12.2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ANNEX 3 [14]

[14] Om redenen van vertrouwelijkheid of ter geheimhouding van lopende onderzoeken omvat deze lijst slechts de onderzoeken en zaken die openbaar zijn gemaakt.

Kennisgeving van de Europese Commissie aan de Canadese autoriteiten 01.01.2001-31.12.2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ANNEX 4

Kennisgeving van de Canadese autoriteiten aan de Europese Commissie 01.01.2001-31.12.2001

//

01 // Koolstof- en grafietproducten

02 // Levering en onderhoud van naspanningssystemen voor het Hibernia-platform

03 // Koolstof- en grafietproducten

04 // General Electric/Honeywell

05 // Bulkvitamines en aanverwante producten

06 // Koolstof- en grafietproducten

07 // Koolstof- en grafietproducten

08 // Bulkvitamines en aanverwante producten

09 // *