Bijlagen bij COM(2003)499 - Structuurfondsen en de coördinatie met het cohesiefonds - Herziene indicatieve richtsnoeren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage III.

Ten slotte dient te worden gestreefd naar verdere synergieën met acties op grond van het kaderprogramma die verband houden met de structurering van de Europese onderzoeksruimte, waarbij het meer in het bijzonder gaat om onderzoeks- en ontwikkelingsinfrastructuur, innovatieactiviteiten, activiteiten met betrekking tot het midden- en kleinbedrijf (coöperatief en collectief onderzoek), regionale toekomstplanning en op de mobiliteit van onderzoekers gerichte acties. Tevens dienen de regionale autoriteiten na te gaan wat de mogelijkheden zijn van het ERA-NET-plan [35], dat specifiek tot doel heeft de coördinatie en wederzijdse openstelling van onderzoeksbeleid op regionaal, nationaal en Europees niveau te ondersteunen.

[35] http://europa.eu.int/comm/research/fp6/ era-net.html

3. Takken van communautair beleid die momenteel wijzigingen ondergaan

De volgende beleidsontwikkelingen in bepaalde sectoren zullen gevolgen hebben voor de door de Structuurfondsen ondersteunde programma's:

3.1. Trans-Europese energienetwerken

Op 20 december 2001 heeft de Commissie een actieplan voorgesteld om de congestieproblemen en knelpunten bij de elektriciteits- en gasdistributie in de Unie weg te nemen. Dit actieplan zal het mogelijk maken de interne markt beter te laten functioneren. Daarbij zal een hoog niveau van voorzieningszekerheid voor de consumenten worden bereikt en is het de bedoeling de verschillen tussen regio's op dit gebied te verkleinen.

De prioriteit in dit actieplan is de aanleg en/of versterking van grensoverschrijdende koppelingen tussen de nationale netten. De nationale autoriteiten en de communautaire financieringsinstrumenten, waaronder uiteraard de Structuurfondsen, dienen voorrang te geven aan investeringen in de twaalf prioritaire projecten op het gebied van de trans-Europese energienetwerken. Voorts heeft de Commissie voorgesteld om de maximale steun in het kader van regelingen voor de toekenning van staatssteun te verhogen tot 20%. Dit kan leiden tot wijzigingen van de bijstandspakketten voor de regio's waar die prioritaire projecten worden uitgevoerd.

Bovendien heeft de Commissie in maart 2001 nieuwe maatregelen voorgesteld om openstelling van de gas- en elektriciteitsmarkten in de Unie tegen 2007 te bewerkstelligen. Daartoe heeft zij voorgesteld de richtlijnen betreffende de interne markt voor gas en elektriciteit te wijzigen. Zij stelt het volgende uitvoeringsschema voor:

2003: alle niet-particuliere afnemers kunnen hun elektriciteitsleverancier vrij kiezen;

2004: alle niet-particuliere afnemers kunnen hun gasleverancier vrij kiezen;

2007: alle consumenten zonder uitzondering kunnen hun gas- en elektriciteitsleveranciers vrij kiezen.

Bij de herziening halverwege zouden, in het kader van de geleidelijke openstelling van de markten, bepaalde bijstandsbedragen uit de Structuurfondsen kunnen worden overgeheveld naar de prioritaire projecten op het gebied van de trans-Europese energienetwerken, daarbij rekening houdend met de verhoging van het maximumpercentage voor staatssteun.

3.2. Vervoersbeleid

De Commissie heeft in haar Witboek over "het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen", dat zij in september 2001 heeft goedgekeurd, een aantal maatregelen voorgesteld om tot een nieuw evenwicht tussen vervoerswijzen te komen, de knelpunten weg te nemen en de kwaliteit van het vervoer voor de gebruikers te verbeteren.

In deze context is de Commissie begonnen met een herziening van de richtsnoeren voor de trans-Europese netwerken, die moet uitmonden in de indiening eind 2003 van een voorstel op basis van de werkzaamheden van een groep op hoog niveau die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten en wordt voorgezeten door de heer Karel Van Miert. De resultaten van het werk van de groep op hoog niveau zijn op 30 juni 2003 gepubliceerd [36]. De Commissie zal het aanbevolen programma nu aan een gedetailleerde impactstudie onderwerpen; in de herfst zal zij een herziening voorstellen van de beschikking betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet

[36] http://europa.eu.int/comm/ten/transport/ revision/hlg_en.htm

Deze herziening zal een concentratie mogelijk maken op de projecten met een grotere Europese toegevoegde waarde die kunnen bijdragen tot een snelle ontwikkeling van het intermodale vervoer op de grote verkeersassen. Zo moet voorrang worden gegeven aan infrastructuur die werkelijk een overheveling van goederenverkeer van de weg naar het spoor, de binnenvaart en het zeevervoer kan bewerkstelligen, en aan de ontwikkeling van het trans-Europese hogesnelheidsspoornet voor reizigers en van verbindingen tussen dit spoornet en de luchthavens.

De Structuurfondsen moeten deze ontwikkeling van de prioriteiten van het vervoersbeleid helpen begeleiden [37], maar moeten ook bijdragen tot de verbetering van de secundaire netten en van de aansluitingen daarvan op de in de toekomstige richtsnoeren aangewezen grote verkeersassen van het trans-Europese net.

[37] SEC(2003) 813/2 of 8.07.2003 : "An initiative for growth : investing in Trans European Networks and major R & D projects"

De Commissie heeft overigens de aanzet gegeven tot een algehele bezinning op de financiering van het trans-Europese net. Het gaat erom enerzijds de doeltreffendheid en de coördinatie van de verschillende communautaire financieringsbronnen te verbeteren, en anderzijds de haalbaarheid na te gaan van nieuwe juridische en financiële instrumenten om onder meer het opzetten van publiek-private partnerschappen te bevorderen. De Commissie komt binnenkort met een mededeling.

Om in het kader van duurzaam vervoer de gebruikers centraal te stellen in het vervoersbeleid, heeft de Commissie een richtlijn ter verbetering van de veiligheid in zeer lange verkeerstunnels voorgesteld. Ook andere maatregelen ter verbetering van de veiligheid op de weg moeten worden bevorderd (invoering van nieuwe technologieën, regelgeving). Voorts is het ter verbetering van de kwaliteit van het vervoer noodzakelijk de door het stedelijke vervoer veroorzaakte hinder te verminderen door collectief vervoer en nieuwe vormen van mobiliteit te bevorderen. Het streven is erop gericht openbaar vervoer van hoge kwaliteit te ontwikkelen en betere benaderingen onder de aandacht te brengen. In overeenstemming met de strategie van de Commissie zouden aanvullende maatregelen moeten worden genomen om het gebruik van alternatieve energiebronnen en van vervangende brandstoffen te bevorderen.

De Commissie wil stimulansen geven op de volgende gebieden:

- ondersteuning van de gemeenten en regio's die een pioniersrol spelen bij de invoering van geïntegreerde benaderingen waarbij pakketten van innovatieve maatregelen worden gebruikt;

- een ruimer gebruik van schone voertuigen die op vervangende brandstoffen rijden;

- invoering in het stads- en streekvervoer per spoor en in het infrastructuurbeheer van systemen voor openbaar vervoer die toegankelijk zijn voor alle gebruikers (inclusief de personen met beperkte mobiliteit);

- opsporing en verspreiding van de beste werkwijzen wat systemen voor stadsvervoer betreft.

Ook in dit verband kunnen dus wijzigingen van de door de Structuurfondsen ondersteunde programma's worden overwogen.

4. Naar een doeltreffender tenuitvoerlegging van het structuurbeleid

4.1. Effect van de vereenvoudiging op de herziening halverwege

De herziening halverwege is een gelegenheid om vereenvoudigingen door te voeren in de geest van de mededeling die de Commissie onlangs heeft goedgekeurd [38], met name door toepassing van het evenredigheidsbeginsel bij de tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen.

[38] Mededeling "Vereenvoudiging, verduidelijking, coördinatie en flexibiliteit van het beheer van het structuurbeleid in de periode 2000-2006" van 25 april 2003, C(2003) 1255.

Het beheer van de programma's zou kunnen worden vereenvoudigd door in de programmeringsdocumenten (operationele programma's en enkelvoudige programmeringsdocumenten) details te schrappen om geen overlappingen te hebben met het programmacomplement, dat doorgaans door een adequaat detailleringsniveau wordt gekenmerkt. Het belangrijkste voordeel van deze verkorting van het document zou zijn dat er minder verzoeken zouden worden gedaan om wijziging van elementen die normaliter niet in het programma behoren te zijn opgenomen, maar gewoon in het programmacomplement moeten zijn vermeld.

Aangezien de herziening halverwege wordt toegespitst op het bijstandspakket/programmeringsdocument, zal de Commissie zorg dragen voor een algehele coherentie. Deze behoefte aan coherentie doet zich voelen op verschillende niveaus: coherentie tussen de Structuurfondsen; coherentie tussen de lidstaten; coherentie tussen de vormen van bijstandsverlening. Zo moeten, wanneer een wijziging van een beschikking van de Commissie wordt overwogen om redenen van goed beheer (inclusief in verband met het financiële beheer of de invoering van maatregelen of instrumenten ter verwezenlijking van de strategische doelstellingen van het bijstandspakket en van de takken van communautair beleid die bij dat bijstandspakket in acht moeten worden genomen), de door de nationale en communautaire overheden aangegane financiële verplichtingen worden gehandhaafd onverminderd de toepassing van de voorschriften betreffende het financiële beheer van de middelen uit de Structuurfondsen.

De Commissie en de beheersautoriteiten zullen de voorlopige resultaten van de evaluatie halverwege (waarvan de eerste resultaten in juni 2003 beschikbaar waren) gebruiken bij de werkzaamheden ter voorbereiding van de herziening halverwege. In ieder geval is het niet de bedoeling dat de diensten van de Commissie de interne procedures betreffende de beschikkingen tot wijziging van de programma's inleiden voordat de Commissie het eindverslag over de evaluatie van het betrokken bijstandspakket officieel heeft ontvangen en de kwaliteit van dat verslag heeft beoordeeld. Acties zullen slechts één maal worden gewijzigd om rekening te houden met de toewijzing van de prestatiereserve en met de herziening halverwege.

4.2. Publiek-private partnerschappen

In het kader van de herziening halverwege zal de Commissie waar mogelijk impulsen geven voor het sluiten van publiek-private partnerschappen met het oog op de tenuitvoerlegging van door de Structuurfondsen ondersteunde bijstandspakketten.

Het gebruik van PPP's zou met name kunnen worden bevorderd voor projecten op het gebied van de trans-Europese vervoersnetten (TEN's), waardoor de uitvoering van die projecten zou kunnen worden versneld.

Op basis van de ervaring die is opgedaan met PPP-contracten die worden medegefinancierd door met name het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) of het Cohesiefonds, heeft de Commissie Guidelines for Successful Public-Private Partnerships [39] opgesteld.

[39] Beschikbaar op de Inforegio-site: htpp//europa.eu.int/comm/regional_policy

4.3. Financiering van grote projecten

In juli 2002 heeft de Commissie een in nauwe samenwerking met de lidstaten opgestelde nota over vereenvoudiging, doorzichtigheid en coherentie van de evaluatie van grote projecten voorgelegd aan het Comité voor de ontwikkeling en de omschakeling van de regio's. Deze nota bevat vier basisregels met betrekking tot het niveau van communautaire medefinanciering van publieke infrastructuurprojecten die worden ondersteund door het EFRO, het Cohesiefonds of het ISPA. Het betreft de volgende regels:

- Toepassing van een financiële discontovoet die reëel ten hoogste 6 % bedraagt (eventueel verhoogd tot 8% voor sommige projecten). Elk begunstigd land kiest de economische discontovoet zodanig dat sprake is van coherentie tussen zijn projecten.

- Geen post onvoorziene uitgaven dan wel een dergelijke post die alleen in de subsidiabele kosten wordt meegerekend en niet in de totale kosten die voor de bepaling van de communautaire steun worden gebruikt, waarbij deze post dan moet worden beperkt tot 10% van de totale kosten exclusief deze post.

- In sommige naar behoren gemotiveerde gevallen, mogelijkheid om bij de financiële analyse van de strikte methode van incrementele kosten [40] en opbrengsten af te wijken door uit te gaan van de resterende historische kosten, berekend als de geleende bedragen die nog moeten worden terugbetaald.

[40] Verschil in kosten en in opbrengsten tussen het scenario met project en het scenario zonder project.

- Voor projecten op het gebied van sanering en afvalbeheer, toepassing van de gewijzigde methode van de "financing gap", die het mogelijk maakt toepassing van het beginsel dat de vervuiler betaalt te bevorderen.

Deze regels zijn geldig voor de twee methoden van financiële analyse die zijn toegelicht in de Guide to cost-benefit analysis of investment projects [41].

[41] Deze gids is beschikbaar op het volgende adres: http://europa.eu.int/comm/regional_policy/ sources/docgener/guides/guide_en.htm

Overeengekomen is deze regels toe te passen vanaf begin 2003. Dit zou het mogelijk maken het hefboomeffect van de communautaire steun te vergroten en tegelijk een beter evenwicht tussen communautaire subsidies en nationale financieringsbronnen te bewerkstelligen, terwijl ook toepassing van het beginsel dat de vervuiler betaalt zal worden bevorderd. Voor sommige lidstaten zou dit een wijziging van het communautaire bijstandspercentage voor grote milieuprojecten betekenen in vergelijking met wat tot nu toe gebruikelijk is. Bij de herziening halverwege moet daar aandacht aan worden besteed.