Bijlagen bij COM(2003)650 - Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I en bijlage II van richtlijn 89/654/EEG [20] het volgende bepaald: "Bij de inrichting van arbeidsplaatsen moet in voorkomend geval met gehandicapte werknemers rekening worden gehouden. Dit geldt met name voor deuren, verbindingswegen, trappen, doucheruimten, wasruimten, toiletten en werkplekken die rechtstreeks door gehandicapte werknemers worden ingenomen." Daarnaast is bepaald dat "bij wijziging, uitbreiding en/of verbouwing na 31 december 1992 (...) de werkgever de nodige maatregelen (treft) om te waarborgen dat de uitgevoerde wijziging, uitbreiding en/of verbouwing in overeenstemming is met de desbetreffende minimumvoorschriften die in bijlage 1 zijn opgenomen." (artikel 5 van richtlijn 89/654/EEG).

[20] Richtlijn van de Raad (EG) 89/654 van 30 november 1989 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor arbeidsplaatsen (eerste bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG). PB L 393 van 30.12.1989.

In de kaderrichtlijn 89/391/EEG [21] is in artikel 8 vastgelegd dat de werkgever verplicht is om in het kader van de risico-evaluatie passende maatregelen voor eerste hulp, brandbestrijding en de evacuatie van werknemers te nemen. Daarnaast zijn in richtlijn 89/654/EEG in bijlage I en bijlage II minimumvoorschriften vastgelegd voor vluchtwegen en nooduitgangen alsook voor brandpreventie- en brandbestrijdingsmaatregelen.

[21] Richtlijn van de Raad 89/391/EEG van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk. PB L 183 van 29.6.1989.

Tegen deze achtergrond plant de Commissie het volgende:

Anti-discriminatiebeleid:

* Er zal steun worden gegeven aan activiteiten waarmee aan Richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep meer bekendheid wordt gegeven.

De herziene Europese Werkgelegenheidsstrategie (EWS):

* De implementatie van de herziene Europese Werkgelegenheidsstrategie door de lidstaten zal nauwgezet gemonitord worden en de lidstaten zullen ertoe gestimuleerd worden om ervoor te zorgen dat personen met een handicap beter gebruik kunnen maken van actieve arbeidsmarktmaatregelen, het aanbod aan persoonlijke hulpverlening en begeleiding waar nodig verbeterd wordt, de strijd tegen discriminatie op de arbeidsmarkt geïntensiveerd wordt, voorkomen wordt dat personen met een handicap in uitkeringen terechtkomen, een drempelvrij gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologie bevorderd wordt en de kwaliteit van onderwijs en scholing en de toegang tot werk verbeterd wordt.

* Tegen deze achtergrond zal de Commissie binnen het Europese statistische systeem, waar nodig, de verdere ontwikkeling van de nationale systemen voor de statistiek stimuleren, zodat in de Europese werkgelegenheidsstrategie een betere monitoring van gehandicaptenvraagstukken mogelijk wordt en daarbij in het bijzonder aandacht kan worden geschonken aan seksespecifieke gegevens.

* Er zal een werkdocument over personen met een handicap bij de implementatie van de Europese werkgelegenheidsstrategie gepubliceerd worden. Bij elke werkgelegenheidsrichtsnoer zal de aandacht uitgaan naar de betekenis die de richtsnoer voor personen met een handicap heeft en zullen "good practices" in kaart worden gebracht. Het document beoogt tevens een bijdrage te leveren aan het denkproces over de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken die in het kader van de Europese Werkgelegenheidsstrategie in de lidstaten moet plaatsvinden.

Het Europees Sociaal Fonds:

* De lidstaten zullen ertoe worden gestimuleerd om bij de door de algemene programma's van het Europees Sociaal Fonds en het Gemeenschapsinitiatief EQUAL te financieren activiteiten rekening te houden met de behoeften van personen met een handicap.

* De verspreiding van "good practice" en vernieuwende maatregelen op het gebied van het werkgelegenheids- en scholingsbeleid voor personen met een handicap zal met name in het kader van het Europees Sociaal Fonds, het Gemeenschapsinitiatief EQUAL, de peer review op het gebied van het werkgelegenheidsbeleid enz. bevorderd worden.

De sociale dialoog:

* Het overleg met de sociale partners op Europees niveau over hun bijdrage aan de gelijke kansen voor personen met een handicap op de arbeidsmarkt zal geïntensiveerd worden. De sociale partners zullen er met name toe aangemoedigd worden om voor een concrete toepassing van de aanbevelingen uit hun verklaring van 20 januari 2003 getiteld "Bevordering van de gelijke kansen en de toegang tot werk voor personen met een handicap" te zorgen. Initiatieven in het kader van de bedrijfstaksgewijze sociale dialoog, zoals het vrijwillige akkoord over werkgelegenheid voor personen met een handicap in de sector van de handel, zullen ondersteund worden.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen:

* Zoals voorgesteld in de Mededeling van de Commissie over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven [22] zal er verder gewerkt worden aan een versterking van het bewustzijn voor en de bekendmaking van benaderingen en ervaringen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, die verband houden met de arbeidsparticipatie van personen met een handicap.

[22] COM(2002) 347.

Mainstreaming op het gebied van gezondheid en veiligheid:

* Er zal zorg voor worden gedragen dat in de desbetreffende EU-initiatieven op het gebied van veiligheid en gezondheid rekening wordt gehouden met de behoeften van personen met een handicap.

3.2.2. Levenslang leren

Voor de verbetering van de toegang tot werk, de bestrijding van uitsluiting en de versterking van de maatschappelijke samenhang is het van het allergrootste belang dat personen met een handicap toegerust worden met alle beschikbare kennis en competenties. Dit is een taak voor het onderwijs en alle andere soorten voorzieningen op het gebied van het levenslang leren. Volgens het gezamenlijke verslag over de sociale integratie 2001 komt het steeds duidelijker vast te staan dat de algemene en beroepsmatige competenties die nodig zijn om op de arbeidmarkt te slagen vooral verworven worden door gehandicapten die in hun jonge jaren het normale onderwijs voor iedereen volgen. Daarnaast blijkt dat met name kansarmen en personen met een handicap in de EU slechts in onvoldoende mate gebruik kunnen maken van de normale mogelijkheden op het gebied van het levenslang leren kunnen .

Een van de mogelijkheden om de belemmeringen op het gebied van het onderwijs, scholing en levenslang leren uit de weg te ruimen ligt in de inschakeling van moderne informatie- en communicatietechnologie (ICT) voor e-leren. [23] In het voorstel van de Commissie voor een programma op het gebied van e-leren [24] wordt dan ook specifiek naar de behoeften van personen met een handicap verwezen. De Commissie heeft daarnaast in het actieplan ter bevordering van het leren van talen en de taalverscheidenheid [25] voorgesteld om informatie te verzamelen en te verspreiden over "good practice" bij het vreemdetalenonderwijs aan lerenden met specifieke behoeften. In het actieplan van de Europese Unie voor vaardigheden en mobiliteit [26] is er tevens op gewezen dat de lidstaten de integratie van kansarme jongeren, en met name van jongeren met een handicap of leermoeilijkheden, in de nationale onderwijs- en scholingsstelsels sterker zouden moeten ondersteunen. De Raad Onderwijs heeft in het kader van het Europees Jaar van mensen met een handicap voorts een resolutie aangenomen over gelijke kansen in onderwijs en opleiding voor leerlingen en studenten met een handicap. [27]

[23] Zie: http://www.elearningeuropa.info/

[24] Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot goedkeuring van een meerjarenprogramma (2004 - 2006) voor de doeltreffende integratie van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels (eLearning-programma), COM(2002) 751 def. van 19.12.2002.

[25] COM(2003) 449 def. van 24.7.2003: Mededeling van de Commissie getiteld "Het leren van talen en de taalverscheidenheid bevorderen - een actieplan 2004 - 2006".

[26] COM(2002) 72 def. "Actieplan van de Commissie voor vaardigheden en mobiliteit".

[27] Resolutie van de Raad van 5 mei 2003. PB C 134 van 7.6.2003.

Tegen deze achtergrond plant de Commissie het volgende:

Beleid en programma's van de EU op het gebied van onderwijs, scholing en jongeren:

* Bij de implementatie van het werkprogramma ten aanzien van de doelstellingen voor de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels [28] zal blijvend hoge prioriteit worden gegeven aan de uitwisseling van "good practice" en de vaststelling van factoren die bij de integratie van personen met een handicap in onderwijs en scholingsmaatregelen tot succes (of mislukkingen) leiden.

[28] COM(2001) 501 def. van 7 september 2001.

* Bij de opzet en implementatie van het komende actieprogramma voor e-leren (2004-2006) zal in het bijzonder aandacht besteed worden aan de specifieke behoeften die personen met een handicap - evenals andere categorieën kansarmen - eventueel hebben, om e-leren voor alle burgers en volledige participatie in de kennismaatschappij mogelijk te maken.

* Het PLOTEUS-informatiesysteem over levenslang leren in Europa zal personen met een handicap informatie bieden en daarbij zal ook informatie over financieringsmogelijkheden in de lidstaten zijn.

* Het maken van een vrije keuze uit het verbeterde aanbod aan scholingsvoorzieningen en mogelijkheden om te leren zal ondersteund worden door gespecialiseerde instellingen die gedurende het hele leven begeleiding, advisering en loopbaanbegeleiding bieden. Doel is ervoor te zorgen dat personen met een handicap ook in arbeidsmarktsectoren terechtkomen waarin deze groep van oudsher niet vertegenwoordigd is en er gebruik kan worden gemaakt van alle niet-werkgerelateerde mogelijkheden om te leren.

* In het kader van de momenteel lopende programma's Socrates, Leonardo en JEUGD zal een evaluatie worden gemaakt van de impact van de tweede generatie programma's voor levenlang leren voor personen met een handicap in de lidstaten. De resultaten zullen bekend worden gemaakt en bij de opzet van de volgende generatie onderwijs- en scholingsprogramma's zal rekening worden gehouden met de behoeften van personen met een handicap.

* De e-toegankelijkheid van websites en mediaproducten voor levenslang leren op Europees niveau en bij Europese programma's zal gemonitord worden.

Onderzoek:

* Er zal bekendheid worden gegeven aan en er zal gebruik worden gemaakt van het onderzoek dat in het Socrates-programma, het Leonardo-programma en in het kader van prioriteit 7 ("Burgers en governance in een kennismaatschappij") van het Zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling verricht wordt. Dit onderzoek levert waardevolle bijdragen aan de discussie over de integratie en een actief burgerschap van personen met een handicap in de kennismaatschappij.

3.2.3. Benutting van nieuwe mogelijkheden op technologisch gebied

De activiteiten die in het kader van het Actieplan e-Europa 2002 [29] ten uitvoer worden gebracht en die verband houden met toegankelijkheid hebben belangrijke resultaten opgeleverd, waarmee verder gewerkt dient te worden. De in het kader van het Web Accessibility Initiative uitgewerkte richtsnoeren voor de toegankelijkheid van websites van de overheid (W3C/WAI/WCAG-V1.0) [30] zijn op voorstel van de Commissie [31] door de lidstaten aangenomen. In december 2002 heeft de Raad voorts zijn goedkeuring gegeven aan een resolutie over e-toegankelijkheid. [32]

[29] Resolutie van de Raad betreffende het actieplan e-Europa 2000, Feira, juni 2000.

[30] http://www.w3.org/TR/WCAG10/

[31] Mededeling COM(2001) 529 def., waaraan door de Raad en het Europees Parlement in resoluties steun is verleend (zie CR 7087/02 van 20.3.2002 en EPR P5_TA (002) 0325 van 13.6.2002); Resolutie van de Raad van 25 maart 2002 betreffende het actieplan e-Europa 2002: toegankelijkheid van openbare websites en de inhoud ervan, PB C 86 van 10.4.2002; blz. 2.

[32] Werkdocument van de diensten van de Commissie: Delivering e-accessibility. Improving disabled people's access to Information Society. SEC(2002) 1039 en de Resolutie van de Raad betreffende "e-toegankelijkheid - verbeteren van de toegang van personen met een handicap tot de kennismaatschappij, 14680/02, PB C 39 van 18.2.2003, blz. 3.

Daarnaast kon door middel van benchmarking en de uitwisseling van "good practice" tussen de lidstaten een doeltreffendere coördinatie bereikt worden van het Europees beleid dat beoogt te verhinderen dat mensen "van informatie uitgesloten raken". Om aansluiting op de toegankelijkheidsbeginselen te bereiken, zijn ook de desbetreffende wetgeving en normen herzien. Er is een netwerk gevormd van nationale centra die grote deskundigheid op het gebied van "Design for All" (EdeAN - Network of National Centres of Excellence) in huis hebben en er zijn nu normen voor "Design for All" alsook richtlijnen en documentatiemateriaal voor de toegankelijkheid van informatietechnologie beschikbaar, die met name gericht zijn op een verbetering van de inzetbaarheid en maatschappelijke integratie van personen met een handicap. Het is evenwel overduidelijk dat het van cruciaal belang voor de integratie in de maatschappij is dat er nog verdere verbeteringen op het punt van de toegankelijkheid van websites en de daarmee verband houdende overheidsdiensten en toepassingen gerealiseerd worden. In de toekomstige activiteiten zal dan ook een belangrijke plaats worden ingeruimd voor het monitoren van de vooruitgang die op het gebied van de toegankelijkheid geboekt wordt. Daarbij zal met een gemeenschappelijke methode gewerkt worden, zodat er onderling vergelijkbare gegevens worden verkregen.

De inspanningen in het kader van "eEurope 2005 - een informatiemaatschappij voor iedereen" [33] zullen erop gericht worden dat personen met een handicap en andere groepen kansarmen deel kunnen hebben aan de algemene ontwikkelingen op het gebied van moderne online-overheidsdiensten, e-overheid, e-leren, en e-gezondheid en zij op dit vlak gelijke kansen krijgen. Daarnaast zal worden gewerkt aan een dynamisch en toegankelijk klimaat voor e-business. Om deze doelstellingen te kunnen verwezenlijken, zal in het initiatief eEurope 2005 aandacht worden besteed aan de ruime beschikbaarheid van breedbandtoegang tegen concurrerende prijzen en een veilige informatie-infrastructuur.

[33] eEurope 2005: Een informatiemaatschappij voor iedereen. Het desbetreffende actieplan van mei 2002 (COM(2002) 263) is op 21 en 22 juni 2002 door de Europese Raad in Sevilla goedgekeurd.

Ontwikkelingen op technologisch gebied - vooral op het gebied van informatie- en communicatietechnologie - bieden personen met een handicap grote mogelijkheden om de eigen handicaps te overwinnen en vergroten dan ook hun kansen om mee te draaien in de maatschappij. Dit neemt niet weg dat personen met een handicap ook met bijkomende belemmeringen te maken kunnen krijgen. De voorgestelde activiteiten hebben dan ook tot doel om personen met een handicap door empowerment gelijke kansen te geven, d.w.z. om de informatiemaatschappij en nieuwe technologie zodanig gestalte te geven dat iedereen daarvan zal kunnen profiteren.

Tegen deze achtergrond plant de Commissie het volgende:

Informatie- en communicatietechnologie (ICT):

* Er zal internationaal overleg op gang worden gebracht over de kwesties en uitgangspunten op het gebied van de toegankelijkheid, met name waar het ICT betreft. Daarnaast zullen er workshops met de EU en het bedrijfsleven worden gehouden, zodat aan de hand van de huidige wetgeving op het gebied van ICT-producten en diensten een verkenning kan worden gemaakt van het beleid en de wettelijke maatregelen op het gebied van de toegankelijkheid (bewustmaking, licenties, aanbestedingen, richtlijnen, normen, vereisten, enz.)

Actieplan eEurope 2005:

* In het kader van e-Europe 2005 zal toegankelijkheid als horizontaal vraagstuk worden aangepakt. Er zullen activiteiten worden ontwikkeld die tot een groter bewustzijn op het gebied van de toegankelijkheid leiden en ondersteuning bieden. Er zal een toolkit ontwikkeld worden voor de opname van ICT-toegankelijkheidsvereisten in aanbestedingen, de toegankelijkheid van e-diensten van de overheid en toegankelijkheid als e-vaardigheid.

Design For All, hulpmiddelen en e-toegankelijkheid:

* Er zullen aanbevelingen geformuleerd worden voor de uitwerking en invoering van een Europees leerplan "Design for All" voor al degenen die beroepsmatig met de informatiemaatschappij te maken hebben, en met name voor ontwerpers en ingenieurs. De Commissie zal meer specifiek steun verlenen aan het netwerk van organisaties die op het gebied van "Design for All" grote deskundigheid in huis hebben.

* Daarnaast zullen er verdere inspanningen worden ondernomen om de normalisatie op het gebied van e-toegankelijkheid, "Design for All" en hulpmiddelen te bevorderen.

* Er zullen prijzen worden uitgereikt voor "innovaties op het gebied van Design for All en hulpmiddelen".

* Met de producenten van hulpmiddelen zal overleg op gang worden gebracht en de oprichting van een aantal organisaties van producenten van hulpmiddelen zal worden bevorderd, zodat er op Europees niveau op meer gestructureerde en coherente wijze overleg kan worden gevoerd.

Verslagen:

* Er zal verslag worden uitgebracht over de follow-up en de implementatie van de WAI-richtlijnen bij websites van de overheid en het werk aan een gemeenschappelijke Europese methode voor de evaluatie van toegankelijke websites zal worden voortgezet, zodat op basis van de W3C/WAI-richtlijnen onderling vergelijkbare gegevens worden verkregen.

Onderzoek:

* Er zal een bedrag van 30 miljoen euro worden vrijgemaakt voor een in het kader van het Zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling [34] te publiceren oproep tot het indienen van voorstellen die te maken hebben met de toegankelijkheid van drempelvrije technologie en technologie die personen met een handicap in staat stelt om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen (empowerment). Doel is om de zelfstandigheid van ouderen en personen met een handicap te bevorderen en ervoor te zorgen dat zij gelijke toegang tot de informatiemaatschappij krijgen en daaraan volledig deel kunnen hebben. [35]

[34] Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002 - 2006), PB L 232 van 29.8.2002; blz. 1.

[35] IST-werkprogramma 2003-2004, www.cordis.lu

* Er zal steun worden gegeven aan de werkzaamheden en aan de resultaten van het werk van de werkgroep "Inclusive Communication" (INCOM), die zich met de toegankelijkheid van elektronische communicatiediensten voor personen met een handicap bezighoudt en een verslag met doelstellingen voor de korte en de lange termijn zal produceren.

3.2.4. Toegankelijkheid van de gebouwde omgeving

Het levert grote voordelen op, wanneer bij het ontwerp en de bouw van gebouwen met "universal design" ("Design-for-All") gewerkt wordt. [36] Door een betere en effectievere toegang tot de werkplek zullen personen met een handicap hun positie op de arbeidsmarkt beter veilig kunnen stellen en een waardevolle bijdrage aan de economie en de samenleving kunnen leveren.

[36] Resolutie van de Raad van Europa van 15.2.2001 over de invoering van de beginselen van "universal design" in de leerplannen voor alle beroepen die met de gebouwde omgeving te maken hebben.

Bovendien is het kosteneffectief en door de terugverdieneffecten in economisch opzicht buitengewoon lonend, wanneer van meet af aan rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid. Een gebouw dat in alle opzichten toegankelijk is, is flexibel en duurzaam - in de zin dat het voortdurend aangepast kan worden aan de veranderende behoeften van diegenen die er gebruik van maken - en kan dan ook een hogere marktwaarde halen dan een gebouw dat niet toegankelijk is. Het aantal mensen dat als gevolg van slechte toegankelijkheid - vooral op het werk - ten val komt en daarbij gewond raakt of dodelijk verongelukt is nog steeds hoog. Een goede toegankelijkheid kan dan ook tot een vermindering van de kosten leiden.

Zoals in de resolutie van de Raad van 6 mei 2003 over de toegankelijkheid van de culturele infrastructuur en van culturele activiteiten voor personen met een handicap [37] erkend wordt, is de toegankelijkheid van de faciliteiten op het gebied van de vrijetijdsbesteding en de cultuur eveneens van groot belang. In de resolutie van de Raad van 21 mei 2002 over de toekomst van het Europese toerisme [38] worden de Commissie, de lidstaten en andere betrokkenen er voorts toe opgeroepen om zich er nog meer voor in te spannen dat toeristische bezienswaardigheden voor personen met een handicap beter toegankelijk worden.

[37] PB C 134 van 7 juni 2002.

[38] PB C 135 van 6 juni 2002.

In het witboek van de Commissie "Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen" [39] wordt tot slot erkend dat toegankelijk vervoer onlosmakelijk verbonden is met toegankelijkheid in ruimere zin. De Commissie zal dan ook bevorderen dat er meer gebruik kan worden gemaakt van toegankelijk vervoer, aangezien dit er in belangrijke mate toe kan bijdragen dat personen met een handicap kunnen werken.

[39] COM(2001) 370 def.

Tegen deze achtergrond en in het licht van de aanbevelingen van de werkgroep van onafhankelijke deskundigen op het gebied van de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving, die door de Commissie in het kader van het Europees Jaar van mensen met een handicap in het leven geroepen is, plant de Commissie het volgende:

Toegankelijkheid van de gebouwde omgeving:

* Er zal worden bevorderd dat de uitgangspunten van "Design for All" ingang vinden in al het relevante Gemeenschapsbeleid ten aanzien van de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving.

* De ontwikkeling van geschikte Europese normen voor alle gebieden die met de gebouwde omgeving te maken, zoals planning, ontwerp, bouw en gebruik van gebouwen en evacuatieplannen voor personen met een handicap in noodgevallen, zal worden bestudeerd.

* Er zal worden bevorderd dat er beter onderwijs over toegankelijkheidsvraagstukken wordt gegeven en dat er cursussen over toegankelijkheid worden uitgewerkt voor mensen die beroepsmatig met de bouw te maken hebben, zoals architecten.

* De uitwisseling van informatie en de verspreiding van "best practice" tussen gemeenten op het punt van toegankelijkheidsvraagstukken zal worden bevorderd.

Wetgeving:

* De voornaamste voorschriften uit Richtlijn 89/106/EEG inzake voor de bouw bestemde producten zullen worden herzien, zodat in de richtlijn voorschriften over de toegankelijkheid voor iedereen opgenomen zullen kunnen worden. In dit kader zal met name een voorstel voor de uitwerking van een zevende belangrijk voorschrift op het gebied van de toegankelijkheid bestudeerd worden, waardoor de richtlijn ten opzichte van de behoeften van gebruikers met uiteenlopende handicaps doeltreffender en nauwkeuriger wordt.

Mainstreaming:

* Er zal worden bevorderd dat in alle openbare aanbestedingen toegankelijkheidseisen worden opgenomen en dat bij de besteding van geld uit de Structuurfondsen op landelijk en regionaal niveau rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid.

Studies:

* In het verlengde van de studie over geharmoniseerde criteria voor een goede toegankelijkheid van toeristische bezienswaardigheden en voorzieningen voor personen met een handicap zullen verdere activiteiten worden ontwikkeld. Daarnaast zal studie worden gemaakt van geschikte maatregelen waardoor toeristische faciliteiten voor personen met een handicap overal in de Europese Unie toegankelijk worden.

* De uitkomsten van de studie over stedelijk vervoer voor mensen met beperkte mobiliteit zullen nader worden bekeken, zodat de belemmeringen voor de toegankelijkheid in het stedelijk vervoer vastgesteld kunnen worden.

Onderzoek:

* Uit hoofde van het Zesde Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling zal de Commissie:

- onderzoek laten doen naar de ontwikkeling van een gedetailleerd beleidsondersteunend instrument, dat uitgaande van 'universal design' of 'Design-for-all' ingezet kan worden bij de evaluatie van ontwerpen van gebouwen en dat, vooral wat de werkplek betreft, rekening houdt met de behoeften van personen met een handicap;

- nieuwe oproepen voor voorstellen op het gebied van onderzoek publiceren, netwerken van onderzoekers financieren die analyses maken van toegankelijkheidsvraagstukken in de ruime betekenis van het woord (met inbegrip van financiële belemmeringen voor personen met een handicap) en een project voor de ontwikkeling van indicatoren initiëren, waarmee de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving gemeten kan worden.

4. MONITORING EN VOORZIENINGEN VOOR DE FOLLOW-UP

4.1. Verbetering van de uitvoeringscapaciteiten

4.1.1. Versterking van de structuren bij de Commissie

De werkgroep Gehandicaptenvraagstukken van de diensten van de Commissie zal voor een doorlopend uitvoeringsproces van het actieplan en de monitoring van de mainstreamingsactiviteiten moeten zorgen, die door de verschillende diensten van de Commissie ten uitvoer worden gebracht. De werkgroep zal tevens meewerken aan de ontwikkeling van instrumenten voor de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken, die vooral bij de implementatie en evaluatie van de activiteiten kunnen worden ingezet, zal zorg dragen voor de scholing van de Commissie-ambtenaren die met het beleid te maken hebben, enzovoorts. De werkgroep zal verslag uitbrengen aan de groep commissarissen die voor gelijke kansen verantwoordelijk zijn.

4.1.2. Intensivering van de samenwerking met de lidstaten

Aan de werkgroep op hoog niveau inzake gehandicapten, die wordt voorgezeten door de Commissie en die uit nationale overheidsdeskundigen bestaat, zal een mandaat worden gegeven, dat in de pas loopt met de na te streven doelstellingen uit de onderhavige mededeling. De werkgroep zal tot taak krijgen om de ontwikkeling van synergie-effecten tussen het gehandicaptenbeleid op EU-niveau te ondersteunen en zal een discussie moeten voeren over het regelmatig te publiceren verslag over personen met een handicap. In het licht van deze doelstelling zal de werkgroep informatie moeten uitwisselen, mogelijkheden voor de uitwisseling en de eventuele transfer van ideeën en "good practice" - met name wat betreft de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken - moeten scheppen, en ervaringen met gehandicaptenvraagstukken in de nieuwe lidstaten op een rijtje moeten zetten.

4.1.3. Zoveel mogelijk samenwerking met andere internationale organisaties of agentschappen

Tot de belangrijkste hoofdrolspelers in dit verband behoren de Verenigde Naties, met inbegrip van de Internationale Arbeidsorganisatie en de Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europa, de Europese Organisatie voor Samenwerking en Ontwikkeling, het Europees Agentschap voor gezondheid en veiligheid op het werk, de Europese normalisatie-organisaties (CEN, CENELEC, ETSI), de European Special Needs Education Agency en de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. De samenwerking met deze organisaties zal uitgebreid worden, zodat er relaties ontstaan die voor alle zijden lonend zijn en er gebruik kan worden gemaakt van de deskundigheid van deze organisaties en hun werkzaamheden in denktanks. Worden de Gemeenschap tezamen met de lidstaten volledig bij de onderhandelingen over de conventie van de Verenigde Naties betrokken, dan zou dit de inspanningen van de EU voor personen met een handicap internationaal bevestigen.

4.2. Versterking van governance

4.2.1. Uitbreiding van de samenwerking met maatschappelijke organisaties

Bij de bevordering van het overleg over het beleid, de verbetering van de onderlinge informatievoorziening en de verdere uitbouw van de samenwerking zal worden uitgegaan van de bestaande vormen van samenwerking en partnerships die de Commissie met maatschappelijke organisaties, zoals met het European Disability Forum, opgebouwd heeft.

De Commissie stelt tevens voor dat de werkgroep op hoog niveau minimaal één keer per jaar een bijeenkomst organiseert met de vertegenwoordigers van personen met een handicap, zoals het European Disability Forum, en met de vertegenwoordigers van alle anderen die bij gehandicaptenvraagstukken betrokken zijn, zoals het Platform of European Social NGOs, de vertegenwoordigers van gezinnen die de zorg voor een gehandicapte hebben, de European Women's Lobby, de European Association of Service Providers en de European Platform for Rehabilitation. Door een dergelijke gedachtewisseling tussen de werkgroep op hoog niveau en maatschappelijke organisaties zal de EU meer zicht krijgen op de uiteenlopende omstandigheden waarin personen met een handicap zich bevinden en daar ook beter rekening mee kunnen houden.

4.2.2. Verzoek aan de sociale partners om medewerking bij de bevordering van de gelijkheid van personen met een handicap

Voor de bevordering van de arbeidsparticipatie van personen met een handicap is het van groot belang dat invulling wordt gegeven aan de voorwaarden voor succes, die genoemd worden in de verklaring van de sociale partners over het Europees Jaar van mensen met een handicap. Daarnaast zal een evaluatie moeten worden gemaakt van de impact die kaderovereenkomsten van de sociale partners op personen met een handicap hebben, zodat meer personen met een handicap in de organisaties van de sociale partners kunnen worden opgenomen en de organisatiegraad van personen met een handicap dientengevolge toeneemt.

4.2.3. Verslagen aan de instellingen en organen van de EU

De Commissie zal de samenwerking tussen de instellingen en organen van de EU bevorderen om ervoor te zorgen dat gehandicaptenvraagstukken meegenomen worden en meer plaats krijgen in al het relevante beleid van de Gemeenschap. De Commissie zal in het bijzonder het overleg met de commissie Werkgelegenheid en sociale zaken en met de werkgroep Gehandicapten van het Europees Parlement intensiveren, die beide een belangrijke rol vervullen bij het aankaarten van belangrijke vraagstukken voor personen met een handicap.

4.3. Het EU-verslag over de situatie van personen met een handicap

4.3.1. Een tweejaarlijks verslag over de algehele situatie van personen met een handicap in de uitgebreide Europese Unie

In het verslag van de Commissie over personen met een handicap zal specifiek aandacht worden besteed aan de inspanningen die in het kader van het Gemeenschapsbeleid geleverd worden om de gelijke kansen voor personen met een handicap te bevorderen. Daarnaast zullen in het verslag bijdragen van de lidstaten worden opgenomen, waarin uiteengezet wordt wat - vooral bij de integratie van gehandicaptenvraagstukken in het relevante nationale beleid - voor personen met een handicap bereikt is. Deze bijdragen zouden vooral kunnen inhaken op de nationale actieplannen voor werkgelegenheid en maatschappelijke integratie. De verwerving van een beter inzicht in de situatie van personen met een handicap in de nieuwe lidstaten en in de ontwikkelingen en beleidsvraagstukken op dit gebied zal in het bijzonder aandacht krijgen. De Commissie zal iedere twee jaar een compilatie maken van deze openbare verslagen, die opgesteld zullen worden aan de hand van een met de lidstaten en vertegenwoordigers van personen met een handicap af te spreken structuur. De Commissie hoopt op 3 december 2005, de Europese dag van personen met een handicap, met het eerste verslag in deze reeks te komen.

4.3.2. Ontwikkeling van contextindicatoren, verzameling van gegevens en onderzoek

De effectiviteit van het beleid ten aanzien van personen met een handicap kan moeilijk worden ingeschat, doordat het aan gegevens uit kwantitatieve en kwalitatieve effectbeoordelingen ontbreekt. In dit verband is het van vitaal belang dat er contextindicatoren worden uitgewerkt, die tussen de lidstaten onderling vergelijkbaar zijn. Ook moet er zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van het Europees Statistisch Systeem om de internationaal vergelijkbare statistische gegevens te verkrijgen, die noodzakelijk zijn om de vooruitgang in de richting van de gestelde doelen te kunnen monitoren. Hiertoe moeten vooral geharmoniseerde modules voor de surveys uitgewerkt worden. Verdere inspanningen voor de ontwikkeling van indicatoren en een betere verzameling van onderling vergelijkbare gegevens zijn zowel op landelijk niveau als op het niveau van de EU nodig.

Om hiaten in onze kennis over handicaps op te vullen en tot een multidisciplinaire aanpak op dit gebied te komen, bevordert de Europese Commissie voorts ook onderzoeksactiviteiten.

4.3.3. Evaluatie van het actieplan van de Europese Unie

Het actieplan van de Europese Unie voor personen met een handicap is op de periode tot 2010 gericht. De Commissie wil na de twee eerste edities van het actieplan medio 2008 een eerste evaluatie van de resultaten van het actieplan maken.