Bijlagen bij COM(2003)838 - Gebruik van interspecifieke wijnstokrassen die geschikt zijn voor de productie van in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen (v.q.p.r.d.)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage VI. B. 1: "Elke lidstaat stelt een lijst op van de in artikel 19 bedoelde druivenrassen die geschikt zijn voor de bereiding van de onderscheiden, op zijn grondgebied voortgebrachte v.q.p.r.d.. Deze rassen mogen uitsluitend van de soort Vitis vinifera zijn."

3. Door de Commissie gefinancierde studie

3.1. Om het mogelijke effect op de wijnmarkt te kunnen beoordelen wanneer v.q.p.r.d. uit interspecifieke rassen bereid zou mogen worden, heeft de Europese Commissie in augustus 2002 opdracht gegeven tot een specifieke studie waarin de resultaten en de reeds op dit gebied uitgevoerde werkzaamheden geanalyseerd moesten worden. De studie moest, aan de hand van een onderzoek van de bestaande wetenschappelijke literatuur, informatie verschaffen over interspecifieke wijnstokrassen.

Deze studie [1] is uitgevoerd door een externe contractant, namelijk een groep van deskundigen met uiteenlopende achtergrond uit drie verschillende landen: Frankrijk, Duitsland en Hongarije. Het onderzoek heeft zicht toegespitst op de volgende punten:

[1] Studie over het gebruik van interspecifieke wijnstokrassen. Coördinator, Phytowelt GmbH, Duitsland. Partners: Euroquality en INRA, Frankrijk. Onderzoekinstelling Geisenheim en Federaal Onderzoekscentrum voor veredeling van cultuurgewassen, Duitsland RIVEMARD, Hongarije.

* het effect van het gebruik van interspecifieke rassen op de kwaliteit van wijn in vergelijking met de kwaliteit van uit traditionele rassen bereide wijn;

* het effect van het gebruik van interspecifieke rassen op het milieu en de aanwending van gewasbeschermingsmiddelen;

* de economische gevolgen van het gebruik van interspecifieke rassen voor de wijnmarkt van de EU.

3.2. De uitkomsten van deze studie moesten in de eerste plaats een antwoord geven op de volgende drie belangrijke vragen:

* Heeft uit interspecifieke rassen bereide wijn dezelfde kwaliteit als uit traditionele rassen bereide wijn?

* Kan door het gebruik van interspecifieke rassen de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen worden teruggedrongen?

* Welke zijn de economische gevolgen van interspecifieke rassen voor de wijnmarkt, indien het verbod om deze rassen bij de bereiding van v.q.p.r.d. te gebruiken, zou worden opgeheven?

3.3. Rekening houdend met het feit dat er vele duizenden interspecifieke rassen zijn, zijn, met het oog op een representatieve beoordeling, voor deze studie acht interspecifieke rassen geselecteerd op basis van hun economisch gewicht en hun potentieel om kwaliteitswijn te produceren.

4. Evaluatie van de gevolgen voor de kwaliteit

Met betrekking tot de gevolgen voor de kwaliteit, kunnen de uitkomsten van de studie als volgt worden samengevat:

4.1. De van interspecifieke rassen afkomstige bessen en wijn zijn steeds verschillend van die van Vitis vinifera.

4.2. Componenten die een ongunstige invloed hebben op de smaak vormen een belangrijke bron van bezorgdheid met betrekking tot het gebruik van interspecifieke rassen. Het gaat hier om verschillende molecules, naar gelang van de cultivars. Sommige van deze componenten zijn ook aanwezig in wijn van cultivars van Vitis vinifera, wanneer zich problemen hebben voorgedaan bij de gisting.

4.3. Het tweede probleem betreft het suiker- en het zuurgehalte van de bessen van interspecifieke rassen. De bessen hebben vaak een laag suikergehalte en een tamelijk hoog zuurgehalte. Vele interspecifieke rassen leveren bijgevolg een wijn op die een laag alcoholgehalte heeft en onevenwichtig is door het zuurgehalte, vooral wanneer de druiven zijn gekweekt in koudere weersomstandigheden.

4.4. In Hongarije worden talrijke interspecifieke wijnrassen gekweekt, waaronder Bianca, Medina en Zalagyöngye. Deskundigen discussiëren nog steeds over de voordelen en de nadelen van interspecifieke rassen. Door gebruik te maken van niet-oxidatieve wijnbereidingsmethoden kunnen van deze rassen goede tafelwijnen of kwaliteitswijnen worden vervaardigd. Voorlopig wordt wijn die is vervaardigd met interspecifieke rassen, in het algemeen als assemblagewijn verkocht.

4.5. In de EU worden geen interspecifieke rassen meer gebruikt voor de productie van kwaliteitswijn, aangezien de meeste interspecifieke rassen wijn opleverden van geringe kwaliteit, ook wegens de grote opbrengsten.

4.6. Uit de resultaten blijkt dat, zelfs indien de meeste interspecifieke rassen inderdaad aanzienlijke gebreken vertonen en wijn opleveren van geringe kwaliteit, sommige andere rassen toch bewezen hebben geschikt te zijn voor de productie van wijn van goede kwaliteit, op voorwaarde dat:

* de wijnstokken worden aangeplant in daarvoor geschikte gebieden, en zeer goed worden verzorgd met zeer stringente en zorgvuldige teeltmethoden,

* de wijn volgens de regels wordt vervaardigd en goed kan verouderen.

Uiteraard zijn er aanzienlijke verschillen te constateren tussen ruwe hybriden en meer complexe afstammelingen die ook de beste resultaten opleveren.

4.7. De meeste gegevens zijn verzameld over druiven die worden geteeld in koudere gebieden. In die gebieden kunnen cultivars zoals Villard (wit) of Bianca worden gebruikt voor de productie van v.q.p.r.d. Rassen met goede kwaliteitskenmerken, vooral met betrekking tot kleur en tannines, kunnen een alternatief zijn voor de productie van rode wijn van goede kwaliteit. Deze wijnrassen kunnen worden gebruikt voor de productie van wijn uit één enkel ras, maar ze zijn nog beter geschikt voor de vervaardiging van assemblagewijn.

4.8. Om wijn van goede kwaliteit te kunnen opleveren, moeten rassen worden geteeld onder adequate groeiomstandigheden. Het is algemeen bekend dat elke cultivar moet worden aangeplant in een daarvoor geschikt gebied. Het kweken en testen van de druiven en meer bepaald de plaats van aanplanting hebben een grote invloed op de manier waarop een ras zich aan zijn omgeving aanpast

4.9. Bovendien zijn de interspecifieke rassen die momenteel worden geteeld of getest, waarschijnlijk niet de rassen die, indien zij voor de productie van v.q.p.r.d. zouden mogen worden gebruikt, op Europees niveau enig belang kunnen verwerven. In de meeste gevallen zullen rassen van nationaal of regionaal belang worden geteeld die aangepast zijn aan de behoeften van de plaatselijke consumenten en wijnbouwers, zoals dat ook het geval is voor de traditionele rassen van Vitis vinifera.

5. Evaluatie van de gevolgen voor het milieu

Met betrekking tot de gevolgen voor het milieu kunnen de uitkomsten van de studie als volgt worden samengevat:

5.1. Alle traditionele Europese druivenrassen van Vitis vinifera zijn vatbaar voor de schimmelziekten gewone meeldauw (Oidium tuckeri, Uncinula necator) en valse meeldauw (Plasmopara viticola), die in de loop van de negentiende eeuw uit Noord-Amerika in Europa zijn binnengebracht. Als gevolg daarvan is de regelmatige toepassing van gewasbeschermingsmaatregelen een noodzaak geworden voor de Europese druivenrassen. Sedert ongeveer 100 jaar hebben druiventelers in verschillende Europese landen getracht de resistentiekenmerken, die aanwezig zijn in de Amerikaanse en Aziatische Vitis-soorten, te combineren met de kwaliteitskenmerken van de traditionele Europese rassen.

5.2. De toegenomen teelt van interspecifieke en/of tegen meeldauw resistente rassen van Vitis vinifera kan leiden tot aanzienlijke vermindering van de gewasbeschermings maatregelen. De mate waarin de plaag kan worden teruggedrongen is grotendeels afhankelijk van de schimmelresistentie van het ras en de weersomstandigheden in het wijnbouwgebied.

Waarschijnlijk is het ook zo dat traditionele telers interspecifieke rassen aanplanten om de productiekosten te verminderen of om toch druiven te telen in moeilijk toegankelijke gebieden (bijv. op steile hellingen, waar gewasbescherming moeilijk en duur is). De belangrijkste reden voor het gebruik van interspecifieke en/of ziekteresistente rassen van Vitis vinifera is nog steeds het streven naar biologische wijnbouw.

5.3. De gegevens betreffende het huidige gebruik van pesticiden in de wijnbouw en in andere belangrijke gewassen zijn afkomstig van Eurostat. In de periode 1992-1996 is in de EU-15 jaarlijks meer dan 100 0000 ton actieve bestanddelen gebruikt op druivenstokken, wat overeenkomt met ongeveer 40% van de totale hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die in de gehele landbouwsector is gebruikt.

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


tons = ton; cereals = granen; other crops = andere gewassen; grapes = druiven; // fungicides = fungiciden; herbicides = herbiciden; insecticides = insecticiden.

5.4. Derhalve is er absoluut een aanzienlijk potentieel voor meeldauwresistente cultivars die geschikt zijn voor de productie van kwaliteitswijn. De voorbije jaren is in Duitsland meer dan 600 ha beplant met het ras Regent [2], een nieuw, tegen meeldauw resistent ras van Vitis vinifera.

[2] Regent is in Duitsland geregistreerd als een ras van Vitis vinifera, met een hoge resistentie tegen schimmelziekten. De praktijkervaring met Regent heeft uitgewezen dat in vergelijking met traditionele rassen de hoeveelheid te gebruiken gewasbeschermingsmiddelen met 80% kan worden ingekrompen. In het kader van het OIV (Office International de la Vigne et du Vin) is de discussie nog steeds aan de gang of Regent moet worden aangemerkt als een ras van Vitis vinifera of als een interspecifiek ras.

5.4. Derhalve is er absoluut een aanzienlijk potentieel voor meeldauwresistente cultivars die geschikt zijn voor de productie van kwaliteitswijn. De voorbije jaren is in Duitsland meer dan 600 ha beplant met het ras Regent, een nieuw, tegen meeldauw resistent ras van Vitis vinifera.

5.5. Dit zal niet alleen voordelen hebben voor de Duitse wijnindustrie in het algemeen, vooral de biologische duiventeelt, maar zal ook leiden tot een aanzienlijke vermindering in het verbruik van fungiciden.

5.6. In Hongarije is reeds meer dan 8 000 ha beplant met interspecifieke rassen, dit is bijna 10% van het totale wijnareaal in Hongarije.

5.7. Vroegere pogingen om rassen Vitis vinifera resistent te maken tegen plagen en ziekten door kruising met resistente Amerikaanse rassen, hebben geleid tot een groot aantal interspecifieke rassen. De wijnstokken op eigen wortel zijn het resultaat van dergelijke vroege kruisingen, waarbij de naam refereert aan het feit dat zij drinkbare wijn opleveren zonder dat zij op een onderstok moeten worden geënt. De meeste van die planten zijn voldoende resistent, zodat het fungicidegebruik sterk kan worden beperkt, maar de daaruit verkregen wijn is van geringe kwaliteit.

5.8. Het gebruik van meer gesofistikeerde interspecifieke kruisingen of rassen zoals Regent biedt de mogelijkheid om het gebruik van fungiciden in de toekomst aanzienlijk terug te dringen. Een belangrijke toepassing van deze rassen zal waarschijnlijk de productie worden van wijn uit biologisch geproduceerde druiven.

6. Evaluatie van de gevolgen voor het marktevenwicht

Met betrekking tot de gevolgen voor de wijnmarkt van de EU, kunnen de uitkomsten van de studie als volgt worden samengevat:

6.1. Hoewel bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 het beginsel gehandhaafd blijft dat geen druivenstokken van wijnrassen mogen worden aangeplant tot en met 31 juli 2010, zal het totale wijnbouwareaal niet worden beïnvloed door de eventuele introductie van interspecifieke rassen voor de productie van kwaliteitswijn.

6.2. In dat geval zou de opbrengst van interspecifieke rassen moeten worden gereglementeerd en moeten worden afgestemd op de opbrengst van Vitis vinifera, waardoor het totale volume wijn dat wordt geproduceerd niet ingrijpend zou veranderen en het huidige evenwicht zou worden bewaard.

6.3. Het EU-areaal dat met interspecifieke rassen zou kunnen worden aangeplant is in het kader van de studie berekend op basis van een index, die rekening houdt met verschillende parameters, waaronder:

* het aangepast zijn aan de weersomstandigheden,

* het beleid inzake biologische landbouw,

* het afgestemd zijn op de behoeften van de markt.

6.4. Op basis van deze index en ermee rekening houdende dat de gemiddelde opbrengst van interspecifieke rassen vergelijkbaar zou moeten zijn met die van rassen van Vitis vinifera, is in het kader van de studie berekend dat met de interspecifieke rassen de volgende hoeveelheden v.q.p.r.d. zouden kunnen worden vervaardigd:

Tabel 1 - Gemiddelde opbrengst (in hl/ha) en geraamde productie (in hl)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6.5. Uitgaande van een totale jaarlijkse productie van kwaliteitswijn van 70 miljoen hl, zouden interspecifieke rassen ongeveer 4,2% kunnen uitmaken van de totale hoeveelheid kwaliteitswijn na 10 jaar en 8,4% van de totale hoeveelheid kwaliteitswijn na 20 jaar. Bij een totale wijnproductie van 160 miljoen hl zou dat neerkomen op 1,8% van de totale productie na 10 jaar en 3,7% van de totale productie na 20 jaar.

6.6. Indien de beperkingen van aanplantingsrechten ook na 2010 zou worden gehandhaafd, zou de introductie van interspecifieke rassen geen enkele invloed hebben op de totale wijnproductie en zou het huidige marktevenwicht worden gehandhaafd.

6.7. De situatie zou er helemaal anders uitzien wanneer de markt niet zou gereglementeerd zijn (zonder beperking van de aanplant van wijnstokken). Het gaat hierbij niet alleen om interspecifieke rassen maar ook om rassen van Vitis vinifera: in dat geval kan zeer moeilijk een raming worden gemaakt van het evenwicht op de wijnmarkt en een dergelijke raming viel buiten het bestek van het verslag.

7. Conclusie van de studie

7.1. De meeste interspecifieke rassen zijn niet geschikt voor de productie van v.q.p.r.d. Voorlopig lijkt het erop dat slechts enkele rassen kunnen worden toegelaten voor de productie van v.q.p.r.d. Bovendien is het zeer waarschijnlijk dat, wanneer een dergelijke toelating wordt gegeven, de huidige interspecifieke rassen ook in de toekomst geen prominente plaats zullen innemen bij de productie van v.q.p.r.d. Zij kunnen wel zeer nuttig zijn voor de productie van biologische wijn.

8. Suggesties

8.1. Op grond van bovenstaande analyse stelt de Commissie voorlopig de volgende aanpak voor:

* Het verbod op het gebruik van interspecifieke rassen voor de productie van v.q.p.r.d. voorlopig handhaven.

* Dat zou een stimulans zijn om het onderzoek voort te zetten met het oog op nieuwe, betere interspecifieke rassen die wel geschikt zijn voor de productie van v.q.p.r.d.

9. Definities

wijnstok op eigen wortel: // wijnstokken die voldoende resistent zijn tegen phylloxera om gewoon te worden geplant en niet op een onderstok te worden geënt.

interspecifieke hybriden: // zie interspecifieke rassen.

interspecifieke rassen: // synoniem van interspecifieke hybriden. Rassen die kunnen worden teruggevoerd op kruisingen van rassen van Vitis vinifera met andere rassen. In het verslag wordt uitsluitend de term interspecifiek ras gebruikt met het oog op de uniformiteit.

meeldauw: // diverse schimmels in de wijnbouw die ernstige schade kunnen veroorzaken indien zij niet preventief worden behandeld. Er zijn twee hoofdsoorten: gewone meeldauw en valse meeldauw.

phylloxera: // een klein bladluisachtig insect dat de wortels van de wijnstokken aantast.

v.q.p.r.d.: // vins de qualité produits dans des régions spécifiques (In bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen).

tannines: // een complexe groep bestanddelen, bestaande uit fenolen, hydroxyzuren en andere.

ras: // onderverdeling van een soort, met gemeenschappelijke anatomische en morfologische kenmerken, op natuurlijke of kunstmatige wijze verkregen, bijv. door vegetatieve vermeerdering.

10. Lijst van de rassen die zijn geselecteerd voor het bestuderen van het gebruik van rassen van interspecifieke wijnstokken, uitgesplitst naar rassen voor witte en voor rode wijn

* Villard blanc (wit)

* Seyval blanc (wit)

* Bianca (wit)

* Zalagyöngye (=parel van Zala) (wit)

* Medina (rood)

* Regent (rood)

* Villard noir (rood)

* Couderc noir (rood)