Bijlagen bij COM(2003)840 - Tot vaststelling van de richtsnoeren voor de tweede ronde van het gemeenschappelijk initiatief EQUAL betreffende transnationale samenwerking ter bevordering van nieuwe middelen voor de bestrijding van alle vormen van discriminatie en ongelijkheden in verband met de arbeidsmarkt - "Vrij verkeer van goede ideeën"

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij de ontwerp-overeenkomst voor het ontwikkelingspartnerschap worden gevoegd;

[10] http://europa.eu.int/comm/ employment_social/equal/index.cfm?file=listdoc.cfm&nav_id_menu=10038&lang_id=6

* de methodologie en het mechanisme voor de continue evaluatie van de activiteiten en verwezenlijkingen, waaronder een beschrijving van verifieerbare indicatoren die aangeven hoe de doelstellingen, outputs en resultaten zullen worden gemeten en geëvalueerd;

* de overeenkomstige methodologie en mechanismen voor de monitoring en evaluatie van de gezamenlijke activiteiten in de transnationale samenwerking;

* de verbintenis van het ontwikkelingspartnerschap, inclusief zijn transnationale partners, om samen te werken in verband met de mainstreaming-activiteiten op nationaal en Europees niveau;

* de strategie en mechanismen voor een gender mainstreaming-aanpak.

(8) De ontwerp-overeenkomst voor het ontwikkelingspartnerschap moet ook aantonen dat het ontwikkelingspartnerschap aan de volgende voorwaarden voldoet:

* Financiële levensvatbaarheid: de beschikbaarheid van de nodige medefinanciering.

* Transparantie: publieke toegankelijkheid van de verkregen resultaten (producten, instrumenten, methoden, enz.).

* Capaciteitsopbouw en empowerment: het ontwikkelingspartnerschap heeft het vermogen om verschillende actoren te mobiliseren en in staat te stellen effectief rond hun gemeenschappelijke strategie samen te werken. Er zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan regelingen om ervoor te zorgen dat alle relevante actoren, zoals overheidsinstanties, de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, NGO's, het bedrijfsleven (met name kleine en middelgrote bedrijven) en de sociale partners te allen tijde bij het partnerschap betrokken kunnen worden. Het ontwikkelingspartnerschap moet aantonen dat alle partners ten volle hebben deelgenomen aan de planning en de ontwikkeling van de overeenkomst voor het ontwikkelingspartnerschap.

* Leergeest: het vermogen en de bereidheid om van anderen te leren en om actief samen te werken bij de uitvoering van activiteiten in verband met netwerking, verspreiding en mainstreaming op zowel nationaal als Europees niveau

(9) Het werkprogramma van het ontwikkelingspartnerschap heeft normaliter betrekking op een periode van maximaal 3 jaar.

(10) De beheersautoriteiten moeten voldoende steun verlenen om de ontwikkelingspartnerschappen in staat te stellen hun overeenkomst voor het ontwikkelingspartnerschap zo spoedig mogelijk te sluiten. Ontwikkelingspartnerschappen die geen ontwerp-overeenkomst overleggen, zullen worden gedeselecteerd, waarna de uitgaven niet meer voor financiering in aanmerking komen.

(11) Na ontvangst van de ontwerp-overeenkomst voor het ontwikkelingspartnerschap zullen de beheersautoriteiten normaliter binnen 8 weken de initiële selectie van het ontwikkelingspartnerschap bevestigen, inclusief de meerjarenbegroting die voor de uitvoering van het werkprogramma beschikbaar is (actie 2).

(12) De volgende mijlpalen betreffen een onderzoek naar de uitvoering van het werkprogramma, zoals aangegeven in de overeenkomst voor het ontwikkelingspartnerschap. Wanneer de niet-uitvoering van de activiteiten financiële gevolgen heeft, moeten de beheersautoriteiten de begroting dienovereenkomstig aanpassen. Deze onderzoeken moeten ten minste elke 12 maanden worden uitgevoerd.

11.3. Transnationale samenwerking

(13) De ontwikkelingspartnerschappen zullen aan de transnationale samenwerking deelnemen via

* De uitvoering van de transnationale samenwerkingsovereenkomst

* Deelname en bijdrage aan de nationale en Europese thematische netwerken en aan in het kader van EQUAL georganiseerde werkgroepen, evenementen, seminars en conferenties

* Deelnemingskosten (reis- en verblijfkosten) worden als subsidiabele kosten beschouwd en worden gedekt door de begroting van het ontwikkelingsagentschap (actie 2).

(14) De beheersautoriteiten nemen deel aan de transnationale samenwerking via

* Hun optreden als leidinggevende lidstaat voor thematische groepen

* Hun deelname en bijdrage aan de nationale en Europese thematische netwerken en aan in het kader van EQUAL georganiseerde werkgroepen, evenementen, seminars en conferenties

(15) De beheersautoriteiten moeten gebruik maken van hun eigen begroting voor technische bijstand om hen als leidinggevende lidstaat te ondersteunen en voor de organisatie van werkgroepen, evenementen, seminars en conferenties in het kader van EQUAL.

11.4. Mainstreaming

(16) De lidstaten stellen een mainstreaming-strategie vast waarin de doelstellingen, mechanismen en middelen worden aangegeven, inclusief netwerken om de mainstreaming op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau te vergemakkelijken. Deze mechanismen moeten gericht zijn op:

* de identificatie van de factoren die leiden tot ongelijkheid en discriminatie en de monitoring en analyse van het effect of mogelijke effect van de ontwikkelingspartnerschappen op de beleidsprioriteiten en op de verschillende gronden van discriminatie en ongelijkheid in verband met de arbeidsmarkt;

* de identificatie en de evaluatie van de factoren die leiden tot goede praktijken en benchmarks;

* de verspreiding van goede praktijken van ontwikkelingspartnerschappen.

(17) Ter verbetering van de mainstreaming van innovaties (actie 3) en na ontvangst van een voorstel van ontwikkelingspartnerschappen die hetzij afzonderlijk, hetzij in groepen optreden, of ad hoc-consortia van partners van ontwikkelingspartnerschappen, multiplicatoren en deskundigen, kunnen de beheersautoriteiten bijkomende activiteiten voor de evaluatie, de presentatie en de bevordering van materiaal voor goede praktijken op nationaal of Europees niveau financieren, omvattende

* validatie van de innovatie;

* benchmarking van de innovatie ten aanzien van bestaande benaderingen op nationaal niveau en in andere lidstaten;

* verspreiding van de innovatie onder meer actoren die betrokken zijn bij de aangepakte discriminatie;

* demonstratie en overdracht van goede praktijken, waaronder mentoring;

* en integratie van de ervaring en de uit EQUAL getrokken lessen.

(18) De beheersautoriteiten kunnen ook financiële steun verlenen aan mainstreaming-activiteiten (actie 3) van ontwikkelingspartnerschappen als onderdeel van de samenwerking binnen Europese thematische groepen.

12. Financiering

12.1. Voor subsidie in aanmerking komende activiteiten

(19) De normale subsidievoorschriften van het ESF zijn van toepassing (zie artikel 3 van de ESF-verordening). Om te bereiken dat de activiteiten een maximaal effect hebben, kan in het kader van EQUAL evenwel ook financiële steun worden verstrekt voor activiteiten die normaliter in aanmerking komen voor subsidiëring in het kader van het EFRO, het EOGFL - afdeling Oriëntatie of het FIOV (artikel 21, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/1999).

(20) Voor de bijdrage van de Gemeenschap gelden de percentages zoals vastgesteld in artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. In het licht van het innovatieve karakter van de te hanteren methoden wordt de systematische toepassing van de in de verordeningen aangegeven maxima aanbevolen.

(21) De subsidievoorschriften voor medefinanciering door de Structuurfondsen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1685/2000 als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1145/2003 [11]. Overeenkomstig Verordening 1260/1999 zijn de eindbegunstigden in het kader van EQUAL de ontwikkelingspartnerschappen. De aandacht van de lidstaten en de ontwikkelingspartnerschappen wordt daarom gevestigd op alle in Verordening 1145/2003 vastgestelde regels, met name regel nr. 1 Daadwerkelijk verrichte uitgaven en regel nr. 12 Subsidiabiliteit van de uitgaven op grond van de plaats van de verrichting.

[11] 1 Verordening (EG) nr. 1145/2003 van de Commissie van 27 juni 2003, PB L/160 van 28.6.2003

(22) De Commissie verwacht dat voldoende middelen ter beschikking zullen worden gesteld om het ontwikkelingspartnerschap in staat te stellen een kwalitatieve nationale en transnationale samenwerking tot stand te brengen. In deze context worden reis- en verblijfkosten als subsidiabele uitgaven beschouwd.

(23) De lidstaten controleren of de activiteiten van het ontwikkelingspartnerschap verenigbaar zijn met de bepalingen van het Verdrag, met name de bepalingen inzake staatssteun, en stellen de Commissie daarvan zo nodig op de hoogte overeenkomstig artikel 88, lid 3.

12.2. Technische bijstand

(24) Technische bijstand is beschikbaar ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van EQUAL en er kan steun worden verleend vóór het begin van de activiteiten van het ontwikkelingspartnerschap.

(25) Er kan technische bijstand tot maximaal 5% van de totale ESF-bijdrage worden verleend ter dekking van

* uitgaven in verband met de voorbereiding, de selectie, de beoordeling en de monitoring van de bijstand en de activiteiten (maar exclusief uitgaven voor de aanschaf en installatie van computersystemen voor beheer, monitoring en evaluatie);

* uitgaven voor vergaderingen van toezichtcomités en subcomités in verband met de verlening van de bijstand. Deze uitgaven kunnen ook de kosten van deskundigen en andere deelnemers aan deze comités, inclusief deelnemers uit derde landen, omvatten, wanneer de voorzitter van deze comités vindt dat hun aanwezigheid van essentieel belang is voor de doeltreffende verlening van de bijstand;

* uitgaven in verband met audits en controles ter plekke.

(26) Andere acties die in het kader van de technische bijstand kunnen worden medegefinancierd en waarvoor de maximale bijdrage van 5% niet geldt

* studies, seminars, voorlichtingsacties, verzameling, uitgave en verspreiding van ervaringen en resultaten;

* ondersteuning van thematische netwerken, verspreidingsactiviteiten en het opzetten van mechanismen voor beleidseffect;

* samenwerking in Europese netwerken en het delen van alle relevante informatie met andere lidstaten en de Commissie;

* evaluatie;

* aanschaf en installatie van computersystemen voor beheer, monitoring en evaluatie.

(27) De salariskosten van ambtenaren of andere overheidsfunctionarissen die betrokken zijn bij de uitvoering van dergelijke acties zijn niet subsidiabel. Voor de ESF-bijdrage voor de verlening van technische bijstand gelden de maxima, als bedoeld in artikel 29, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/1999.

(28) Voor de succesvolle tenuitvoerlegging van EQUAL is zeer veel samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie vereist: verzamelen en verwerken van informatie over de ontwikkelingspartnerschappen, opzetten van gegevensbanken, sturen van de processen in verband met de thematische studies, organiseren van seminars, publiceren van resultaten, etc. Een aantal specifieke taken die zonder steun op Europees niveau niet ten uitvoer kunnen worden gelegd, zullen op initiatief en onder toezicht van de Commissie op grond van oproepen tot inschrijving aan externe dienstverleners worden uitbesteed. De uitvoering van deze taken zal voor de volle honderd procent worden gefinancierd. Een indicatief bedrag van maximaal 2 % van de totale ESF-bijdrage zal worden gereserveerd voor de financiering van activiteiten die op initiatief van de Commissie worden uitgevoerd.

(29) De evaluatie van het effect van EQUAL is van cruciaal belang en zal worden uitgevoerd op alle drie actieniveaus:

* Alle ontwikkelingspartnerschappen zal worden verzocht verifieerbare bewijsstukken in verband met hun resultaten over te leggen om een basis voor benchmarking te creëren;

* Alle lidstaten zullen een onafhankelijke evaluatie van de tweede ronde op nationaal niveau uitvoeren en zullen in 2005 een (bijgewerkt) tussentijds verslag overleggen. De evaluatie van EQUAL moet de experimentele aanpak daarvan weerspiegelen en zal daarom niet alleen betrekking hebben op de klassieke evaluatiedimensies zoals relevantie, doeltreffendheid, doelmatigheid, nut en duurzaamheid, maar zal ook aandacht besteden aan de processen, de ondersteuningsstructuren en de beleidsuitvoeringssystemen;

* Op het niveau van de Unie zal de Commissie op grond van de bijdragen van de lidstaten in hun nationale actieplannen een evaluatiemechanisme opzetten voor de beoordeling van de gevolgen van EQUAL voor de Europese werkgelegenheidstrategie, het sociale integratieproces en andere communautaire beleidsmaatregelen en programma's.