Bijlagen bij COM(2004)766 - Jaarlijks verslag van het Cohesiefonds (2003) (SEC(2004) 1470)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2004)766 - Jaarlijks verslag van het Cohesiefonds (2003) (SEC(2004) 1470).
document COM(2004)766 NLEN
datum 15 december 2004
bijlage.

Vervoerprojecten van algemeen belang in het kader van de trans-Europese netwerken (TEN) worden gefinancierd uit de TEN-begrotingslijn, terwijl het Cohesiefonds specifiek middelen ter beschikking stelt voor de TEN-vervoersinfrastructuur. Coördinatie tussen de TEN-begroting en het Cohesiefonds is belangrijk, omdat beide communautaire financieringsinstrumenten uitgaan van het feit dat niet aan zee grenzende regio’s, perifere regio’s en eilandregio’s, die structureel nadeel ondervinden van hun ligging, aansluiting moeten krijgen bij de centrale regio’s van de Gemeenschap.

De herziening van de richtsnoeren voor de ontwikkeling van een transeuropees vervoersnet[3] is in 2003 voortgezet. Een Groep op hoog niveau bestaande uit vertegenwoordigers van de huidige en de toekomstige lidstaten en van de EIB heeft de Commissie aanbevelingen gedaan inzake nieuwe prioriteitsprojecten in de uitgebreide EU.

Op basis van de aanbevelingen van de Groep op hoog niveau en van de resultaten van de openbare raadpleging over het verslag heeft de Commissie op 1 oktober 2003 een nieuw voorstel gepresenteerd[4] dat een aanvulling vormt op het voorstel van 2001. In het nieuwe voorstel worden nog eens negen nieuwe projecten toegevoegd aan de lijst van prioritaire projecten, waarmee het totaal van de projecten met betrekking tot grote vervoerassen op 29 is komen te liggen. De lidstaten dienen bij voorrang voor deze projecten middelen uit de EU- financieringsinstrumenten te vragen.

4.2. Milieu

In 2003 nam de milieusector 46,2% van de totale vastleggingen van het Cohesiefonds voor zijn rekening (d.i. 1.309 miljoen euro). Drinkwatervoorziening, afvalwaterzuivering en afvalverwerking blijven prioriteiten in dit verband. De in 2003 goedgekeurde projecten en acties per lidstaat zijn opgenomen in de bijlage.

Het Cohesiefonds levert een bijdrage aan de meer algemene doelstellingen van het milieubeleid in samenhang met duurzame ontwikkeling en in het bijzonder de verwezenlijking van de doelstellingen op de prioritaire gebieden van het zesde actieprogramma, met name het beheer van natuurlijke hulpbronnen, afvalbeheer en klimaatsverandering.

In 2003 heeft het Cohesiefonds zich verder ingespannen voor de tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving door rechtstreekse financiering van voorzieningen voor afvalwaterzuivering, drinkwatervoorziening of afvalverwerking, maar ook door als voorwaarde voor de toekenning van financiering te stellen dat bepaalde richtlijnen correct moeten worden toegepast. Het betreft zowel thematische richtlijnen die vooral op grondgebruik betrekking hebben - zoals de richtlijnen inzake natuurbehoud, afvalbeheer en waterzuivering - als de richtlijn inzake de milieueffectbeoordeling.

5. CONTROLEBEZOEKEN EN CONCLUSIES

In 2003 heeft DG Regionaal beleid in de vier Cohesiefondslanden bij 17 auditbezoeken controles van projecten uitgevoerd en bij 10 auditbezoeken controles van de beheers- en controlesystemen verricht. In de betrokken vier lidstaten zijn problemen aan het licht gekomen.

Bij de projecten hebben de belangrijkste geconstateerde tekortkomingen betrekking op de procedures voor overheidsopdrachten, hoewel de situatie per lidstaat verschilt. De in 2002 geconstateerde verbetering van de situatie, met name wat betreft de inachtneming van Beschikking 96/455 inzake voorlichtings- en publiciteitsacties, heeft zich in 2003 doorgezet.

Voor de geconstateerde onregelmatigheden lopen contradictoire procedures met de vier lidstaten, waarbij wordt nagegaan of eventuele financiële correcties moeten worden toegepast.

Met betrekking tot de door de lidstaten opgezette systemen is een audit in drie fasen uitgevoerd. In de eerse fase werd de beschrijving van de systemen die door de lidstaten aan de Commissie was verstrekt, onderzocht, in de twee andere fasen konden de gegevens over de systemen ter plaatse worden gecontroleerd aan de hand van conformiteitstests. Daarbij is vastgesteld dat de lidstaten hun inspanningen om hun organisatie aan te passen aan de eisen van Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie betreffende de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties, hebben voortgezet, maar op welbepaalde gebieden zijn er nog steeds problemen.

Met Spanje en Griekenland is een actieplan opgezet: de bedoeling daarvan is ervoor te zorgen dat in de loop van 2004 de nodige aanpassingen worden aangebracht zodat het directoraat-generaal Regionaal beleid een redelijke zekerheid heeft over het functioneren van de beheers- en controlesystemen.

6. ONREGELMATIGHEDEN EN OPSCHORTING VAN DE BIJSTAND

In 2003 heeft het Europese bureau voor fraudebestrijding (OLAF) de verslagen afgerond met betrekking tot de audits die het Bureau in 2002 samen met DG Regionaal beleid in de vier cohesielanden heeft verricht en waarbij is nagegaan hoe deze begunstigde lidstaten uitvoering geven aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1831/94 van de Commissie over de systemen en procedures voor melding en opvolging van onregelmatigheden op dit gebied. De conclusies van deze audits zijn aan de lidstaten meegedeeld; aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Rekenkamer is een samenvattend verslag voorgelegd.

Op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1831/94 van de Commissie betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het Cohesiefonds en terugvordering van in dat kader onverschuldigd betaalde bedragen, alsmede betreffende de inrichting van een informatiesysteem op dit gebied zijn de begunstigde lidstaten verplicht gevallen van onregelmatigheden die in eerste instantie door bestuurlijke of gerechtelijke instanties zijn ontdekt aan de Commissie te melden.

In 2003 hebben twee lidstaten, Griekenland en Portugal, respectievelijk 36 en 10 onregelmatigheden aan de Commissie gemeld. De gevallen waarvan de Griekse autoriteiten melding hebben gemaakt betroffen Gemeenschapsmiddelen ten bedrage van in totaal 121.005.484 euro, waarvan 120.240.418 euro in mindering werd gebracht op de bij de Commissie ingediende betalingsaanvragen. In de meeste gevallen ging het bij de onregelmatigheid om de niet-naleving van de regels voor aanbestedingen en voor het overige betrof het niet-subsidiabele uitgaven. De gevallen waarvan de Portugese autoriteiten melding hebben gemaakt betroffen Gemeenschapsmiddelen ten bedrage van in totaal 21.043.856 euro. In ruim de helft van de gevallen ging het eveneens om niet-naleving van de regels voor aanbestedingen en voor het overige betrof het niet-subsidiabele uitgaven. Opgemerkt zij dat van de laatstgenoemde gevallen ruim de helft bij communautaire controles is opgespoord. Een bedrag van 897.896 euro is op nationaal niveau teruggevorderd, de rest moet nog worden teruggevorderd.

De overige twee begunstigde lidstaten hebben de Commissie, in het kader van de bovengenoemde verordening, medegedeeld dat zij gedurende het verslagjaar geen onregelmatigheden hebben geconstateerd.

7. EVALUATIE

Overeenkomstig het bepaalde in de herziene Verordening (EG) nr. 1164/94 onderwerpen de Commissie en de begunstigde lidstaten de investeringsprojecten waarvoor medefinanciering uit het Cohesiefonds wordt gevraagd aan een beoordeling vooraf en een evaluatie om toe te zien op de doeltreffendheid van de communautaire bijstand.

Elke aanvraag om bijstand gaat vergezeld van een evaluatie ex-ante van de kosten en de baten van het door de begunstigde lidstaat ingediende project, waarbij moet worden aangetoond dat de aan de projecten verbonden sociaal-economische voordelen op middellange termijn evenredig zijn aan de omvang van de vrijgemaakte middelen. De Commissie onderzoekt deze evaluatie volgens de nieuwe handleiding inzake kosten/baten-analyses, die zowel door de projectleiders als door de Commissie wordt gebruikt om de relevantie van de betrokken medefinancieringen te beoordelen. Op basis van de nieuwe handleiding voor kosten/baten-analyses van de grote projecten hebben de diensten van de Commissie in het jaar 2003 belangrijke inspanningen gedaan om de coherentie van de financiële analyse ex ante van de verschillende projecten te verbeteren.

Verder is in 2003 de evaluatie ex post van een steekproef van 200 projecten die in de periode 1994-2002 door het Cohesiefonds werden medegefinancierd, gestart. De resultaten van dat onderzoek worden voor het einde van 2004 verwacht.

8. VOORLICHTING EN PUBLICITEIT

Op 19 november 2003 zijn in Brussel twee voorlichtingsvergaderingen met de vijftien lidstaten en de kandidaatlanden voor toetreding gehouden.

Tijdens de eerste vergadering heeft de Commissie de ramingen van de vastleggingen en de betalingen voor het jaar gepresenteerd, terwijl de lidstaten verslag hebben uitgebracht over de situatie op nationaal niveau. De Commissie heeft de op basis van Beschikking 96/455/EG inzake de voorlichtings- en publiciteitsacties vastgestelde ontwerp-verordening gepresenteerd. Naar aanleiding van de problemen die waren gerezen bij de toepassing van sommige bepalingen van de beschikking hadden bepaalde lidstaten namelijk de wens uitgesproken de tekst te wijzigen. Om juridische redenen is de beschikking vervangen door een verordening van de Commissie.

Tijdens de voorlichtingsvergadering van november heeft de Commissie het jaarlijks verslag van het Cohesiefonds over 2002 aangeboden, de ramingen van de vastleggingen en de betalingen voor het jaar gepresenteerd, en meegedeeld dat Ierland op grond van de resultaten van de herziening halverwege de looptijd, vanaf 1 januari 2004 niet meer in aanmerking komt voor bijstand uit het Cohesiefonds.

[1] Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1264/99 van de Raad.

[2] Namelijk het geraamde resultaat voor 2001 volgens het verslag van september 2002 betreffende de omvang van het overheidstekort en van de overheidsschuld overeenkomstig Verordening (EG) 3605/93 van de Raad, als gewijzigd bij Verordening (EG) 475/2000 van de Raad.

* Met inbegrip van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV).

[3] Beschikking nr. 1692/96/EG

[4] COM(2003) 564 def.: Voorstel voor een Beschikking van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van het gewijzigde voorstel voor een Beschikking van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet.