Bijlagen bij COM(2005)633 - 34e Financieel verslag betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), Afdeling garantie - Begrotingsjaar 2004

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE – BEGROTINGSJAAR 2004 – BESTEDING VAN DE KREDIETEN VAN HET EOGFL-GARANTIE (DEFINITIEVE CIJFERS) 11

Mededeling : Dit verslag gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie. De volledige tekst van dat werkdocument (in het Engels) en de bijbehorende tabellen (in het Frans) zullen beschikbaar zijn op de website van het DG Landbouw.

BEGROTINGSPROCEDURE

Voorontwerp van begroting 2004

Het voorontwerp van begroting (VOB) 2004 (met ramingen voor de EU-10) is in mei 2003 door de Commissie vastgesteld en aan de begrotingsautoriteit voorgelegd. Voor het EOGFL-Garantie werden daarin kredieten voorgesteld ten bedrage van in totaal 47 873,9 miljoen euro, namelijk 41 337,9 miljoen euro voor subrubriek 1a en 6 536,0 miljoen euro voor subrubriek 1b (plattelandsontwikkeling).

Ontwerp-begroting 2004

De Raad heeft de ontwerp-begroting 2004 (met ramingen voor de EU-10) in juli 2003 vastgesteld. Daarin zijn de kredieten voor subrubriek 1a met 160,0 miljoen euro verlaagd ten opzichte van het VOB. De in het VOB voorgestelde kredieten voor subrubriek 1b heeft de Raad ongewijzigd gelaten.

Nota van wijzigingen voor 2004

Eind oktober 2003 heeft de Commissie nota van wijzigingen nr. 2 bij het VOB 2004 (met ramingen voor de EU-10) vastgesteld. Volgens deze nota van wijzigingen bedroegen de voor het begrotingsjaar 2004 benodigde kredieten 46 781,4 miljoen euro, waarvan 40 245,4 miljoen euro voor subrubriek 1a en 6 536,0 miljoen euro voor subrubriek 1b.

Vaststelling van de begroting 2004

In december 2003 is de begroting 2004 (EU-15) vastgesteld. De kredieten voor het EOGFL-Garantie bedroegen in totaal 44 761,4 miljoen euro, namelijk 39 958,4 miljoen euro voor subrubriek 1a en 4 803,0 miljoen euro voor subrubriek 1b.

Gewijzigde begroting 1/2004

In april 2004 heeft de begrotingsautoriteit met gewijzigde begroting 1/2004 de op de begroting 2004 uitgetrokken kredieten voor het EOGFL-Garantie aangepast aan de EU-25. Deze kredieten werden daarmee gebracht op 46 781,4 miljoen euro, als volgt verdeeld:

- de kredieten voor subrubriek 1a werden vastgesteld op 40 245,4 miljoen euro,

- de kredieten voor subrubriek 1b werden vastgesteld op 6 536,0 miljoen euro.

Gewijzigde begroting 10/2004

Gunstige ontwikkelingen op de landbouwmarkten in 2003/2004 leidden tot een belangrijke onderbesteding van de oorspronkelijke kredieten van het EOGFL-Garantie voor 2004. Omdat de behoefte aan betalingskredieten voor de Structuurfondsen was gestegen, heeft de Commissie voorgesteld de kredieten voor het EOGFL-Garantie te verlagen door middel van gewijzigde begroting 10/2004, die op 2 december 2004 door het Europees Parlement is vastgesteld. Deze verlaging betrof uitsluitend onder subrubriek 1a van de begroting vallende regelingen en bedroeg 1,7 miljard euro. De totale kredieten werden derhalve als volgt van 46 781,4 miljoen euro tot 45 081,4 miljoen euro verlaagd:

- subrubriek 1a: de kredieten voor 2004 werden verlaagd tot 38 545,4 miljoen euro,

- subrubriek 1b: de kredieten voor 2004 werden gehandhaafd op 6 536,0 miljoen euro.

KASPOSITIE EN BEHEER VAN DE KREDIETEN

A. BEHEER VAN DE KREDIETEN

Voor het begrotingsjaar 2004 beschikbare kredieten

De gewone kredieten die uiteindelijk beschikbaar waren voor het begrotingsjaar, bedroegen 45 080 785 000 euro. Bovendien had de Commissie besloten tot een niet-automatische kredietoverdracht van 2003 naar 2004 voor een bedrag van 41 200 000 euro.

Gebruik van de voor het begrotingsjaar 2004 beschikbare kredieten

B egrotingsverrichtingen

De navolgende tabel geeft een gedetailleerd overzicht van de begrotingsverrichtingen in de loop van het begrotingsjaar 2004:

in euro’s

1. Beschikbare kredieten – gewone kredieten (GK’s) – niet automatisch overgedragen kredieten (NAOK’s) 2. Vastleggingen – voor uitgaven van de lidstaten uit de GK’s – voor uitgaven uit de NAOK’s – voor rechtstreekse betalingen Totaal vastleggingen 3. Afboekingen op de vastleggingen – voor uitgaven van de lidstaten uit de GK’s – voor uitgaven uit de NAOK’s – voor rechtstreekse betalingen Totaal afboekingen 4. Van rechtswege over te dragen kredieten – voor uitgaven van de lidstaten uit de GK’s – voor uitgaven van de lidstaten uit de NAOK’s – voor rechtstreekse betalingen Totaal van rechtswege over te dragen 5. Niet automatisch over te dragen kredieten 6. Vervallen kredieten (= 1 – 2 – 5) | 45 080 785 000,00 41 200 000,00 42 608 520 270,96 41 200 000,00 2 110 823 926,05 44 760 544 197,01 42 608 520 270,96 41 200 000,00 658 618 528,22 43 308 338 799,18 0,00 0,00 1 452 205 397,83 1 452 205 397,83 49 500 000,00 311 940 802,99 |

Van rechtswege over te dragen kredieten

Het verschil tussen de vastleggingen en de afboekingen daarop (betalingen) wordt van rechtswege overgedragen. Voor de overdracht van het begrotingsjaar 2004 naar het begrotingsjaar 2005 gaat het om 1 452,21 miljoen euro. Het betreft kredieten die de Commissie had vastgelegd voor rechtstreeks door haarzelf te verrichten uitgaven, maar die aan het einde van het begrotingsjaar nog niet waren betaald.

Niet automatisch over te dragen kredieten

Overeenkomstig de artikelen 9 en 149 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement heeft de Commissie besloten tot een niet-automatische overdracht van kredieten van het begrotingsjaar 2004 naar het begrotingsjaar 2005 voor een bedrag van in totaal 49,50 miljoen euro. Het betreft:

- 8,3 miljoen euro voor post 05.040101 “Investeringen op landbouwbedrijven”,

- 8,1 miljoen euro voor post 05.040107 “Milieumaatregelen in de landbouw”,

- 2,5 miljoen euro voor post 05.040109 “Verbetering van de verwerking en de afzet van landbouwproducten”,

- 14,2 miljoen euro voor post 05.040110 “Bosbouw – oude regeling”,

- 9,6 miljoen euro voor post 05.040112 “Bevordering van de aanpassing en de ontwikkeling van plattelandsgebieden”,

- 6,3 miljoen euro voor post 05.040113 “Overige plattelandsontwikkelingsmaatregelen”,

- 0,5 miljoen euro voor post 17.010404 “Verkennende studie: risicofinancieringsmodel voor vee-epidemieën”.

Van rechtswege van het begrotingsjaar 2003 naar het begrotingsjaar 2004 overgedragen kredieten

De navolgende tabel geeft een algemeen overzicht van het gebruik van deze overgedragen kredieten in de loop van het begrotingsjaar 2004:

in euro’s

1. Overgedragen vastleggingen – voor uitgaven van de lidstaten – voor rechtstreekse betalingen Totaal vastleggingen 2. Doorhalingen van overgedragen vastleggingen – voor uitgaven van de lidstaten – voor rechtstreekse betalingen Totaal doorhalingen 3. Afboekingen op de overgedragen vastleggingen – voor uitgaven van de lidstaten – voor rechtstreekse betalingen Totaal afboekingen 4. Vervallen kredieten (= 1 + 2 – 3) – voor uitgaven van de lidstaten – voor rechtstreekse betalingen Totaal vervallen overgedragen kredieten | – 290 027 351,56 290 027 351,56 – (4 980 533,16) (4 980 533,16) – 271 092 704,60 271 092 704,60 – 13 954 113,80 13 954 113,80 |

Niet automatisch van het begrotingsjaar 2003 naar het begrotingsjaar 2004 overgedragen kredieten

Overeenkomstig de artikelen 9 en 149 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 houdende het Financieel Reglement had de Commissie besloten tot een niet-automatische overdracht van kredieten van het begrotingsjaar 2003 naar het begrotingsjaar 2004 voor een bedrag van in totaal 41,20 miljoen euro.

Het betrof 8,7 miljoen euro voor post 05.040109 (B01-4060) “Verbetering van de verwerking en de afzet van landbouwproducten” en 32,5 miljoen euro voor post 05.040111 (B01-4070) “Bosbouw – nieuwe regeling (artikel 31)”.

Kredietoverschrijvingen binnen het EOGFL-Garantie

De begrotingsautoriteit heeft in 2004 de volgende kredietoverschrijvingen goedgekeurd:

Overschrijving tussen hoofdstukken nr. 14/04[1]:

- van de hoofdstukken 17.01 “Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein Gezondheid en consumentenbescherming” (– 1 miljoen euro) en 17.04 “Voedselveiligheid, veterinaire maatregelen, dierenwelzijn, fytosanitaire maatregelen” (– 38,665 miljoen euro)

- naar hoofdstuk 17.04 “Voedselveiligheid, veterinaire maatregelen, dierenwelzijn, fytosanitaire maatregelen” (+ 39,665 miljoen euro).

Overschrijving tussen hoofdstukken nr. 07/04 (naar een begrotingsonderdeel dat niet tot het EOGFL behoort):

- van hoofdstuk 05.01 “Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein Landbouw” (– 0,5 miljoen euro).

Overschrijving tussen titels nr. 13/04:

- van de hoofdstukken 05.02 “Plantaardige producten” (– 20 miljoen euro) en 05.03 “Dierlijke producten” (– 80 miljoen euro)

- naar hoofdstuk 17.04 “Voedselveiligheid, veterinaire maatregelen, dierenwelzijn, fytosanitaire maatregelen” (+ 100 miljoen euro).

B. VOORSCHOTTENREGELING

Voorschotten voor de lidstaten

Maandelijkse voorschotten op de afrekening

In artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[2] is het volgende bepaald: “De Commissie neemt een besluit over de maandelijkse voorschotten op basis van de uitgaven die door de erkende betaalorganen zijn gedaan.”. Deze voorschotten worden aan de lidstaten overgemaakt aan het begin van de tweede maand na die waarin de betrokken uitgaven door de betaalorganen zijn gedaan.

Voor het begrotingsjaar 2004 had de toepassing van de voorschottenregeling betrekking op de betalingen die de betaalorganen van de lidstaten hebben gedaan in de periode van 16 oktober 2003 tot en met 15 oktober 2004. Het nettobedrag aan voorschotten dat voor dat begrotingsjaar werd betaald, was 42 649 720 270,96 euro.

Voorschotbeschikkingen voor het begrotingsjaar 2004

Voor het begrotingsjaar 2004 heeft de Commissie 12 beschikkingen inzake de maandelijkse voorschotten gegeven.

In december 2004 zijn ook nog aanvullende voorschotten goedgekeurd om de toegekende voorschotten aan te passen aan het totaal van de ten laste van het begrotingsjaar te brengen uitgaven.

Verlaging en schorsing van voorschotten

In 200 4 zijn in het kader van de aan de lidstaten overgemaakte voorschotten correcties toegepast ten bedrage van in totaal – 78,36 miljoen euro.

UITVOERING VAN DE BEGROTING 2004

Over het algemeen gunstige ontwikkelingen op de landbouwmarkten in 2003/2004, en ook andere factoren, waren van invloed op de omvang van de uitgaven ten laste van de begroting 2004 wat sommige onderdelen van het EOGFL-Garantie betreft en hadden een belangrijke onderbesteding van de kredieten tot gevolg. Wegens deze onderbesteding en ter verhoging van de voor de Structuurfondsen beschikbare kredieten zijn de kredieten voor het EOGFL-Garantie met 1,7 miljard euro verlaagd.

De als bijlage bijgevoegde tabel geeft een overzicht van de uitvoering van de begroting 2004. Daarbij worden ook de verschillen aangegeven tussen die uitvoering en de kredieten die beschikbaar waren nadat de oorspronkelijke kredieten (gewijzigde begroting 1/2004) waren verlaagd (gewijzigde begroting 10/2004).

De kredieten ten bedrage van 46 781,4 miljoen euro die voor de EU-25 beschikbaar waren als gevolg van gewijzigde begroting 1/2004, werden namelijk door middel van gewijzigde begroting 10/2004 verlaagd tot 45 081,4 miljoen euro. Van dit laatste bedrag werd 0,5 miljoen euro overgeschreven naar een onder het DG Milieu vallend begrotingsonderdeel voor een studie over milieu-indicatoren. Daardoor bedroegen de beschikbare kredieten 45 080,9 miljoen euro. De landbouwuitgaven (inclusief visserij en veterinaire maatregelen) voor 2004 bedroegen 44 719,3 miljoen euro, zodat sprake was van een onderbesteding ten belope van – 2 061,5 miljoen euro in vergelijking met de oorspronkelijke begroting (gewijzigde begroting 1/2004). Ten opzichte van de door middel van gewijzigde begroting 10/2004 met 1,7 miljard euro verlaagde kredieten bedroeg de onderbesteding uiteindelijk – 361,5 miljoen euro.

OPMERKINGEN OVER DE UITVOERING VAN DE BEGROTING

Subrubriek 1a

Voor subrubriek 1a was van een onderbesteding sprake bij alle begrotingshoofdstukken met uitzondering van hoofdstuk 05 07 (audit van de landbouwuitgaven) en hoofdstuk 17 04 (voedselveiligheid, veterinaire maatregelen, dierenwelzijn, fytosanitaire maatregelen), waar de uitgaven de respectieve kredieten overschreden. De onderbesteding was echter geconcentreerd in de volgende hoofdstukken:

- plantaardige producten, waar de onderbesteding voornamelijk betrekking had op granen, rechtstreekse steun voor akkerbouwgewassen, suiker, vezelgewassen, groenten en fruit en wijn,

- dierlijke producten, waar de onderbesteding hoofdzakelijk melk en zuivelproducten en rundvlees betrof.

Hierna wordt in het kort ingegaan op de oorzaken van de verschillen die voor sommige begrotingsartikelen kunnen worden geconstateerd tussen de besteding en de uiteindelijk in de begroting beschikbare kredieten:

Artikel 05 02 01: Marktmaatregelen voor granen

Marktontwikkelingen en weersomstandigheden in en buiten de Europese Unie waren van invloed op de uitgaven voor deze sector. Doordat de oogsten in 2003 in grote delen van de wereld tegenvielen, waren de wereldmarktprijzen voor de verschillende producten van deze sector hoger dan die waarvan bij de opstelling van de begroting 2004 was uitgegaan. De uitgevoerde hoeveelheden granen en de betaalde bedragen aan uitvoerrestituties waren dan ook kleiner dan de ramingen waarop de begroting 2004 was gebaseerd. De slechte oogsten hadden bovendien tot gevolg dat voor kleinere hoeveelheden aardappelzetmeel productierestituties werden toegekend en dat de productierestituties voor zetmeel gedurende het grootste deel van het begrotingsjaar op nul bleven wegens de hoge wereldmarktprijs CIF Rotterdam voor maïs.

Artikel 05 02 03: Rechtstreekse betalingen voor akkerbouwgewassen

De definitieve cijfers over de beteelde oppervlakten en de opbrengsten die de lidstaten op 15 februari 2004 hebben meegedeeld, hadden tot gevolg dat de uitgaven voor rechtstreekse steun lager uitvielen dan die waarvan voor de begroting 2004 was uitgegaan.

Artikel 05 02 05: Suiker

De uitgevoerde hoeveelheden suiker waren veel kleiner dan bij de opstelling van de begroting 2004 was aangenomen, zodat minder hoefde te worden uitgegeven voor uitvoerrestituties.

Artikel 05 02 07: Vezelgewassen

De onderbesteding bij dit artikel is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de lagere uitgaven voor de steun voor katoen. De productie van dit gewas in Griekenland en Spanje was namelijk kleiner dan de hoeveelheden waarvan voor de begroting 2004 was uitgegaan.

Artikel 05 02 08: Groenten en fruit

De onderbesteding bij dit artikel was hoofdzakelijk het gevolg van de gunstige marktsituatie in deze sector, die ertoe heeft geleid dat kleinere hoeveelheden groenten en fruit uit de markt werden genomen en dat voor bananen hogere prijzen werden verkregen en dus minder compenserende steun hoefde te worden betaald. Hierdoor waren de uitgaven voor de genoemde maatregelen lager dan de kredieten die op grond van de desbetreffende ramingen op de begroting 2004 waren uitgetrokken.

Artikel 05 02 09: Wijn

De geringere uitgaven in de sector wijn waren het gevolg van de hoge kwaliteit van de in het wijnoogstjaar 2003/2004 geproduceerde wijn. Hierdoor werd geen beroep gedaan op de regeling voor crisisdistillatie, zodat minder alcohol in openbare opslag werd genomen. Ook werden kleinere hoeveelheden druivenmost gebruikt voor de verrijking van wijn.

Artikel 05 03 01: Melk en zuivelproducten

Dankzij de gunstige situatie op de interne en externe zuivelmarkten kon de steun voor ondermelk en mageremelkpoeder en voor boter op lagere niveaus worden vastgesteld dan die waarvan voor de begroting 2004 was uitgegaan. Ook was de hoeveelheid melk waarop de superheffing moest worden betaald, viermaal zo groot als de voor de begroting 2004 geraamde hoeveelheid, zodat de ontvangsten uit die heffing dienovereenkomstig hoger waren.

Artikel 05 03 02: Rundvlees

Doordat minder vlees en levende dieren werden uitgevoerd dan bij de opstelling van de begroting 2004 was aangenomen, vielen de betrokken uitgaven lager uit. Voorts waren op de begroting 2004 kredieten uitgetrokken voor de nog aan de lidstaten terug te betalen bedragen die deze hadden uitgegeven in het kader van de bijzondere maatregelen ter ondersteuning van de markt voor rundvlees. Die terugbetalingen vonden echter reeds in 2001 plaats, zodat de daartoe op de begroting 2004 uitgetrokken kredieten ongebruikt bleven.

Subrubriek 1b

Artikel 05 04 01: Plattelandsontwikkeling (EU-15)

Op grond van Verordening (EG) nr. 1257/1999 worden de 89 goedgekeurde programma’s voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2000–2006 van de EU-15 door het EOGFL-Garantie medegefinancierd uit de kredieten voor subrubriek 1b. Van de kredieten die in 2004 hiervoor beschikbaar waren, is 98% uitbetaald voor daadwerkelijk voor die programma’s verrichte uitgaven. Ook de van 2003 overgedragen 41,2 miljoen euro werd uitbetaald. Van een belangrijke onderbesteding van de beschikbare begrotingsmiddelen was sprake voor de volgende maatregelen: investeringen op landbouwbedrijven, vervroegde uittreding (oude regeling), milieumaatregelen in de landbouw (oude regeling) en bosbouw (oude regeling).

Artikel 05 04 04: Overgangsinstrument voor de financiering van plattelandsontwikkeling uit het EOGFL, Garantie, voor de nieuwe lidstaten

Op grond van Verordening (EG) nr. 1257/1999 worden de in 2004 goedgekeurde programma’s voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2004–2006 van de tien nieuwe lidstaten door het EOGFL-Garantie medegefinancierd op basis van gesplitste kredieten. Alle op de begroting uitgetrokken kredieten werden vastgelegd, terwijl de betalingen circa 628,9 miljoen euro bedroegen.

Indeling van de uitgaven naar economische aard

De uitgaven uit het EOGFL-Garantie voor de eigenlijke landbouw vallen uiteen in twee grote categorieën: enerzijds de uitgaven voor restituties en anderzijds de uitgaven voor “interventiemaatregelen”. De interventiemaatregelen omvatten in hoofdzaak de rechtstreekse steun, de opslagmaatregelen, het uit de markt nemen van producten en daarmee vergelijkbare maatregelen, en de overige interventiemaatregelen. Naast de bovengenoemde categorieën uitgaven voor de eigenlijke landbouw worden uit het EOGFL-Garantie ook uitgaven voor plattelandsontwikkeling gefinancierd.

Uitvoerrestituties

In het begrotingsjaar 2004 is 3 384,2 miljoen euro uitgegeven voor restituties, wat neerkomt op 7,6% van de totale uitgaven uit het EOGFL-Garantie, dit is nagenoeg hetzelfde percentage als in het begrotingsjaar 2003.

Rechtstreekse steun

Het EOGFL-Garantie heeft in het begrotingsjaar 2004 in totaal 44 760,5 miljoen euro uitgegeven. Daarvan ging 29 824,5 miljoen euro of 67% naar de rechtstreekse steun (waarvan 17 122,7 miljoen euro voor akkerbouwgewassen en 8 783,2 miljoen euro voor dierlijke productie). Ook in dit geval was het procentuele aandeel in de totale uitgaven uit het EOGFL-Garantie nagenoeg hetzelfde als in het begrotingsjaar 2003. In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1259/1999 van 17 mei 1999 (PB L 160, blz. 113) is aangegeven welke uitgaven tot de rechtstreekste steun worden gerekend.

Opslag

In het begrotingsjaar 2004 bedroegen de uitgaven voor opslag 322,4 miljoen euro of minder dan 1% van de totale uitgaven uit het EOGFL-Garantie. Dit procentuele aandeel is gedaald ten opzichte van het begrotingsjaar 2003, toen het 2% bedroeg. Het gaat hoofdzakelijk om de opslag van granen (44,7 miljoen euro), wijn (203,2 miljoen euro) en varkensvlees (30,0 miljoen euro).

Overige interventiemaatregelen

Het betreft de interventiemaatregelen die niet tot de bovengenoemde categorieën behoren. Daarvoor is 11 229,3 miljoen euro uitgegeven, dit is 25% van de totale uitgaven uit het EOGFL-Garantie in het begrotingsjaar.

BIJLAGE – BEGROTINGSJAAR 2004 – BESTEDING VAN DE KREDIETEN VAN HET EOGFL-GARANTIE (DEFINITIEVE CIJFERS)

[pic]

[1] 38,665 miljoen euro van de artikelen 17.0401 en 17.0404 naar artikel 17.0403.

[2] PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.