Bijlagen bij COM(1999)713 - Vastgoedbeleid - Brussel

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(1999)713 - Vastgoedbeleid - Brussel.
document COM(1999)713 NLEN
datum 16 december 1999
bijlage I.

De tweede groep transacties is ingewikkelder. Dit komt omdat het niet alleen gaat om onderhandelingen over contracten met één eigenaar van onroerend goed of één projectontwikkelaar, maar ook over het sluiten van een overeenkomst met de Belgische regering, vertegenwoordigd door de Regie der gebouwen. De laatstgenoemde overeenkomst zal een wijziging zijn op de al eerder genoemde overeenkomst van 1991. De reden hiervoor is dat bij de transacties die betrekking hebben op de gebouwen Eurosquare, het voormalige klooster Van Maerlant en Belliard 100, deze nieuwe gebouwen in de plaats komen van vervangende gebouwen die nu in het kader van de overeenkomst uit 1991 worden gehuurd door de Belgische regering, die ook die huur betaalt.

Daarom moet overeenstemming worden bereikt over een aanhangsel bij laatsgenoemde overeenkomst zodat de Commissie in plaats van de vervangende gebouwen van lagere kwaliteit de bovengenoemde betere gebouwen kan gebruiken. Het betekent ook dat voor twee van de drie gebouwen het door België betaalde geld een bijdrage zal zijn voor de aankoop van de gebouwen, zodat de investering voor beide partijen beter is.

Ook in dit geval echter dient de eigenaar te worden betaald voor de inrichtingskosten van de drie nieuwe gebouwen. Dat zal gedeeltelijk worden bekostigd uit middelen die beschikbaar zijn op de begroting voor 1999. Voor het resterende gedeelte zullen die kosten worden verwerkt in de jaarlijkse huur.

Het ruilen van de gebouwen van lagere kwaliteit voor gebouwen van hogere kwaliteit zal wat de jaarlijks terugkerende betalingen betreft budgettair vrijwel neutraal zijn: er is een klein bedrag aan extra uitgaven namelijk 630.000 EUR.

Vanaf de zesde maand na de voorlopige oplevering van het Berlaymontgebouw zal de Commissie de betalingen voor deze drie nieuwe gebouwen voor haar rekening nemen. De consequenties daarvan zijn in de tabel in bijlage 3 verwerkt.

Deze transacties met drie partijen zijn schematisch weergegeven in bijlage 2.

De toeneming van de uitgaven in verband met de "Operatie Berlaymont" is ongeveer 4,25 miljoen EUR hoger dan de in de mededeling van de Commissie van juni 1997 genoemde 18 miljoen EUR. Dit komt doordat in 2003 slechts ongeveer 90.000 m2 kantoor zal worden verlaten (in plaats van 110 000 m2, zoals eerder gezegd) om over de ruimte te beschikken die nodig is in verband met de geplande renovatie van het gebouw "Loi 86" in 2003-2004.


CONCLUSIE

Gezien de totale budgettaire consequenties van bovengenoemde transacties, dient de Begrotingsautoriteit te worden ingelicht.

De tendens in de begrotingsuitgaven in de periode 2000-2004 is weergegeven in bijlage 3. Deze tendens blijft binnen het kader van rubriek 5. Administratieve uitgaven van het Interinstitutionele akkoord van 6 mei 1999.

Daarom wordt de Commissie gevraagd:

- haar goedkeuring te geven aan de in deze mededeling beschreven onroerendgoedtransacties;

- ermee in te stemmen dat deze mededeling ter informatie aan de Begrotingsautoriteit wordt toegezonden.


BIJLAGEN 1

RATIONALISERING - EUROPESE COMMISSIE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGEN 2

RATIONALISERING - REGIE DER GEBOUWEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGEN 3

VASTGOEDBELEID 2000 - 2004

Constante prijzen (2000)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>