Bijlagen bij COM(2001)48 - Vereenvoudiging van de landbouwregelgeving

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2001)48 - Vereenvoudiging van de landbouwregelgeving.
document COM(2001)48 NLEN
datum 29 januari 2001
bijlage III bij de verordening),

- het bedrag waaronder een zekerheid voor een certificaat niet vereist is, wordt verhoogd van 5 euro tot 60 euro.

Sinds september 2000 [9] geldt een vereenvoudigd systeem voor de vermelding van bestemmingen bij de vaststelling van uitvoerrestituties. Dit nieuwe uniforme systeem, dat in de plaats is gekomen van de uiteenlopende complexe systemen die voorheen in de onderscheiden sectoren in gebruik waren, zal het gevaar voor misverstanden en fouten verkleinen. Bovendien zal het de elektronische uitwisseling van gegevens en informatie tussen de Commissie en de lidstaten vergemakkelijken en daardoor tot lagere kosten leiden.

[9] Verordening (EG) nr. 2605/1999.

Bij Verordening (EG) nr. 1932/1999 van de Commissie zijn wijzigingen aangebracht in Verordening (EEG) nr. 2220/85 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten. Die nieuwe bepalingen voorzien in:

- een eenvoudiger procedure voor de verstrekking van gegevens aan de Commissie door de lidstaten,

- een vereenvoudiging van de renteberekening in bepaalde gevallen,

- een verhoging van het te garanderen bedrag waaronder geen zekerheid hoeft te worden geëist, van 100 euro tot 500 euro.

Wat fysieke controles betreft, zijn bij Verordening (EG) nr. 2655/1999 van de Commissie belangrijke vereenvoudigingsmaatregelen vastgesteld. Bepaalde aantallen te verrichten fysieke controles en analyses zijn namelijk verlaagd, waarbij tegelijk de effectiviteit van de controles is vergroot.

3.6. Prijzenpakket

De meerjarenaanpak die bij Agenda 2000 en de voorgaande hervormingen is gehanteerd, heeft zijn weerslag gehad op de vaststelling van het landbouwprijzenpakket voor 2000/01. Deze aanpak biedt de landbouwers een stabieler kader voor de planning van hun productie. Er zijn nu nog slechts enkele sectoren waarin jaarlijks institutionele prijzen en bedragen worden vastgesteld.

4. Sinds het vorige verslag door de Commissie genomen of voorgestelde marktmaatregelen ter vereenvoudiging van het GLB

In het kader van Agenda 2000 zijn belangrijke vereenvoudigingen verwezenlijkt via nieuwe verordeningen betreffende de gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor akkerbouwgewassen en betreffende plattelandsontwikkeling.

Andere hervormingen die korter geleden zijn aangenomen of voorgesteld, hebben gezorgd of zullen zorgen voor een vereenvoudiging van de landbouwregelgeving in een aantal marktsectoren.

4.1. Akkerbouwgewassen

4.1.1. Granen

De interventieregeling voor granen is gecodificeerd in een enkele nieuwe verordening [10], waarbij de procedures voor de overneming van granen en de analysemethoden voor de bepaling van de kwaliteit zijn vastgesteld. De toeslagen of kortingen waarmee de interventieprijs wordt verhoogd of verlaagd, zijn uitgedrukt in euro per ton, en niet langer in procenten.

[10] Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie van 19 april 2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus, en tot vaststelling van de analysemethodes voor de bepaling van de kwaliteit (PB L 100 van 20.4.2000).

4.1.2. Rechtstreekse steunverlening

Wat de hervorming voor akkerbouwgewassen [11] betreft, gaat het bij de vereenvoudigingsmaatregelen met name om de voorschriften betreffende sancties, om de afschaffing van de buitengewone braaklegging en van de individuele basisarealen en om een stroomlijning wat de compensatiebedragen voor oliehoudende zaden betreft.

[11] Gemeenschappelijke marktordening voor granen: Verordening (EG) nr. 1253/1999 van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1766/92 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2731/75 tot vaststelling van de standaardkwaliteit van zachte tarwe, rogge, gerst, maïs en durumtarwe. Steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen: Verordening (EG) nr. 1251/1999. Contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel: Verordening (EG) nr. 1252/1999.

De Commissie heeft de uitvoeringsverordening voor de sector, namelijk Verordening (EG) nr. 2316/1999 [12], aangenomen; die verordening is in de plaats gekomen van zeven bestaande verordeningen.

[12] Verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie van 22 oktober 1999 houdende uitvoerings bepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen.

4.2. Wijn

De gemeenschappelijke marktordening voor wijn behoort tot de meest complexe en de meest omvattende marktordeningen binnen het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dit komt doordat deze GMO niet alleen de traditionele GMO-maatregelen (prijzen, interventie, handelsverkeer, enz.) omvat, maar daarnaast ook andere meer technische aangelegenheden die specifiek zijn voor de sector wijn (namelijk bepalingen op het gebied van de productie, de afzet, de etikettering en de bescherming van traditionele aanduidingen, en de oenologische procédés). De verordening tot vaststelling van een nieuwe gemeenschappelijke marktordening voor wijn, die op 17 mei 1999 door de Raad Landbouw is aangenomen, is op 1 augustus 2000 in werking getreden [13]. Deze verordening betekent een belangrijke vereenvoudiging van de regelgeving, aangezien zij in de plaats is gekomen van 23 bestaande verordeningen van de Raad die vaak veel te gedetailleerd waren.

[13] Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad.

Bij de beleidsmaatregelen en regelingen die in de nieuwe GMO zijn opgenomen, zijn er opmerkelijke voorbeelden van vereenvoudigingen:

- behalve tafelwijn is ook in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijn in de GMO opgenomen (vroeger viel kwaliteitswijn onder een afzonderlijke verordening van de Raad),

- er is een duidelijk kader aangegeven voor het beheer van het productiepotentieel,

- er zijn grondbeginselen voor een herstructurerings- en omschakelingsregeling vastgesteld: de lidstaten zijn zelf verantwoordelijk voor de plannen,

- de distillatiemaatregelen zijn gerationaliseerd, waarbij onder meer verouderde maatregelen zoals verplichte distillatie en ondersteunende distillatie zijn afgeschaft,

- het ingewikkelde stelsel van oriëntatieprijzen als grondslag voor de marktmaatregelen is afgeschaft en in plaats daarvan zijn aankoopprijzen expliciet vermeld (grotere doorzichtigheid),

- er zijn grondbeginselen voor de toegestane communautaire oenologische procédés en behandelingen vastgesteld, met inbegrip van lijsten van de belangrijkste oenologische procédés en behandelingen en maxima en voorwaarden die daarvoor gelden. Behalve in sommige gevallen, zullen de maxima niet langer door de Raad worden vastgesteld en gewijzigd, maar door de Commissie, die daarnaast ook voor andere uitvoeringsbepalingen bevoegd is.

De vier belangrijke uitvoeringsverordeningen van de Commissie die tot dusver zijn vastgesteld, zijn in de plaats gekomen van 36 bestaande verordeningen van de Commissie [14]. In afwachting van de vaststelling van verdere uitvoeringsverordeningen, met name op het gebied van de etikettering, de controles en het handelsverkeer met derde landen, zijn sommige verordeningen van de Raad of bepalingen daarvan gedurende overgangsperioden gehandhaafd. Bij de hervorming zijn de verordeningen voor de sector wijn in aanzienlijke mate gecodificeerd. Tegelijk was het bij de nieuwe uitvoeringsverordeningen de bedoeling eenvoudiger kaderregelingen op te stellen met betrekking tot het productiepotentieel, de marktmechanismen, de oenologische procédés en kwaliteitswijn. In sommige gevallen bevatten de uitvoeringsverordeningen echter zeer gedetailleerde voorschriften.

[14] Verordening (EG) nr. 1227/2000 van de Commissie van 31 mei 2000 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, inzonderheid met betrekking tot het productiepotentieel. Verordening (EG) nr. 1623/2000 van de Commissie van 25 juli 2000 tot vaststelling van de uitvoerings bepalingen met betrekking tot de marktmechanismen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt. Verordening (EG) nr. 1622/2000 van de Commissie van 24 juli 2000 tot vaststelling van uitvoerings bepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, en tot instelling van een communautaire regeling inzake oenologische procédés en behandelingen. Verordening (EG) nr. 1607/2000 van de Commissie van 24 juli 2000 tot vaststelling van enige uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, en met name voor de titel betreffende in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijn.

Bij alle uitvoeringsverordeningen is het de bedoeling dat, telkens wanneer informatie nodig is, die informatie zal worden bekendgemaakt op Internet. Hierdoor zal de informatie gemakkelijker kunnen worden geactualiseerd en dit is dan ook een goed voorbeeld van een vereenvoudiging die niet alleen de regelgeving maar ook administratieve aspecten betreft.

4.3. Vlas en hennep

In juli 2000 heeft de Raad [15] de door de Commissie voorgestelde hervorming van de regeling voor de sector vezelvlas en -hennep goedgekeurd.

[15] Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 16). Verordening (EG) nr. 1672/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1251/1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouw gewassen, met het oog op uitbreiding van de werkingssfeer tot vezelvlas en -hennep.

Uit het oogpunt van vereenvoudiging betekent deze hervorming dat, wat de rechtstreekse steunverlening aan de producenten betreft, vezelvlas en -hennep met ingang van het verkoopseizoen 2001/02 worden geïntegreerd in de regeling voor akkerbouwgewassen. Dit brengt mee dat de producenten ter verkrijging van de areaalbetalingen, inclusief die voor vezelvlas en -hennep, slechts één steunaanvraag per jaar zullen hoeven in te dienen, vergeleken met de drie aangiften per jaar waarin de huidige regeling voor vlas en hennep voorziet.

Bovendien zijn de eisen waaraan de producenten moeten voldoen om voor de steunregeling in aanmerking te komen, vereenvoudigd. Zo worden bijvoorbeeld niet langer eisen gesteld op het punt van een minimale stro-opbrengst.

Voorts is het aantal verordeningen van de Raad verminderd aangezien de regeling inzake particuliere opslag en de regeling ter bevordering van de afzet van vezelvlas (die werd gefinancierd uit een op de steun ingehouden percentage) zijn afgeschaft.

4.4. Katoen

De Europese Commissie heeft in december 1999 een voorstel tot hervorming van de bestaande regeling voor katoen vastgesteld. Met dit voorstel wordt beoogd een nieuwe kaderregeling in te stellen die de nodige maatregelen bevat om rekening te houden met de bezorgdheid op milieugebied en om de begrotingsuitgaven onder controle te houden. Het voorstel is er niet alleen op gericht de voorschriften betreffende de vaststelling en toekenning van steun te vereenvoudigen, maar ook de bepalingen inzake de productiesteun bijeen te brengen in een enkele verordening van de Raad.

4.5. Vlees

In de sector vlees is in 2000 een aantal vereenvoudigingsmaatregelen genomen, waaronder bijvoorbeeld de volgende:

- in de sector rundvlees kan, wat de slachtpremieregeling betreft, door de lidstaten met een gecomputeriseerd gegevensbestand worden bepaald dat de door de slachthuizen aan de bevoegde autoriteiten verstrekte gegevens over het slachten van de dieren worden beschouwd als aanvragen namens de producenten; dezelfde regeling kan worden toegepast voor de speciale premie, extra betalingen en de seizoencorrectiepremie (indien deze bij het slachten worden betaald); de lidstaten kunnen de producenten de mogelijkheid bieden om voor een vereenvoudigde toepassing van de extensiveringspremieregeling te kiezen,

- de uitvoerrestitutienomenclatuur voor verwerkt rundvlees is sterk vereenvoudigd aangezien een zeer technische en gecompliceerde onderverdeling in 47 verschillende categorieën producten is vervangen door een onderverdeling in slechts 8 categorieën,

- in de sector schapenvlees is ten aanzien van de overdracht van premierechten besloten tot een vereenvoudiging waarom door het Verenigd Koninkrijk was verzocht en waarvan ook andere lidstaten voorstander waren [16]. Een evaluatie van de regeling voor schapenvlees is onlangs voltooid en de diensten van het DG AGRI onderzoeken nu welke mogelijkheden er zijn om die regeling aan te passen en te vereenvoudigen,

[16] Verordening (EEG) nr. 3567/92 is gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1311/2000.

- in overeenstemming met de aanpak die bij Agenda 2000 voor andere sectoren is toegepast, worden de basisprijzen voor varkens- en schapenvlees niet langer jaarlijks vastgesteld, maar zijn zij zonder specifieke termijn vastgesteld in de respectieve basisverordeningen,

- de procedures voor onmiddellijk afgegeven uitvoercertificaten voor varkensvlees, eieren en pluimveevlees werden vereenvoudigd en gelijkgetrokken met het in de sector rundvlees geldende certificatenstelsel.

4.6. Melk en zuivelproducten

In verband met de vaststelling van een nieuwe basisverordening voor de zuivelsector waren heel wat aanpassingen van uitvoeringsverordeningen van de Commissie noodzakelijk. Van deze gelegenheid werd gebruik gemaakt om grote delen van de regelgeving in die sector te codificeren, liever dan bestaande verordeningen te wijzigen. Dankzij deze codificatie is het aantal verordeningen kleiner geworden, zijn de administratieve procedures vereenvoudigd en zijn de voor de onderscheiden regelingen geldende administratieve en controleprocedures geharmoniseerd.

Met name zijn vier verordeningen vervangen door Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie [17] betreffende de particuliere en de openbare opslag van boter en room en is Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie [18] betreffende steun voor ondermelk en mageremelkpoeder die voor voederdoeleinden worden gebruikt, in de plaats gekomen van zes verordeningen. In de nabije toekomst zullen verdere vereenvoudigingen worden bewerkstelligd door middel van een onlangs goedgekeurde verordening waarin alle voor controledoeleinden in de zuivelsector te gebruiken analyse- en evaluatiemethoden zijn gegroepeerd, en een nieuwe verordening inzake de particuliere en openbare opslag van mageremelkpoeder.

[17] Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventie maatregelen op de markt voor boter en room.

[18] Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoerings bepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder.

Op administratief niveau zijn aanzienlijke inspanningen geleverd om de toepassing van elektronische datatransmissie voor de uitwisseling van informatie te bevorderen. Hierdoor is de administratieve belasting van de betrokken instanties veel minder geworden.

4.7. Groenten en fruit

Het voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit, met inbegrip van verwerkte groenten en fruit, heeft tot doel de regelingen te rationaliseren en te vereenvoudigen en de betrokken productiedrempels aan te passen. Dankzij de voorgestelde maatregelen zal de steunregeling voor telersverenigingen worden vereenvoudigd, waarbij deze verenigingen ook op stabielere steunbedragen zullen kunnen rekenen, en zal het beheer van de uitvoerrestituties voor verse groenten en fruit worden verbeterd.

Evenals in de zuivelsector is de datatransmissie voor de uitwisseling van informatie gerationaliseerd en vereenvoudigd.

4.8. Rijst

Volgens het voorstel dat de Commissie in juni 2000 heeft gedaan, zal rijst worden geïntegreerd in de regeling voor akkerbouwgewassen. Op het gebied van vereenvoudiging zal deze integratie belangrijke voordelen opleveren.

4.9. Suiker

In oktober 2000 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening houdende een GMO voor suiker vastgesteld. Ten minste twaalf bestaande verordeningen zullen door de toekomstige nieuwe verordening worden opgeheven of vervangen. De nieuwe GMO zal ook niet langer het aanhouden van bepaalde minimumvoorraden verplicht stellen en zal evenmin nog in de vergoeding van de opslagkosten voorzien. Vooral in het kader van de vaststelling van de uitvoeringsverordeningen zal voortdurend worden bekeken of het programma ter vereenvoudiging van de regelgeving voor suiker adequaat is.

5. Voorstellen van de betaalorganen en door de Commissie genomen maatregelen ter uitvoering daarvan

5.1. Gevolgde procedure

Nadat het DG AGRI daar in mei 1997 om had verzocht, hebben de betaalorganen van de lidstaten in de tweede helft van dat jaar voorstellen voor vereenvoudigingen op regelgevend of administratief gebied ingediend. Deze voorstellen werden bijeengebracht in een document, dat in februari 1998 aan alle directoraten van het DG AGRI werd bezorgd met het verzoek het te onderzoeken en er gevolg aan te geven.

Nadat de nodige tijd was uitgetrokken om de betrokken eenheden de gelegenheid voor passende actie te bieden en om rekening te kunnen houden met de recente hervormingen, is een werkdocument van de diensten van de Commissie opgesteld [SEC(2000)1775]. Dit werkdocument is in oktober 2000 toegezonden aan de Raad opdat de Raad en de indieners van de betrokken voorstellen kennis konden nemen van de resultaten van de bijdragen die de laatstgenoemden aan de aan de gang zijnde vereenvoudigingswerkzaamheden hadden geleverd.

5.2. Overzicht van de resultaten van de operatie

Het bovengenoemde document bevat meer dan 200 voorstellen, waarvan er meer dan 100 in praktijk zijn gebracht, d.w.z. volledig of gedeeltelijk zijn aangenomen, dan wel aanleiding tot een andere actie hebben gegeven.

Bij het merendeel van de in praktijk gebrachte voorstellen gaat het om maatregelen die in het kader van Agenda 2000 en de andere hervormingen of bijvoorbeeld in samenhang met een codificatie zijn genomen. Doorgaans zijn de lidstaten reeds goed op de hoogte van deze maatregelen. Tot de aangenomen voorstellen behoren ook enkele voorstellen waarmee rekening is gehouden bij de uitwerking van de vereenvoudigingsrichtsnoeren van het DG AGRI.

De diensten van het DG AGRI hebben ongeveer 80 voorstellen afgewezen. De redenen voor deze afwijzingen zijn dat naar het oordeel van de bevoegde eenheid het betrokken voorstel:

- geen echte vereenvoudiging zou meebrengen of

- tot extra uitgaven zou leiden of

- het aantal controles zou kunnen verminderen of zelfs gevaar voor fraude of misbruik zou opleveren, of

- veeleer een politieke aangelegenheid dan een vereenvoudiging van administratieve of regelgevende aard betreft en daarom buiten de werkingssfeer van deze operatie valt.

Circa 30 voorstellen zijn nog in onderzoek of overweging. Het stadium van onderzoek of overweging waarin die voorstellen verkeren, verschilt sterkt; bij sommige voorstellen is de behandeling tamelijk ver gevorderd, terwijl andere voorstellen zich pas in een vroege onderzoeksfase bevinden.

De overige voorstellen moeten nog nader worden verduidelijkt of besproken of vallen onder de nationale bevoegdheden.

6. Andere vereenvoudigingsmaatregelen

De Commissie wenst van deze gelegenheid gebruik te maken om de Raad en het Europees parlement te informeren over enkele in voorbereiding zijnde maatregelen.

6.1. Vervolgactie naar aanleiding van de conclusies van de Raad van 23 oktober 2000

Vereenvoudiging was één van de agendapunten van de Raadsvergadering van 23 oktober 2000. Nadat de lidstaten bepaalde voorstellen tot vereenvoudiging van de procedures hadden gedaan, heeft het voor landbouw bevoegde lid van de Commissie verklaard dat de Commissie bereid was een aantal van die voorstellen ernstig in overweging te nemen, waaronder de volgende:

- versoepeling van de voorschriften inzake de minimale oppervlakte voor verplichte braaklegging langs waterlopen en permanente meren in het belang van de milieubescherming, op voorwaarde dat deze versoepeling geen extra uitgaven voor de Gemeenschapsbegroting veroorzaakt,

- opening van de mogelijkheid voor de lidstaten om traditionele landschapselementen zoals heggen en lage muurtjes te laten opnemen in de aangegeven oppervlakten,

- verduidelijking van de voorschriften betreffende het achterwege laten van sancties in het geval dat een fout in een aangifte van een landbouwer in diens eigen nadeel is,

- een enkel controlebezoek per landbouwbedrijf in plaats van verscheidene bezoeken om voor elke steunregeling afzonderlijk een controle te verrichten.

6.2. Werkgroep

Tijdens de vergadering van de Raad Landbouw van 23 oktober 2000 heeft het voor landbouw bevoegde lid van de Commissie het voornemen te kennen gegeven een ad-hocwerkgroep op te richten voor het analyseren van voorstellen ter vereenvoudiging van de landbouwregelgeving. Deze groep moet een forum bieden voor besprekingen en overleg met de lidstaten over vereenvoudigingsvoorstellen. De bevindingen, conclusies en voorstellen van de groep zullen aan de passende instanties worden voorgelegd met het oog op het nemen van besluiten.

De werkgroep heeft op 11 december 2000 haar eerste vergadering gehouden.

7. Conclusie

Zoals uit dit verslag blijkt, heeft de Commissie in de afgelopen 18 maanden een groot aantal vereenvoudigingsmaatregelen genomen of voorgesteld. In sommige gevallen is overgegaan tot een ingrijpende hervorming van een gemeenschappelijke marktordening, zoals de marktordening in de sector vezelvlas en -hennep, of is een dergelijke hervorming ten uitvoer gelegd, zoals de hervorming in de sector wijn. Enkele voorgestelde hervormingen houden belangrijke vereenvoudigingselementen in. Dit is met name het geval voor de voorstellen betreffende suiker, rijst en groenten en fruit. Bij de voorgestelde regeling voor kleine landbouwers gaat het om een nieuwe en innovatieve manier om de administratieve werkbelasting te verminderen, in de eerste plaats voor de landbouwers maar ook voor de nationale overheidsapparaten in de lidstaten.

Andere maatregelen hebben binnen een ongewijzigd beleidskader gezorgd voor vereenvoudigingen van bepaalde uitvoeringsbepalingen of van de praktische toepassing van dergelijke bepalingen. Voorbeelden daarvan zijn de maatregelen die werden genomen in de sectoren granen, vlees en zuivel. Een derde categorie vereenvoudigingsmaatregelen wordt gevormd door de maatregelen die zijn genomen om de landbouwregelgeving duidelijker, doorzichtiger en toegankelijker te maken.

Er is vooruitgang geboekt, maar er moet duidelijk nog veel meer gebeuren.