Bijlagen bij COM(2001)615 - Milieusamenwerking in de Donau- en Zwarte-Zeeregio - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2001)615 - Milieusamenwerking in de Donau- en Zwarte-Zeeregio. |
---|---|
document | COM(2001)615 ![]() ![]() |
datum | 30 oktober 2001 |
Bijlage 2 Milieusamenwerking in de regio
Bijlage 2.1 Internationale Commissie voor de bescherming van de Donau
Bijlage 2.2 Verdrag inzake de bescherming van de Zwarte Zee tegen verontreiniging
Bijlage 2.3 Andere betrokken partijen
Bijlage 3 Bevolking van het Donau- en Zwarte-Zeegebied
Samenvatting
De Donau- en Zwarte-Zeeregio vormt het belangrijkste stroombekken van Europa. Jaarlijks stroomt ongeveer 350 kubieke kilometer rivierwater van de Donau in de Zwarte Zee. Dit water is afkomstig van een stroomgebied van 2 miljoen vierkante kilometer; dat is ongeveer een derde van continentaal Europa. Meer dan 160 miljoen mensen wonen in dit stroomgebied. De Donau is het meest internationale rivierbekken ter wereld, waardoor gecoördineerde actie een des te grotere en belangrijkere uitdaging wordt.
Binnen de context van een uitgebreid Europa neemt het strategisch belang van de regio toe. Tot dusver was de Donau een belangrijke verbindingsroute in Midden-Europa en vormde zij de grens tussen de EU en de Balkan en de Zwarte-Zeeregio. Met de uitbreiding van de EU zal een aantal Donaulanden lid worden van de Europese Unie en zal de Donau een centrale as worden van Europa, terwijl de Zwarte Zee een kustgebied van de Unie zal worden.
Op het gebied van milieu en gezondheid kampt de Donau- en Zwarte-Zeeregio met zeer ernstige problemen. De Donau komt steeds meer onder druk te staan, hetgeen gevolgen heeft voor drinkwatervoorziening, irrigatie, industrie, visserij, toerisme, energieopwekking en scheepvaart. De rivier is ook veel te vaak de eindbestemming voor afvalwater. Dit intensief gebruik heeft voor ernstige problemen gezorgd voor de kwaliteit en de kwantiteit van het water en heeft ervoor gezorgd dat de biodiversiteit in het stroomgebied is achteruitgegaan. Eutrofiëring is het grootste milieuprobleem voor de Zwarte Zee. Dit komt door het uitzonderlijk hoge gehalte aan voedingsstoffen, die via de rivieren worden aangevoerd maar voor een deel ook afkomstig zijn van de aan de kust gelegen landen. Eutrofiëring heeft sedert de jaren zestig tot radicale veranderingen in het ecosysteem geleid en heeft grote grensoverschrijdende gevolgen gehad voor de biologische diversiteit en het gebruik van deze zee door de mens.
In het laatste decennium is met nationale en internationale milieu-initiatieven getracht de achteruitgang van het milieu in de Donau en de Zwarte Zee tegen te gaan. Er zijn verschillende instrumenten voor milieusamenwerking in de regio opgezet, namelijk het Verdrag inzake de bescherming van de Donau (Danube River Protection Convention, DRPC) en het Verdrag inzake de bescherming van de Zwarte Zee tegen verontreiniging (Black Sea Convention). In het kader van deze twee verdragen zijn milieuprogramma's opgesteld waarbinnen strategieën werden omschreven en "hot spots" werden vastgesteld waarvoor investeringsmaatregelen nodig waren om grensoverschrijdende problemen aan te pakken. Tot dusver is er echter slechts in beperkte mate geïnvesteerd in de prioritaire projecten die in deze beide kaders zijn vastgesteld. Ook heeft de Europese Gemeenschap vanaf 1990 de regio milieubijstand verleend via haar verschillende financieringsmechanismen, met name de Phare- en Tacis-programma's. Verschillende lidstaten van de EU zijn betrokken bij bilaterale milieuhulp. De Verenigde Naties en het Wereldmilieufonds (WMF) hebben ook financiële bijstand verleend voor milieuprojecten en er zijn belangrijke inspanningen geleverd om de activiteiten te coördineren en overlapping te voorkomen.
De acties en initiatieven die tot dusver zijn ondernomen, blijken vooralsnog onvoldoende te zijn om de verslechtering van het milieu en de gezondheidsproblemen in de Donau- en Zwarte-Zeeregio tegen te gaan. Er is dan ook versterkte actie nodig om het milieu van de regio zodanig te herstellen dat dit acceptabel is voor de mensen die daar wonen.
Deze mededeling geeft een overzicht van de huidige milieusituatie in de Donau- en Zwarte-Zeeregio en de lopende samenwerkingsactiviteiten op milieugebied. Er wordt in deze mededeling gewezen op de prioritaire acties die noodzakelijk zijn voor de verbetering van de milieukwaliteit en er wordt een strategie geschetst om de milieubeschermingsdoelstellingen die in de regio worden nagestreefd, te realiseren. In deze mededeling wordt gepleit voor een grotere betrokkenheid van de EU en haar lidstaten bij de milieusamenwerking in de regio, met inbegrip van een gecoördineerde toepassing van alle financieringsinstrumenten die in de regio worden ingezet. Dit zal een sleutelelement zijn voor de ontwikkeling van brede samenwerking tussen de landen en voor vrede en stabiliteit in de Donau- en Zwarte-Zeeregio.
1. Inleiding
De Donau- en Zwarte-Zeeregio vormt het belangrijkste stroombekken van Europa. Jaarlijks stroomt ongeveer 350 kubieke kilometer rivierwater van de Donau in de Zwarte Zee. Dit water is afkomstig van een stroomgebied van ongeveer 2 miljoen vierkante kilometer; dat is ongeveer een derde van de oppervlakte van continentaal Europa. De Donau is de belangrijkste rivier die in de Zwarte Zee uitmondt. Zij is de op één na grootste rivier in Europa (na de Wolga) en stroomt over een lengte van 2 857 kilometer vanaf de bron in het Zwarte Woud in Duitsland naar de Zwarte Zee. Naast de Donau monden ook de op twee en drie na grootste rivieren van Europa, de Dnjepr en de Don, in de Zwarte Zee uit. De bevolking in het totale stroomgebied van de Zwarte Zee bestaat uit meer dan 160 miljoen mensen.
De Donau
17% van het stroomgebied van de Donau ligt binnen de EU, 57% ligt op het grondgebied van de kandidaat-lidstaten van de EU, terwijl 25% van het stroomgebied behoort tot landen die niet om toetreding tot de EU hebben gevraagd. Aan de Zwarte Zee liggen drie kandidaat-lidstaten van de EU: Roemenië, Bulgarije en Turkije en voorts Oekraïne, Rusland en Georgië. 99% van het stroomgebied wordt gedeeld door dertien landen, namelijk Duitsland (7%), Oostenrijk (10%), Tsjechië (3%), Slowakije (6%), Hongarije (11%), Slovenië (2%), Kroatië (4%), Bosnië (7%), Joegoslavië (9%), Bulgarije (6%), Roemenië (29%), Moldavië (1%) en Oekraïne (4%). De resterende 1% van het stroomgebied ligt in zulke uiteenlopende landen als Polen, Italië en Zwitserland.
De Blauwe Donau, zoals zij vaak wordt genoemd, verbindt tachtig miljoen mensen en een brede scala van tradities, culturen en historische achtergronden. De Donau en met name de bijbehorende wetlands zijn de habitat van een verscheidenheid aan planten en dieren en het leefgebied van zeldzame en bedreigde soorten. De Donau vormt de bestaansbasis van drinkwatervoorziening, landbouw, industrie, visserij, toerisme en recreatie, wordt gebruikt voor energieopwekking en scheepvaart en dient ook - veel te vaak! - als eindbestemming voor geloosd afvalwater. Dit intensieve gebruik heeft problemen opgeleverd voor de kwaliteit en kwantiteit van het water, heeft de gezondheid van de mensen aangetast en de biodiversiteit in het stroomgebied verminderd.
De Zwarte Zee
De Zwarte Zee is één van de meest opmerkelijke binnenzeeën ter wereld. Zij is vrijwel geheel afgesloten van de oceanen en heeft een maximale diepte van 2212 meter. De eutrofiëring van de Zwarte Zee als gevolg van een uitzonderlijk hoog gehalte aan voedingsstoffen, die via de rivieren worden aangevoerd of rechtstreeks afkomstig zijn van de aan de kust gelegen landen, heeft sedert de jaren zestig geleid tot radicale veranderingen in het ecosysteem. Dit heeft belangrijke grensoverschrijdende gevolgen gehad voor de biologische diversiteit en het gebruik van deze zee door de mens, zoals voor visserij en recreatie.
De enige verbinding tussen de Zwarte Zee en de Egeïsche en Middellandse Zee is de Bosporus, een natuurlijk kanaal van 35 kilometer dat op sommige plaatsen slechts 40 meter diep is. De stroming in de Bosporus verloopt in twee lagen, waarbij zeewater van de Middellandse Zee naar de Zwarte Zee wordt geleid via de onderste laag en een twee keer zo groot volume brak water terugstroomt via de bovenste laag.
Inspanningen om het tij te keren zijn tot dusver onvoldoende geweest en er dient actie te worden ondernomen om het milieu te herstellen tot een niveau dat voor de bevolking in de regio acceptabel is en om de ecosystemen van de Zwarte Zee te beschermen en te herstellen.
De ecosystemen van de Zwarte Zee hebben een wereldwijde betekenis voor het milieu en de biodiversiteit.
Regionale samenwerking
De landen van de Donau- en Zwarte-Zeeregio zijn nauw met elkaar verbonden door hun gemeenschappelijke politieke en culturele erfgoed. Ook op milieugebied zijn de onderlinge banden zeer sterk vanwege het feit dat het rivierbekken de nationale grenzen overschrijdt. Van oudsher is er tussen de Donau- en Zwarte-Zeelanden veel samenwerking geweest. In de toekomst moet deze samenwerking zelfs worden versterkt, willen deze landen de uitdagingen met betrekking tot het herstel van waterecosystemen met succes aanpakken.
De gemeenschappelijke taak van het beheer van de rivieren en de binnenzeeën is in potentie een groot voordeel voor de landen, omdat op basis hiervan een vruchtbare samenwerking kan worden ontwikkeld, maar kan indirect ook een bron van spanning zijn, zoals is gebleken wanneer in het verleden vervuiling via de rivieren van het ene land naar het andere werd verspreid. Het regionale karakter van de samenwerking in de Donau- en Zwarte-Zeeregio zal één van de middelen zijn om het vreedzaam naast elkaar bestaan van de betrokken landen in een verenigd Europa op de lange termijn te garanderen.
De samenwerking tussen de landen van de Donau- en Zwarte-Zeeregio zal een belangrijke katalysator zijn voor de technologische en economische ontwikkeling van de regio. Door deze samenwerking zullen landen van de Donau kunnen profiteren als een bevaarbare waterweg, die goedkopere en minder milieubelastende transportmogelijkheden biedt en het mogelijk maakt dat de economische ontwikkeling zich sneller over de regio verspreidt. Een soortgelijk effect is geconstateerd in het geval van de Rijn, die het centrum is van de belangrijkste economische groeiregio van Europa, die zich uitstrekt van Londen tot Milaan en die nu meer dan een derde van de rijkdom van Europa bevat.
Relaties met de EU
De Europese Unie en haar lidstaten hebben vele redenen om een nauwe samenwerking met de landen in de Donau- en Zwarte-Zeeregio op te bouwen en in stand te houden. Met de uitbreiding van de EU zal een groot aantal Donaulanden lid worden van de Europese Unie en zal de Donau een centrale as worden van het uitgebreide Europa, terwijl de Zwarte Zee een kustgebied van de Unie zal zijn.
Een deel van het rivierbekken van de Donau ligt in Duitsland en Oostenrijk en het is duidelijk dat deze lidstaten moeten samenwerken met de andere landen van de regio. Italië is ook nauw met de regio verbonden omdat zijn grondgebied een klein deel van het rivierbekken van de Donau omvat en vanwege de Adriatische Zee, die het als kuststaat deelt met Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Slovenië, de Federale Republiek Joegoslavië en Albanië. Voor Griekenland is de milieusituatie van de Zwarte Zee belangrijk, omdat het water dat uit de Zwarte Zee stroomt, van invloed is op de Egeïsche Zee en het Griekse kustgebied. De nauwe samenwerking tussen de actoren in de regio en de EU zal essentieel zijn met het oog op de politieke steun die nodig is voor de gezamenlijke acties die moeten worden ondernomen.
Op dit moment wordt er een groot aantal acties voor de Donau- en Zwarte-Zeeregio ondernomen of voorbereid. Deze ontwikkelingen, plus het feit dat de Zwarte-Zeecommissie onlangs de Europese Commissie een statut als waarnemer heeft verleerd, eisen van de EU dat zij proactiever wordt in haar benadering en sterker betrokken raakt bij de milieusamenwerking in de regio.
2. De milieu-uitdagingen in de regio
Een van de grootste milieuproblemen met betrekking tot de wateren in de Donau- en Zwarte-Zeeregio is het gevolg van de grote hoeveelheden voedingsstoffen die de Zwarte Zee instromen, zowel via de rivieren als rechtstreeks vanuit bronnen op het land. Dit leidt tot eutrofiëring van de rivieren en de zee, hetgeen wordt erkend als een van de hoofdoorzaken van de ecologische achteruitgang. De eutrofiëring heeft gevolgen voor de biodiversiteit in de wateren zelf en in de omringende wetlands en bossen, alsmede voor de volksgezondheid in de regio.
Bij eutrofiëring is sprake van een te grote verrijking van een watermassa met organische stoffen, wat leidt tot fytoplanktonbloei (algenbloei). Fytoplankton groeit in alle oppervlaktewateren wanneer er voldoende licht is en essentiële voedingsstoffen, met name stikstof en fosfor, aanwezig zijn.
Wanneer de hoeveelheid voedingsstoffen te hoog is, wordt er een te grote planktonproductie gestimuleerd, en wanneer het plankton afsterft en vergaat neemt het zuurstofverbruik toe tot ongewenste niveaus. Deze ongewenste veranderingen in de kwaliteit van het water kunnen leiden tot het uitsterven van soorten. In de Zwarte Zee gebeurt dit al en is de voedselketen ernstig verstoord.
2.1. De Donau
De Donau draagt veruit het meeste bij tot de nutriëntenverontreiniging van de Zwarte Zee.
Het stroomgebied van de Donau kan in drie subregio's worden onderverdeeld, die overeenstemmen met de bovenloop, de middenloop en de benedenloop met inbegrip van de Donaudelta. Het boven-stroomgebied reikt van de bron in Duitsland tot Bratislava in Slowakije. Het middelste deel van het stroomgebied is het grootste en omvat het stuk tussen Bratislava en de dammen van de "IJzeren poort" in de Federale Republiek Joegoslavië/Roemenië. Het laagland van Roemenië en Bulgarije en de daarachter liggende hoogvlakten en bergen vormen het beneden-stroomgebied van de rivier. Ten slotte geeft de splitsing van de rivier in drie hoofdtakken ontstaan aan de Donaudelta, die een gebied van ongeveer 6 000 km2 bestrijkt.
Zijrivieren van de Donau
De belangrijkste zijrivieren van de Donau zijn de Inn (Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland), de Drava (Oostenrijk, Slovenië, Kroatië en Hongarije), de Tisza (Slowakije, Roemenië, Oekraïne, Hongarije en Joegoslavië), de Sava (Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Joegoslavië), de Morava (Joegoslavië) en de Prut (Oekraïne, Moldavië, Roemenië).
Het Donaubekken
>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>
In 1997 werd een gezamenlijke technische werkgroep ad hoc opgericht door de Internationale Commissie voor de bescherming van de Zwarte Zee en de Internationale Commissie voor de bescherming van de Donau. De beschrijving van de milieusituatie in de Donau en de Zwarte Zee die in deze mededeling wordt gegeven, is gebaseerd op het verslag van de werkzaamheden van deze werkgroep. Wanneer gegevens uit andere bronnen werden gebruikt, wordt zulks uitdrukkelijk vermeld.
De door bedoelde werkgroep verzamelde gegevens vormen de meest recente allesomvattende informatiebron betreffende de Donau en de Zwarte Zee. Sedertdien zijn voor de betrokken regio als geheel geen officiële gegevens meer gepubliceerd.
De belangrijkste problemen waardoor de ecosystemen van de Donau worden beïnvloed, zijn:
Hoge nutriëntengehalten (stikstof en fosfor)
Ongeveer de helft van de voedingsstoffen die in de rivier worden geloosd is afkomstig van de landbouw, een kwart van de industrie en een vergelijkbaar deel van huishoudelijke bronnen. De belangrijkste oorzaken van vervuiling zijn het afval van steden en industrieën, kunstmest en mest afkomstig van intensieve en grootschalige veebedrijven, en voorts de petrochemische industrie, de ijzer- en metaalverwerking, de timmerhout-, papier- en pulpproductie en stortplaatsen voor vast huishoudelijk afval.
Concurrentie om het beschikbare water
Dit is een ernstig probleem in het Donaubekken, als gevolg van het ontbreken van geïntegreerde planning en waterbeheer. Irrigatie en industrie zijn verantwoordelijk voor het grootste waterverbruik.
Overmatig gebruik van oppervlakte- en grondwater
Veranderingen in de stroompatronen van de rivier
(met inbegrip van sedimenttransport)
Verontreiniging met gevaarlijke stoffen
Bijvoorbeeld: zware metalen, olie, stoffen die het zuurstofgehalte verlagen en microbiologische verontreiniging.
Verontreiniging door ongevallen
Achteruitgang en verlies van wetlands
De analyse laat zien dat het stikstofgehalte vanaf de bron van de Donau geleidelijk toeneemt tot in het midden-Donaugebied, waar het snel stijgt door de instroming van de zijrivieren Drava, Tisza en Sava. Vervolgens ziet men weer een geleidelijke toename tot aan de monding. De bijdragen van de afzonderlijke landen resulteren dus in een geleidelijke dan wel sprongsgewijze toename die het patroon van de bijdragen van de bekkens van de zijrivieren volgt. Stroomafwaarts neemt de stikstofbijdrage per land geleidelijk af omdat een deel van de stikstof door denitrificatie in stikstofgas wordt omgezet en zo uit het water wordt verwijderd.
De totale stikstofbelasting van de Donau wordt geschat tussen de 537 000 en 551 000 ton per jaar, afhankelijk van de schatting van de door denitrificatie verwijderde hoeveelheid. Deze gegevens gelden voor de periode 1992-1996 en zijn geschat op basis van een model dat een stabiele toestand veronderstelt, waarbij geen rekening is gehouden met mogelijke overstromingen en andere onvoorziene gebeurtenissen. Zij dienen slechts te worden gezien als een indicatie van het stikstofgehalte.
>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>
Voor fosfor kan men een soortgelijk beeld opstellen. In dit geval is echter de natuurlijke verwijdering in de rivier zelf niet gelijkmatig over de hele loop verdeeld zoals bij stikstof. Fosfor wordt alleen uit de rivier verwijderd in het gebied van het IJzeren-Poortmeer, stroomafwaarts van de plaats waar de zijrivieren Drava, Tisza en Sava instromen. Daardoor is er sprake van een sterke daling van het fosforgehalte net stroomafwaarts van de sterke toename op de plaatsen waar deze zijrivieren met de Donau samenvloeien.
De totale fosforbelasting van de Donau bedraagt 48900 ton per jaar. Deze gegevens gelden voor de periode 1992-1996 en zijn geschat op basis van een model dat een stabiele toestand veronderstelt, waarbij geen rekening is gehouden met mogelijke overstromingen en andere onvoorziene gebeurtenissen. Zij dienen slechts te worden gezien als een indicatie van de omvang van de fosforbelasting.
>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>
Hoge nutriëntenbelasting
De omvang van de stikstof- en fosforbelasting van de Donau is groot vergeleken met de hoeveelheden die door andere belangrijke Europese rivieren in zee worden geloosd. De aanvoer van stikstof door de Rijn bijvoorbeeld bedroeg in dezelfde periode ongeveer 50 000 ton per jaar en die van de Seine 149 000 ton, vergeleken met 537 000 à 551 000 ton afkomstig van de Donau.
De relatieve bijdrage van de verschillende landen in de regio aan de totale hoeveelheid stikstof en fosfor in de Donau (geschatte bijdragen bij de bron) wordt in de onderstaande tabel weergegeven:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De tabel laat zien dat voor stikstof de grootste bijdragen (meer dan 10%) afkomstig zijn van Duitsland, Oostenrijk, Roemenië en de Federale Republiek Joegoslavië. Voor fosfor komen de grootste bijdragen van de Federale Republiek Joegoslavië en Roemenië. Het is duidelijk dat er niet noodzakelijk een strikt verband bestaat tussen de omvang van de bevolking en het aandeel in de nutriëntenbelasting. Pogingen om de nutriënten problematiek op te lossen, moeten dan ook gericht en met beleid worden ondernomen, waarbij zowel met de absolute als met de relatieve bijdrage van ieder land aan de verontreiniging van de Donau en de Zwarte Zee rekening wordt gehouden.
Voor de overige belangrijke milieuverontreinigende stoffen in de Donau en de Zwarte Zee zijn onvoldoende kwantitatieve gegevens beschikbaar.
De in 1971 in het Iraanse Ramsar ondertekende Overeenkomst inzake watergebieden van internationale betekenis is een intergouvernementeel verdrag dat het kader biedt voor nationale actie en internationale samenwerking voor de instandhouding en het verstandig gebruik van wetlands en de daar voorkomende natuurlijke hulpbronnen.
Op dit moment hebben 124 partijen deze overeenkomst gesloten; 1073 wetland-locaties (in totaal 81,76 miljoen hectare) werden aangewezen voor opneming in de Ramsar-lijst van wetlands van internationaal belang.
Ondanks de verontreiniging en de bouw van dammen zijn er nog enkele vrijwel ongerepte natuurgebieden in het stroomgebied van de Donau; het Roemeense deel van de delta werd opgenomen in de Ramsar-overeenkomst en in 1992 aangewezen als "Biosfeerreservaat" in het kader van het "Man and Biosphere Programme" van UNESCO. Een ander uniek ecosysteem wordt gevormd door de karstwetlands van de benedenloop van de Donau in Roemenië en Bulgarije.
2.2. De Zwarte Zee
Zes landen liggen aan de Zwarte Zee: Roemenië, Bulgarije, Turkije, Georgië, Rusland en Oekraïne.
>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>
Eutrofiëring heeft sedert de jaren zestig tot radicale veranderingen in het ecosysteem van de Zwarte Zee geleid, met belangrijke grensoverschrijdende gevolgen voor de biologische diversiteit en het gebruik van de zee door mensen, zoals voor visserij en recreatie.
De stikstof- en fosforverbindingen die eutrofiëring veroorzaken zijn afkomstig uit alle delen van het Zwarte-Zeebekken. Een in 1996 uitgevoerde grensoverschrijdende diagnostische analyse van de Zwarte Zee geeft aan dat in 1992 70 % van de voedingsstoffen afkomstig was van de zes Zwarte-Zeelanden. Drie daarvan, namelijk Roemenië, Bulgarije en Oekraïne, lozen een groot deel van de nutriënten in kwestie via de Donau. De resterende 30% komt van landen die niet aan de kust liggen.
De Dnjepr vervoert ongeveer 20 000 ton stikstof per jaar naar de Zwarte Zee.
Het aandeel van de afzonderlijke landen in de totale hoeveelheid stikstof en fosfor (geschat bij de bron) die naar de Zwarte Zee wordt uitgespoeld, staat in de onderstaande tabel vermeld (bron: Verslag over de verontreiniging van de Zwarte Zee, 1998):
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Uit de tabel blijkt dat er niet altijd een verband bestaat tussen de omvang van de bevolking van een land en het relatieve aandeel ervan in de verontreiniging met nutriënten. Pogingen om de nutriënten problematiek op te lossen, moeten dan ook zorgvuldig en gericht worden ondernomen, waarbij zowel met de absolute als met de relatieve bijdrage van ieder land aan de verontreiniging rekening wordt gehouden.
Recente ontwikkelingen
De hoeveelheid voedingsstoffen die via de Donau de Zwarte Zee instroomt, is de afgelopen jaren gedaald als gevolg van de neerwaartse economische trend in de landen langs de benedenloop van de Donau en in de voormalige sovjetstaten, de maatregelen die de landen van de bovenloop van de Donau hebben getroffen om de lozing van voedingsstoffen te verminderen en de uitvoering van een verbod op polyfosfaat reinigingsmiddelen in sommige landen. Toch zijn de totale stikstofniveaus nog steeds ten minste vier keer zo hoog als de niveaus die in de jaren zestig werden gemeten (sedert 1980 is de totale hoeveelheid anorganische stikstof nauwelijks afgenomen), terwijl de huidige fosfaatniveaus ongeveer gelijk zijn aan die van de jaren zestig.
De hoeveelheid silicaten is afgenomen tot ongeveer 30 % van het niveau van de jaren zestig (bron: 'Causes and Effects of Eutrophication in the Black Sea'; samenvattend verslag, juni 1999, Programma ter vermindering van de verontreiniging van de Donau).
De waterkwaliteit in de Zwarte Zee heeft ook ernstig te lijden door de lozing van afvalwater. Een en ander wordt nog verergerd door de economische situatie van de kuststaten, die zich nauwelijks de zware investeringen kunnen permitteren om de zuiverings installaties te bouwen die nodig zijn om verontreiniging van het water te voorkomen. Sommige landen (b.v. Bulgarije en Roemenië) investeren nu al in nieuwe afvalwater zuiveringsinstallaties, maar in het algemeen zijn de waterzuiverings voorzieningen in de meeste plaatsen rondom de Zwarte Zee onvoldoende, voorzover zij niet helemaal ontbreken. Er zijn ook ernstige problemen met de manier waarop vaste afvalstoffen worden verwijderd.
Olieverontreiniging lijkt in de Zwarte Zee geen algemeen verschijnsel, maar dergelijke verontreiniging doet zich plaatselijk voor in kustgebieden rondom riviermondingen, riooluitlaten, industriële installaties en havens. Er ontstaat thans echter nieuwe druk op het milieu als gevolg van de snelle toename van het gebruik van de Zwarte Zee als maritieme transportroute, met name voor het vervoer van olie vanaf de onlangs geopende Kaspische olievelden. Deze ontwikkeling zorgt voor een hoog risico van ongevallen met tankers, met name in de Turkse zeestraten.
Er is op dit moment geen bewijs voor ernstige vervuiling door zware metalen of vervuiling door pesticiden en andere persistente organische verontreinigende stoffen (zoals PCB's) in de Zwarte Zee.
Een ander ernstig probleem is dat van de afname van de biodiversiteit in de Zwarte Zee. Oorspronkelijk was er een zeer rijke biodiversiteit, met name op het noordwestelijk plat, waar een unieke vegetatie van rode algen bestond. Dit gebied is nu veranderd in een seizoenmatig anoxische "dode zone". Het totale gebied dat hiervan de gevolgen ondervindt is gedurende de afgelopen 30 jaar duizend keer zo groot geworden. Dit heeft gevolgen gehad voor de hele Zwarte Zee en heeft het evenwicht tussen de verschillende soorten gewijzigd, waardoor een onstabiel ecosysteem is ontstaan. Een ander probleem is dat van de overbevissing. Sedert de jaren zestig heeft de visserijsector zich uitgebreid en er worden thans geavanceerde technieken toegepast om de visscholen op te sporen. Verder doen zich ook problemen voor als gevolg van de komst van een exotisch organisme, namelijk een ribkwal die geen natuurlijke predatoren had in de Zwarte Zee. De soort gedijde daar goed: volgens berekeningen heeft zij in de Zwarte Zee een totale biomassa van ongeveer 1 miljard ton bereikt, wat meer is dan de wereldwijde jaarlijkse visvangst tijdens de piek van 1989-1990. Dit heeft enorme gevolgen voor de ecosystemen van de Zwarte Zee en de commerciële visbestanden.
In combinatie met de verontreiniging van het water door met name nutriënten en een toename van de troebelheid hebben deze problemen geresulteerd in een afname van de diversiteit van commercieel exploitabele vis van ongeveer 26 soorten in de late jaren zeventig tot 6 soorten nu.
3. Bestaande milieusamenwerking in de regio
Partijen die het Verdrag inzake de bescherming van de Donau (DRPC) hebben geratificeerd:
Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Duitsland, Hongarije, Moldavië, Roemenië, Slowakije, Slovenië en de Europese Gemeenschap.
Oekraïne heeft het verdrag ondertekend maar niet geratificeerd en Bosnië-Herzegovina en de Federale Republiek Joegoslavië zijn waarnemers.
De Donaulanden hebben het Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau (Danube River Protection Convention, DRPC) over milieusamenwerking in het stroomgebied van de rivier getekend. De Europese Gemeenschap is eveneens partij bij het verdrag en financiert delen van de activiteiten uit hoofde van het verdrag. De Internationale Commissie voor de bescherming van de Donau (ICPDR) voert het verdrag uit.
De partijen bij het Zwarte-Zeeverdrag zijn:
Roemenië, Bulgarije, Oekraïne, Georgië, Rusland en Turkije.
De Europese Commissie heeft namens de Europese Gemeenschap onlangs de officiële status van waarnemer gekregen.
De samenwerking voor de bescherming van het milieu van de Zwarte Zee vindt plaats in het kader van het Verdrag inzake de bescherming van de Zwarte Zee tegen verontreiniging (Zwarte-Zeeverdrag).
Deze twee verdragen moeten de basis vormen voor de regionale samenwerking, en inspanningen om de regio te ondersteunen moeten zich richten op de versterking van deze verdragen in plaats van op het tot stand brengen van nieuwe verdragen zoals zo nu en dan wordt gesuggereerd.
Steun van de Europese Gemeeschap
Sinds 1990 ondersteunt de Europese Gemeenschap de regio via het Phare-programma [1], dat zowel nationale programma's als bijstandsinitiatieven voor meerdere landen in de regio omvat. Het milieuprogramma voor de Donau was een van de eerste meerlandenprogramma's dat werd goedgekeurd en tegelijkertijd een van de grootste projecten die werden uitgevoerd. Tegelijkertijd zijn ook de VN en het WMF actief geweest in de regio en zijn er grote inspanningen geleverd teneinde de activiteiten van de EU en de VN te coördineren en overlapping van programma's te voorkomen.
[1] Vanaf 1 januari 2000 moet alle pretoetredingssteun worden toegespitst op de voorbereiding van de kandidaat-lidstaten op de toetreding, d.w.z. op de in de partnerschappen voor de toetreding vermelde prioriteiten.
In juli 2000 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een voorstel van de Europese Commissie om geld te storten in een internationaal fonds voor het vrijmaken van de vaargeul van de Donau (Besluit 2000/474/EG van de Raad van 17 juli 2000). In januari 2001 is de Donaucommissie, die is gevestigd in Boedapest, begonnen met het uitvoeren van het project om delen van de Donauvaargeul vrij te maken.
Daarnaast is sedert het van start gaan van het Milieuprogramma voor de Zwarte Zee (BSEP), dat in 1993 met steun van het WMF en de VN werd opgezet, Phare- en Tacis-steun verleend voor milieuprojecten in de Zwarte-Zeeregio. Algemene doelstelling was, Bulgarije, Roemenië, Rusland, Oekraïne en Georgië te helpen bij het versterken van hun individuele en gemeenschappelijke capaciteit om de milieuproblemen van de Zwarte Zee aan te pakken. Bovendien is Tacis-steun verleend aan Georgië, Rusland en Oekraïne om deelname aan en uitvoering van het Zwarte-Zeeverdrag en het strategisch actieplan voor de Zwarte Zee mogelijk te maken, vooral wat betreft aspecten als intensivering van educatie en bewustmaking inzake de problematiek van de Zwarte Zee, hulp aan plaatselijke groeperingen en kennisoverdracht.
Strategische actieprogramma's
Sinds de Donau- en Zwarte-Zeeprogramma's van start zijn gegaan, hebben zij zich gericht op het definiëren van strategieën en het vaststellen van "hot spots" waar investeringen zijn vereist in maatregelen om grensoverschrijdende vraagstukken aan te pakken. Een van de belangrijkste doelstellingen die tot dusver zijn gerealiseerd, is de ontwikkeling van strategische actieprogramma's voor zowel het Donau- als het Zwarte-Zeeprogramma. Deze vormen de basis voor de activiteiten die in de toekomst moeten worden ondernomen.
Beperkte investeringen
Tot dusver is er echter maar weinig geïnvesteerd in de prioritaire projecten die binnen beide kaders zijn geselecteerd. De belangrijkste beperking lijkt te zijn dat de "hot spots" voor de Zwarte Zee en de Donau nog geen prominente positie innemen in de nationale prioriteiten voor overheidsinvesteringen en dat zij evenmin deel uitmaken van deugdelijke en alomvattende strategieën op nationaal niveau.
Uit hoofde van het strategisch actieplan voor de Zwarte Zee van 1996 is een reeks geharmoniseerde doelstellingen inzake de waterkwaliteit in de Zwarte Zee voorgesteld, maar de algehele uitvoering van het plan ligt ver achter op het schema.
Als onderdeel van de structuur die is opgezet in het kader van het milieuprogramma voor de Zwarte Zee, is er in ieder land aan de Zwarte Zee een activiteitencentrum opgericht. Ieder centrum heeft zijn eigen gebied waarvoor het verantwoordelijk is, zoals visserij, biodiversiteit, monitoring, enz., met een coördinerende rol op regionaal niveau. Tegelijkertijd zijn er in alle landen nationale contactpunten aangewezen voor de genoemde activiteiten. Het netwerk van deze activiteitencentra bevindt zich op dit moment in een moeilijke positie als gevolg van het gebrek aan financiering en steun van de nationale regeringen.
In bijlage 2.3 wordt een keuze van EU-projecten gepresenteerd die de afgelopen tien jaar in de regio zijn uitgevoerd. Voor de Donauregio betreft het zowel onderzoek betreffende als investeringen in water- en afvalwaterprojecten die een directe invloed hebben op de waterkwaliteit van de Donau en de Zwarte Zee.
De EU heeft onlangs met succes een programma voor regionale samenwerking op milieugebied opgezet in het kader van het Regionale Milieuherstelprogramma (Regional Environmental Reconstruction Programme, REReP) voor de Balkan.
Dit programma biedt een platform voor de coördinatie van milieuactiviteiten in de bredere context van de internationale bijstand aan de Balkanregio. Het programma is met name gericht op institutionele opbouw, maar voorziet ook in bepaalde urgente milieu-investeringen. Een ander initiatief dat als voorbeeld kan dienen, is de EAP Task Force (http://www.oecd.org/env/eap/eaptf/12taskforce/index.htm).
4. Belangrijkste milieudoelstellingen
Het doel op lange termijn is het verlagen van de concentraties van voedingsstoffen en andere gevaarlijke stoffen zodat de ecosystemen van de regio zich kunnen herstellen.
De gezamenlijke werkgroep voor de Donau en Zwarte Zee heeft in 1998 algemene milieudoelstellingen opgesteld voor de Donau- en Zwarte-Zeeregio. De Europese Gemeenschap deelt deze doelstellingen en spant zich in om ze te realiseren.
De meeste landen in de regio hebben nationale milieustrategieën vastgesteld die ook betrekking hebben op de Donau en de Zwarte Zee. De dringend noodzakelijke economische ontwikkeling moet evenwel dusdanig worden gepland dat de juiste maatregelen en werkwijzen worden toegepast om de lozing van voedingsstoffen vanuit puntbronnen (woongebieden en industriële en agrarische puntbronnen) en diffuse bronnen (landbouw) te verminderen.
De huidige influx van voedingsstoffen in de Zwarte Zee hangt samen met de unieke situatie die het gevolg is van de economische depressie die de meeste kustlanden het afgelopen decennium hebben gekend. Het is echter van het grootste belang dat de instroom van voedingsstoffen laag blijft bij ieder economisch scenario en dat in ieder nationaal ontwikkelingsplan maatregelen ter beheersing van de emissies van voedingsstoffen en giftige stoffen worden opgenomen.
In het licht van een en ander geldt volgende
Tussentijdse doelstelling: alle landen in het Donau- en Zwarte-Zeebekken moeten urgente beheersingsmaatregelen uitwerken en ten uitvoer leggen om de lozing van stikstof en fosfor in de Zwarte Zee (ook via de Donau) onder het niveau van 1997 te houden.
De gezamenlijke technische werkgroep voor de Donau en de Zwarte Zee heeft 1997 als referentiejaar voorgesteld omdat uit de analyses van de werkgroep blijkt dat zich met betrekking tot de toestand van de Zwarte-Zee-ecosystemen een status quo of zelfs een lichte verbetering aftekent.
Andere belangrijke doelstellingen dienen naar het oordeel van de Europese Commissie een afspiegeling te zijn van de beginselen van de EG-kaderrichtlijn Water:
* aquatische ecosystemen alsook terrestrische ecosystemen en waterrijke gebieden die rechtstreeks van aquatische ecosystemen afhankelijk zijn, voor verdere achteruitgang behoeden, beschermen en verbeteren;
* duurzaam gebruik van water bevorderen op basis van duurzame bescherming van de beschikbare waterbronnen;
* verhoogde bescherming en verbetering van het aquatisch milieu nastreven door specifieke maatregelen voor prioritaire stoffen en door het stopzetten of geleidelijk beëindigen van het gebruik van prioritaire gevaarlijke stoffen;
* zorgen voor de geleidelijke vermindering van de verontreiniging van grondwater en verdere verontreiniging hiervan voorkomen; en
* bijdragen tot het milderen van de gevolgen van overstromingen en periodes van droogte.
Geïntegreerd beheer van kustgebieden
In 2000 heeft de Europese Commissie een mededeling aangenomen getiteld "Geïntegreerd beheer van kustgebieden: een strategie voor Europa" (COM(2000) 547 def. van 27 september 2000). In deze mededeling worden de beginselen uiteengezet die moeten worden toegepast om duurzame planning en beheer in kustgebieden te bevorderen. Het document schetst welke acties op communautair niveau zullen worden ondernomen om deze beginselen in de praktijk te brengen, maar benadrukt ook het belang van maatregelen op nationaal, regionaal and plaatselijk niveau.
Met het oog op de druk waaraan het kustgebied van de Zwarte Zee op allerlei manieren en in toenemende mate blootstaat, is het van belang dat de beginselen van duurzaam kustbeheer bij de planning en bij het beheer van dit gebied in acht worden genomen.
Bij geïntegreerd beheer van kustgebieden (Integrated Coastal Zone Management, ICZM) ligt de nadruk op:
- de noodzaak van coördinatie tussen de vele economische en beleidssectoren die hun activiteiten in kustgebieden ontplooien;
- de relaties die bestaan tussen activiteiten in het hinterland en de toestand van het kustgebied;
- het belang van coherente planning en dito beheer van de landwaarts en zeewaarts gelegen delen van het kustgebied;
- de noodzaak van samenwerking tussen buurlanden bij de planning en het beheer van regionale zeeën.
5. Voorgestelde acties
Wil men het probleem van de eutrofiëring van de Donau en de Zwarte Zee doeltreffend aanpakken en daarbij de in hoofdstuk 4 uiteengezette doelstellingen realiseren, dan is gecoördineerde actie vereist van alle betrokken landen én van de internationale organisaties die in de regio actief zijn.
Algemeen wordt erkend dat het stroomgebied (als natuurlijke geografische en hydrologische eenheid) de beste basis vormt voor een unitair systeem van waterbeheer, en als zodanig te verkiezen is boven een indeling volgens bestuurlijke en politieke grenzen.
Dit is de benadering die thans in de EU wordt ontwikkeld via de tenuitvoerlegging van de nieuwe kaderrichtlijn Water, en het is tevens de aanpak die met het oog op de geïntensiveerde milieusamenwerking in het gebied van de Donau en de Zwarte Zee wordt voorgesteld.
Ook al hoeft de kaderrichtlijn Water in de Donaulanden die geen EU-lidstaten zijn, strikt genomen niet ten uitvoer te worden gelegd, toch hebben alle partijen bij het Verdrag inzake de bescherming van de Donau besloten bij het beheer van hun waterlopen de beginselen van genoemde kaderrichtlijn toe te passen.
De tenuitvoerlegging wordt gecoördineerd door een groep van deskundigen in het kader van de ICPDR onder voorzitterschap van de Europese Commissie. Het tijdschema voor de uitvoering stemt overeen met dat wat krachtens de richtlijn op de huidige lidstaten van toepassing is.
Tot de verplichtingen uit hoofde van de EU-kaderrichtlijn Water die relevant zijn voor het bekken van de Donau en de Zwarte Zee, behoren:
Uitbreiding van de bescherming van water tot álle wateren
Ervoor zorgen dat alle wateren vóór een bepaalde termijn in goede staat verkeren
Waterbeheer gebaseerd op de stroomgebieden
Gecombineerde aanpak d.m.v. emissiegrenswaarden en kwaliteitsnormen
Juiste prijsstelling
De burger nauwer bij de zaak betrekken
Stroomlijning van wetgeving
Voor ieder stroomgebied district dient een "stroomgebied-beheerplan" te worden opgesteld. Dit plan dient een analyse van de kenmerken van het stroomgebied, een beoordeling van de gevolgen van het menselijk handelen voor de wateren en een economische analyse van het watergebruik in het district te omvatten.
Voorts zullen, nu alle Donaulanden zich ertoe hebben verbonden de op natuurlijke stroomgebieden gebaseerde aanpak toe te passen, enkele kustgebieden van de Zwarte Zee worden toegewezen aan het Donaubekkendistrict, zodat er een nieuwe impuls wordt gegeven voor een geïntegreerde aanpak die het hele hydrografisch bekken van de Donau en de Zwarte Zee omvat.
Voor de overige rivieren die in de Zwarte Zee uitmonden, wordt gewerkt aan de ontwikkeling van actieplannen - de eerste stap op de weg naar stroomgebiedbeheer - die de basis kunnen vormen voor een geïntegreerde benadering van de bescherming van de Zwarte Zee [2].
[2] Voor het Dnjepr-bekken (Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne) ontwikkelt een door het WMF gesteund programma een grensoverschrijdende diagnostische analyse en een strategisch actieprogramma. Dit project zal de landen van het Dnjepr-bekken helpen bij het inventariseren, prioriteren en aanpakken van zowel puntbronnen als diffuse bronnen van voedingsstoffen en giftige stoffen die de Dnjepr en de stroomafwaarts gelegen Zwarte Zee verontreinigen.
De milieu-uitdagingen met betrekking tot de Zwarte Zee die niet direct gekoppeld zijn aan voedingsstoffen en andere vormen van vervuiling van de rivieren, zullen in de toekomst eveneens moeten worden aangepakt. Het betreft de vaststelling van criteria voor duurzame visserij, vervuiling door olie en gevaarlijke stoffen, via de lucht verspreide vervuiling, het storten van afvalstoffen, vervuiling door schepen en de preventie van ongevallen.
De geplande acties betreffen drie categorieën van instrumenten:
1) een operationeel kader voor samenwerking in de hele regio
2) betere integratie van Donau- en Zwarte-Zeeprioriteiten in het EU-beleidskader voor samenwerking, met inbegrip van sectorale integratie
3) meer doeltreffende financiële steun
Een operationeel kader voor samenwerking in de hele regio
Het institutioneel kader voor regionale milieusamenwerking in de Donau- en Zwarte-Zeeregio is reeds aanwezig (zie hoofdstuk 3 en bijlage 2), maar de tenuitvoerlegging en de coördinatie van de diverse lopende initiatieven blijven achterlopen, zodat ook de verhoopte synergieën uitblijven.
Er is dan ook een dringende behoefte aan beter gecoördineerde bijstand voor de bestaande regionale milieustructuren (ICPDR en Zwarte-Zeecommissie) en voor de individuele landen in de regio. Voorts is het van essentieel belang de verdere ontwikkeling van de regionale samenwerking tussen de landen in het stroomgebied onderling te stimuleren.
De Europese Gemeenschap, die nu al technische en financiële steun verleent aan de regio, moet een proactievere rol gaan spelen en de drijvende kracht worden achter deze hoogst noodzakelijke gecoördineerde bijstand.
* Als eerste stap moet het secretariaat van de Donaucommissie (ICPDR) worden versterkt om de uitvoering van de EG-kaderrichtlijn Water te kunnen coördineren. Tegelijkertijd moet de toekomst van het secretariaat van de Zwarte-Zeecommissie en van de activiteitencentra in ieder land veilig worden gesteld, en wel zó dat de landen rondom de Zwarte Zee rechtstreeks de politieke en financiële verantwoordelijk voor het runnen ervan opnemen.
Beide commissies hebben zich al gezamenlijk bereid verklaard samen te werken om gemeenschappelijke strategische doelen te bereiken. Een memorandum van overeenstemming (MO) tussen de twee partijen inzake de beperking van de lozing van nutriënten in de Donau en de Zwarte Zee wordt op dit moment uitgewerkt.
* De Europese Commissie zal ernaar streven het MO tussen de Donau- en Zwarte-Zeecommissies om te zetten in een werkbaar gemeenschappelijk platform voor samenwerking met concrete uitvoeringsstappen. Dit houdt om te beginnen in dat het MO door alle partijen bij de verdragen in kwestie wordt ondertekend. Om dit platform tot stand te brengen zal de Commissie de instelling bepleiten van een informele taakgroep (de DABLAS-taakgroep) binnen het bestaande samenwerkingskader tussen beide verdragen. De eerste opdracht van de taakgroep zal erin bestaan, het voorbereidende werk te doen met het oog op de ondertekening van de MO en vervolgens een milieuplan op te stellen dat ook een volgens prioriteit geordende lijst van projecten voor het herstel van het milieu in de regio omvat.
De informele taakgroep dient te bestaan uit vertegenwoordigers van de landen in de regio, de Donaucommissie en de Zwarte-Zeecommissie, de Europese Commissie, de belanghebbende EU-lidstaten, de internationale financieringsinstellingen en de bilaterale donoren.
* Op een meer technisch niveau zal de Europese Commissie de heractivering van de bestaande gezamenlijke werkgroep voor de Donau en de Zwarte Zee ondersteunen, die de basis moet vormen voor een betere technische evaluatie van de milieuproblemen in de regio.
Zowel de informele taakgroep als de gezamenlijke werkgroep voor de Donau en de Zwarte Zee zouden hun activiteiten in de herfst van 2001 moeten aanvatten.
* De Europese Commissie zal zich inspannen om de samenwerking tussen de Donau- en Zwarte-Zeeverdragen en het Europees Milieuagentschap (EMA) te vergemakkelijken teneinde te garanderen dat monitoring en gegevensbeheer in de regio worden geharmoniseerd en consistent zijn met de werkwijze in de EU. In 2001-2002 zal het EMA acties uitwerken die relevant zijn voor het Donau- en Zwarte-Zeegebied, en deze zullen de basis vormen voor toekomstige activiteiten.
Van een hele reeks landen in de regio wordt verwacht dat zij tegen 2002 lid worden van het Europees Milieuagentschap [3]. Dit zal waarschijnlijk leiden tot de vaststelling van nieuwe thema's voor EMA-activiteiten met betrekking tot de Donau en de Zwarte Zee, wat de mogelijkheid biedt om speciale projecten uit te voeren die belangrijk zijn voor de landen uit de regio die lid zijn van het agentschap.
[3] Besluiten 2001/582/EG tot en met 2001/594/EG van de Raad van 18 juni 2001 over het sluiten van overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en Tsjechië, Polen, Roemenië, Slovenië, Hongarije, Letland, Litouwen, Bulgarije, Slowakije, Estland, Cyprus, Malta en Turkije betreffende de deelname van deze landen aan het Europees Milieuagentschap en het Europees Milieuobservatie- en -informatienetwerk.
* De Europese Commissie zal helpen bij de totstandkoming van operationele regelingen voor samenwerking tussen de toekomstige uitgebreide EMA en de niet-EMA-lidstaten in de regio.
* Het regionaal milieucentrum (REC) van Szentendre [4], waarvan de activiteiten eerlang worden uitgebreid tot Turkije en de overige kandidaat-lidstaten, moet worden uitgenodigd om deel te nemen aan de ontwikkeling van projecten en activiteiten die op de Donau en de Zwarte Zee zijn gericht.
[4] http://www.rec.org/.
* Voorts is voor het regionaal milieucentrum voor de Kaukasus [5] een belangrijke rol weggelegd in het milieuscenario voor de oostelijke kuststaten van de Zwarte Zee, en dit REC dient daarom te worden uitgenodigd om zich bij de voorgestelde nieuwe regionale initiatieven aan te sluiten.
[5] http://rec.caucasus.net.
* Er moet een duidelijke koppeling tot stand worden gebracht tussen de activiteiten in de Donau- en Zwarte-Zeeregio en de activiteiten die worden ondernomen in het kader van het "Milieu voor Europa"-proces, en er moet worden geprofiteerd van de ervaring van de task force van het Milieuactieprogramma met betrekking tot watervraagstukken in het bijzonder. Deze task force zal dan ook worden uitgenodigd deel uit temaken van de nog op te richten informele taakgroep.
Tenslotte heeft de Zwarte-Zeecommissie de Europese Unie onlangs de officiële status van waarnemer bij het Verdrag inzake de bescherming van de Zwarte Zee verleend. Op de middellange termijn zal de Europese Gemeenschap er - parallel met het toetredingsproces dat de betrokken Zwarte-Zeelanden doorlopen - naar streven om lid te worden van dat verdrag.
Betere integratie van Donau- en Zwarte-Zeeprioriteiten in het EU-beleidskader voor samenwerking
* De Europese Commissie zal helpen bij het in de praktijk brengen van de beginselen van de EG-kaderrichtlijn Water in het hele Donaubekken en in de kuststaten van de Zwarte Zee, te beginnen met de kandidaat-lidstaten. Het tijdschema voor deze actie bestrijkt een periode van tien jaar en specificeert concrete tussentijdse resultaten die door die landen moeten worden verwezenlijkt.
* Op langere termijn streeft de Commissie ernaar, voor de overige rivieren die in de Zwarte Zee uitmonden samenwerkingsovereenkomsten tot stand te helpen brengen die vergelijkbaar zijn met de overeenkomst betreffende het Donaubekken (zie punt 2.1 hierboven) [6]. De eerste "mijlpaal" wordt een analyse van de bestaande milieuactieplannen voor deze rivieren en de uitwerking van een strategie voor de verdere ontwikkeling daarvan. Hiermee wordt in 2001 van start gegaan. Er zal een plan worden opgesteld om alle landen van het Zwarte-Zeegebied nauwer bij de oplossing van de problemen in verband met die zee te betrekken.
[6] Het feit dat het Zwarte-Zeeverdrag een kustlijn betreft, kan een belemmering vormen voor de toepassing van een op stroomgebieden toegesneden aanpak. Dit aspect dient te worden onderzocht en uiteindelijk te worden opgelost.
* De Europese Commissie zal de landen van de regio stimuleren om overal waar het kan en waar zulks verenigbaar is met de toegepaste communautaire instrumenten (Life, Phare, Ispa, Tacis, Cards, Sapard, enz.) [7], in hun nationale programma's en strategieën voor financiële steun van de Gemeenschap projecten op te nemen die gunstig zijn voor het milieu van de Donau en de Zwarte Zee, in overeenstemming met de beginselen van de EG-kaderrichtlijn Water en de overige communautaire waterwetgeving.
[7] Ispa is het belangrijkste instrument van de Gemeenschap voor de ondersteuning van milieu investerings projecten. De rol van Phare zal in de tien Midden- en Oost-Europese kandidaat-lidstaten beperkt blijven tot de ondersteuning van institutionele ontwikkeling en investeringen, die een weliswaar aanvullend maar niettemin onmisbaar onderdeel vormen van de geïntegreerde industriële wederopbouw en van regionale ontwikkelingsprogramma's.
* De Commissie zal de landen in de regio en de donors die de waterzuiveringprojecten financieren, aansporen om ervoor te zorgen dat alle nieuwe waterzuiveringsinstallaties voorzien in secundaire (biologische) afvalwaterzuivering die zonder al te veel kosten kan worden uitgebreid met tertiaire zuivering (verwijdering van nutriënten).
* Er is fundamenteel behoefte aan geïntensiveerd onderzoek dat voorziet in een solide wetenschappelijke onderbouwing van beleidsbeslissingen met betrekking tot de toewijzing van investeringen ter verbetering van de milieukwaliteit in de Donau- en Zwarte-Zeeregio en ter vaststelling van de prioriteiten terzake. Wetenschappelijk onderzoek dat in het kader van de communautaire onderzoekprogramma's wordt uitgevoerd, zal daartoe bijdragen.
* De Commissie zal ernaar streven dat bij de volgende beoordeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid de rol van dat beleid wordt besproken bij de bescherming en verbetering van het milieu in de regio, met name met betrekking tot de vermindering van nutriëntenemissies en de bescherming van natuurreservaten en de biodiversiteit in het Donau- en Zwarte-Zeegebied.
* Met name Roemenië speelt een belangrijke rol bij de lozing van voedingsstoffen in de Zwarte Zee. Het hele Roemeense grondgebied watert af op de Zwarte Zee, hoofdzakelijk via de Donau. Er moet speciale aandacht worden geschonken aan de ondersteuning van de inspanningen van Roemenië om zijn aandeel in de vervuiling te verlagen.
* De Commissie zal de landen in de regio aansporen om de relevante VN/ECE-verdragen te ondertekenen en te ratificeren, met name het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren en het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen. De Commissie zal erop wijzen dat de landen in de Donau- en Zwarte-Zeeregio de milieu- en gezondheidsdimensie moeten opnemen in hun sectorale beleidslijnen inzake vervoer, energie, landbouw, visserij, handel, enz., in overeenstemming met de integratiestrategie van de Europese Unie (Cardiff-proces).
Meer doeltreffende financiële steun voor de regio
De financiële steun voor de regio vanuit de Gemeenschap omvat momenteel een toewijzing van 3 miljoen euro in het kader van het regionaal samenwerkingsprogramma van Tacis (begroting 2000) die bestemd is voor technische bijstand aan de regionale activiteitencentra in Odessa, Krasnodar en Batumi, teneinde de capaciteit van deze centra op het stuk van doeltreffende advisering en assistentie inzake milieubeheer te versterken.
Voorts worden via het programma Milieu en duurzame ontwikkeling, dat deel uitmaakt van het OTO-kaderprogramma, diverse onderzoekprojecten in de regio van Donau en Zwarte Zee gesteund. Een van de belangrijkste in dit verband is het DANUBS-project, een grootschalig onderzoekproject voor het Donaubekken dat erop gericht is wetenschappelijk goed onderbouwde scenario's op te stellen en de beleidsmakers een solide basis te verschaffen voor het prioriteren van de ingrepen die nodig zijn om de eutrofiëring van de Zwarte Zee te verminderen. Een tweede voorbeeld is het Tisza River Project, dat moet resulteren in geïntegreerde modellen, gesteund op en gevalideerd aan de hand van waarnemingen in situ, die de beleidsmakers de beschikking zullen geven over een instrumentarium voor planning en beheer van dit cruciale onderdeel van het hydrografisch net van de Donau.
* De Europese Commissie zal erop toezien dat in de toekomst alle relevante door de EG gefinancierde projecten in de Donau- en Zwarte-Zeeregio rekening houden met de prioriteiten van de strategische milieuactieplannen voor de Donau en de Zwarte Zee. Dit is tot dusver niet altijd het geval geweest, aangezien de betrokken landen zelf in hun verzoeken om financiële steun deze prioriteiten niet hebben genoemd.
* De Commissie zal zoeken naar manieren om de samenhang en coördinatie van de financiële steun van de Gemeenschap aan regionale milieuprojecten, inclusief infrastructuur projecten, te verbeteren. Daarbij zal worden gekeken naar mogelijkheden om de coördinatie tussen de diverse financieringsinstrumenten voor de Donau- en Zwarte-Zeeregio, met inbegrip van Ispa, Phare-Roemenië en Phare-Bulgarije alsook Tacis en het financierings instrument voor Turkije, te verbeteren. Andere mogelijkheden bieden de projecten in het kader van Interreg IIIB, waarbij ook de kandidaat-lidstaten kunnen worden betrokken.
* De Commissie zal actief de mogelijkheden onderzoeken om Life - derde landen uit te breiden tot alle landen van de regio.
* De Commissie zal actief trachten de investeringen door de internationale financiële instellingen (IFI's) en bilaterale donors in het gebied te vergroten en zij zal alle mogelijkheden onderzoeken voor een grotere medefinanciering door de Gemeenschap van IFI-investeringen en een verbeterde coördinatie met de bilaterale programma's van de lidstaten. In dit verband bestaan er plannen voor medefinanciering van een investering in waterbeheer en watervoorziening in Zuid-Oekraïne (begroting 2001). Vooral belangrijk op korte termijn is de vrijgave van 70 miljoen USD die door de Partnership Investment Facility van het WMF en de Wereldbank ter beschikking worden gesteld voor investeringen in de regio. Het Wereldmilieufonds (WMF) is de komende jaren van plan om een gezamenlijk project voor technische bijstand te financieren voor de Donau en de Zwarte Zee. De totale capaciteitsopbouw-component van het project zal 24 miljoen USD bedragen. Het eerste deel van dit geld is in mei 2001 vrijgegeven.
* Door haar deelname aan de werkzaamheden van de ICPDR en de Zwarte-Zeecommissie zal de Europese Commissie de tenuitvoerlegging van dit initiatief ondersteunen.
* De Commissie zal de EU-lidstaten verzoeken de Donau- en Zwarte-Zeeregio op te nemen in hun prioriteiten voor bilaterale steun op het gebied van milieu en duurzame ontwikkeling.
6. Conclusie
De Donau- en Zwarte-Zeeregio vormt een as van toenemend geopolitiek gewicht binnen de context van de uitbreiding van de Europese Unie.
De schade die het milieu in de Donau- en Zwarte-Zeeregio heeft opgelopen, vereist dringende actie, en die kan alleen met succes worden ondernomen via een gezamenlijke op milieuherstel gerichte inspanning die in regionaal verband wordt geleverd. Een dergelijk initiatief, waaraan grote behoefte bestaat, dient het voornaamste instrument te worden voor het bevorderen en vervolgens garanderen van duurzame ontwikkeling in de regio.
De strategie van de EU inzake duurzame ontwikkeling legt de nadruk op de cruciale rol die voor de Unie is weggelegd bij het tot stand brengen van duurzame ontwikkeling in Europa en in de rest van de wereld. Zij beklemtoont dat het EU-beleid - zowel het interne als het externe - de inspanningen van andere landen om tot duurzamere ontwikkelingsmodellen te komen, actief moet ondersteunen.
* In deze context verzoekt de Commissie de Raad en het Parlement een gecoördineerd EU-initiatief in het Donau- en Zwarte-Zeegebied in overweging te nemen. De Commissie zal in 2003 verslag uitbrengen over de resultaten van de geïntensiveerde inspanningen en nieuwe initiatieven die zij voornemens is te ontplooien.
Bijlagen
Bijlage 1 Acroniemenlijst
Phare // Pretoetredingsbijstand voor landen in Midden- en Oost-Europa
Ispa // Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid
Tacis // Bijstandsprogramma voor de NOS
Sapard // Structurele pretoetredingsbijstand voor landen in Midden- en Oost-Europa
Cards // Communautaire bijstand voor wederopbouw, democratisering en stabilisering
Meda // Bijstandsprogramma voor landen in het Middellandse-Zeegebied
Unesco // VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur
ICPDR // Internationale Commissie voor de bescherming van de Donau
DRPC // Verdrag inzake de bescherming van de Donau
BSC // Commissie voor de bescherming van de Zwarte Zee tegen verontreiniging (Zwarte-Zeecommissie)
ICPBR // Internationale Commissie voor de bescherming van de Zwarte Zee
REReP // Regionaal milieuherstelprogramma
REC // Regionaal milieucentrum
WMF // Wereldmilieufonds
EMA // Europees Milieuagentschap
BSEP // Milieuprogramma voor de Zwarte Zee
PCB's // Polychloorbifenylen
Bijlage 2 Milieusamenwerking in de regio
Bijlage 2.1 Internationale Commissie voor de bescherming van de Donau
Het Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau (Danube River Protection Convention, DRPC) werd op 29 juni 1994 in Sofia ondertekend door elf van de oeverstaten van de Donau en de Europese Gemeenschap. Het verdrag werd op 22 oktober 1998 van kracht na de ratificatie door negen staten.
Het verdrag is gebaseerd op de Verklaring van Boekarest met betrekking tot de bescherming van de Donau en op het VN/ECE-Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren (Helsinki, 1992) [8].
[8] Het Verdrag werd goedgekeurd door de Europese Gemeenschappen bij Besluit 97/825/EG van de Raad van 24 november 1997 (PB L 342 van 12.12.1997, blz. 18).
Het Verdrag heeft betrekking op het oppervlaktewater en het grondwater in het stroomgebied van de Donau, voorzover de verdragsluitende partijen dit delen.
Het Verdrag inzake de bescherming van de Donau is bedoeld om een duurzaam en billijk waterbeheer in het Donaubekken tot stand te brengen, met inbegrip van bescherming, verbetering en rationeel gebruik van het oppervlaktewater en het grondwater in het stroomgebied van de Donau. De verdragsluitende partijen dienen bovendien alles in het werk te stellen om de risico's die door ongevallen met voor het water schadelijke stoffen, hoogwater en ijsgang in de Donau ontstaan, te verminderen. De verdragsluitende partijen zullen trachten bij te dragen tot vermindering van de verontreiniging van de Zwarte Zee vanuit het stroomgebied.
Bovendien werken de verdragsluitende partijen samen om de huidige toestand van de Donau en de wateren in het stroomgebied daarvan wat milieu en waterkwaliteit betreft te verbeteren en ten minste te handhaven.
De verdragsluitende partijen treffen maatregelen die gericht zijn op duurzame ontwikkeling en bescherming van het milieu van de Donau. Het doel is met name een duurzaam gebruik van de waterreserves voor huishoudelijke, industriële en landbouwtoepassingen alsmede het behoud en het herstel van ecosystemen te waarborgen en ook aan andere eisen ten aanzien van de volksgezondheid te voldoen.
De volgende activiteiten en maatregelen vallen binnen de werkingssfeer van het verdrag, voorzover zij grensoverschrijdende gevolgen hebben of kunnen hebben:
* het lozen van afvalwater en de toevoer van voedingsstoffen en gevaarlijke stoffen, zowel uit puntbronnen als uit diffuse bronnen, alsmede de lozing van warmte;
* geplande activiteiten en maatregelen op het gebied van waterbouwkundige werken, in het bijzonder regulering en afvoer- en stuwregeling van waterlopen, bescherming tegen hoogwater en het verminderen van risico's door ijs;
* andere geplande activiteiten en maatregelen inzake watergebruik, zoals exploitatie van waterkracht, waterafvoer en wateronttrekking;
* het exploiteren van bestaande waterbouwkundige installaties;
* het omgaan met voor het water schadelijke stoffen en het treffen van maatregelen ter voorkoming van ongevallen.
Het verdrag is van toepassing op de visserij en de binnenvaart, voorzover het om kwesties op het gebied van waterverontreiniging ten gevolge van deze activiteiten gaat.
Teneinde de doelstellingen van het Verdrag te bereiken, moet bilaterale en/of multilaterale samenwerking worden ontplooid en ten uitvoer gelegd, met name met betrekking tot:
* het registreren van de toestand van de natuurlijke waterreserves in het stroomgebied aan de hand van overeengekomen kwalitatieve en kwantitatieve parameters,
* het vaststellen van wettelijke voorschriften met betrekking tot afvalwaterlozingen,
* het vaststellen van wettelijke voorschriften met betrekking tot het omgaan met voor het water schadelijke stoffen,
* het vaststellen van wettelijke voorschriften om het vrijkomen van voedingsstoffen en gevaarlijke stoffen uit diffuse bronnen te verminderen,
* het harmoniseren van de regelgeving op een hoog beschermingsniveau, en
* het treffen van maatregelen om grensoverschrijdende effecten van afval en gevaarlijke stoffen, in het bijzonder ten gevolge van het transport, te voorkomen.
Er dienen passende maatregelen te worden getroffen ter voorkoming en vermindering van grensoverschrijdende effecten van verontreiniging en voor een duurzaam en billijk gebruik van waterreserves en het behoud van de ecologische rijkdommen.
Ter ondersteuning van de doelstellingen van het verdrag stellen de verdragsluitende partijen onderling complementaire of gemeenschappelijke programma's voor wetenschappelijk of technisch onderzoek op en zorgen zij voor gecoördineerde of gemeenschappelijke communicatie-, waarschuwings- en alarmsystemen in het gehele stroomgebied.
Vijf bijlagen vormen een integrerend onderdeel van het verdrag. Bijlage I definieert de begrippen "beste beschikbare techniek" en "beste milieupraktijk", bijlage II geeft een lijst van industriële sectoren en gevaarlijke stoffen die binnen de werkingssfeer van het verdrag vallen, bijlage III geeft algemene richtlijnen inzake waterkwaliteitsdoelstellingen en -criteria, bijlage IV beschrijft de structuur en procedures van de Internationale Commissie en bijlage V geeft de procedure voor de scheidsrechtspraak.
Bijlage 2.2 Verdrag inzake de bescherming van de Zwarte Zee tegen verontreiniging
Deze samenwerking van de Zwarte-Zeelanden werd voor het eerst geformaliseerd in het Verdrag van 1992 inzake de bescherming van de Zwarte Zee tegen verontreiniging (Verdrag van Boekarest) en de drie daarmee samenhangende protocollen. De protocollen vormen een integrerend onderdeel van het verdrag en hebben betrekking op: bescherming van het mariene milieu van de Zwarte Zee tegen verontreiniging door bronnen op het land, samenwerking in de strijd tegen verontreiniging van het mariene milieu van de Zwarte Zee door olie en andere schadelijke stoffen in noodsituaties, en bescherming van het mariene milieu van de Zwarte Zee tegen verontreiniging als gevolg van het storten van afvalstoffen.
Het Verdrag inzake de bescherming van de Zwarte Zee geldt strikt genomen alleen voor de Zwarte Zee zelf en is als zodanig een kustverdrag voor de landen die aan de Zwarte Zee liggen. Het verdrag biedt echter de mogelijkheid aan staten die niet aan de Zwarte Zee liggen om tot het verdrag toe te treden als zij er net als de kuststaten belang bij hebben om de doelstellingen van het verdrag te realiseren.
Het Verdrag inzake de bescherming van de Zwarte Zee tegen verontreiniging verplicht de verdragsluitende partijen om afzonderlijk of gezamenlijk alle noodzakelijke maatregelen te treffen om verontreiniging van de Zwarte Zee te voorkomen, te verminderen en te beheersen. Bovendien stelt het verdrag de verdragsluitende partijen in staat om aanvullende protocollen uit te werken op gebieden waar zij dat nodig achten.
De volgende activiteiten en maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het verdrag:
* voorkoming van verontreiniging van het mariene milieu door de stoffen en materialen die in de bijlage van het verdrag worden gespecificeerd. Hieronder vallen onder andere stoffen die zware metalen bevatten, moeilijk afbreekbare stoffen en radioactieve stoffen;
* voorkoming, vermindering en beheersing van verontreiniging vanuit bronnen op het land;
* voorkoming, vermindering en beheersing van verontreiniging door vaartuigen;
* samenwerking in de strijd tegen verontreiniging bij noodsituaties;
* voorkoming, vermindering en beheersing van verontreiniging door lozingen;
* voorkoming, vermindering en beheersing van verontreiniging door activiteiten op het continentaal plat zoals de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen;
* uitvoering, afzonderlijk of in onderling overleg, van maatregelen om verontreiniging via de atmosfeer te voorkomen, te verminderen en te beheersen;
* bescherming van de mariene biologische hulpbronnen;
* voorkoming van verontreiniging als gevolg van het transport van gevaarlijk afval;
* samenwerking bij wetenschappelijk onderzoek;
* uitvoering van gezamenlijke of onderling complementaire monitoringprogramma's.
In het kader van het Verdrag van Boekarest garandeert de Istanboel-commissie de coördinatie van de werkzaamheden in het kader van het verdrag. In september 2000 hebben de Zwarte-Zeelanden het secretariaat van de Zwarte-Zeecommissie opgericht. De tenuitvoerlegging van het Verdrag van Boekarest zal voortaan door dat secretariaat worden gecoördineerd.
Bijlage 2.3 Andere betrokken partijen
Europese Commissie
Phare- en Tacis-projecten die deel uitmaken van het milieuprogramma voor het Donaubekken
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Gedurende het eerste werkingsjaar van Ispa 2000 werd de financiële steun geconcentreerd op milieuprojecten in samenhang met de toepassing van de voorschriften van de EU-waterwetgeving in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa. Dit zal ook de komende jaren een prioriteit van de Ispa-acties blijven en tot directe positieve resultaten leiden op het stuk van de kwaliteit en het goede beheer van de waterreserves in de Donau- en Zwarte-Zeeregio.
De belangrijkste onderzoekprojecten die rechtstreeks of de facto relevant zijn voor de Donau en de Zwarte Zee, zijn:
EROS-2000 / EROS-21 ("Interacties tussen de Donau en het noordwestelijke deel van de Zwarte Zee"). EROS-2000 vormde de voorbereidende fase van EROS-21.
ERMAS ("European River Margins" - "Europese rivieroevers: rol van de biodiversiteit in het functioneren van oeverecosystemen"). Dit project behelsde onder meer onderzoek van de wetlands van de Donaudelta door de universiteit van Boekarest.
DANUBS-project: ging van start in februari 2001 en loopt eind januari 2005 af. In dit project, dat het hele Donaubekken betreft, gaat de aandacht naar nutriënten en bepaalde andere verontreinigende stoffen, met inbegrip van de effecten daarvan op de westelijke sector van de Zwarte Zee.
Tisza River Project: de besprekingen over de financiering zijn net afgerond; vóór het einde van het jaar zal een contract worden gesloten.
Projecten in de Zwarte-Zeeregio In de Zwarte-Zeeregio heeft de EU steun verleend via het Milieuprogramma voor de Zwarte Zee (Black Sea Environment Programme, BSEP) met als algemene doelstelling Bulgarije, Roemenië, Rusland, Oekraïne en Georgië te helpen bij de versterking van hun afzonderlijke en gemeenschappelijke capaciteit om de milieuproblemen van de Zwarte Zee aan te pakken. Het totale toegekende bedrag was 1,5 miljoen euro uit de Phare/Tacis-begroting van 1995.
De vijf componenten van het project waren:
(1) Milieueducatie en bewustmaking van het publiek
(2) Duurzame economische ontwikkeling
(3) Meting en beheersing van verontreiniging
(4) Beheer van het kustgebied
(5) Herstructurering van het Biodiversiteitcentrum voor de Zwarte Zee
Daarnaast heeft Tacis het Zwarte-Zeesecretariaat ondersteund.
De internationale task force voor de Donau (ITF)
Naar aanleiding het verontreinigingsincident met cyaankali bij Baia Mare werd op 25 februari 2000 op initiatief van de Europese Commissie een internationale task force (ITF) in het leven geroepen. De Internationale Task Force voor de evaluatie van het ongeval bij Baia Mare (de "Baia Mare Task Force") werkte nauw samen met de Internationale Commissie voor de bescherming van de Donau, maar is volledig onafhankelijk van die commissie.
De belangrijkste taken van de ITF waren: beoordelen van schade, onderzoeken wat de oorzaak van het ongeval was, schetsen welke maatregelen dienen te worden genomen, ervoor zorgen dat een dergelijke ramp zich nooit meer kan voordoen en tot slot de essentiële maatregelen aangeven die moeten worden getroffen om het vertrouwen van de lokale bevolking te herstellen.
De task force stelde de oorzaken van het ongeluk vast en deed een reeks aanbevelingen ter versterking van het regelgevend kader en ter verbetering van de operationele procedures.
Het Wereldmilieufonds (WMF)
Het Wereldmilieufonds werd opgericht om internationale samenwerking tot stand te brengen en acties te financieren om vier kritieke bedreigingen voor het aardecosysteem aan te pakken: verlies van biodiversiteit, klimaatverandering, ecologische aantasting van internationale wateren en ozonafbraak. Het WMF ging in 1991 van start als een experimenteel initiatief en werd na de Wereldtop van Rio de Janeiro geherstructureerd. De faciliteit die als gevolg daarvan het licht zag, was strategischer, doeltreffender, transparanter en meer op participatie gericht. In 1994 zegden 34 naties 2 miljard USD toe ter ondersteuning van de missie van het WMF; in 1998 zegden 36 naties 2,75 miljard USD toe om het milieu wereldwijd te beschermen en duurzame ontwikkeling te bevorderen.
Het WMF kan alleen in zijn wereldwijde milieuopdracht slagen als het deel uitmaakt van een wereldwijde beweging naar duurzame ontwikkeling. In het WMF hebben zich 166 lidstaten samen met toonaangevende ontwikkelingsinstellingen, de wetenschappelijke gemeenschap en een breed spectrum van organisaties uit de particuliere sector en NGO's gegroepeerd met het oog op de uitvoering van een gemeenschappelijke wereldmilieuagenda.
Met betrekking tot de internationale wateren heeft het WMF sinds 1993 de landen in het Donaubekken en rondom de Zwarte Zee geholpen om de prioritaire problemen die zij met betrekking tot water ondervinden, te leren begrijpen en om hun capaciteit in het kader van het Donauverdrag en het Zwarte-Zeeverdrag op te bouwen om deze prioriteiten gezamenlijk aan te pakken.
Het WMF heeft een reeks projecten gesteund om dit doel via gezamenlijke processen te bereiken. Beoogd werd met name, een grensoverschrijdende analyse tot stand te brengen voor het bepalen van landspecifieke prioriteiten en vervolgens een strategisch actieplan (SAP) te formuleren dat de acties omvat die op het niveau van de regio of van de individuele landen noodzakelijk zijn om de grondoorzaken van de grensoverschrijdende problemen aan te pakken.
Binnen het kader van het programma voor kleinschalige subsidies van het WMF, dat door het UNDP wordt beheerd, heeft het WMF het Donau-subsidieprogramma voor NGO's gefinancierd. Dit programma werd in 1998-1999 ten uitvoer gelegd door het Regionaal Milieucentrum voor Midden- en Oost-Europa (REC). De belangrijkste doelstellingen waren het bewustzijn en de deelname van het publiek te vergroten en de participatie van NGO's aan de bestrijding van verontreiniging op het niveau van de plaatselijke gemeenschap alsook aan bewustmakingsprojecten te versterken.
Ongeveer gedurende dezelfde periode heeft het WMF het programma ter vermindering van de verontreiniging van de Donau (Pollution Reduction Programme, PRP) gefinancierd. Het PRP voor de Donau richt zich op verbetering van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater en behelst een groep projecten en maatregelen die bedoeld zijn om de geconstateerde verontreiniging en grensoverschrijdende effecten in het Donaubekken en de Zwarte Zee te bestrijden. Het programma ondersteunt de strategieën en beleidsoriëntaties van het SAP alsook de uitvoering van de DRPC.
In het kader van het PRP zijn verschillende activiteiten uitgevoerd:
* de grensoverschrijdende analyse, met inbegrip van een inventaris van de belangrijkste bronnen van verontreiniging en "hot spots",
* de ontwikkeling van een model om de stroom van verontreinigende stoffen door de Donau naar de Zwarte Zee te bestuderen (Model Waterkwaliteit Donau),
* het opstellen van thematische kaarten voor het beheer van het rivierbekken, het opstellen van verschillende studies met betrekking tot financieringsmechanismen, herstel van wetlands en het ontwikkelen van een gegevensbank met lopende en geplande projecten (421 projecten voor 246 "hot spots").
De resultaten van het PRP zullen de activiteiten van de ICPDR ondersteunen via de ontwikkeling van een actieprogramma voor de tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake de bescherming van de Donau.
Economische samenwerking Zwarte Zee
De economische samenwerking in het Zwarte-Zeegebied (ESZZ) is een organisatorische structuur die intergouvernementele, interparlementaire, intercommerciële en financiële componenten omvat. De samenwerking heeft ten doel de meningen en standpunten van de deelnemende staten met betrekking tot economische samenwerking in het Zwarte-Zeegebied te coördineren en op elkaar af te stemmen.
De intergouvernementele component bestaat uit het besluitvormingsorgaan, de vergadering van ministers van Buitenlandse Zaken (VMBZ) van de deelnemende staten, alsmede de vergadering van hoge ambtenaren en de werkgroepen van deskundigen die als hulporganen door de VMBZ zijn opgericht en die zich bezighouden met concrete aspecten van de ESZZ-activiteiten.
Volgens het besluit van de VMBZ werd het permanent internationaal secretariaat van de ESZZ gevestigd en ingericht in Istanboel (Turkije). Het secretariaat werkt in opdracht van de tijdelijke voorzitter van de ESZZ en begon zijn werkzaamheden in 1994.
De interparlementaire component werd opgericht in 1993, toen de vertegenwoordigers van Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, Roemenië, Rusland, Turkije en Oekraïne besloten de Parlementaire Vergadering van de ESZZ (PVESZZ) op te richten. De doelstelling van deze component is het creëren van de juiste condities in de deelnemende landen, met inbegrip van juridische ondersteuning voor het verwezenlijken van de doelstellingen en beginselen van de Verklaring van de ESZZ-top. Tot de taakomschrijving van de PVESZZ behoort ook het versterken van de pluralistische democratische structuur en de politieke stabiliteit in het Zwarte-Zeegebied.
De PVESZZ telt drie comités, waaronder het "Comité voor economische, commerciële, technologische en milieuaangelegenheden" dat bevoegd is voor milieuaspecten.
De Handels- en Ontwikkelingsbank voor de Zwarte Zee, met hoofkantoor in Thessaloniki, vormt het financiële onderdeel van de ESZZ-structuur. De bank is het belangrijkste instrument van de ESZZ voor het uitwerken, financieren en ten uitvoer leggen van gezamenlijke regionale projecten en verstrekt de noodzakelijke financiële middelen voor de deelnemende staten.
Milieuforum Donau (DEF)
Het milieuforum voor de Donau is een netwerk van 13 niet-gouvernementele organisaties die alle landen in het Donaubekken vertegenwoordigen, met uitzondering van Hongarije en Moldavië. In oktober 1999 werd het DEF naar Slowaaks recht wettelijk geregistreerd als internationale organisatie. Het DEF heeft in november 1999 de status van waarnemer gekregen bij de ICPDR. In zes landen (Oostenrijk, Tsjechië, Slowakije, de Federale Republiek Joegoslavië, Roemenië en Oekraïne) beschikt het DEF over nationale knooppunten.
De Donaucommissie
In juli 2000 bekrachtigde de Raad een voorstel van de Commissie om financieel bij te dragen aan een internationaal fonds (het "Internationaal Fonds voor het vrijmaken van de vaargeul van de Donau") dat is ingesteld om het puin te ruimen dat tijdens de oorlog in de Donau was terechtgekomen, teneinde de rivier in de omgeving van Novi Sad weer bevaarbaar te maken. Dit fonds wordt beheerd door de in Boedapest gevestigde Donaucommissie.
In januari 2001 is de Donaucommissie begonnen met de tenuitvoerlegging van het project. Sedert de zomer van 2001 zijn de werkzaamheden om delen van de Donau weer vrij te maken, aangevat.
Bijlage 3 Bevolking van het Donau- en Zwarte-Zeegebied
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>