Bijlagen bij COM(2006)563 - Verslag over het Internationaal Fonds voor Ierland op grond van artikel 5 van Verordening 177/2005

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I)[1], die erin voorzag dat de financiering van het IFI werd voortgezet voor de periode 2005-2006. Dit verslag heeft als hoofddoelstelling het maken van een overzicht van de activiteiten van het IFI in die periode. Het overzicht bestaat uit een beschrijving van het IFI en zijn activiteiten, zijn financieringsbronnen en vroegere beoordelingen van de activiteiten van het IFI, en van de aspecten publiciteit en complementariteit met andere EG-programma's. Daarnaast wordt in dit verslag ook een blik vooruit geworpen op de nieuwe vijfjarenstrategie van het IFI tot zijn geplande opheffing in 2010, het jaar waarin het Fonds vijfentwintig jaar bestaat, en wordt er een voorstel gedaan voor de betrokkenheid van de EU in de slotfase van de werkzaamheden van het IFI.

Sinds de jaren zestig wordt Noord-Ierland gekenmerkt door politieke verdeeldheid en geweld tussen de gemeenschappen, wat ook effect heeft op de Republiek Ierland.

In 1985, bijna 13 jaar vóór de ondertekening van het Goede-Vrijdagakkoord van Belfast (april 1998), werd het Anglo-Ierse Verdrag ondertekend op grond waarvan de beide regeringen „samenwerken om in beide delen van Ierland de economische en sociale ontwikkeling van de gebieden die het zwaarst hebben geleden onder de gevolgen van de instabiliteit van de afgelopen jaren, te bevorderen” en „de mogelijkheid nagaan om internationale steun voor dit streven te verkrijgen” .

Hieruit is in 1986 het Internationaal Fonds voor Ierland ontstaan, een onafhankelijke internationale organisatie met een eigen bestuur.

De Europese Gemeenschap verleent het IFI sinds 1989 financiële steun. Eind 2006 zal de steun van de Europese Unie goed zijn voor ongeveer 57 % van de jaarlijkse bijdragen aan het Fonds en 39 % van de cumulatieve bijdragen tot dan toe.

De IFI-verordening vormt momenteel de rechtsgrondslag voor de bijdragen van de Gemeenschap voor 2005 en 2006. Artikel 5 van die verordening bepaalt dat de Commissie bij de begrotingsautoriteit van de EG (Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie) een verslag moeten indienen waarin de noodzaak om de bijdragen na 2006 voort te zetten, wordt beoordeeld.

Dit verslag en de bijlagen erbij bouwen voort op het verslag over het Internationaal Fonds voor Ierland van 2004[2] en voldoen aan de voorwaarden voor bovengenoemde beoordeling. Na het laatste verslag is de overdracht van bevoegdheden in Noord-Ierland geschorst en omdat het vredesproces fragiel blijft, is in dit verslag een beoordeling opgenomen van de noodzaak de bijdragen na 2006 voort te zetten.

2. OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN VAN HET IFI

2.1. Algemene beschrijving van het IFI

2.1.1. Doelstellingen en prioriteiten

Het IFI werd in 1986 opgericht ingevolge een overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk en de regering van Ierland (bijlage II) en vatte zijn werkzaamheden aan in december van dat jaar. In de overeenkomst zijn de belangrijkste doelstellingen van het IFI vastgelegd, namelijk:

- het bevorderen van economische en sociale vooruitgang, en

- het aanmoedigen van contact, dialoog en verzoening tussen nationalisten en unionisten in heel Ierland.

Ongeveer 75 % van de middelen van het IFI moet in Noord-Ierland worden besteed.

2.1.2. Organisatie en wijze van functioneren

De Britse en de Ierse regering benoemen gezamenlijk een voorzitter en een raad van bestuur van zes leden, die verantwoordelijk zijn voor de leiding en het functioneren van het IFI. De raad van bestuur is representatief voor de gemeenschappen in beide delen van Ierland en komt gemiddeld viermaal per jaar samen. Vertegenwoordigers van de EU en van de donorlanden[3] nemen als waarnemer deel aan de vergaderingen van de raad van bestuur. In de bijlagen III-V wordt dieper ingegaan op de organisatie van het IFI.

Sedert het laatste verslag over het IFI heeft het 103 miljoen EUR vastgelegd voor 580 projecten in totaal. In bijlage VI is een lijst opgenomen van de projecten die sedert het vorige verslag van 2004 steun hebben ontvangen. Via verschillende steunprogramma's heeft het IFI meer dan 830 miljoen EUR vastgelegd voor bijna 6000 projecten.

De raad van bestuur van het IFI controleert de activiteiten van het Fonds op gezette tijden en lanceert zo nodig nieuwe initiatieven om aan bepaalde behoeften te voldoen. Momenteel worden de activiteiten van het IFI uitgevoerd in het kader van diverse programma's en regelingen die in drie rubrieken kunnen worden ondergebracht: revitalisering van achterstandsgebieden, opbouw van de capaciteiten van de gemeenschappen en economische ontwikkeling.

Het IFI heeft zich in de loop der jaren voortdurend aangepast aan een veranderende omgeving. In zijn beginjaren ondersteunde het IFI uitdrukkelijk grote kapitaalinvesteringen, thans concentreert het een steeds groter deel van zijn middelen (ongeveer 30 %) op projecten waarin de mens centraal staat. Zo heeft bijstand in verband met onderwijs steeds meer aan belang gewonnen en het IFI hoopt dat een initiatief in verband met geïntegreerde scholen waarin de twee grote tradities van de regio worden samengebracht, aan de raad van bestuur zal worden voorgelegd.

2.1.3. Begroting

Het IFI heeft een rechtsvorm die lijkt op een trust of een stichting.

Sedert zijn oprichting heeft het IFI ongeveer 743 miljoen EUR ontvangen (lopende prijzen). Gedurende de levensduur van het IFI heeft de VS de grootste bijdrage geleverd (59,9 %), terwijl de bijdrage van de EU ongeveer 39 % van de totale vastgelegde middelen beloopt en de overige middelen van Canada, Australië en Nieuw-Zeeland komen (bijlage VII).

Voor 2006 is de bijdrage van de VS goed voor 42 % (13,8 miljoen USD), die van de EU voor 57 % (15 miljoen EUR) en die van Canada voor 0,6 % (0,5 miljoen CAD). Er bestaat geen zekerheid over de jaarlijkse bijdragen van Nieuw-Zeeland en Australië voor 2006.

De uitgaven voor algemeen beheer, de kosten van het functioneren van het IFI en de secretariaatskosten worden ten laste genomen door de regering van het Verenigd Koninkrijk en de regering van Ierland.

2.1.4. Activiteiten

Sedert het laatste verslag heeft het IFI 103 miljoen EUR vastgelegd voor 580 projecten in het kader van diverse programma's en regelingen (bijlage VIII) die in drie rubrieken kunnen worden ondergebracht: revitalisering van achterstandsgebieden, opbouw van de capaciteiten van de gemeenschappen en economische ontwikkeling. Aan 424 projecten die in Noord-Ierland plaatsvonden werd 70,8 miljoen EUR besteed, terwijl aan 156 projecten die in Ierland plaatsvonden en aan gezamenlijke projecten 32,9 miljoen EUR werd besteed.

2.2. EU-betrokkenheid bij het IFI

Het IFI verschilt van de traditionele bijstandsverlening in het kader van de structuurfondsen van de EG (zoals het Peace-programma) door het feit dat het een onafhankelijke internationale organisatie is. De Europese Commissie (vertegenwoordigd door de directeur-generaal voor regionaal beleid) is samen met de andere donorlanden een waarnemer bij de raad van bestuur van het IFI.

Sedert de EU besloot aan het IFI bij te dragen, beliepen haar financiële bijdragen in de periode 1989-1994 15 miljoen EUR per jaar, in de periode 1995-1999 17 miljoen EUR per jaar en vanaf 2000 15 miljoen EUR per jaar. Elke betaling wordt voorafgegaan door een analyse van het jaarverslag en de jaarrekeningen en een controle van de financiële behoeften. Ter voorbereiding van de bijeenkomsten van de raad van bestuur waarop de Commissie als waarnemer aanwezig is, wordt de financiële positie van het IFI verder gecontroleerd.

3. AUDITS VAN DE ACTIVITEITEN VAN HET IFI

De diensten van de Europese Gemeenschap (Europese Rekenkamer en DG REGIO) hebben controles en onderzoeken ter plaatse bij het IFI uitgevoerd, waarover in de verslagen van 1999, 2001 en 2002 aan de begrotingsautoriteit verslag is uitgebracht.

Bij de meest recente controle in november 2003 werd vastgesteld dat het IFI maatregelen had genomen om kwesties aan te pakken die bij vorige controles aan de orde waren gesteld, zoals de beoordeling van het IFI van de procedures op het niveau van het secretariaat en de agenten, en de komende invoering van een nieuw geautomatiseerd informatiesysteem om manuele grootboeken te vervangen.

De raad van bestuur dient echter nog aandacht te besteden aan andere kwesties:

- Er bestaan nog steeds geen uniforme richtsnoeren voor het beheer van IFI-programma’s of een leidraad voor het Fonds.

- Om dubbele financiering te voorkomen zouden het IFI en de organen die de structuurfondsen beheren, op systematische wijze informatie moeten uitwisselen.

- Er moeten vaker middelen worden geannuleerd, in het bijzonder vóór de afsluiting van de jaarrekeningen. De procedures voor de annulering van middelen moeten worden versterkt.

Volgens het IFI zou het niet praktisch en kosteneffectief zijn om uniforme richtsnoeren op te stellen voor alle programma’s en vertonen de huidige procedures voor de annulering van middelen geen tekortkomingen. Het IFI erkende echter wel dat moet worden onderzocht hoe de samenwerking tussen het IFI en de andere financiers zou kunnen worden verbeterd.

Sedert het laatste verslag aan de begrotingsautoriteit is de Commissie blijven toezien op deze kwesties, in het bijzonder op situaties waarin het kan gebeuren dat middelen niet worden gebruikt en moeten worden geannuleerd. Het IFI stelt thans op gezette tijden voor de bijeenkomsten van de raad van bestuur verslagen op in verband met mogelijke annuleringen en moedigt projecten aan om te laten weten of zij al dan niet een betalingsaanvraag zullen indienen voor het volledige bedrag dat door het IFI wordt aangeboden.

Daarnaast wordt het IFI gecontroleerd door zijn eigen accountants (Price Waterhouse Coopers) en door de twee regeringen. De resultaten worden opgenomen in het jaarverslag, dat door de raad van bestuur wordt goedgekeurd.

4. IFI-ACTIVITEITEN EN STRUCTUURFONDSEN VAN DE EG

4.1. Overeenstemmende doelstellingen

Het IFI en het Peace-programma van de EG hebben aanvullende prioriteiten en doelstellingen[4]. Het strategische doel van het Peace-programma - namelijk de vooruitgang naar een vreedzame en stabiele samenwerking versterken en de verzoening bevorderen - is een van de hoofddoelstellingen van het IFI, terwijl enkele van de gebieden waarop beide initiatieven zich richten, dezelfde zijn.

De IFI-verordening vereist dat bij de toewijzing van de bijdragen van de EG voorrang wordt gegeven aan grens- of gemeenschapsoverschrijdende projecten, en de activiteiten of financiering van Peace II aanvullen. Alle projecten die in aanmerking willen komen voor bijstand uit hoofde van het Peace-programma moeten aantonen hoe zij van plan zijn gemeenschapsoverschrijdende verzoening en wederzijds begrip te ontwikkelen, doch de gemeenschapsoverschrijdende dimensie wordt slechts voor sommige IFI-programma’s uitdrukkelijk gevraagd.

Het IFI heeft altijd bijzondere klemtoon gelegd op bijstand aan de gebieden met de grootste achterstand in Noord-Ierland en de zuidelijke graafschappen aan de grens van Ierland. Dit gebeurt via een aantal programma’s die in de rubriek „revitalisering van achterstandsgebieden” kunnen worden ondergebracht, waarbij voorrang wordt gegeven aan projecten binnen de belangrijkste steunprogramma’s van het Fonds en ook aan bijzondere initiatieven. Sedert 2003 gaat meer dan 85 % van de vastleggingen van het Fonds naar projecten in deze gebieden. Het Peace-programma past daarentegen effectindicatoren toe op basis van „achtergestelde gebieden”[5] in Noord-Ierland en „bestrijding van armoede” in de grensregio.

Wat begunstigden betreft, steunt het IFI in wezen dezelfde categorieën burgers als het programma Peace II[6]. Wanneer projecten zowel voor IFI- als voor EG-programma's in aanmerking komen, bestaat het beleid van het IFI erin „als eerste geld op tafel te leggen”, ook al valt zijn financiële bijdrage soms lager uit[7]. In vergelijking met de EG-programma's verwerkt het IFI de aanvragen snel aan de hand van gestroomlijnde selectieprocedures en kan het met grotere flexibiliteit reageren op nieuwe behoeften en kansen doordat het zijn begroting jaarlijks vaststelt.

4.2. Organisatie van de coördinatie tussen de IFI- en de EG-programma’s

De IFI-verordening bepaalt dat de EG-bijdrage op zodanige wijze moet worden gebruikt dat de projecten „op één lijn worden gebracht met de door de structuurfondsen gefinancierde activiteiten, en met name die van het speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland”. Coördinatie tussen de twee initiatieven is van belang om goede praktijken te delen en te voorkomen dat het maximum van 75 % voor EG-bijstand voor projecten die zowel door een IFI- als door een EU-programma[8] worden gefinancierd, wordt overschreden.

De huidige coördinatieregelingen voorzien erin dat de Europese Commissie deelneemt aan alle bijeenkomsten van de raad van bestuur van het IFI en verslagen van de bijeenkomsten van het raadgevend comité van het IFI[9] ontvangt, en dat vertegenwoordigers van het IFI als waarnemer de bijeenkomsten bijwonen van de toezichtcomités van het communautair bestek voor Noord-Ierland, het programma Peace II, het operationeel programma duurzame ontwikkeling en het communautair initiatief INTERREG III-A voor Noord-Ierland en Ierland.

Het SEUPB[10] is verzocht personeel aan te wijzen dat deelneemt aan de programmateams van het IFI zodat wordt gezorgd voor grotere harmonisering in de selectie van projecten en de uitwisseling van informatie.

Op operationeel niveau doen het IFI en het SEUPB in veel gevallen een beroep op dezelfde agenten. Waar van toepassing worden economische beoordelingen door de twee organen gedeeld. De 75 %-regel wordt toegepast voor alle projecten in medefinanciering.

Daarnaast zijn het IFI en het SEUPB bezig met projecten om de verzoening in kaart te brengen om zodoende te proberen de tekortkomingen in de verzoeningssector in Noord-Ierland en de zes aangrenzende graafschappen te verhelpen.

De Commissie is van oordeel dat beide organisaties de procedures voor de selectie van projecten en de uitwisseling van informatie uitgebreider moeten delen. Dit is van essentieel belang wanneer dezelfde projectsponsors een aanvraag indienen voor financiering uit een IFI- en een EG-programma. De uitwisseling van gegevenstoepassingen (bijvoorbeeld het delen van ondernemingsplannen of kosten-batenanalyses) zou de selectieprocedure bespoedigen en zorgen voor een gecoördineerde reactie, zodat aanvragers niet geconfronteerd zouden worden met overlappende selectiecriteria en –vereisten.

De huidige EG-programma’s hebben uitgebreide fysieke en financiële toezicht- en controlesystemen en het IFI zou kunnen profiteren van een regelmatige toegang tot de verzamelde informatie voor gefinancierde projecten. Dit zou het risico wegnemen dat het effect van programma’s twee maal in rekening wordt gebracht, dat elke poging om grondige en correcte evaluatiestudies uit te voeren ondermijnt.

4.3. Sharing this Space – de strategie voor de laatste vijf jaar van het IFI

In 2003 heeft het IFI een grondige strategische herziening van zijn programma's uitgevoerd, met de uitdrukkelijke bedoeling zich te concentreren op activiteiten die meer op gemeenschappen zijn gericht. Na deze herziening is begin 2006 een vijfjarenstrategie met de naam „Sharing this Space” gelanceerd, om verzoening in Ierland aan te moedigen in de slotfase van de activiteit van het IFI. De bestaande gemeenschapsprogramma's van het IFI zijn verlengd, met de bedoeling een duurzame infrastructuur voor verzoening op te bouwen die na de opheffing van het IFI blijft voortbestaan. Bijgevolg zijn veel van de traditionele, op economie gebaseerde activiteiten van het IFI stopgezet ten voordele van gemeenschapsontwikkeling op het niveau van de burgers.

De doelstellingen van het IFI voor de laatste vijf jaar zijn:

- opbouwen en verwezenlijken van een visie op een gedeelde toekomst voor Noord-Ierland en beide delen van het eiland;

- stimuleren van begrip tussen de verschillende gemeenschappen in Ierland;

- vergemakkelijken van integratie tussen de gemeenschappen;

- bouwen van allianties met andere agentschappen, om het werk van het IFI na 2010 op lange termijn veilig te stellen en deskundigheid te delen met vredeswerkers in andere gebieden.

De door het IFI ondersteunde programma’s zullen in de toekomst rond vier thema’s worden geconcentreerd: bouwen van grondslagen, bouwen van bruggen, integratie en het nalaten van een erfenis. Deze programmathema’s zullen de hierboven uiteengezette doelstellingen ondersteunen.

Aangezien het IFI in 2010 of kort daarna zal worden opgeheven, moeten bij de voortzetting van de EU-bijdragen in de toekomst passende regelingen voor de afsluiting van het IFI worden getroffen in verband met de beginselen van goed en doeltreffend financieel beheer. Een verordening zou bij voorkeur slaan op de vier jaar van 2007 tot 2010, teneinde de financiering van het IFI veilig te stellen.

5. PUBLICITEIT EN VOORLICHTING

Het IFI vermeldt in de pers, in publicaties (jaarverslag, informatiebrochures en gepubliceerde verslagen) en op zijn website alle donoren van wie het steun ontvangt (ongeacht in welke mate zij een bijdrage leveren of met welke regelmaat zij betalen). Verder wordt ook in toespraken van de voorzitter of van leden van de raad van bestuur en in uiteenzettingen voor bezoekers van IFI-projecten naar de donoren verwezen. De vertegenwoordigingen van de Commissie in Belfast en Dublin hebben op gezette tijden contact met het IFI en worden uitgenodigd voor alle projectlanceringen van het IFI.

Aangezien de oorsprong van het IFI midden jaren tachtig bij de VS lag, blijft er niettemin bij de gemeenschappen in het noorden en het zuiden het gevoel bestaan dat het Fonds een door de VS gesteunde organisatie is, ofschoon de EU sedert 1989 ruim bijdraagt en het Fonds er voortdurend op hamert dat alle projecten de bijdrage van de Gemeenschap vermelden en bekend maken. De Commissie zal het profiel van de EU-aanwezigheid in de activiteiten van het IFI meer in de verf zetten, in de eerste plaats wanneer er sprake is van medefinanciering door de EG en het IFI.

6. CONCLUSIE EN VOORSTELLEN

De Europese Unie steunt het vredesproces in Noord-Ierland al sinds lange tijd, hetgeen het duidelijkst blijkt uit haar engagement voor het IFI sinds 1989 en het Peace-programma sinds 1995. Deze steun is gebaseerd op het uitgangspunt dat het vredesproces een werk van lange adem is en kon in de loop der jaren op brede steun rekenen van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

De politieke en sociale situatie in de regio is nog steeds fragiel en in het licht van het aanhoudende geweld en de blijvende verdeeldheid moet de EU haar inspanningen voortzetten om in dit deel van de Europese Unie vrede en verzoening te bewerkstelligen. Op zijn bijeenkomst in Brussel op 15 en 16 december 2005 heeft de Europese Raad in verband met het Internationaal Fonds voor Ierland de volgende conclusie van het voorzitterschap genomen[11]:

De Europese Raad heeft nota genomen van het belangrijke werk van het Internationaal Fonds voor Ierland ter bevordering van vrede en verzoening. Hij heeft de Commissie verzocht het nodige te doen met het oog op verdere EU-steun voor het Fonds, nu het de cruciale slotfase van zijn werk tot 2010 ingaat.

Daarnaast hebben de financiële vooruitzichten[12] gezorgd voor de voortzetting van het Peace-programma in Noord-Ierland en de grensgraafschappen van Ierland:

Uit erkentelijkheid voor de speciale inspanningen voor het vredesproces in Noord-Ierland zal een totaal bedrag van 200 miljoen EUR worden toegewezen voor het programma Peace over de periode 2007-2013. Het programma zal worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de maatregelen van de structuurfondsen.

In de verslagen van de Europese Commissie wordt unaniem erkend dat de maatregelen van het IFI een zeer waardevolle bijdrage leveren aan het streven naar vrede en verzoening in Noord-Ierland en de grensregio van Ierland en dat het op die manier zijn doelstellingen verwezenlijkt, namelijk het bevorderen van economische en sociale vooruitgang en het aanmoedigen van contact, dialoog en verzoening tussen nationalisten en unionisten in heel Ierland.

De programma’s van de structuurfondsen van de EU van de huidige programmeringsperiode (namelijk het programma Peace II), die de belangrijkste instrumenten zijn om economische en sociale vooruitgang in de regio te stimuleren, openen nieuwe perspectieven voor het IFI. De prioriteiten van de IFI- en de EG-programma's vullen elkaar aan en dit grote synergiepotentieel moet verder worden aangesproken. De voortzetting van het Peace-programma en de nieuwe strategie van het IFI, „Sharing this Space”, zullen het mogelijk maken dat deze synergieën verder worden verwezenlijkt.

De Commissie verwelkomt de strategie Sharing this Space. Het is een realistische strategie die ervoor zal zorgen dat vooruitgang wordt geboekt in de richting van een gedeelde toekomst, dat integratie en begrip worden aangemoedigd en dat het werk van het IFI wordt voortgezet en blijft duren na de opheffing van het Fonds.

***

Aangezien de versterking van de solidariteit tussen de lidstaten en tussen hun volkeren een centrale doelstelling van de EU is, is het derhalve belangrijk dat de EU, tezamen met andere internationale donoren, voor deze zaak blijft ijveren en haar bijdrage aan het IFI voortzet.

In dit verband is de Commissie van mening dat ook na 2006 financiële steun dient te worden verleend op basis van de in dit verslag gemaakte opmerkingen, wat tot uitdrukking zou kunnen worden gebracht hetzij in de toekomstige verordening van de Raad betreffende de EG-bijdrage aan het IFI, hetzij met andere passende middelen voor samenwerking tussen de Commissie en het IFI.

[1] PB L 30 van 3.2.2005, blz. 1.

[2] Mededeling van de Commissie: Verslag over het Internationaal Fonds voor Ierland op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 214/2000 van de Raad – COM(2001) 548 en SEC(2001) 1579 van 1 oktober 2001.

[3] Verenigde Staten, Canada, Nieuw-Zeeland en Australië.

[4] Het PEACE II-programma wordt aangemerkt als een doelstelling 1-operationeel programma in de periode 2000-2006, voor een totaalbedrag van 609 miljoen EUR. Voor de programmeringsperiode 2007-2013 zal een nieuw Peace-programma worden gestart met een bijdrage van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van 200 miljoen EUR. Dit programma valt onder de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” van het nieuwe regelgevingskader.

[5] Gedefinieerd als een mengsel van tussengebieden, gebieden die door geweld worden getroffen en achterstandsgebieden.

[6] Het programma Peace II is uitdrukkelijk gericht op personen die behoren tot gebieden, sectoren, groepen of gemeenschappen die „het zwaarst worden getroffen door het conflict”, die daarom niet noodzakelijkerwijs degenen zijn die de grootste achterstand hebben in economisch en sociaal opzicht.

[7] Zie bijlage VIII betreffende de maximumsteunpercentages.

[8] Artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1260/1999.

[9] Briefwisseling IFI/Commissie: brief aan de heer C. Trojan van 28 juni 1994.

[10] Special EU Programmes Body, de beheersinstantie voor het programma Peace II.

[11] Document 15914/05.

[12] Document 15915/05.