Bijlagen bij COM(2006)780 - Jaarverslag SAPARD 2005

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2006)780 - Jaarverslag SAPARD 2005.
document COM(2006)780 NLEN
datum 11 december 2006
bijlage D) waarin de Sapard-programma's van alle landen met uitzondering van Polen werden gewijzigd.

Bij de nieuwe lidstaten, die in 2004 geen contractuele verplichtingen voor projecten meer aangingen, hadden de wijzigingen hoofdzakelijk betrekking op de voorbereidingen voor de betaling van het eindsaldo.

Het hoofddoel van de wijzigingen met betrekking tot Bulgarije en Roemenië bestond erin de programma's beter te richten op de toetreding en de opnamecapaciteit te verbeteren. Ook werd een programmawijziging goedgekeurd zodat bijzondere bepalingen konden worden toegepast in verband met natuurrampen en middelen konden worden herschikt ten behoeve van de wederopbouw van de infrastructuur die door de overstromingen in Roemenië was beschadigd.

4.2 Bijwerking van de tussentijdse evaluaties

Overeenkomstig de MAFA dienen de tussentijdse evaluaties te worden bijgewerkt waar en wanneer dit nodig is. Op basis van deze bepaling is besloten een dergelijke bijwerking te verrichten voor Bulgarije en Roemenië tegen 31 december 2005. Aangezien geen van beide landen de evaluatie tegen die datum had ingediend, zullen de verslagen in 2006 door de Commissie worden herzien.

4.3 Kredietvoorzieningen voor het platteland

De financieringsfaciliteit voor het midden- en kleinbedrijf van Phare combineert middelen van de EBWO en de CEB/KfW met Phare-subsidies om financiële intermediairs in de kandidaat-lidstaten ertoe aan te zetten:

- hun financieringsaanbod uit te breiden tot midden- en kleinbedrijven, inclusief landbouwbedrijven en bedrijven op het platteland,

- hun capaciteit om de daarmee samenhangende risico's te beoordelen en te volgen, te versterken, en

- hun risicopositie onder controle te houden.

Het plattelandskrediet heeft tot doel de financiële sector meer capaciteit te laten ontwikkelen om landbouwers en bedrijven op het platteland een betere toegang tot kredietmogelijkheden te bieden.

Eind 2005 had de EBWO 6 projecten voor plattelandskrediet ondertekend met financiële intermediairs in Bulgarije, Polen, Slowakije, Slovenië en Tsjechië voor een totaalbedrag van 47 miljoen euro aan kredietlijnen en 6,6 miljoen euro aan EU-bijdragen. De CEB/KfW heeft 2 projecten ondertekend met financiële intermediairs in Slowakije (5 miljoen euro) en Roemenië (30 miljoen euro) voor een totaal bedrag van 3,5 miljoen euro aan EU-bijdragen.

4.4 Kroatië

Het programma van Kroatië is op 8 februari 2006 door de Commissie goedgekeurd. De financiële toewijzing van 25 miljoen euro voor 2006 is bestemd voor 3 prioriteiten die met behulp van 4 maatregelen ten uitvoer zullen worden gelegd: 20 % van de EU-middelen zal worden toegewezen aan "investeringen in landbouwbedrijven", 39 % aan de verbetering van de "verwerking en afzet van landbouw- en visserijproducten", 40 % aan de verbetering van de "plattelandsinfrastructuur" en de resterende 1 % aan technische bijstand.

De MAFA van Kroatië is op 6 december 2005 goedgekeurd en op 29 december 2005 ondertekend. In de MAFA zijn de communautaire beheers- en controlevoorschriften voor Sapard vastgelegd.

Aangezien de volledige verantwoordelijkheid voor het beheer van Sapard bij het begunstigde land berust, moet Kroatië een Sapard-orgaan opzetten en erkennen, waaraan de Commissie vervolgens het beheer van de steun zal overdragen.

5. Activiteiten in verband met de overdracht van het beheer, audits en controles

5.1 Stand van zaken in verband met de overdracht van het beheer van de steun en controlebezoeken [12]

In 2005 is in Roemenië slechts één overdrachtsaudit uitgevoerd die betrekking had op vier maatregelen. De Commissie heeft dat jaar niet tot overdracht besloten, omdat de Roemeense autoriteiten nog een aantal Sapard-procedures dienden te wijzigen en te vervolledigen om aan de MAFA-vereisten te voldoen.

Daarnaast zijn in de kandidaat-lidstaten Kroatië en Turkije verschillende auditbezoeken verricht om gegevens te verzamelen. Bij Kroatië was het doel na te gaan welke vorderingen er waren geboekt met de erkenning van het Nationaal Fonds en het Sapard-orgaan, terwijl het bij Turkije de bedoeling was het erkenningsproces in gang te zetten in het kader van het nieuwe instrument voor pretoetredingssteun (Ipa) dat vanaf januari 2007 beschikbaar komt, en advies en informatie te verstrekken over de daarmee samenhangende taken en verantwoordelijkheden.

5.2 Beschikking betreffende de goedkeuring van de rekeningen

Bij Beschikking C(2005) 3656 van 30 september 2005 heeft de Commissie de jaarrekeningen over 2004 van 10 landen (Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Slovenië, Bulgarije en Roemenië) goedgekeurd.

De Commissiebeschikking van 28 september 2004 gold niet voor de jaarrekeningen van Bulgarije, Roemenië en Polen over het begrotingsjaar 2003. Daarom is in 2005 in Roemenië en Polen een audit met het oog op de accountantsverklaring verricht en is Bulgarije om aanvullende informatie verzocht. De Commissiebeschikkingen met betrekking tot deze drie landen zullen in 2006 worden genomen.

5.3 Conformiteitsbeschikking

De in september 2003 begonnen overeenstemmingsaudit is voortgezet in 2004 en 2005. In 2005 zijn 5 bezoeken in verband met conformiteitscontrole verricht. In Tsjechië, Hongarije, Litouwen en Polen waren de audits gericht op de tenuitvoerlegging van corrigerende maatregelen om gevolg te geven aan de aanbevelingen die tijdens de eerste bezoeken in 2003 en 2004 waren gedaan. In Roemenië is een tweede audit verricht om de in 2005 gedeclareerde uitgaven te verifiëren en een algemene controle uit te voeren van de procedures die voor een nieuwe maatregel waren ingevoerd.

Bij deze audits zijn steekproeven uit de betalingsdossiers onderzocht en enkele eindbegunstigden ter plaatse gecontroleerd. De geconstateerde tekortkomingen werden aan de betrokken autoriteiten meegedeeld. Overeenkomstig de bepalingen van de MAFA zal aan het eind van de procedure voor de goedkeuring van de rekeningen in het licht van dit conformiteitsonderzoek worden bekeken of er financiële correcties moeten worden toegepast op de verrichte uitgaven.

Op 6 oktober 2005 is conformiteitsbeschikking C(2005) 3702 aangenomen waarbij bepaalde uitgaven van Bulgarije in het kader van Sapard werden uitgesloten van communautaire financiering, omdat er bij twee projecten sprake was van onaanvaardbare belangenconflicten tussen de begunstigden en hun consultants en, in één geval, omdat de regels voor niet-openbare aanbesteding in de communautaire wetgeving en de MAFA niet in acht waren genomen.

5.4 Werkzaamheden van de Europese Rekenkamer

In het kader van de betrouwbaarheidsverklaring voor 2004 heeft de Rekenkamer de werkwijze van de Commissie met betrekking tot de jaarverslagen over de tenuitvoerlegging van Sapard onderzocht en met name gekeken naar de documentering van haar analyse van deze verslagen en naar de naleving van de MAFA-termijnen. De diensten van de Commissie hebben met de opmerkingen terdege rekening gehouden.

In het kader van haar jaarverslag over 2004 heeft de Rekenkamer ook audits verricht in Hongarije en Slovenië. De diensten van de Commissie hebben de auditverslagen en de antwoorden van de lidstaten onderzocht en voor sommige knelpunten een follow-up verricht tijdens de nationale audits in deze twee landen. Op grond hiervan is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er geen aanwijzingen zijn voor wijdverbreide tekortkomingen of systeemgebreken.

In haar conclusies voor het begrotingsjaar 2004 wees de Rekenkamer voor de pretoetredingsfondsen in het algemeen op de uiteenlopende risicograad op het niveau van de uitvoeringsorganen in de kandidaat-lidstaten. Voor Sapard in het bijzonder merkte de Rekenkamer op dat er bepaalde gebreken waren geconstateerd, zij het met geringe financiële gevolgen. Algemeen luidde de conclusie voor Sapard dat "de systemen de sleutelconcepten [bevatten]; de procedures waren goed gedocumenteerd en de systemen, zoals beschreven en erkend, functioneerden in de praktijk doorgaans goed. […] Op basis van het verrichte auditwerk en behoudens [enkele] bevindingen herhaalt de Rekenkamer haar oordeel dat de toezicht- en controlesystemen van Sapard in de praktijk doorgaans goed werkten."

5.5 Onregelmatigheden

In 2005 werden 151 nieuwe gevallen van onregelmatigheden onder de aandacht van OLAF gebracht: 87 in Roemenië, 21 in Hongarije, 19 in Polen, 9 in Bulgarije, 4 in Letland, 3 in Estland en in Slovenië, 2 in Litouwen en in Tsjechië, en 1 in Slowakije. Het aantal meldingen uit de nieuwe lidstaten neemt duidelijk af, terwijl de meeste nieuwe gevallen die onder de aandacht van OLAF werden gebracht, betrekking hebben op de toetredingslanden, waar de Sapard-uitgaven zijn gestegen. Sommige landen, met name Roemenië, hebben onregelmatigheden gemeld die betrekking hadden op bedragen onder 4 000 euro, waardoor het aantal meldingen uit die landen verhoudingsgewijs hoog was.

Het merendeel van de gemelde onregelmatigheden had betrekking op de onjuiste toepassing van aanbestedingsregels, onregelmatigheden bij de boekhouding, bepaalde uitgaven die niet subsidiabel waren, en vervalste documenten. Onvoldoende personeel, een gebrek aan opleiding, een groot personeelsverloop en het streven om Sapard-middelen vast te leggen vóór het verstrijken van de uiterste termijn (die samenhangt met de toetreding), worden als risicofactoren beschouwd.

6. Ontwikkelingen voor de toekomst

6.1 Instrument voor pretoetredingssteun (Ipa)

In 2005 heeft de Commissie de juridische basis gelegd om uitvoering te geven aan de hervorming van de buitenlandse hulp zoals voorgesteld in de financiële vooruitzichten 2007–2013[13], wat heeft geresulteerd in de oprichting van een nieuw instrument (Ipa) ter vervanging van de 5 bestaande instrumenten Phare, Ispa, Sapard, Cards en de pretoetredingssteun voor Turkije. Ook werden de uitvoeringsvoorschriften voor Ipa, inclusief het onderdeel plattelandsontwikkeling (Ipard), opgesteld en de voorbereidende werkzaamheden voor de tenuitvoerlegging van Ipard in de desbetreffende kandidaat-lidstaten (Hongarije, Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië) op gang gebracht.

6.2 Kroatië

Het tempo van de voorbereidende werkzaamheden voor Ipard, dat van toepassing wordt vanaf 2007, is in 2005 opgevoerd.

Het Ipard-programma zal op het Sapard-programma gebaseerd zijn en aanvullende maatregelen omvatten, zoals "Ontwikkeling en diversificatie van de economische bedrijvigheid op het platteland", "Landbouwproductiemethoden ten behoeve van milieubescherming en natuurbeheer" en een "Maatregel van het type Leader". Kroatië is voornemens de Commissie in 2006 een Ipard-plan ter goedkeuring voor te leggen.

6.3 Turkije

Tijdens 3 voorbereidende bezoeken aan Ankara in april, juli en december van 2005 hebben de Turkse autoriteiten hun voornemen bevestigd om zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in de eerste helft van 2008, van start te gaan met de uitvoering van een Ipard-programma voor Turkije, terwijl de Commissie advies heeft verstrekt in verband met de belangrijkste te nemen maatregelen.

Voor alle sectoren die in Ipard-programma's worden opgenomen, zal een gedetailleerde sectorale analyse met de hulp van onafhankelijke deskundigen moeten worden verricht. Op verzoek van de Turkse autoriteiten is de FAO in het najaar van 2005 begonnen met een onderzoek naar de zuivelsector, dat in 2006 moet worden afgerond.

Wat de kredietfinanciering voor het platteland betreft, heeft de Commissie de nadruk gelegd op het belang van goed functionerende financieringsfaciliteiten met het oog op de besteding van de Ipard-middelen.

6.4 Samenwerking met internationale organisaties

De Commissie heeft de samenwerking met de internationale financiële instellingen (IFI's) op het gebied van de pretoetredingssteun voor plattelandsontwikkeling de afgelopen jaren verder versterkt. Dit heeft geleid tot een beter begrip van de wijze waarop Sapard en Ipard functioneren, en van de gebieden waarop de IFI's en de Commissie in dit verband kunnen samenwerken.

In Kroatië is een nauwe coördinatie en samenwerking met de Wereldbank op gang gekomen, kort nadat dit land de status van kandidaat-lidstaat had gekregen. De Wereldbank heeft voor Kroatië een cohesiefaciliteit voor het landbouwacquis opgezet (25,5 miljoen euro) om capaciteit op te bouwen in het Kroatische ministerie voor Landbouw, onder meer door steun te verlenen voor de oprichting van een Sapard-/Ipard-orgaan en de opstelling van Sapard-/Ipard-maatregelen.

In Turkije verleent de Wereldbank in het kader van het project voor de tenuitvoerlegging van de landbouwhervorming steun voor maatregelen van het type Ipard.

Tot slot heeft de Commissie nauwe contacten onderhouden met andere internationale donoren, zoals het UNDP en USAID, om de respectieve activiteiten voor plattelandsontwikkeling beter te coördineren. De Commissie is ook lid van de East-Agri-groep, een netwerk van landbouw- en agribusinessorganisaties die actief zijn in Midden- en Oost-Europa onder coördinatie van de FAO.

[1] Zie bijlage A.

[2] Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Slovenië.

[3] Betalingen van voorschotten en vergoedingen.

[4] Inclusief nationale medefinanciering en betalingen van de nieuwe lidstaten boven het plafond van 95 %.

[5] De bijlagen B en C bevatten een horizontaal overzicht.

[6] Bijlage C.1.

[7] Jaarverslag over de tenuitvoerlegging in Polen, 2005.

[8] Bijlage C.3.9 geeft een overzicht van de verdeling van de Sapard-middelen over de verschillende maatregelen voor Bulgarije.

[9] De "limited time procedure", op grond waarvan projecten vóór de definitieve subsidialiteitscontrole al tijdelijk werden goedgekeurd om de uitvoering ervan te versnellen, werd door het Sapard-orgaan sinds juli 2004 toegepast. Deze procedure werd evenwel op nationaal en communautair niveau betwist. Als gevolg hiervan werd de uitvoering van het Sapard-programma door een tijdelijke bevriezing van projecten uitgesteld totdat er een definitief besluit is genomen over de conformiteit van de procedure.

[10] Bijlage C.3.10 geeft een overzicht van de verdeling van de Sapard-middelen over de verschillende maatregelen voor Roemenië.

[11] De termijn voor het ambtshalve annuleren van kredieten is bij Verordening (EG) nr. 1052/2006 van 11 juli 2006 voor de financieringsovereenkomsten 2004 en 2005 met een jaar verlengd (PB L 183 van 12.7.2006, blz. 3).

[12] Zie bijlage E.

[13] COM(2004) 101.