Bijlagen bij COM(2007)50 - Snelle toegang tot het spectrum voor draadloze elektronische communicatiediensten door meer flexibiliteit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage) om na te gaan of een gehele of gedeeltelijke invoering van flexibiliteit mogelijk is.

4.2. Een samenhangende machtigingsregeling

De interne markt, convergentie en globalisering betekenen dat het steeds belangrijker wordt dat de lidstaten het eens worden over een onderling verenigbare of gemeenschappelijke machtigingsregeling voor radiospectrum, die ook de termijnen, methodes en voorwaarden voor spectrumrechten bestrijkt.

Bestaande verschillen bij de machtigingsvoorwaarden voor de specifieke in de bijlage vermelde banden verstoren echter in toenemende mate de mededinging. Voorwaarden voor het gebruiksrecht zouden zich moeten beperken tot dat wat nodig en toereikend is om te kunnen zorgen voor een doelmatig gebruik en zouden op samenhangende wijze van toepassing moeten zijn op alle in de bijlage vermelde frequentiebanden in de gehele Gemeenschap. De voornaamste vraag is: welke verschillen zijn nog gerechtvaardigd in een convergerende omgeving waar mededinging tussen de omroep, mobiele communicatie en draadloze breedbandnetwerken steeds meer toeneemt.

De Commissie en de RSC, bijgestaan door COCOM en CEPT, onderzoeken de bestaande voorwaarden die van toepassing zijn op de gebruiksrechten van het spectrum binnen de hierboven vermelde pakketen. Doel is overeenstemming te bereiken over gemeenschappelijke en minimaal beperkende voorwaarden voor dergelijke gebruiksrechten[11].

Uitgaande van het huidige regelgevingskader voor e-communicatie zouden nog in 2007 gemeenschappelijk overeengekomen richtsnoeren voor consequent toegepaste machtigingsvoorwaarden moeten worden vastgesteld door middel van een aanbeveling van de Commissie[12]. Met deze aanbeveling zal, als eerste stap om de nieuwe door de Commissie in het kader van de herziening voorgestelde aanpak voor spectrumbeheer toe te passen, een zeker mate van flexibiliteit worden ingevoerd in het spectrumbeheer. Technische minimale gebruiksvoorwaarden voor de banden moeten worden vastgesteld aan de hand van technische uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de radiospectrumbeschikking[13] en de geharmoniseerde normen overeenkomstig de eindapparatuurrichtlijn om de interne markt te ondersteunen, interferentie te vermijden en grensoverschrijdende coördinatie en bescherming van de gezondheid te vergemakkelijken.

4.3. Meer samenwerking tussen de actoren

Door een meer flexibel spectrumgebruik kunnen spectrumgebruikers een keuze maken uit een groter aanbod. Daarbij wordt van de marktdeelnemers wel verlangd dat zij de taak op zich nemen om een naadloze dienstverlening voor de consument te creëren. Het is hierbij van vitaal belang dat alle actoren samenwerken om een samenhangende oplossing te vinden voor de frequentiebanden die te maken krijgen met digitale convergentie.

Als uitgangspunt voor een flexibele omgeving zou de bedrijfstak zich met het oog op schaalvoordelen zelf moeten inzetten voor interoperabiliteit van diensten en spectrumharmonisering, begeleid door een zeer bescheiden regelgeving. De Commissie volgt de ontwikkelingen en merkt op dat het voorlopig nog niet nodig is specifieke technologieën op te leggen[14], omdat het bedrijfsleven het normalisatieproces[15] volledig in overeenstemming met de in opdracht van de Commissie binnen het CEPT besproken voorwaarden uitvoert.

De Commissie steunt de ontwikkeling van open normen voor draadloze technologieën om de interoperabiliteit en naadloze dienstverlening te vergemakkelijken. Zij vindt dat de huidige markt voorts het meest gediend blijft met vrijwillige normeringsinitatieven die van het bedrijfsleven zelf uitgaan.

5. MAATREGELEN

Wat het in de bijlage vermelde frequentiepakket betreft zal met de volgende maatregelen kunnen worden gezorgd voor een stapsgewijze invoering van de nieuwe aanpak.

De lidstaten wordt gevraagd bestaande machtigingsvoorwaarden dringend toe te lichten (zowel technische als niet-technische) en beperkende voorwaarden voor zover mogelijk op te heffen om de flexibiliteit, snelle toegang tot het spectrum en mededinging te vergemakkelijken, ook op het gebied van radioinfrastructuur. Eind 2007 zou in een mededeling van de Commissie uiteengezet moeten worden wat de gemeenschappelijke minimumvoorwaarden zijn voor gebruiksrechten in banden waar flexibel gebruik mogelijk is.

De Europese Commissie zal met behulp van bestaande mechanismen de praktische uitvoeringsmaatregelen voor het frequentiepakket grondig onderzoeken en voorstellen formuleren, met name met betrekking tot gevallen waarvoor dringend oplossingen nodig zijn en om een meer flexibel spectrumbeheer overal in Europa in te voeren. In dit verband zal de Commissie de geldigheid van de GSM-richtlijn herzien en aandringen op een gemeenschappelijke Europese aanpak van de 2,6 GHz band, om een aangepaste en uniforme oplossing te vinden voor deze twee banden, rekening houdend met de noodzaak van nieuwe innovatieve technologieën en diensten niet alleen voor de steden maar ook voor plattelandsgebieden.

Normalisatie-instellingen, met name het Europese Telecommunicatie Standaardisatie Instituut (ETSI), zullen de opdracht krijgen aangepaste geharmoniseerde normen te ontwikkelen voor apparatuur die gebruikt wordt in flexibele frequentiebanden om interferentie te vermijden.

De industrie wordt gevraagd op grond van een flexibel kader voor spectrumgebruik waarbij het vermijden van interferentie en de interoperabiliteit voor de consument worden gewaarborgd, ervaringen en beste praktijken op het gebied van spectrumbeheer uit te wisselen. Uitgangspunt hierbij zijn de in de bijlage vermelde spectrumbanden. Deze bestrijken alle drie sectoren die gevraagd worden actief deel te nemen aan de voorgestelde dialoog. De Commissie is bereid dit proces te vergemakkelijken.

6. CONCLUSIE

Flexibiliteit bij het spectrumgebruik door middel van een aanpak waarbij spectrumrechten onafhankelijk van technologie en diensten worden verstrekt is een voorwaarde voor de versterking van de capaciteit van de sector draadloze elektronische communicatie om te innoveren en nieuwe gediversifieerde diensten te verstrekken. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan de economische groei en het concurrentievermogen van Europa.

Voor de tenuitvoerlegging van deze aanpak zijn rechtsvoorschriften nodig om de neutraliteit van technologie en diensten als basisaanpak te verankeren. Algemene technische beperkingen blijven van toepassing als bescherming tegen schadelijke interferentie en passende communautaire maatregelen zullen worden vastgesteld om deze fundamentele technische parameters vast te leggen. De meer flexibele aanpak van spectrumbeheer maakt deel uit van de herziening van het EU-regelgevingskader voor elektronische communicatie die pas in 2010 van kracht zal worden.

Ondertussen zal de nieuwe aanpak van spectrumbeheer geleidelijk worden ingevoerd op basis van de bestaande regelgeving. De Commissie wil in 2007 een voorstel op tafel leggen voor een aanbeveling. Hierin wil zij richtsnoeren verstrekken voor de machtigingsvoorwaarden voor een eerste reeks frequentiebanden waar flexibel gebruik kan worden toegepast. Op deze wijze kunnen alle partijen zich met specifieke vraagstukken bezighouden waarvoor reeds in dit stadium een oplossing nodig is.

Flexibel spectrumgebruik betekent dat marktdeelnemers hun eigen keuzes kunnen maken, maar ook dat zij verantwoordelijk zijn voor naadloos op elkaar aansluitende en interoperabele communicatiesystemen. De Commissie zal de samenwerking tussen de marktdeelnemers hiertoe proactief ondersteunen.

BIJLAGE

Eerste reeks frequentiebanden die onderzocht zal wordenmet het oog op de invoering van meer flexibiliteit(1350 MHz in totaal)

- 470-862 MHz: deze band wordt momenteel gebruikt voor omroep, maar op grond van het digitale dividend en de convergentie van omroep- en mobiele communicatiediensten zullen hier maatregelen moeten worden genomen;

- 880-915 MHz / 925-960 MHz alsmede 1710-1785 MHz / 1805-1880 MHz : deze banden worden momenteel gebruikt voor mobiele GSM-diensten, maar op grond van de invoering van de derde generatie mobiele diensten en de voortdurende beperkingen in de GSM-richtlijn zullen hier maatregelen moeten worden genomen;

- 1900-1980 MHz / 2010-2025 MHz / 2110-2170 MHz : deze banden worden momenteel gebruikt voor derde generatie mobiele diensten (IMT-2000/UMTS), maar marktontwikkelingen wijzen in het licht van de convergentie op de invoering van op omroep gelijkende diensten en breedbandverbindingen in residentiële en plattelandsgebieden;

- 2500-2690 MHz (de 2,6 GHz band) : deze band (waarvoor nog een machtiging moet worden gegeven) is bestemd om te worden gebruikt voor derde generatie mobiele diensten (IMT-2000/UMTS), deze is evenzeer van belang voor breedband waarbij gebruik wordt gemaakt van andere technologieën[16];

- 3,4-3,8 GHz : deze band wordt gebruikt voor breedbandverbindingen naar het pand van de consument maar is evenzeer van belang voor de mobiele dienstverlening binnen de EU. Deze frequenties worden echter ook intensief gebruikt voor satellietverbindingen binnen Rusland en een aantal landen in Afrika.


[1] Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de herziening van het regelgevingskader van de EU voor elektronische communicatienetwerken en diensten, COM(2006)334.

[2] Richtlijn 1987/372/EEG van de Raad waarbij de 900 MHz band wordt voorbehouden voor GSM mobiele diensten.

[3] Zoals de 1800 MHz en 2,6 GHz band.

[4] Document RSPG05-102: Definitief advies inzake “Wireless Access Policy for Electronic Communications Services (WAPECS).

[5] D.w.z. het vastleggen van kanalen, maximum vermogen en scheidingsbanden (zogenaamde spectrumplannen en spectrummaskers).

[6] BRS-advies over WAPECS, Deel 5.5.2: " WAPECS zal de ontwikkeling vergemakkelijken van een reeks samenhangende machtigingsvoorwaarden die kunnen worden toegepast bij alle relevante frequentiebanden in overeenstemming met de in de kaderrichtlijn vastgestelde criteria. Deze voorwaarden zouden tot het absolute minimum moeten worden beperkt om een doelmatig spectrumgebruik mogelijk te maken, en zo te zorgen voor meer flexibiliteit bij de manier waarop elke frequentieband kan worden gebruikt. WAPECS heeft tot doel de ontwikkeling van spectrumbeheer in Europa te vergemakkelijken gericht op een omgeving met soortgelijke en minimale voorwaarden die gelden voor alle lidstaten. Dit houdt echter niet in dat geen aanvullende voorwaarden kunnen worden toegepast in een specifieke frequentieband, hetzij door een lidstaat, hetzij op EU-niveau, mits dergelijke aanvullende voorwaarden gerechtvaardigd, proportioneel en niet-discriminerend zijn."

[7] Richtlijnen 2002/19/EG, 2002/20/EG, 2002/21/EG, 2002/22/EG en Beschikking 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad.

[8] Zie Mededeling “i2010-een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid”, COM(2005)229.

[9] Zie de Mededeling “Overbrugging van de breedbandkloof”, COM(2006)129.

[10] Zie de Studie “Voorwaarden en opties bij de invoering van secundaire handel in radiospectrum in de Europese Gemeenschap”, mei 2004.

[11] Bijlage B van de Machtigingsrichtlijn (2002/20/EG) bevat een uitgebreide lijst van voorwaarden die gekoppeld kunnen worden aan het spectrumgebruiksrecht.

[12] De aanbeveling zou worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 19 van de kaderrichtlijn 2002/21/EG

[13] Beschikking 676/2002/EG.

[14] Indien geen afdoende mate van interoperabiliteit is bereikt, zou de Commissie op grond van artikel 18, lid 3, van de kaderrichtlijn een beroep kunnen doen op de procedure in artikel 17 van die richtlijn, op grond waarvan de toepassing van bepaalde normen verplicht kan worden gesteld.

[15] Bijvoorbeeld binnen het normalisatie-orgaan ETSI.

[16] Bijv. WiMAX.