Bijlagen bij SEC(2007)169 - Interpretative communication on procedures for the registration of motor vehicles from another Member State

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage IV, deel I, bij Richtlijn 70/156/EEG.

(16) Arrest van het Hof van Justitie van 29 mei 1997, administratieve procedure ingeleid door VAG Sverige AB, zaak C-329/95, Jurispr. 1997, blz. I-02675.

(17) Arrest van het Hof van Justitie van 22 januari 2002, Canal Satélite Digital SL tegen Administración General del Estado, in tegenwoordigheid van Distribuidora de Televisión Digital SA (DTS), zaak C-390/99, Jurispr. 2002, blz. I-00607.

(18) Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2005, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen de Portugese Republiek, zaak C-432/03, Jurispr. 2005, blz. I-09665.

(19) Arrest van het Hof van Justitie van 5 februari 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen de Franse Republiek, zaak C- 24/00, Jurispr. 2004, blz. I-01277.

(20) Arrest van het Hof van Justitie van 5 februari 2004, strafzaak tegen John Greenham en Léonard Abel, zaak C-95/01, Jurispr. 2004, blz. I-01333.

(21) Arrest van het Hof van Justitie van 16 oktober 2003, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen de Italiaanse Republiek, zaak C-455/01, Jurispr. 2003, blz. I-12023.

(22) Arrest van het Hof van 12 juni 1986, Bernhard Schloh tegen Auto contrôle technique SPRL, zaak C 50/85, Jurispr. 1986, blz. 01855, punten 14-16; zaak C-451/99, punten 62, 63 en 64.

(23) PB L 46 van 17.2.1997, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(24) Zaak C-451/99.

(25) Zie de bijlagen I en II bij Richtlijn 1999/37/EG.

(26) Artikel 7, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG.

(27) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/133/EG (PB L 57 van 24.2.2007, blz. 12).

(28) Artikel 4 van Richtlijn 1999/37/EG.

(29) Volgens overweging 7 van Richtlijn 1999/37/EG maken de lidstaten gebruik van een kentekenbewijs dat uit een enkel of uit twee afzonderlijke delen bestaat en „verdient het op dit moment de voorkeur beide systemen naast elkaar te laten bestaan”. Krachtens artikel 3, lid 1, van de richtlijn bestaat het kentekenbewijs hetzij uit slechts één deel overeenkomstig bijlage I, hetzij uit twee delen overeenkomstig de bijlagen I en II. De verwijzing naar deel II geldt alleen voor lidstaten die het systeem van kentekenbewijzen met twee afzonderlijke delen (deel I en deel II) toepassen.

(30) Artikel 5, lid 2, van Richtlijn 1999/37/EG.

(31) Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PB L 103 van 2.5.1972, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 14).

(32) Elke bestuurder kan een groene kaart krijgen van de verzekeraar die hem de verplichte wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen heeft afgegeven. Het groenekaartsysteem werd in 1953 ingevoerd onder auspiciën van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties en wordt door de Raad van Bureaus beheerd. De groene kaart is het bewijs dat de bestuurder ten minste de verplichte wettelijke-aansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten, zoals voorgeschreven door de wetgeving van de landen die hij bezoekt (voor meer informatie, zie: http://www.cobx.org/public/NXhomeEng-Public.htm).

(33) De op 30 mei 2002 gesloten overeenkomst tussen de bureaus van nationale verzekeraars van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte, opgenomen in de bijlage bij Beschikking 2003/564/EG van de Commissie van 28 juli 2003 betreffende de toepassing van Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PB L 192 van 31.7.2003, blz. 23).

(34) Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, 8 november 1968, zoals gewijzigd.

(35) Punt 18 van het arrest van het Hof van Justitie van 23 oktober 2003, Administration des douanes et droits indirects tegen Rioglass SA en Transremar SL, zaak C-115/02, Jurispr. 2003, blz. I-12705.

(36) Arrest van het Hof van Justitie van 2 oktober 2003, strafzaak tegen Marco Grilli, zaak C-12/02, Jurispr. 2003, blz. I-11585.

(37) Artikel 4, onder b), van Richtlijn 72/166/EEG.

(38) Artikel 1, lid 3, onder b), moet door de lidstaten uiterlijk op 11 juni 2007 ten uitvoer worden gelegd.

(39) Richtlijn 1999/37/EG is ook van toepassing op tijdelijke kentekenbewijzen, die overeenkomstig artikel 1, artikel 2, onder b), en artikel 4 van de richtlijn door de lidstaten moeten worden erkend.

(40) Het nieuwe artikel 4 bis dat bij Richtlijn 2005/14/EG is opgenomen in de Derde Richtlijn 90/232/EEG van de Raad (PB L 129 van 19.5.1990, blz. 33) betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven.

(41) Artikel 12 van Richtlijn 70/156/EEG.

(42) http://europa.eu.int/solvit/.