Bijlagen bij COM(2007)116 - Verslag van de Commissie over de Eures-activiteiten in de periode 2004-2005, ingediend overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1612/68 - ‘Naar één Europese arbeidsmarkt: de bijdrage van Eures’

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 1.

Richtsnoer 3: Wezenlijke verbetering van het aanbod van informatie over alle aspecten van de mobiliteit op de arbeidsmarkt, waaronder de rechten met betrekking tot het vrije verkeer van werknemers en het waarborgen van toezicht op hinderpalen voor de mobiliteit, zodat deze uit de weg kunnen worden geruimd

Zowel op Europees als op nationaal niveau wordt het publiek geïnformeerd over mobiliteit op de arbeidsmarkt. Eures verstrekt informatie over de levens- en arbeidsomstandigheden, de arbeidsmarkt en de rechten in verband met het vrije verkeer van werknemers in alle lidstaten. Ter gelegenheid van de uitbreiding op 1 mei 2004 werd op de website aan dit laatste onderwerp een speciale gedetailleerde rubriek gewijd (zie ook Richtsnoer 7). Na succesvolle contacten in 2005 werd een speciaal partnerschap gesloten met de Wegwijzerdienst voor burgers[3] zodat Eures-gebruikers rechtstreeks toegang hebben tot deze dienst en persoonlijk advies kunnen inwinnen over kwesties als de erkenning van kwalificaties, belastingen en sociale zekerheid. Het portaal Uw Europa[4] is eveneens van belang voor het Eures-netwerk. De complementariteit van dit portaal en het Eures-portaal voor beroepsmobiliteit is door de Commissie erkend en de synergieën worden benut tot wederzijds voordeel van de gebruikers.

Op nationaal niveau wordt informatie over deze onderwerpen op grote schaal verspreid via de websites van de nationale ODA’s, brochures en ander drukwerk, alsook via Eures-advertenties in tijdschriften en dagbladen. In hun dagelijks werk houden de ODA’s en de Eures-partnerorganisaties de belemmeringen voor inkomende en uitgaande mobiliteit in het oog en nemen zij maatregelen om die waar mogelijk uit de weg te ruimen.

Richtsnoer 4: Beschikbaarheid van Eures-diensten voor eenieder, ongeacht het land binnen het EU/EER-gebied waar men woonachtig is; de diensten moeten door een zo breed mogelijk publiek gebruikt kunnen worden

Dit richtsnoer is een leidend beginsel dat Eures onderscheidt van andere dienstverleners op de arbeidsmarkt. In de periode 2004-2005 hebben alle Eures-leden en –partners ervoor gezorgd dat bij hun dienstverlening het beginsel van gelijke behandeling van iedereen, ongeacht het land waar hij of zij binnen het EU/EER-gebied woonachtig is, naar behoren in acht is genomen.

Richtsnoer 5: Actieve benadering van werkgevers en het bieden van ondersteuning bij transnationale werving

Nauwe contacten tussen Eures en de werkgevers zijn een belangrijk element van het netwerk en een eerste vereiste om de Eures-diensten op de behoeften van de werkgevers te kunnen toesnijden. In 2004-2005 werd door de Eures-leden en –partners een groot aantal activiteiten voor deze doelgroep uitgevoerd. Daartoe behoorden banenbeurzen, samenwerking met de kamers van koophandel en andere werkgeversorganisaties (met inbegrip van de organisaties van de sociale partners), voorlichtingsbijeenkomsten, promotiecampagnes, de verspreiding van brochures en posters, de plaatsing van stagiairs bij buitenlandse ondernemingen, samenwerking met werkgevers in universitaire kringen, de opstelling van werkgevershandleidingen voor de Europese arbeidsmarkt, bezoeken aan bedrijven, werkontbijten met werkgevers, enz.

De geloofwaardigheid van de dienstverlening door het Eures-netwerk is van fundamenteel belang voor het welslagen van het netwerk en de ODA’s in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hebben dienstverleningsniveau-overeenkomsten geïntroduceerd wanneer zij voor een bepaalde werkgever internationale aanwervingsprojecten uitvoeren.

Om de werkgevers nog meer bij Eures te betrekken, heeft Euresco in het laatste kwartaal van 2005 besloten een ad-hocwerkgroep van Eures inzake dienstverlening aan de werkgevers nieuw leven in te blazen. De groep heeft tot taak bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van speciaal op werkgevers gerichte diensten binnen Eures en de onderlinge samenwerking tussen Eures en werkgevers te bevorderen teneinde binnen de EU/EER tot een grotere arbeidsmobiliteit te komen.

Richtsnoer 6: Bijdragen aan het vaststellen van tekorten aan arbeidskrachten en knelpunten die met behulp van transnationale arbeidsmobiliteit kunnen worden verminderd, en het ontwikkelen en coördineren van corrigerende maatregelen

De meeste ODA’s hebben mechanismen ingevoerd om informatie te verzamelen over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt teneinde overschotten, tekorten en knelpunten op het spoor te komen en daarop te anticiperen. Om de Europese arbeidsmobiliteit in te zetten als instrument om onevenwichtigheden op de arbeidsmarkten te compenseren, werken de Eures-leden met elkaar samen via bilaterale aanwervingsprojecten. In de periode 2004-2005 werd een groot aantal van deze bilaterale aanwervingsprojecten tussen Eures-leden uitgevoerd, en sinds 1 mei 2004 ook tussen nieuwe en oude lidstaten.

Zoals vermeld in het verslag van de Commissie van februari 2006 over de overgangsregelingen heeft de arbeidsmobiliteit vanuit de EU-10-landen over het algemeen positieve effecten gehad op de arbeidsmarkten van de oude lidstaten die hun arbeidsmarkten hadden opengesteld, doordat tekorten aan arbeidskrachten in bepaalde sectoren konden worden opgevangen. De bilaterale aanwervingsprojecten die via Eures worden gefinancierd, worden uitgevoerd op basis van de arbeidsmarktbehoeften en in dit verband kan worden gesteld dat zij het evenwicht op de arbeidsmarkt hebben helpen herstellen.

Richtsnoer 7: In het kader van de uitbreiding: zorgen voor gemakkelijk toegankelijke en actuele informatie over het vrije verkeer van werknemers tijdens de overgangsperiode zoals die geldt voor de nieuwe lidstaten

Eures heeft actief bijgedragen aan het verstrekken van informatie in verband met de uitbreiding van 2004. Op het Eures-portaal voor beroepsmobiliteit werd een nieuwe rubriek gecreëerd over de rechten van de werknemers op vrij verkeer tijdens de overgangsregelingen. Naast algemene informatie over het recht van vrij verkeer bevat de rubriek ook landspecifieke informatie over een aantal specifieke onderwerpen, zoals toegangsvoorwaarden, arbeidsvergunningen, toegang tot informatie en aanwervingsprocedures. De rubriek is opgezet als praktische handleiding voor werkzoekenden en werkgevers die in een ander land willen gaan werken of daar personeel willen aanwerven, en de informatie wordt door de ODA’s en/of bevoegde ministeries aan Euresco verstrekt. De rubriek over vrij verkeer is uniek in haar soort en een veelbezocht onderdeel van het Eures-portaal. Vaak ook wordt informatie over de overgangsregelingen door de Eures-adviseurs via counseling aan het publiek verstrekt.

Richtsnoer 8: Nadrukkelijke ondersteuning van de ontwikkeling van grensoverschrijdende arbeidsmarkten

Eures speelt een belangrijke rol in grensregio’s, waar Eures-adviseurs informatie en advies verstrekken aan grensarbeiders en werkgevers die personeel van over de grens willen aanwerven. De grootste concentratie grensoverschrijdende pendelstromen is te vinden in een relatief klein deel van de EER, met name tussen verschillende regio’s in België, Luxemburg, Nederland, Duitsland, Frankrijk en ook Zwitserland, waarmee sinds 2002 officieel in het Eures-netwerk wordt samengewerkt. De beschikbare statistieken en ramingen over pendelstromen wijzen uit dat er sprake is van een geleidelijke toename van de stromen tussen de nieuwe en oude lidstaten, maar ook tussen de nieuwe lidstaten. Eures steunt ongeveer 20 officieel erkende grensoverschrijdende partnerschappen en verschillende andere vormen van grensoverschrijdende activiteiten die de fundamenten kunnen leggen voor toekomstige partnerschappen. Een belangrijk element van Eures is de actieve deelname van de sociale partners in het netwerk, vooral met betrekking tot zijn grensoverschrijdende activiteiten. Vanaf 1 april 2004 is het operationele subsidiebeheer van de grensoverschrijdende partnerschappen aan de ODA’s overgedragen.

In 2005 werden een aantal nieuwe grensoverschrijdende activiteiten gefinancierd in de grensregio’s tussen Duitsland/Tsjechië, Duitsland/Polen, Finland/Estland en Slowakije/Tsjechië/Polen.

Het Eures-handvest stelt vier fundamentele taken voor grensoverschrijdende partnerschappen vast, namelijk: uitwisseling van informatie en advies over vacatures en sollicitaties, alsmede over de levens- en arbeidsomstandigheden; rechtstreekse en regelmatige contacten tussen Eures-adviseurs in de regio; de opstelling en bijwerking van inventarissen van beroepsopleidingsmogelijkheden in de regio; en de ontwikkeling van projecten ter verbetering van de arbeidsmarkt in de regio, ook via samenwerking met andere relevante programma’s.

In 2004-2005 verstrekten de partnerschappen een groot aantal voorlichtingsproducten zoals brochures, boekjes, specifiek voorlichtingsmateriaal voor etnische minderheden, oudere werknemers, studenten en afgestudeerden, nieuwsbrieven, websites, perspakketten, krantenadvertenties, cd-roms, tv- en radio-uitzendingen, enz. (alle partnerschappen hebben hun eigen website, die dikwijls het belangrijkste middel is voor de verspreiding van hun voorlichtingsproducten). De uitwisseling van informatie tussen de Eures-adviseurs is in toenemende mate een van de vaste werkroutines in de partnerschappen geworden. De publicatie van banengidsen is verder uitgebreid, samen met de oprichting van grensoverschrijdende netwerken van opleidingverstrekkers, opleidingsdeskundigen en hrm-specialisten. Ten slotte hebben de partnerschappen de opstelling van rapporten over mobiliteitsbelemmeringen opgevoerd. Teneinde stelselmatig relevante arbeidsmarktgegevens in de grensregio te verzamelen en de transparantie op de markt te verbeteren, hebben sommige partnerschappen hun eigen systemen voor arbeidsmarktmonitoring gecreëerd. Een aantal partnerschappen werkt samen met andere relevante EU-programma’s, met name met Interreg. Dit betreft voornamelijk activiteiten als banengidsen of de inventaris van beroepsopleidingsmogelijkheden.

Richtsnoer 9: Waarborgen van de evaluatie van de door Eures bereikte resultaten en het geregeld toezicht houden op de activiteiten van Eures

De Eures-activiteiten en –resultaten worden zowel op nationaal als op EU-niveau regelmatig gemonitord en geëvalueerd. De dagelijkse monitoring wordt verricht door de Eures-manager in elke ODA en de coördinator van elk grensoverschrijdend partnerschap. De leden en partners brengen aan Euresco eenmaal per jaar verslag uit over de met de uitvoering van hun driejaarlijks activiteitenplan geboekte vooruitgang en over de uitvoering van hun jaarlijkse, door de Commissie gefinancierde activiteiten. Euresco ziet er ook op toe dat het functioneren en de resultaten van Eures aan een onafhankelijke evaluatie worden onderworpen, die om de drie jaar door een via een aanbesteding geselecteerde externe partij wordt uitgevoerd.

Naast de verschillende soorten verslaglegging door de leden en partners aan Euresco, brengt elke Eures-adviseur maandelijks ook rechtstreeks verslag uit over zijn contacten met het publiek. Hoewel deze cijfers uiterst voorzichtig moeten worden geïnterpreteerd, laten zij zien dat het netwerk een toenemend aantal vragen verwerkt. Volgens de maandelijkse rapporten uit 2004 bedroeg het totale aantal persoonlijke contacten van de Eures-adviseurs met het publiek 812 271. In 2005 liep dat aantal op tot 1 064 867, wat neerkomt op gemiddeld 88 739 contacten per maand. Het aantal personen dat via groepscontacten bereikt werd, nam toe van 144 615 in 2004 tot 211 724 in 2005, een stijging van bijna 50 %. 7-15 % van de dagelijkse contacten is met werkgevers en de rest (85-93 %) met werkzoekenden/werkenden.

Wat de tijdens deze contacten aangesneden onderwerpen betreft, laten de statistieken voor de bij een ODA werkzame Eures-adviseurs voor de tweede helft van 2005 de volgende verdeling zien[5]:

Voor de Eures-adviseurs die in grensoverschrijdende partnerschappen werkzaam zijn, ligt de verdeling van de behandelde onderwerpen iets anders, met een groter accent op sociale zekerheid en belastingen, wat de belangrijke rol onderstreept die de grensoverschrijdende partnerschappen spelen in het verstrekken van informatie aan grensarbeiders:

Richtsnoer 10: Het verschaffen van informatie en communicatie over Eures aan het publiek, de sociale partners en ander relevante actoren

Zoals bepaald in deel 2.5 van het Eures-handvest heeft de Commissie samen met de andere Eures-leden en –partners een communicatiestrategie opgezet die de consistentie en coherentie van het netwerk tegenover de gebruikers moet waarborgen. Overeenkomstig deze algemene strategie moeten de Eures-leden hun eigen promotieplannen als onderdeel van hun nationale Eures-activiteitenplan ontwikkelen. Met het werk aan de ontwikkeling van zo’n algemene voorlichtingsstrategie voor Eures werd in februari 2005 begonnen in nauwe samenwerking met het Eures-netwerk.

De communicatiestrategie en het bijbehorende plan zullen de bekendheid van Eures bij de doelgroepen helpen vergroten in het licht van de lessen van het Europees Jaar van de mobiliteit van werknemers (2006), en werkzoekenden en werkgevers die de ODA’s contacteren, zullen daardoor beter op de hoogte zijn van de door Eures geboden mogelijkheden. De strategie biedt een ideeënkader en een pakket gemeenschappelijke instrumenten die rechtstreeks door de leden van het netwerk op nationaal, regionaal en lokaal niveau kunnen worden gebruikt.

Financiering

De beschikbare Eures-begroting bedroeg 17 miljoen euro voor beide jaren. In 2004 en 2005 is voor uitgaven voor technische en administratieve bijstand een maximumbedrag van respectievelijk 450 000 en 500 000 euro vastgesteld. Naast deze bedragen werd aan Eures een bijdrage van de EVA (378 773 euro in 2004 en 362 250 euro in 2005) toegekend krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (deelname van Noorwegen en IJsland). De feitelijke vastleggingen en de verdeling van de middelen over de voornaamste uitgavencategorieën voor de twee verslagjaren zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Vastleggingen 2004-2005

2004 | 2005 |

Grensoverschrijdende partnerschappen[6] | 6 041 161 | 6 010 614 |

Eures nationaal | 7 076 048 | 7 209 086 |

Diverse activiteiten | 3 543 512 | 3 438 288 |

Totaal | 16 660 721 | 16 657 988 |

De specifieke EU-begroting voor Eures wordt aangevuld met aanzienlijke uitgaven door de ODA’s (met name voor de salarissen van de Eures-adviseurs) voor de ondersteuning en verdere uitbouw van het netwerk.

Toekomstige uitdagingen en vooruitzichten

De succesvolle integratie in de EU-arbeidsmarkt van de landen die in 2004 tot de EU zijn toegetreden, is nog geen uitgemaakte zaak aangezien de overgangsmaatregelen die van invloed zijn op het vrije verkeer van werknemers, in sommige landen na 1 mei 2006 nog steeds van kracht zijn. Het netwerk zal werkgevers en werkzoekenden ook in de toekomst blijven informeren over de gevolgen van de overgangsmaatregelen voor het vrije verkeer van werknemers binnen de EU. Een andere belangrijke uitdaging voor de toekomst is de integratie van Roemenië en Bulgarije in het Eures-netwerk. De Eures-managers voor deze twee landen werden in 2005 aangewezen en hebben vanaf september van dat jaar de vergaderingen van de Eures-werkgroep als waarnemers bijgewoond. Personeel van de Roemeense en Bulgaarse ODA nam in het voorjaar van 2006 ook deel aan de Eures-opleiding voor nieuwe Eures-adviseurs teneinde hen in staat te stellen in de periode voorafgaande aan de toetreding binnen de ODA meer bekendheid te geven aan Eures en internationalemobiliteitskwesties. Met de komst van deze nieuwe lidstaten zal er binnen het netwerk aandachtiger op moeten worden toegezien dat bij de internationale arbeidsmobiliteit volledig de hand wordt gehouden aan de toepasselijke arbeidsnormen. Andere belangrijke beleidsdoelstellingen zijn dat er in de toekomst meer aandacht moet worden besteed aan de algemene dienstverlening door de ODA’s teneinde de arbeidsmarktomstandigheden in Europa te verbeteren en de doelstellingen van de Europese werkgelegenheidsstrategie te helpen verwezenlijken, de mogelijkheden te verkennen om het Eures-portaal en –netwerk in te zetten als instrument ter ondersteuning van de legale migratie in de EU, zoals bepaald in het Beleidsplan legale migratie van december 2005[7], en bij te dragen tot de tenuitvoerlegging van het Europees kwalificatiekader, dat waarschijnlijk in de tweede helft van 2007 zal worden goedgekeurd.

De organisatie van het Europees Jaar van de mobiliteit van werknemers in 2006 vormde in dit verband een uitstekende gelegenheid om het publiek te attenderen op de rol en doelstellingen van het Eures-netwerk en de zichtbaarheid daarvan bij de diverse groepen belanghebbenden te vergroten. Hiertoe werd in 2006 begonnen met een uitgebreide informatie- en communicatiestrategie, die een breed scala aan voorlichtings- en promotieactiviteiten bestrijkt.

Annex 1 to the EURES Activity Report 2004-2005

Statistics on the use of the European Job Mobility Portal

Table 1: Number of visits at the EURES Job Portal per month Sept. 2004 – Mar. 2006

[pic] Graph 1: Number of visits at the EURES Job Portal per month Sept. 2004 – Mar. 2006

[pic]

Table 2: Number of job vacancies on the EURES Job Portal Feb. 2005 – Apr. 2006

[pic]

[1] Beschikking van de Raad van 12 juli 2005 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten.

[2] COM(2005) 330.

[3] http://ec.europa.eu/citizensrights.

[4] http://ec.europa.eu/youreurope.

[5] Vóór juli 2005 brachten de Eures-adviseurs niet zo gedetailleerd verslag uit over de tijdens de contacten aan de orde gestelde punten.

[6] Een aanzienlijk deel van de grensoverschrijdende activiteiten die de fundamenten leggen voor toekomstige grensoverschrijdende partnerschappen wordt gefinancierd via de nationale Eures-plannen.

[7] COM(2005) 669 def.