Bijlagen bij COM(2008)364 - Herziening van de werking van de regionale adviesraden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2008)364 - Herziening van de werking van de regionale adviesraden.
document COM(2008)364 NLEN
datum 17 juni 2008
BIJLAGE 1 – Operationele RAR's (1.1.2008) 13

BIJLAGE 2 – Statistieken over de RAR-activiteiten 14

1. INLEIDING

De regionale adviesraden (RAR's) zijn opgericht om het gemeenschappelijk visserijbeleid in staat te stellen voordeel te halen uit de kennis en ervaring van vissers en andere belanghebbenden, en om rekening te houden met de uiteenlopende omstandigheden in de communautaire wateren[1]. De RAR's adviseren de Commissie en de lidstaten en dragen aldus bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Bij Besluit 2004/585/EG van 19 juli 2004 (''het besluit'') is een gemeenschappelijk kader voor de RAR's opgericht; dit besluit heeft onder meer betrekking op het aantal adviesraden (zeven in totaal), het geografische gebied dat onder elke RAR valt, de structuur en samenstelling, en bepaalde procedureregels[2]. De RAR's worden geleid door belanghebbenden en ontvangen steun van de Gemeenschap om een gedeelte van hun werkingskosten te dekken.

Artikel 11 van het besluit luidt als volgt: " Drie jaar nadat de laatste regionale adviesraad operationeel is geworden, of uiterlijk op 30 juni 2007, legt de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag over de uitvoering van dit besluit en over het functioneren van de regionale adviesraden voor ".

In de praktijk heeft de oprichting van de RAR's meer dan drie jaar in beslag genomen en is dit proces nog steeds niet volledig voltooid. Op 30 juni 2007 waren zes van de zeven regionale adviesraden opgericht, maar twee daarvan – de RAR voor de Zuidwestelijke wateren en de Verre-zee-RAR – zijn pas in het voorjaar van 2007 opgericht (zie bijlage 1). Aangezien de Middellandse-Zee-RAR nog niet is opgericht, zou het beoordelingsverslag slechts betrekking hebben gehad op vier RAR's als het in juni 2007 was gepubliceerd. De Commissie heeft daarom besloten de publicatie van dit verslag met een jaar uit te stellen.

Na een eerste beoordeling van de mogelijke bijdrage die de RAR's kunnen leveren tot de ontwikkeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid, heeft de Commissie voorgesteld de financiële regeling met betrekking tot de RAR's te wijzigen; daarbij erkende de Commissie dat de RAR's behoefte hadden aan financiële stabiliteit om hun adviserende rol binnen het gemeenschappelijk visserijbeleid op doelmatige wijze te kunnen vervullen. Het voorstel kreeg de steun van de Raad en het Europees Parlement en is op 15 juni 2007 van kracht geworden[3].

In dit verslag analyseert en beoordeelt de Commissie het huidige kader voor de werking van de RAR's[4]. Het verslag besteedt ook aandacht aan de bijdrage die de RAR's leveren tot het gemeenschappelijk visserijbeleid, benadrukt de huidige tendensen en stelt verbeteringen van het raadplegingsproces voor. Overeenkomstig artikel 11 van het besluit gaat de Commissie in haar beoordeling niet na hoe de rol van de RAR's in het systeem voor het bestuur van het gemeenschappelijk visserijbeleid, zoals gedefinieerd in Verordening nr. 2371/2002 van de Raad, zich zou kunnen ontwikkelen. Dit dient te gebeuren in het kader van de volgende hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

2. BEOORDELING VAN DE BELANGRIJKSTE ELEMENTEN VAN HET ALGEMENE KADER DAT IS VASTGESTELD BIJ BESLUIT 2004/585/EG VAN DE RAAD, ZOALS GEWIJZIGD BIJ BESLUIT 2007/409/EG VAN DE RAAD

2.1. Geografisch bereik

De Commissie is van mening dat het huidige geografische bereik van de RAR's in het algemeen voldoende groot is en dat geen aanvullende RAR's hoeven te worden opgericht. De RAR's moeten gebruik maken van de mogelijkheid om onderafdelingen op te richten voor specifieke kwesties, met name die welke betrekking hebben op zeer grote gebieden.

De aandacht van de Commissie is gevestigd op een aantal specifieke vragen in verband met het geografische bereik van de RAR's. Het gaat om de volgende opmerkingen, die verder kunnen worden besproken met de andere instellingen en belanghebbenden:

1. ICES-gebied IV (ten westen van Schotland) heeft meer gemeenschappelijk met de Noordzee, zowel vanuit biologisch als vanuit sociaal-economisch standpunt.

2. Krachtens het besluit van de Raad is de bevoegdheid van de Pelagische RAR beperkt tot vier specifieke visbestanden in alle gebieden, behalve de Baltische en de Middellandse Zee. De vraag is gesteld of deze bevoegdheid niet moet worden uitgebreid tot andere pelagische visbestanden of daarmee samenhangende visserijtakken, zoals kever en zandaal in de Noordzee. De Commissie is van mening dat de grenzen van een RAR zoveel mogelijk moeten samenvallen met de grenzen van natuurlijke ecosystemen, en staat daarom afkerig tegen een wijziging van het besluit in deze zin.

3. Het beheer van diepzeebestanden is een politiek gevoelige kwestie voor de Europese visserij en wordt momenteel in diverse RAR-werkgroepen besproken op basis van geografische criteria. De Commissie is van mening dat het niet nodig is een specifieke RAR voor diepzeebestanden op te richten, maar is wel voorstander van de oprichting van gezamenlijke werkgroepen om het advies van de RAR's op dit gebied te coördineren en dubbel werk te vermijden.

4. De Zwarte Zee wordt niet expliciet vermeld in het besluit. De Middellandse-Zee-RAR zou de Zwarte Zee onder zijn hoede kunnen nemen via een specifieke werkgroep, zoals het geval is met de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee – het model waarop bijlage I bij het besluit van 2004 was gebaseerd. Een andere optie zijn ad-hocbesprekingen tussen belanghebbenden uit Roemenië, Bulgarije, relevante niet-EU-landen en de Commissie. De Commissie vindt dat er geen onmiddellijke behoefte is aan een specifieke RAR voor de Zwarte Zee, maar is wel van mening dat op regionaal niveau dringend gezamenlijke acties moeten worden ondernomen met betrekking tot het beheer van de visgronden, onderzoek, gegevensverzameling en visstandevaluatie in het gebied van de Zwarte Zee.

Vaak zijn twee of meer RAR's betrokken bij een bepaalde kwestie. In dergelijke gevallen moeten de RAR's ernaar streven hun standpunten te coördineren en gezamenlijke aanbevelingen te doen, zoals bepaald in artikel 8 van het besluit. Ontmoetingen tussen RAR's stellen de secretariaten en voorzitters van de RAR's in de gelegenheid om de bespreking van punten van gemeenschappelijk belang te plannen. Deze praktijk moet worden voortgezet.

2.2. Structuur, lidmaatschap en operationele procedures

2.2.1. Struct uur

Iedere regionale adviesraad bestaat uit een algemene vergadering en een uitvoerend comité, en wordt ondersteund door een secretariaat en een aantal werkgroepen. Sommige RAR's hebben bovendien focusgroepen opgericht om specifieke technische kwesties te behandelen voordat deze in de werkgroepen en/of het uitvoerend comité worden besproken. Deze aanpak kan de besprekingen vergemakkelijken, maar er moet op worden toegezien dat alle belanghebbende partijen, inclusief actieve waarnemers (Commissie, nationale/regionale overheidsinstanties), indien zij dit wensen aan het overleg kunnen deelnemen, zonder directe of indirecte beperkingen, zoals een gebrek aan tolken. Om een wildgroei van werkgroepen te vermijden, kan in de toekomst echter een zekere vorm van rationalisering nodig blijken.

2.2.2. Lidmaatschap

- Visserijsector

In de visserijsector is vooral de vangstsubsector zeer actief geweest. Dit viel te verwachten omdat volgens het besluit minstens één vertegenwoordiger van de vangstsubsector uit elke betrokken lidstaat lid moet zijn van elk uitvoerend comité. Volgens de definitie van het besluit maken ook verwerkers, handelaars en andere afzetorganisaties, zoals detailhandelaars, deel uit van de visserijsector. Samen met de consumentenorganisaties spelen zij een cruciale rol in de ontwikkelingen op de visserijmarkt. De Commissie is van mening dat deze belangen moeten worden geactiveerd teneinde het gemeenschappelijk visserijbeleid vorm te geven "van in het net tot op het bord".

De deelname door belanghebbenden aan de basis is minder groot dan gehoopt. Dit is wellicht onvermijdelijk in grote organisaties als de RAR's. Bovendien zijn er in veel vissershavens geen geschikte faciliteiten om RAR-vergaderingen te organiseren. Desondanks moet de participatie aan de basis worden aangemoedigd.

- Andere belanghebbenden

Ngo's op het vlak van milieu en ontwikkelingssamenwerking spelen een actieve rol in sommige RAR's, ondanks capaciteitsproblemen en moeilijkheden om alle vergaderingen van de werkgroepen te organiseren. De Commissie wenst een actievere deelname van aquacultuurproducenten, recreatieve en sportvissers en consumenten, gezien de rol die deze belanghebbenden spelen in het actuele beleid en de marktendensen die van invloed zijn op het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Het belang van de "vrouwennetwerken" in de visserijsector moet worden herbekeken. In bijna alle RAR's wenst de groep die de "vrouwennetwerken" vertegenwoordigt deel uit te maken van de groep "andere belanghebbenden", omdat de betrokkenen van mening zijn dat hun belangen de visserijsector overstijgen en betrekking hebben op de sociaal-economische dimensie van kustgebieden in hun geheel.

Een aantal groepen waar belanghebbenden uit de visserijsector lid van zijn, hebben gevraagd lid te worden van de RAR's als "andere belanghebbenden". De zeer sterke toename van dergelijke organisaties die een zetel in het uitvoerend comité vragen, baart de Commissie zorgen omdat ze het huidige belangenevenwicht dreigt te verstoren.

2.2.3. Samenstelling van de statutaire organen

- Algemene vergadering

De algemene vergadering keurt het jaarverslag goed en stelt de leden van het uitvoerend comité aan. In het besluit is bepaald dat de betrokken lidstaten overeenstemming moeten bereiken over de leden van de algemene vergadering. Deze bepaling wordt toegepast in de eerste fase van de oprichting van de RAR. De situatie is minder duidelijk wanneer nieuwe organisaties een lidmaatschapsaanvraag indienen als de RAR al is opgericht en al begonnen is met zijn werkzaamheden.

Tweederde van het aantal zetels in de algemene vergadering moet worden toegekend aan vertegenwoordigers van de visserijsector en een derde aan vertegenwoordigers van groepen ''andere belanghebbenden''. Als een RAR eenmaal is opgericht, is het moeilijk om deze verhouding in stand te houden. Als een ngo zich bijvoorbeeld terugtrekt uit een RAR, moeten in theorie ook twee visserijorganisaties uit de RAR worden gezet om het evenwicht te bewaren. Deze regel beperkt de facto het aantal leden, en kan deelname van de basis (vissers of marktorganisaties) belemmeren. De huidige regel voor de samenstelling van een RAR moet dan ook worden gewijzigd, maar tegelijk moeten de rechten van alle groepen worden gegarandeerd, met name wat de aanstelling van vertegenwoordigers in het uitvoerend comité betreft.

- Uitvoerend comité

Dit is het belangrijkste orgaan van een RAR omdat het de werkzaamheden beheert en aanbevelingen vaststelt. Het aantal zetels is beperkt tot 24. Net zoals in de algemene vergadering wordt tweederde van de zetels toegewezen aan de visserijsector en een derde aan de groep "andere belanghebbenden".

Het huidige systeem werkt nog steeds goed voor de meeste RAR's. Twee RAR's (verre-zee-RAR en Middellandse-Zee-RAR) ondervinden echter grote problemen bij de naleving van deze regel wegens het grote aantal lidstaten en organisaties uit de visserijsector die bij deze RAR's zijn betrokken. Om dit probleem op te lossen, kunnen de volgende opties worden overwogen:

- het aantal zetels kan middels een consensusbeslissing van de algemene vergadering worden verhoogd tot 30, waarbij de verhouding 2:1 wordt behouden. Dit vereist een wijziging van het besluit en heeft het voordeel dat er meer ruimte vrijkomt voor de vangstsector, terwijl het huidige evenwicht tussen de verschillende belangen wordt behouden. Het risico bestaat echter dat een verhoging van het aantal zetels ten gunste van de vangstsector in de praktijk de invloed van de andere belanghebbenden verder zou doen afnemen, omdat zij, wegens een gebrek aan middelen, nu al problemen ondervinden bij het opvullen van de hun toegewezen zetels;

- het aantal zetels kan worden behouden op 24, maar de RAR's kunnen in hun interne procedureregels voorzien in rotatie tussen organisaties van dezelfde belangengroep, zodat in de loop van de tijd een groter aantal organisaties in het uitvoerend comité zou kunnen zetelen.

Momenteel heerst er geen eensgezindheid tussen de belanghebbenden. De Commissie geeft de voorkeur aan de tweede optie, maar is bereid andere opties te bespreken, op voorwaarde dat het huidige belangenevenwicht niet wordt verstoord.

De Commissie erkent dat de RAR's hoofdzakelijk uit vissers moeten bestaan, maar gelooft ook dat effectieve deelname van alle andere belanghebbenden van essentieel belang is om de RAR's te doen functioneren zoals bedoeld door de communautaire wetgever. Onvoldoende vertegenwoordiging van belanghebbenden kan ertoe leiden dat RAR's zich focussen op technische kwesties die alleen van belang zijn voor de vangstsector. Om andere belanghebbenden aan te moedigen lid te worden van de RAR's, moeten de besprekingen betrekking hebben op bredere kwesties, zoals eco-labelling en markttendensen.

2.2.4. Operation ele procedures

De besluitvorming binnen de RAR's moet transparant zijn. De rol van de werkgroepen en het uitvoerend comité moet duidelijk worden gedefinieerd. De toename van het aantal focusgroepen mag niet ten koste gaan van de transparantie. Als de RAR's schriftelijk overleg plegen, moeten zij erop toezien dat alle betrokken leden de relevante informatie ontvangen. Beslissingen moeten zoveel mogelijk met consensus worden genomen. Indien dit niet mogelijk is, moet het advies aan de Commissie vergezeld gaan van een verwijzing naar de afwijkende meningen. Over het algemeen leven de RAR's deze regels na, maar toch moet de follow-up systematischer gebeuren.

Het is van essentieel belang dat alle leden en het publiek informatie krijgen over de activiteiten van de RAR. Wegens de complexiteit van de besproken kwesties en de toegenomen werkbelasting, bestaat het risico dat de RAR's het contact met de basis verliezen en een eigen leven gaan leiden, waarbij de informatie hoofdzakelijk binnen de kleine kring van leden van het uitvoerend comité wordt gehouden. Deze leden moeten hun achterban vertegenwoordigen, en niet trachten op te treden als onafhankelijke deskundigen. De RAR's hebben een aantal positieve initiatieven genomen om dit probleem op te lossen, zoals de ontwikkeling van websites waarop alle documenten beschikbaar zijn, het verzenden van wekelijkse informatiebrieven naar de leden, en het opstellen van persberichten. Sommige RAR's hebben geprobeerd de opkomst op algemene vergaderingen te vergroten door bijeenkomsten in vissershavens te organiseren of door "speakers' corners" te houden. Deze positieve initiatieven moeten worden voortgezet en verbeterd.

De RAR's kunnen geen vertalingen en tolkendiensten in alle talen van hun leden leveren. Desondanks moeten ze zoveel mogelijk garanderen dat iedereen gelijke toegang heeft tot de informatie. Het is de taak van de RAR-leden om regels voor vertalingen/tolken vast te stellen en een passend gedeelte van de middelen aan deze diensten te besteden.

RAR's zijn organen die geleid worden door belanghebbenden. Het is de taak van deze belanghebbenden om overeenstemming te bereiken over hun werkregels, binnen het algemene communautaire kader. De interne procedureregels blijken echter niet altijd gedetailleerd genoeg te zijn om interpretatieconflicten te vermijden, oplossingen te bieden en een evenwicht tussen de verschillende groepen te garanderen. Zo zijn bijvoorbeeld problemen ontstaan over lidmaatschapsaanvragen, het niet betalen van lidgelden enz. Het secretariaat speelt een cruciale rol in dit opzicht: het moet de effectieve werking van de RAR's garanderen. De statuten moeten ook in die zin zijn opgesteld. De Commissie kan relevante richtsnoeren aan de RAR's voorstellen, gebaseerd op beste praktijken.

2.3. Deelname door niet-leden

Vaak nemen wetenschappers aan de RAR-vergaderingen deel om het advies van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) uit te leggen en de gegevens toe te lichten. In de nieuwe intentieverklaring tussen de Commissie en ICES zijn de vroegere ad-hocregelingen voor deelname van wetenschappers aan vergaderingen met belanghebbenden en vice-versa formeel vastgelegd. De definitie van wetenschapper in het besluit kan worden verruimd tot andere deskundigen, zoals economisten.

De betrokkenheid van de lidstaten varieert. Sommige zijn actiever dan andere, zowel wat de deelname aan vergaderingen als wat de financiële steun of steun in natura betreft. De actieve betrokkenheid van de lidstaten, zoals bepaald in het besluit, is de sleutel voor het succes van de RAR's.

De Commissie verleent financiële steun aan de RAR's en helpt hun secretariaten met het beheren van de communautaire co-financiering door hun advies te verstrekken over de tenuitvoerlegging van subsidieregelingen en het financieel reglement. Als de beschikbare middelen dit mogelijk maken, nemen deskundigen van de Commissie ook deel aan de vergaderingen van werkgroepen. De Commissie is echter van mening dat haar ambtenaren beter niet aan alle RAR-vergaderingen deelnemen, omdat hun afwezigheid soms een meer onafhankelijke bespreking mogelijk maakt. Van tevoren moet een beknopte agenda worden verstuurd waarin de verwachtingen van de RAR met betrekking tot de deelname van de Commissie worden uiteengezet.

De deelname van vertegenwoordigers van derde landen is nuttig en moet worden aangemoedigd, hoewel deze deelname mogelijk moet worden beperkt wanneer het standpunt van de EU in onderhandelingen met derde landen wordt besproken. De afwezigheid van een wederzijdse regeling leidt tot onevenwicht bij het uitwisselen van informatie. Daarom moet worden overwogen te onderhandelen over de deelname van RAR's aan soortgelijke vergaderingen van belanghebbenden in derde landen.

In het besluit is bepaald dat het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur (RCVA) mag deelnemen aan RAR-vergaderingen. Het RCVA is de tweede pijler in het beheer van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Overleg met het RCVA is noodzakelijk is om dubbel werk te vermijden, maar de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de RAR's en het RCVA is niet altijd duidelijk. Het is simplistisch de werkzaamheden van de RAR's en het RCVA te verdelen in regionale en horizontale kwesties omdat kwesties als vereenvoudiging, TAC's en quota, technische maatregelen enz. een legitieme "regionale" dimensie kunnen hebben. Omgekeerd kan advies van de RAR's ook gevolgen hebben voor diverse horizontale kwesties. De Commissie moet uiterlijk in juni 2008 een beoordeling opstellen van de prestaties van het RCVA en de bijbehorende financiële instrumenten. Een van de punten die na deze beoordeling zal worden besproken, is de samenwerking tussen het RCVA en de RAR's en hun respectieve rol.

3. DE BIJDRAGE VAN DE RAR'S TOT HET BESLUITVORMINGSPROCES IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

3.1. Algemene tendensen: verbeterde dialoog met en tussen belanghebbenden

De RAR's hebben gezorgd voor een betere toegang tot informatie en een beter begrip van de beslissingen die op Europees niveau worden genomen. Via de RAR's worden nieuwe voorstellen gepresenteerd aan de belanghebbenden, die ook toegang hebben tot het werkprogramma van de Commissie, zodat ze hun agenda dienovereenkomstig kunnen organiseren en aanvullende informatie kunnen vragen. De RAR's zijn vertegenwoordigd in het adviesorgaan van het Communautair Bureau voor visserijcontrole en zijn betrokken bij de werkzaamheden van dit bureau[5]. De informatiestroom loopt ook van beneden naar boven: de RAR-leden verstrekken de Commissie nuttige informatie over lokale kwesties. De RAR's hebben ook geholpen bij de oprichting van regionale netwerken waarbinnen ervaringen en ideeën zich gemakkelijker verspreiden.

De RAR's zijn actieve spelers binnen het gemeenschappelijk visserijbeleid geworden. Het aantal aanbevelingen aan de Commissie neemt toe, alsook het aantal vergaderingen/seminars (bijlage 2). Veel aanbevelingen zijn opgesteld als antwoord op verzoeken van de Commissie, maar de RAR's nemen ook vaak zelf het initiatief en organiseren evenementen en workshops over kwesties als op rechten gebaseerd beheer of controle en handhaving[6]. In een aantal gevallen hebben RAR's gezamenlijke seminars georganiseerd of andere RAR's uitgenodigd om hun vergaderingen bij te wonen[7]. Bovendien hebben sommige RAR's belangstelling voor de bespreking van maritieme beleidspunten[8].

De Commissie is niet de enige eindgebruiker van het RAR-advies; ook de lidstaten, tijdens besprekingen in de Raad van Ministers, en leden van het Europees Parlement doen een beroep op dit advies. De RAR's hebben ook verscheidene door leden van het Europees Parlement georganiseerde vergaderingen bijgewoond. Sommige lidstaten hebben gebruik gemaakt van RAR-vergaderingen om punten van het gemeenschappelijk visserijbeleid, zoals de aanduiding van beschermde mariene gebieden, te bespreken met belanghebbenden.

In het algemeen hebben de RAR's de vijandigheid ten opzichte van het gemeenschappelijk visserijbeleid doen afnemen en de contacten tussen belanghebbenden, EU-ambtenaren, lidstaten en wetenschappers vergemakkelijkt. De RAR's zitten echter nog steeds in een leerfase. Om overeenstemming te bereiken over gemeenschappelijke aanbevelingen moeten de belanghebbenden elkaar eerst beter leren kennen en nieuwe werkmethoden ontwikkelen. Sommige RAR's hebben voordeel gehaald uit bestaande regionale initiatieven, terwijl de capaciteit in andere gebieden/sectoren volledig moest worden opgebouwd omdat er nog nooit dergelijke initiatieven hadden plaatsgevonden. Dit verklaart waarom de RAR's niet allemaal tegelijk zijn opgericht en hun activiteiten zich niet tegen hetzelfde tempo hebben ontwikkeld.

3.2. Follow-up van RAR-adviezen

Overeenkomstig artikel 7, lid 3, van het besluit geeft de Commissie binnen een termijn van drie maanden een nauwkeurig antwoord op alle RAR-aanbevelingen. Het antwoord van de Commissie wordt verspreid onder de leden van de RAR en wordt vaak ook op de website van de RAR bekendgemaakt.

Wanneer de Commissie de RAR's raadpleegt, is zij met name op zoek naar praktische opmerkingen die haar kunnen helpen om beter rekening te houden met regionale en lokale omstandigheden, of met kwesties die verband houden met specifieke visgronden. De kwaliteit en tijdigheid van de RAR-adviezen zijn in de loop der tijd verbeterd. Sommige RAR's hebben bijzonder goed gemotiveerde adviezen ingediend over plannen voor langetermijnbeheer; de Commissie heeft rekening gehouden met deze aanbevelingen.

In bepaalde gevallen heeft de Commissie het advies van de RAR's echter niet gevolgd. Sommige RAR's hebben geklaagd over het feit dat de Commissie, tijdens onderhandelingen met derde landen, de unaniem vastgestelde RAR-aanbevelingen niet heeft gevolgd. De Commissie kan haar standpunt tijdens dergelijke onderhandelingen echter niet unilateraal opleggen, maar moet een compromis met de andere partijen zoeken. Soms werden in RAR-adviezen ook maatregelen gevraagd die buiten de bevoegdheid van de Commissie vielen.

Een voorbeeld van zo'n moeilijk geval is de input van de RAR's voor de jaarlijkse voorstellen inzake TAC en quota. Bij het opstellen van deze voorstellen is de vangstsector soms geneigd alleen haar kortetermijnbelangen voor ogen te houden, waardoor de RAR-leden het soms moeilijk hebben om een onderlinge consensus te bereiken. Diverse milieuorganisaties hebben zich uit de besprekingen teruggetrokken en hebben geweigerd om de RAR-voorstellen over deze kwestie goed te keuren. Bij meerdere gelegenheden heeft de Commissie, ondanks de laattijdige indiening van de RAR-aanbevelingen, toch rekening gehouden met deze aanbevelingen tijdens de definitieve onderhandelingen met lidstaten.

Of de Commissie het RAR-advies volgt, hangt af van de vraag of dit advies verenigbaar is met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en met duurzame visserij. Dit is het criterium dat de Commissie hanteert om het RAR-advies te beoordelen, en niet het feit of het advies op een consensus is gebaseerd. De Commissie heeft al herhaaldelijk uitgelegd dat zij geen RAR-aanbevelingen kan volgen die sterk afwijken van wetenschappelijk advies of in strijd zijn met internationale verplichtingen of communautaire plannen voor beheer op lange termijn.

De Commissie erkent dat zij duidelijke richtsnoeren moet vaststellen, waarin vermeld is welke benchmarks worden gebruikt om de kwaliteit van het RAR-advies te beoordelen. De Commissie is voornemens dergelijke benchmarks op te stellen om de RAR's bij te staan in hun werkzaamheden, en zal jaarlijkse debriefings organiseren met individuele RAR's om de follow-up van hun advies te bespreken.

3.3. Mogelijke manieren om de kwaliteit en tijdigheid van de RAR-adviezen te verbeteren

De RAR's hebben tijd nodig om hun leden te raadplegen, voorstellen rond te sturen en bewijsmateriaal te verzamelen. Het proces van frontloading zorgt voor meer tijd voor overleg en bespreking met wetenschappers, aangezien de meeste wetenschappelijke aanbevelingen in juli beschikbaar zijn. De effectbeoordeling kan de betrokkenheid van belanghebbenden tijdens de eerste fasen van de denkoefening van de Commissie helpen verbeteren. De Commissie zal haar planning verbeteren om betere en vroegere indicaties aan de RAR's te geven en hen in staat te stellen hun werk te plannen en prioriteiten vast te stellen.

De documenten die de Commissie naar de RAR's stuurt, kunnen erg technisch en moeilijk begrijpbaar overkomen, met name als ze slechts in één taal zijn gesteld. Dit belemmert de raadpleging van de vissers aan de basis en kan het belangenevenwicht verder verstoren ten gunste van de vertegenwoordigers die over de vereiste technische kennis beschikken. RAR-leden hebben soms de indruk dat ze worden bedolven onder informatie en snappen niet wat van hen wordt verwacht. De Commissie zal haar raadplegingsmethoden herzien: documenten zullen in eenvoudiger taal worden opgesteld en een lijst met specifieke vragen/punten bevatten waarover de Commissie het advies van de RAR's vraagt.

Het RAR-overleg mag niet focussen op kortetermijnkwesties die onmiddellijke economische gevolgen hebben. Dit zorgt alleen maar voor verdeling onder de RAR-leden en ondermijnt hun legitimiteit. In plaats van te discussiëren over TAC-cijfers voor individuele soorten, bijvoorbeeld, geeft de Commissie de voorkeur aan systematisch overleg over de beginselen van haar jaarlijkse beleidsverklaring over vangstmogelijkheden. De RAR's hebben een belangrijke rol te spelen in het debat over strategische kwesties op lange termijn, zoals plannen voor langetermijnbeheer, ongewenste bijvangst of de ecosysteembenadering. De studiereis naar Noorwegen, die de Commissie in 2007 heeft georganiseerd, heeft interessante mogelijkheden geboden om deze kwesties met RAR-vertegenwoordigers te bespreken[9].

De RAR's zijn opgericht om de mening van de belanghebbenden over wetenschappelijk advies en politieke beleidsopties te leren kennen, niet ter vervanging van wetenschappers. Niettemin moet het RAR-advies gebaseerd zijn op de beste beschikbare informatie. De nieuwe intentieverklaring tussen ICES en de Europese Commissie biedt nieuwe mogelijkheden voor versterkte samenwerking tussen RAR's en ICES via presentaties van ICES-advies, focusgroepen over plannen voor beheer op lange termijn, gegevensworkshops enz. Op basis van voorstellen van de RAR's kan de Commissie ICES ook verzoeken om studies over specifieke kwesties uit te voeren. Ook economisten en sociale wetenschappers van het WTECV kunnen bij deze samenwerking worden betrokken. In het kader van de nieuwe regels voor gegevensverzameling[10] krijgen de RAR's ook betere toegang tot gegevens.

Er bestaat een duidelijk verband tussen de kwaliteit en de gevolgen van RAR-advies enerzijds en de samenstelling van deze organen anderzijds. Een ruime, multisectorale samenstelling is de beste garantie voor goed en evenwichtig advies dat in overeenstemming is met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

4. Conclusi E

Over het algemeen biedt het huidige juridische kader voldoening, omdat het de oprichting van de RAR's mogelijk heeft gemaakt en hun werking in goede banen leidt. Op basis van de ervaring die tot nu toe is opgedaan, is er echter enige ruimte voor verbetering of verduidelijking van sommige bepalingen van het besluit. De Commissie heeft aangegeven welke punten voor verbetering in aanmerking komen en wenst deze kwesties verder te bespreken met alle belanghebbenden alvorens de wijzigingen uiteindelijk voor te stellen.

Een aantal maatregelen om de werking van de RAR's te verbeteren, kunnen echter op korte termijn worden uitgevoerd, zonder dat daarvoor nieuwe juridische regels moeten worden opgesteld. De Commissie zal dan ook:

- het imago en de rol van de organisatie promoten om de deelname door een grotere verscheidenheid aan belanghebbenden aan te moedigen;

- de toegang van de RAR's tot wetenschappelijke informatie en gegevens verbeteren, zodat ze volledig profijt kunnen trekken van de intentieverklaring met ICES en van de bepalingen van de nieuwe verordening inzake gegevensverzameling;

- de RAR's betrekken bij de denkoefening over de langetermijnontwikkeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid, onder meer door gerichte studiereizen;

- het raadplegingsproces verbeteren door de RAR's in een vroeger stadium te betrekken, hen voldoende tijd te geven om te reageren en hen duidelijkere en beter toegankelijkere documenten te verstrekken;

- benchmarks voor te stellen om de samenhang van de RAR-adviezen met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid te verbeteren. De Commissie overweegt ook jaarlijkse debriefings te organiseren met de RAR's om de follow-up van hun adviezen te bespreken;

- de zichtbaarheid van de RAR's vergroten via de website van de Commissie; en,

- richtsnoeren voorstellen voor de procedureregels en het financieel beheer van de communautaire cofinanciering.

Het is nog te vroeg om al een oordeel te vellen over de RAR's omdat elke RAR zich in een verschillende ontwikkelingsfase bevindt en in sterk uiteenlopende omstandigheden moet werken. Ondanks de problemen in de opstartfase hebben de RAR's al een positieve bijdrage geleverd tot de ontwikkeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

De Commissie zal luisteren naar de meningen van het Europees Parlement, de Raad en de belanghebbenden alvorens verdere wijzigingen van het huidige juridische kader voor te stellen.

BIJLAGE 1 – Operationele RAR's (1.1.2008)

Noordzee-RAR | Pelagische RAR | RAR voor de noordwestelijke wateren | Baltische-Zee-RAR | RAR voor de verrezeevloot | RAR voor de zuidwestelijke wateren |

Oprichting: | 1 november 2004 | 16 augustus 2005 | 26 september 2005 | 13 maart 2006 | 30 maart 2007 | 9 april 2007 |

Vestigingsplaats: | Aberdeen, Verenigd Koninkrijk | Rijswijk, Nederland | Dublin, Ierland | Kopenhagen, Denemarken | Madrid, Spanje | Lorient, Frankrijk |

Betrokken lidstaten: | 9 – België, Denemarken, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Nederland, Polen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk | 10 – Denemarken, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Nederland, Polen, Portugal, Zweden en het Verenigd Koninkrijk | 6 – België, Spanje, Frankrijk, Ierland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk | 8 – Denemarken, Duitsland, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Finland en Zweden | 12 – Denemarken, Duitsland, Estland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Litouwen, Nederland, Polen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk | 5 – België, Spanje, Frankrijk, Portugal en Nederland |

Voorzitter: | Hugo Andersson | Iain MacSween | Sam Lambourn | Reine Johansson | Antonio Cabral | Victor Badiola |

Leden: | 32 | 60 | 55 | 42 | 72 | 115 |

Website: | http://www.nsrac.org | http://www.pelagic-rac.org | http://nwwrac.org/ | http://www.bsrac.org | http://www.ccr-s.eu |

BIJLAGE 2 – Statistieken over de RAR-activiteiten

Naar de Commissie verstuurde RAR-aanbevelingen

[pic]

RAR-vergaderingen

[pic]

[1] De artikelen 31 en 32 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59-80.

[2] PB L 256 van 3.8.2004, blz. 17-22.

[3] Besluit nr. 2007/409/EG van de Raad van 11 juni 2007, PB L 155 van 15.6.2007, blz. 68-70.

[4] De beoordeling van de Commissie is gebaseerd op haar eig湥攠癲牡湩⁧敭⁴敤眠牥楫杮瘠湡搠⁥䅒❒⁳湥漠⁰敤愠瑮潷牯敤灯攠湥瘠慲敧汮橩瑳搠敩椠敤散扭牥㈠〰‶慡敤氠摩瑳瑡湥攠敤删剁猧椠⁳潶牯敧敬摧en ervaring met de werking van de RAR's en op de antwoorden op een vragenlijst die in december 2006 aan de lidstaten en de RAR's is voorgelegd.

[5] Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005, PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1-14.

[6] Bijvoorbeeld de conferentie van de RAR voor de Baltische Zee over controle en handhaving (maart 2007).

[7] Bijvoorbeeld de gezamenlijke RAR-vergadering over beschermde offshore mariene gebieden (maart 2008) of het symposium van de RAR voor de Noordzee en de RAR voor de Noordwestelijke wateren over herstelmaatregelen voor kabeljauw (maart 2007).

[8] Bespreking over het "Nord Stream"-project in de Baltische Zee.

[9] De Commissie heeft begin juni 2006 een studiereis naar Canada en de VS georganiseerd met belanghebbenden uit de EU, teneinde te bekijken hoe beheersystemen in de praktijk werken buiten de EU. De voorzitters van de RAR’s en een ngo die actief betrokken is bij de werkzaamheden van de RAR’s, werden uitgenodigd hieraan deel te nemen. In 2007 werd een studiereis naar IJsland en Noorwegen georganiseerd om de ervaringen met ongewenste bijvangst in deze twee landen te bespreken.

[10] Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid, PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1-12.