Bijlagen bij COM(2009)103 - Betere toegang tot moderne ICT op het platteland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2009)103 - Betere toegang tot moderne ICT op het platteland.
document COM(2009)103 NLEN
datum 3 maart 2009
bijlage[6].

2. BELEIDSCONTEXT

De totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde maatschappij is een van de prioriteiten van de EU en de rol van de plattelandsontwikkeling bij de bevordering van het gebruik van ICT in plattelandsgebieden werd erkend in de vernieuwde Lissabonagenda[7].

In 2005 werd het strategisch raamwerk i2010 ingevoerd, om alle EU-beleidsinstrumenten te moderniseren en te benutten om de ontwikkeling van de informatiemaatschappij tot 2010 te bevorderen. In de daaropvolgende ministeriële verklaring van Riga inzake e-insluiting[8] hebben de lidstaten een aantal doelstellingen goedgekeurd: bijvoorbeeld, de kloof inzake internetgebruik tegen 2010 halveren voor groepen die het risico lopen te worden uitgesloten en de beschikbaarheid van breedbandinfrastructuur verhogen om tegen 2010 minstens 90% van de EU-burgers en -ondernemingen te bereiken, door de aangewezen instrumenten aan te wenden, zoals de Structuurfondsen (SF), het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), het EU-beleid inzake de informatiemaatschappij en het EU-mededingingsbeleid, in het kader van een gezamenlijk streven om breedband voor alle Europeanen toegankelijk te maken.

Het plattelandsontwikkelingsbeleid is de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en is toegespitst op werkgelegenheid, groei, concurrentievermogen en duurzaamheid van de landbouw, de bosbouw, de voedselindustrie en de plattelandsgebieden, het bevorderen van menselijk potentieel, het behoud en de verbetering van het leefmilieu, de levenskwaliteit en het bestrijden van de klimaatverandering. Binnen deze context wordt de bevordering van het gebruik en de verspreiding van ICT voor de landbouw, de agrovoedingssector en de bosbouw, alsook voor plattelandsgebieden in het algemeen en landelijk toerisme, beschouwd als een essentieel element in de communautaire strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling[9]. Het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling, een nieuw belangrijk element van het plattelandsontwikkelingsbeleid, biedt een forum voor het in kaart brengen van de behoeften en de uitwisseling van goede praktijken.

Zowel de Structuurfondsen als het ELFPO ondersteunen investeringen in ICT-diensten, -infrastructuur, -producten en -vaardigheden, met grote spill-overeffecten tussen en binnen bepaalde gebieden. Tijdens deze periode zullen de meeste investeringen die gepland zijn voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij in plattelandsgebieden en minder ontwikkelde regio's, de ontwikkeling van e-diensten ondersteunen, aangevuld met beperkte investering in ICT-infrastructuur[10]. Op het gebied van bijscholing en opleiding bieden het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het ELFPO financieringsmogelijkheden voor mensen en ondernemers in plattelandsgebieden; het ELFPO biedt daarbij specifieke extra opties voor landbouwers, de voedselindustrie en bosbeheerders. Het zevende EU-kaderprogramma voor onderzoek bevordert onderzoek en de overdracht van innovatie in plattelandsgebieden, met name via de initiatieven Kennisregio’s en Onderzoekspotentieel waar ICT een van de belangrijkste sectoren is.

De strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling voor 2007-2013 moedigen synergieën en complementariteit tussen plattelandsontwikkeling, werkgelegenheid en structuurbeleid aan. In het geval van ICT kunnen die synergieën de meeste vruchten afwerpen indien de acties voor het ontwikkelen van de informatiemaatschappij in plattelandsgebieden worden verankerd in de bredere regionale of nationale ICT-strategieën die door zowel het ELFPO als de Structuurfondsen worden ondersteund. Deze strategische benadering moet zorgen voor de verenigbaarheid en de complementariteit met het regionale en nationale ICT-beleid. Binnen deze context moeten de Commissie, de lidstaten en de belanghebbenden samenwerken om een Europese breedbandstrategie te ontwikkelen om de verspreiding en de bevordering van breedbandnetwerken te versnellen, zoals voorgesteld in het economisch herstelplan.

De verwezenlijking van betere toegang tot het internet en ICT in plattelandsgebieden is even belangrijk voor de (potentiële) kandidaat-lidstaten van de EU als voor de EU zelf, aangezien zij, met steun van de EU-pretoetredingsfondsen, reeds begonnen zijn met de voorbereiding van de tenuitvoerlegging van het EU-beleid.

3. ACTIEGEBIEDEN EN HUIDIGE SITUATIE

3.1. ICT-ontwikkelingen en prioriteiten voor plattelandsgebieden

In haar mededeling over de overbrugging van de breedbandkloof (2006)[11] heeft de Commissie de belangrijkste redenen voor de breedbandkloof tussen plattelands- en stedelijke gebieden geïdentificeerd, bijvoorbeeld de lage bevolkingsdichtheid, de afgelegen ligging en het gebrek aan mededinging. Andere sociaaleconomische factoren, zoals laag inkomen en onderwijs, gebrek aan toegang tot nieuwe technologieën, lage kwaliteit van de dienst, gebrek aan toepassingen met relevante inhoud voor plattelands- en landbouwbedrijven, geringe bewustmaking of de vergrijzing van de bevolking, leiden tot een lagere penetratiegraad[12].

Stimulering van de vraag: inhoud, diensten en toepassingen

Breedbandtoepassingen overbruggen tijd en afstand en zorgen ervoor dat de diensten individuele personen en ondernemingen binnen hun eigen gemeenschappen bereiken. Het is belangrijk de nadruk te leggen op de ontwikkeling van diensten en relevante inhoud om de vraag naar en het gebruik van elektronische openbare diensten en breedband in plattelandsgebieden te stimuleren.

De bestaande ICT-kloof tussen stad en platteland wijst op de behoefte aan investeringen in vraagstimulerende maatregelen door de nationale en lokale overheidsdiensten en -instellingen. De ontwikkeling en beschikbaarheid van openbare diensten zoals e-overheid, e-gezondheidszorg en e-leren zijn essentieel, samen met e-vaardigheden en lokale toepassingen.

Zakelijke diensten die gebruik maken van breedband en internet, met inbegrip van die welke relevant zijn voor de landbouw, moeten worden gestimuleerd, want het gebruik van breedband door ondernemingen is essentieel om de efficiëntie te bevorderen. De betere toegankelijkheid van ondernemingen zorgt voor betere informatiestromen, markttransparantie en prijsontdekking, bevordert de samenwerking binnen de voedselindustrie en drukt de transactiekosten.

Momenteel is het gebruik van openbare diensten in de dun bevolkte gebieden van de EU beperkter dan in de dicht bevolkte gebieden[13]. Het gebruik van e-overheidsdiensten in de EU-27 bijvoorbeeld, bedraagt 22,5% in dun bevolkte gebieden en 32,9% in dicht bevolkte gebieden. Het internetgebruik bij kmo’s en micro-ondernemingen in plattelandsgebieden staat op een zeer laag niveau in vergelijking met grote ondernemingen, als aangetoond in een aantal PDPO’s (bv. Bulgarije, Engeland). Kmo’s hebben vooral te lijden onder het gebrek aan gekwalificeerd personeel op het gebied van nieuwe technologieën[14].

In 2008 heeft ongeveer de helft van de mensen in de dun bevolkte gebieden van de EU-27 (41,7%) nog nooit het internet gebruikt, in vergelijking met 27,4% in de dicht bevolkte gebieden. In bepaalde lidstaten heeft meer dan de helft van de bevolking nog nooit een pc gebruikt (bv. Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Italië, Portugal, Roemenië, Malta). In de EU-27 bedraagt het gebruik van breedbandinternet door huishoudens in dun bevolkte gebieden slechts 30%, tegenover 40% in de stedelijke gebieden[15]. Tijdens de periode 2005-2007 is het gebruik van breedbandinternet in de steden sneller toegenomen dan op het platteland en op nationaal niveau ligt het gebruik in de plattelandsgebieden twee tot vier keer lager dan in de stedelijke gebieden[16].

Breedbandinfrastructuur

De lidstaten, regio’s en plaatselijke autoriteiten spelen een cruciale rol bij het opnemen van de sociaaleconomische behoeften van plattelandsgebieden en de plattelandsbevolking in de nationale strategieën en de nationale/regionale programma's. De bestaande inspanningen om de plattelandsgebieden in de EU uit te rusten met moderne ICT-verbindingen, waaronder het gebruik van nieuwe draadloze en op satellieten gebaseerde technologieën moeten worden voortgezet en opgevoerd . Daartoe heeft de Commissie in haar economisch herstelplan een extra financiering van 1 miljard euro voorgesteld. De openbare financiering voor dergelijke initiatieven moet in overeenstemming zijn met de staatssteunregels van het EG-Verdrag.

In december 2007 besloeg de breedbanddekking (DSL) gemiddelde 98% van de bevolking in stedelijke gebieden, terwijl de dekking in plattelandsgebieden slechts 70% van de plattelandsbevolking van de EU-27 besloeg[17]. Het platteland blijft slecht gedekt in Slowakije (39%), Polen (43%), Griekenland (50%) en Letland (65%), evenals in Bulgarije en Roemenië.

3.2. Betrokkenen die kansen missen

Landbouwbedrijven

Het bevorderen van het gebruik en de verspreiding van ICT in de agrovoedingssector in zijn geheel en in landbouwbedrijven in het algemeen, is een essentiële actie van de plattelandsontwikkeling. Het gebrek aan toegang tot breedband tast het concurrentievermogen van landbouwers aanzienlijk aan, beperkt hun opties om beter en innovatief landbouwbedrijfsbeheer toe te passen, om productiepatronen aan te passen aan de huidige economische ontwikkelingen, om het volume en de kwaliteit van de productie te controleren, en beperkt hun kennis van de markten en de economische tendensen, landbouwonderzoek en ontwikkeling. Het beperkt hun commerciële kansen, verhindert het gebruik van voorlichtingsdiensten, beperkt hun contacten met lokale en nationale overheidsinstellingen en belemmert hun deelname aan de besluitvorming. Het gebrek aan internettoegang en e-diensten kan ook de stimuli wegnemen voor landbouwers om hun professionele vaardigheden verder te ontwikkelen en vermindert de spill-overeffecten van het delen en uitwisselen van succesvolle professionele ervaringen.

Kleine en middelgrote ondernemingen en micro-ondernemingen

ICT kan werken als een katalysator voor (kleine) landbouwbedrijven en niet-agrarische ondernemingen, met inbegrip van de voedselindustrie, om samen te werken, te netwerken en te groeien, waardoor hun concurrentievermogen wordt versterkt. Het kan hun werkprestaties en arbeidsproductiviteit positief beïnvloeden en kan landbouwers helpen hun multifunctionele rol in plattelandsgebieden te vervullen. Er kunnen schaalvoordelen worden geboekt en e-business, e-commerce en elektronisch bankieren kunnen gemakkelijker ten uitvoer worden gelegd.

De bevordering van het gebruik van ICT in de voedselindustrie en de totstandbrenging van infrastructuur om de toegang van voedselverwerkende bedrijven tot het internet te garanderen, kunnen belangrijke groeifactoren worden voor de sector, wat kan leiden tot hogere toegevoegde waarde en een betere integratie tussen landbouwers en voedselverwerkende bedrijven.

Jongeren

Jongeren vormen een van de belangrijkste stuwende krachten achter de ICT-ontwikkeling op het platteland. Het gebrek aan internetdiensten isoleert hen van de mondiale gebeurtenissen en informatiestromen en beperkt hun toegang tot de arbeidsmarkten en tot middelen om vaardigheden te ontwikkelen om in aanmerking te komen voor goedbetaalde en aantrekkelijke jobs. Het tot stand brengen van toegang en relevante toepassingen, vooral voor schoolverlaters en nieuwkomers op de arbeidsmarkt, is essentieel om hen ertoe aan te moedigen in de plattelandsgebieden te blijven wonen.

Vrouwen

Meer en meer vrouwen in de plattelandsgebieden worden ondernemers en worden betrokken bij sociaaleconomische activiteiten. Hun toegang tot de arbeidsmarkt moet verder worden bevorderd, bijvoorbeeld door breedbandinternet ter beschikking te stellen om hun digitale vaardigheden te verbeteren.

Bejaarden en kansarmen

Landbouwers aan het einde van hun loopbaan, oudere mensen en kansarmen in plattelandsgebieden hebben specifieke behoeften, waaraan tegemoet kan worden gekomen door de voorziening van toegankelijke en relevante technologieën en ICT-toepassingen. ICT kan hun toegang tot openbare diensten, arbeidskansen en kwalitatief hoogstaande opleidingen bevorderen.

3.3. Potentiële effecten van ICT-projecten op het platteland[18]

Door diensten, producten en betere infrastructuur ter beschikking te stellen in plattelandsgebieden kan een brede waaier aan effecten en voordelen worden bereikt. Niettemin moet rekening worden gehouden met de bestaande overwegingen of beperkingen inzake milieu.

Door te investeren in online-boekingssystemen en portaalsites kunnen landbouwers en plattelandsbedrijven bijvoorbeeld betere toegang bieden tot informatie en ontspanning voor lokale en externe gemeenschappen, bewustmaking bevorderen omtrent lokale natuurlijke en sociale waarden, het aantal toeristen doen toenemen, groei en werkgelegenheid creëren en de interne economische en sociale ontwikkeling stimuleren.

ICT-projecten kunnen ook een sterke positieve invloed hebben indien zij een toegevoegde waarde creëren voor lokale producten of zorgen voor betere voorzieningsketens, precisielandbouw, in kaart brengen en bevorderen van gedecentraliseerde hernieuwbare energie, zoals bio-energie, instandhouding van het natuurlijk erfgoed, verschaffen van publieke en zakelijke informatie, ter beschikking stellen van gegevens voor specifieke gebruikers en voor opleidingsdoeleinden, capaciteitsbouw, enz. Tegelijk kunnen positieve spill-overeffecten zorgen voor een groter gebruik van bio-energie, betere toegang tot opleidingskansen, ontwikkeling van werkbegeleiding, efficiënte voorziening van openbare diensten, bevordering van duurzame landbouw en tot slot, maar daarom niet minder belangrijk, de overdracht van innovatie en de bevordering van goede praktijken.

4. ACTIES TER BEVORDERING VAN ICT IN PLATTELANDSGEBIEDEN

4.1. ELFPO en ICT

Acties

In de huidige programmeringsperiode wordt bij de plattelandsontwikkeling speciale aandacht besteed aan ICT. In 65 PDPO’s wordt verwezen naar breedband en ICT in de basisanalyse en in 37 PDPO’s in de ex-ante -evaluatie (van in totaal van 94 PDPO’s)[19]. De analyses bevestigen de aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten en tussen de regio’s. In de helft van de programmagebieden (44 PDPO’s door 7 lidstaten opgesteld) wordt de ICT-situatie in plattelandsgebieden erkend als van gemiddeld niveau, terwijl zij in 16 PDPO’s (13 lidstaten) als slecht wordt beschouwd.

Het ELFPO ondersteunt de ontwikkeling van de ICT-ondernemingen, -diensten, ontwikkeling van vaardigheden en breedband in plattelandsgebieden op diverse manieren[20]. Directe acties betreffende ICT als basisdienst voor de plattelandseconomie en -bevolking omvatten de ontwikkeling van e-gezondheidszorg, gezondheidsadvies en medische zorg, bedrijfsondersteuning, lokale openbare diensten, mobiele ICT-centra of ICT-centra voor jongeren, openbare internet/communicatiepunten, breedbandinfrastructuur, met inbegrip van draadloze technologieën, enz. Specifieke, situatiegebonden acties, bijvoorbeeld IT-materiaal in kleine scholen, vraagafhankelijk vervoer, de veiligheid van plattelandsbewoners, telewerk of specifieke ICT-initiatieven op dorpsniveau (47 PDPO’s van 16 lidstaten)[21].

Niet-agrarische ICT-activiteiten van landbouwers op het platteland worden vermeld in 21 PDPO’s (15 lidstaten) en hebben betrekking op de ontwikkeling van e-diensten, e-commerce, toegang tot internet, enz. De landbouwers kunnen hun IT-materiaal upgraden in het kader van de maatregel voor de modernisering van landbouwbedrijven. De oprichting van websites voor marketing en elektronische reservaties, portaalsites voor toeristen en informatiecentra zal kenmerkend zijn voor de ICT-acties die verband houden met plattelandstoerisme, als beoogd in 34 PDPO’s (13 lidstaten).

De totstandbrenging van op ICT gebaseerde diensten, samenwerking inzake netwerken en clustervorming, e-commerce en e-marketing zullen de hoofddoelstellingen vormen voor niet-agrarische micro-ondernemingen op het platteland en voor ondernemingen als bedoeld in 28 PDPO’s (17 lidstaten).

Landbouwers, bosbouwers en voedselverwerkers zullen toegang hebben tot ondersteuning voor professionele opleiding inzake ICT- en computervaardigheden (40 PDPO’s), e-leren (13 PDPO's), ICT-informatieactiviteiten (11 PDPO’s) of acties op specifieke gebieden zoals netwerken, demonstratieprojecten of afstandsleren.

Het gebruik van ICT voor het milieu blijkt uit systemen voor bosbranddetectie op afstand en controlesystemen, communicatiemateriaal (bv. ter preventie van bosbranden) en netwerken (14 PDPO’s).

De plattelandsontwikkeling zal ook IT-investeringen ondersteunen, zoals netwerken in openbare gebouwen, opleiding en informatie over milieuproblemen in Natura 2000 in combinatie met internetfora voor gedachtewisseling, databanken en e-catalogi voor het behoud van de biodiversiteit, de voorziening van voorlichtingsdiensten, de bevordering van producentengroepen, e-vaardigheden van de plattelandsbevolking, enz. Ook nationale en regionale portaalsites voor plattelandsontwikkelingsnetwerken zullen worden gefinancierd.

Leader-acties kunnen betrekking hebben op een brede waaier van ICT-investeringen in plattelandsgebieden , zoals innovatieve communicatietechnologieën voor het toerisme, productieve sectoren, ecologische en culturele activa op het gebied van transnationale en interterritoriale samenwerking, opleiding en toegang tot het internet.

Begrotingsmiddelen

De ICT-acties inzake plattelandsontwikkeling zijn opgenomen in verscheidene maatregelen, waarvan ook andere, niet ICT-gerelateerde acties deel zullen uitmaken[22]. In totaal zal het ELFPO voor de basisdiensten voor de plattelandsbevolking 2,7 miljard euro besteden. Daarenboven zal 4,9 miljard euro worden besteed aan diversificatie van het landbouwbedrijf, de oprichting van niet-agrarische micro-ondernemingen en plattelandstoerisme. De opleidings- en informatieacties in het kader van het ELFPO (met inbegrip van e-vaardigheden) zijn goed voor in totaal 1,2 miljard euro. Het extra geld voor ICT-projecten kan worden besteed in het kader van Leader en/of aan andere plattelandsontwikkelingsmaatregelen.

Een groot deel van de fondsen voor technische bijstand in de PDPO’s wordt besteed aan investeringen in hardware en software voor de overheid om online-diensten en -overleg aan te bieden aan (potentiële) sollicitanten.

Oriëntering, toezicht en evaluatie

Het gemeenschappelijk toezichts- en evaluatiekader (GTEK) voor plattelandsontwikkeling 2007-2013 vormt een stevige basis om de situatie in plattelandsgebieden met betrekking tot vele indicatoren, waaronder ICT-indicatoren, te oriënteren, te controleren en te evalueren.

In de context van het GTEK wil Oostenrijk er bijvoorbeeld voor zorgen dat 80 000 mensen kunnen genieten van betere diensten door de beschikbaarheid van internet; in Tsjechië zijn dat 70 000 mensen. Wat betreft de internetpenetratie beoogt Finland de draadloze dekking van het hele land tegen 2013, terwijl bijvoorbeeld Litouwen streeft naar een dekking van 99% met 2 500 internettoegangspunten.

4.2. Cohesiefondsen en ICT

Om de algemene doelstellingen te bereiken, moeten de synergieën tussen de communautaire, nationale en/of regionale financiering en beleid, die een invloed hebben op de ICT-ontwikkelingen in plattelandsgebieden, ten volle worden benut.

In de huidige programmeringsperiode zullen de cohesiefondsen de ontwikkeling van ICT blijven ondersteunen, ook in plattelandsgebieden. Er zal ongeveer 15,3 miljard euro (4,4% van de totale begroting van het cohesiefonds) direct worden geïnvesteerd in de prioriteiten op ICT-gebied, met inbegrip van elektronische overheidsdiensten en breedbandinfrastructuur. Het Europees Sociaal Fonds (ESF) zal aanzienlijke bedragen investeren in e-vaardigheden in het kader van verschillende strategische prioriteiten, zoals een leven lang leren, het aanpassingsvermogen van werknemers en opleiding voor werklozen, met inbegrip van die in plattelandsgebieden.

4.3. Onderzoek

Onderzoek speelt een rol bij het onderkennen van de ICT-behoeften in plattelandsgebieden, alsook bij het vinden van efficiënte en effectieve manieren om bestaande problemen op te lossen. Naast de steun voor projecten in het kader van het zesde en zevende kaderprogramma zijn er twee EOR-netwerken opgericht onder de verantwoordelijkheid van het Permanent Comité voor onderzoek in de landbouw (ICT-AGRI en RURAGRI), die hun activiteiten toespitsen op de coördinatie van nationale onderzoeksprogramma's, met inbegrip van ICT-toepassingen in de landbouw en in plattelandsgebieden.

4.4. ICT-projecten in plattelandsgebieden en drijvende krachten voor de succesvolle tenuitvoerlegging ervan[23]

De ICT-projecten in de plattelandsgebieden van Europa zijn toegespitst op (i) materiaal voor internettoegang, (ii) inhoud, met name wat mensen bekijken en waarvan zij gebruik maken op internet, met inbegrip van diensten die hen aanmoedigen om online te gaan en (iii) de ontwikkeling van nieuwe vaardigheden voor internettoegang. Projecten die deze drie aspecten combineren, hebben het grootste effect.

Naast goed projectmanagement bestaan de economische, politieke en sociale factoren uit een reeks voorwaarden om ICT-projecten in plattelandsgebieden te doen slagen en ervoor te zorgen dat de lokale gemeenschap zich die projecten eigen maakt, dat zij algemeen worden toegepast en dat de duurzaamheid wordt gewaarborgd.

Financiële steun van de Gemeenschap

De kosten voor de voorziening van infrastructuur, het verstrekken van opleiding en het aanpassen van de diensten liggen om de bovenvermelde redenen hoger in plattelandsgebieden. Vele commerciële aanbieders concentreren zich op de dicht bevolkte stedelijke of voorstedelijke gebieden, waar zij het gebruik en het rendement op investeringen kunnen maximaliseren. In vele gevallen komt het gebruik in plattelandsgebieden traag op gang, aangezien men er terughoudender staat tegenover nieuwe technologieën dan in stedelijke gebieden. Overheidsfinanciering, waaronder de EU-fondsen kunnen helpen om de investeringskloof met betrekking tot ICT-toegangsinfrastructuur, online-diensten en andere bevorderingsmaatregelen te overbruggen, door de vraag te ondersteunen in plattelandsgebieden, met inbegrip van bergachtige gebieden en eilanden. Een passende aanpak van de behoeften van deze gebieden in nationale en regionale strategieën en programma’s is essentieel.

Steun van nationale en regionale autoriteiten

Naast het verzekeren van financiering hebben diverse vormen van nationale en regionale steun de duurzaamheid en het succes van ICT-projecten in plattelandsgebieden de laatste jaren bevorderd. Of er nu financiële of wettelijke steun is geboden of de regeringen en de plaatselijke autoriteiten de opstart van de projecten hebben aangemoedigd, er zijn talrijke voordelen voor landbouw-, voedsel- en niet-agrarische ondernemingen in plattelandsgebieden en voor de plattelandsbevolking gecreëerd.

Betrokkenheid en medewerking van lokale belanghebbenden

De medewerking van lokale (economische) actoren kan een significant effect hebben op een project, indien zij zelf meer belang hebben bij het invoeren van de nieuwe technologie. De betrokkenheid van de lokale bevolking is nodig om projecten duurzaam te maken. De totstandbrenging van lokale, communautaire of collectieve breedbandbundelingsregelingen kan een aanzet geven voor lokale breedbandacties en kan helpen de breedbandstrategieën (betere) te definiëren. Er moet meer aandacht worden geschonken aan samenwerking binnen de gemeenschappen betreffende breedbandmiddelen en -faciliteiten en het efficiënte gebruik ervan. Dit is ook bevestigd door de goede praktijken uit het Leader+-programma.

Onderkennen van en reageren op nieuwe kansen voor het bedrijfsleven en behoeften

De globalisering en het internet hebben intensieve concurrentiemiddelen gecreëerd voor markten en klanten . Om hun onderneming in stand te houden, moeten ondernemers op het platteland adequaat reageren en de voordelen van ICT benutten.

Het onderkennen van wat potentiële gebruikers willen , en in welke vorm, kan het gebruik aanzienlijk doen toenemen en op een passende manier tegemoet komen aan de bestaande vraag in plattelandsgebieden. Op deze manier kunnen factoren als werkloosheid, laag internetgebruik en toegang tot kennis in plattelandsgebieden worden verbeterd. Het creëren van grotere betrokkenheid bij een project , wat zelfs de betrokkenheid van de gemeenschap bij het beheer van het project kan impliceren, kan zorgen voor een wijder verspreid gebruik, hogere efficiëntie van de investering en voortzetting van de activiteit nadat de aanvankelijke financiering afgelopen is.

4.5. Bevordering van goede ICT-praktijken voor plattelandsgebieden

De uitwisseling van goede praktijken ondersteunt de bevordering en de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten, creëert een toegevoegde waarde bij de ontwikkeling van strategieën, verbetert de kennis en toont aan hoe het correcte gebruik van de activa kan leiden tot waardevolle en positieve resultaten.

De door het DG Landbouw en plattelandsontwikkeling beheerde externe studie heeft een databank van 67 goede ICT-praktijken in plattelandsgebieden opgeleverd, waarvan de verspreiding innovatieve projecten kan bevorderen en strategieën voor plattelandsgebieden kan ondersteunen. De databank omvat projecten die worden gefinancierd via privé- en/of communautaire fondsen, meestal binnen de periode 2000-2006. Zij werden ook opgenomen in de databank van de Europese breedbandportaalsite, die in juni 2008 door de Commissie werd gelanceerd[24].

Deze uitwisseling van goede praktijken op het gebied van de plattelandsontwikkeling kan verder worden geïntegreerd in de communautaire en nationale plattelandsontwikkelingsnetwerken, de Interreg-programma's en kan worden bevorderd via het Leader-programma.

5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

De ontwikkeling van ICT in plattelandsgebieden vereist een sterke strategische benadering met complementariteit en synergieën tussen communautaire, nationale en regionale fondsen en beleidsbenaderingen, die allen bijdragen tot de plattelandsontwikkeling.

Met deze mededeling:

- bevestigt de Commissie de doelstelling "breedbandtoegang voor iedereen" tegen 2010 zoals vastgesteld in het kader van het herstelplan voor de economie en herinnert zij eraan dat 30% van de plattelandsbevolking van de EU[25] momenteel niet over breedbandtoegang beschikt;

- roept de Commissie de lidstaten op om de financiering voor breedbandinfrastructuur in het kader van het herstelplan op een efficiënte en effectieve manier te gebruiken om het economische en sociale leven in plattelandsgebieden te stimuleren. Daartoe moeten, na de goedkeuring van het voorstel van de Commissie door de Raad, de PDPO’s in 2009 worden aangepast, rekening houdend met de behoeften van de lidstaten;

- beveelt de Commissie aan om meer acties ter ondersteuning van de vraag naar en levering van ICT-technologieën op te starten. Dit moeten zowel acties zijn voor de toename van lokale en backhaul-toegang tot betaalbare ICT-infrastructuur en toegang tot en ontwikkeling van online-diensten en relevante inhoud voor landbouw- en niet-agrarische ondernemingen op het platteland. Acties ter ondersteuning van de vraag moeten activiteiten omvatten als de eigendom van een pc, professionele ICT- en e-businessopleiding voor landbouwers, voedselverwerkers, landbouw- en niet-agrarische ondernemingen op het platteland, alsook acties voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden voor de plattelandsbevolking. De acties moeten vergezeld gaan van netwerken, benchmarkingtoezicht en andere acties (eventueel in het kader van de bestaande ICT-waarnemingscentra) ter ondersteuning van de lokale en regionale capaciteit om ICT-projecten in het kader van PDPO’s te beheren, te plannen en ten uitvoer te leggen;

- moedigt de Commissie de lidstaten en de regio’s aan gebruik te maken van de middelen voor technische bijstand om studies/analyses uit te voeren van de ICT-situatie in plattelandsgebieden en in de landbouw, de huidige ICT-initiatieven te inventariseren en te zorgen voor monitoring van de ICT-indicatoren;

- roept de Commissie de lidstaten en de regio’s op in hun jaarverslagen over plattelandsontwikkeling vanaf 2010 de ICT-gerelateerde acties aan te duiden die in het verslaggevingsjaar werden ondernomen, alsmede eventueel de financiering ervan. De Commissie is bereid hierover verslag uit te brengen in een werkdocument dat gebaseerd is op de informatie die door de lidstaten wordt verstrekt;

- spoort de Commissie de lidstaten en de regio’s ertoe aan in het kader van hun tussentijdse herziening van de plattelandsontwikkeling in 2010 grotere nadruk te leggen op ICT-acties, inclusief de acties op het gebied van de landbouw, de bosbouw en de voedselindustrie, alsook op de geboekte vooruitgang, op basis waarvan waar nodig een verdere versterking van ICT-gerelateerde acties en aanpassingen in PDPO’s kan worden voorgesteld;

- benadrukt de Commissie dat voor het bereiken van effectieve resultaten in plattelandsgebieden, de communautaire financiering correct moet worden toegekend en complementair moet zijn om synergieën tot stand te brengen. Om deze doelstelling te bereiken is het essentieel dat de nationale en regionale autoriteiten die de verschillende communautaire fondsen (Structuurfondsen/cohesiefondsen/ELFPO) beheren, nauw met elkaar samenwerken;

- benadrukt de Commissie het belang van de verspreiding en uitwisseling van goede ICT- praktijken in plattelandsgebieden binnen de Europese en nationale netwerken voor plattelandsontwikkeling. Het plattelandsontwikkelingsnetwerk van de EU moet nuttige suggesties formuleren betreffende de tenuitvoerlegging van het ICT-beleid in plattelandsgebieden. Daartoe zal in de tweede helft van 2010 een evenement worden georganiseerd;

- moedigt de Commissie ICT-projectleiders en -ontwikkelaars in plattelandsgebieden aan om de bestaande Europese ICT-portaalsites te gebruiken (www.broadband-europe.eu en www.ePractice.eu).


[1] COM(2007) 803 van 11.12.2007.

[2] SPEECH/07/311 door mevr. Mariann Fischer Boel, lid van de Commissie.

[3] COM(2008) 800 van 26.11.2008.

[4] COM(2009) 36 van 28.1.2009.

[5] Conclusies van de Raad 7085/07 van 19 maart 2007.

[6] SAACNRA, 2007, http://ec.europa.eu/agriculture/analysis/external/index_en.htm.

[7] COM(2005) 330 van 20.7.2005.

[8] http://ec.europa.eu/information_society/events/ict_riga_2006/doc/declaration_riga.pdf.

[9] Beschikking 2006/144/EG van de Raad van 20 februari 2006 betreffende communautaire strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling.

[10] De afbakening van het gebruik van de diverse EU-fondsen wordt bepaald door de lidstaten en de regio’s.

[11] COM(2006) 129 van 20.3.2006.

[12] COM(2006) 129 van 20.3.2006 en SAACNRA, blz. 64.

[13] Definitie van Eurostat, gebaseerd op de graad van urbanisatie.

[14] COM(2008) 394 van 25.6.2008.

[15] Eurostat.

[16] Definitie van Idate. Zie bijlage voor meer details.

[17] Definitie van Idate. Zie bijlage voor meer details.

[18] Gebaseerd op de SAACNRA-analyse van goede praktijken (2007), blz. 25-38.

[19] Dit omvat ook het zesde kaderprogramma en netwerk-PDPO’s, die echter niet zijn geanalyseerd. Zie bijlage voor meer details.

[20] Investeringen in hardware en software zijn subsidiabel in alle programma's.

[21] Verscheidene lidstaten hebben ervoor gekozen de inhoud van bepaalde maatregelen open te laten, zonder prioritaire acties te specificeren; deze acties zijn niet meegeteld.

[22] De programmering van de begroting voor plattelandsontwikkeling gebeurt op het niveau van de pijlers en de maatregelen, niet op actieniveau. Daarom zijn geen gegevens beschikbaar over actiegerelateerde investeringen.

[23] Gebaseerd op de SAACNRA-analyse van goede praktijken (2007), blz. 25-38.

[24] www.broadband-europe.eu.

[25] Definitie van Idate.