Bijlagen bij COM(2009)488 - Werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma "Ideeën" beschreven doelstellingen in 2008

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 1 van diezelfde beschikking is bepaald dat dit jaarverslag wordt opgesteld in samenwerking met de Wetenschappelijke Raad.

3. STRATEGISCHE KWESTIES

De Wetenschappelijke Raad is verantwoordelijk voor het vaststellen van de wetenschappelijke strategie van de ERC, inclusief het opstellen van het jaarlijkse werkprogramma voor "Ideeën". In 2008 waren er geen fundamentele wijzigingen aan de ERC-strategie. Er werden echter wel aanpassingen en verfijningen aangebracht aangezien het door de toename van de financiële middelen voor de ERC voor het eerst mogelijk was uitnodigingen zowel voor starters als voor gevorderden ten uitvoer te leggen in het kader van dezelfde jaarbegroting.

De collegiale toetsing van de ERC werd ook nauwkeuriger afgesteld, in het bijzonder wat de behandeling van interdisciplinaire voorstellen, de communicatiestrategie van de ERC met betrekking tot de publicatie van evaluatieresultaten en de strategie voor het vermijden van belangenconflicten betreft.

3.1. Subsidies

De Wetenschappelijke Raad heeft, overeenkomstig de doelstellingen van het specifieke programma "Ideeën", twee centrale financieringsregelingen vastgesteld, die bedoeld zijn om uitmuntendheid in het onderzoek op alle kennisgebieden te bevorderen. Onderzoekers die werken in of verhuizen naar een lidstaat van de EU of een land dat met het zevende kaderprogramma (KP7) is geassocieerd, komen in aanmerking, ongeacht hun nationaliteit. Op die manier wordt het menselijk kapitaal ook verzekerd: toptalent wordt zowel behouden in als aangetrokken naar Europa.

Deze regelingen zijn:

De ERC-subsidies voor startende onafhankelijke onderzoekers ("ERC-subsidies voor starters"): ter ondersteuning van de onafhankelijke carrières van excellente onderzoekers die bezig zijn met het starten of consolideren van een eigen onafhankelijk onderzoeksteam of, afhankelijk van het onderzoeksgebied, met het vaststellen van een eigen onafhankelijk onderzoeksprogramma.

De ERC-subsidies voor gevorderde onderzoekers ("ERC-subsidies voor gevorderden"): ter ondersteuning van excellente, innovatieve, door onderzoekers gestarte onderzoeksprojecten, geleid door prominente gevorderde onderzoekers, van welke leeftijd ook, die zich reeds hebben gevestigd als onafhankelijk onderzoeksleider.

3.2. Werkprogramma

Het werkprogramma 2008 voor "Ideeën"[3] werd uitgewerkt door de Wetenschappelijke Raad en werd begin 2008 bij de Commissie ingediend en vervolgens vastgesteld. Dit werkprogramma moest worden aangepast vanwege het extreem grote aantal aanvragen in het kader van de uitnodiging van 2007 met betrekking tot subsidies voor starters. In dat jaar was het aantal voorstellen drie keer hoger dan verwacht en afgezien van het feit dat dit grote druk veroorzaakte op de DIS-middelen (administratieve middelen en IT-infrastructuur) en de desbetreffende evaluatiepanels, bedroeg het totale slaagpercentage slechts 3%.

Daarom werden in 2008 verscheidene aanpassingen aangebracht voor toekomstige uitnodigingen tot het indienen van voorstellen teneinde te waarborgen dat het aantal voorstellen beperkt blijft zonder dat de kwaliteit van de aanvragen in het gedrang komt. Er werd benchmarking van de wetenschappelijke staat van dienst van de aanvragers en een beperking op het herindienen van voorstellen ingevoerd om zo het indienen van niet-concurrerende voorstellen te ontmoedigen.

Wat de subsidies voor starters betreft, werd een symmetrische verkorting van de in aanmerking komende termijn, van 2 tot 9 jaar in 2007 naar 3 tot 8 jaar in 2008, ingevoerd. In het geval van subsidies voor gevorderden werd besloten dat de begrotingen voor eerste twee uitnodigingen (in 2008 en 2009) onderling werden gekoppeld, zodat voor de aanvragers een cumulatieve begroting van 1 miljard euro ter beschikking stond voor deze twee opeenvolgende jaren. Om een gelijke behandeling van alle aanvragers te waarborgen, werden de voorwaarden om in aanmerking te komen en de aanvraag- en collegiale toetsingprocedures voor subsidies voor gevorderden nagenoeg ongewijzigd gehouden ten opzichte van het vorige werkprogramma.

3.3. Methode voor de collegiale toetsing

Aangezien de kwaliteit van het evaluatieproces van de collegiale toetsing van de ERC en het vertrouwen dat de onderzoekswereld in deze evaluaties heeft, van wezenlijk belang zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de ERC, heeft de Wetenschappelijke Raad grote aandacht besteed aan de methode van de ERC voor collegiale toetsing. Hij heeft een structuur goedgekeurd voor toetsingpanels van hoog niveau die de hele waaier van onderzoeksdisciplines bestrijken en georganiseerd zijn rond drie belangrijke onderzoeksgebieden: natuur- en ingenieurswetenschappen, biowetenschappen en sociale en menswetenschappen. Onder de door de Wetenschappelijke Raad voorgestelde panelleden zijn wetenschappers, technici en geleerden met wereldfaam uit de EU en daarbuiten.

Ieder panel bestrijkt een brede reeks onderwerpen om ervoor te zorgen dat passende aandacht wordt gegeven aan interdisciplinaire voorstellen van hoge kwaliteit en wordt geleid door een panelvoorzitter die zichtbaarheid en geloofwaardigheid verleent aan het hele proces van collegiale toetsing. Op basis van de ervaring die is opgedaan bij de vorige uitnodiging is het aantal panels voor de uitnodiging voor ERC-subsidies voor gevorderden in 2008 verhoogd tot 25 teneinde de vraag beter te spreiden over alle panels en een vertegenwoordiging van de diverse disciplines te waarborgen. Twee groepen panels zijn opgericht die beurtelings elk een jaar werken. Dit matigt de werklast voor de individuele beoordelaars en heeft tot gevolg dat voor hen de mogelijkheid open blijft om zelf ERC-subsidies aan te vragen.

Ook het aantal panels voor de evaluatie van aanvragen voor starters werd ook opgetrokken tot 25 zodat de panels voor beide subsidieregelingen op consistente wijze functioneren.

4. UITVOERING VAN HET PROGRAMMA

Bij de tenuitvoerlegging van het programma werden vastleggingen ter hoogte van 523,90 miljoen euro (totale verbintenissen) en betalingen ter hoogte van 227,20 miljoen euro volledig uitgevoerd. Deze bedragen zijn goed voor respectievelijk 99,988% en 100% van de werkingsmiddelen voor het specifieke programma "Ideeën".

4.1. Subsidies

De subsidies werden toegekend door middel van een formele subsidieovereenkomst zodra de wettelijke en financiële procedures waren afgerond en het formele toekenningsbesluit was vastgesteld. Tot de voorbereiding voor de toekenning van subsidies behoren geen onderhandelingen over de wetenschappelijke en technische inhoud van het voorstel en de subsidie wordt toegekend op basis van het ingediende voorstel en de in het kader van de collegiale toetsing aanbevolen financiering.

Wanneer meer financiële middelen ter beschikking komen (bv. doordat geselecteerde voorstellen worden ingetrokken of dankzij bijdragen uit derde landen), begint de voorbereiding van een subsidieovereenkomst bij het voorstel dat het hoogst geplaatst staat op de reservelijst en gaat men vervolgens verder met de daaropvolgende voorstellen in de uiteindelijke ranglijst.

4.1.1. ERC-subsidies voor starters in 2007

De subsidieverlening voor de eerste ERC-subsidies voor starters werd in de eerste helft van 2008 afgerond. De Wetenschappelijke Raad heeft dit proces van nabij gevolgd. De oorspronkelijke begroting van 292,2 miljoen euro, gepland voor het herziene werkprogramma voor 2007, is aangegroeid tot 338 miljoen euro dankzij de bijdragen van niet tot de EU behorende landen die deelnemen aan KP7. Dank zij deze toename van de begroting kan de ERC meer subsidieovereenkomsten sluiten dan de oorspronkelijk geplande 250.

Uit de ingediende voorstellen kregen uiteindelijk 299 aanvragen een financiering, naargelang van de rangorde die bepaald werd bij collegiale toetsing.

4.1.2. De uitnodiging voor ERC-subsidies voor gevorderden in 2008

De uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor ERC-subsidies voor gevorderden werd op 30 november 2007 gepubliceerd met drie verschillende sluitingsdata in het voorjaar van 2008, afhankelijk van het werkgebied (natuur- en ingenieurswetenschappen; biowetenschappen; sociale en menswetenschappen). De uitnodiging heeft een indieningsprocedure in één fase (indieners moeten uiterlijk op de sluitingsdatum een volledig voorstel indienen, met samenvatting en bewijs van hun prestaties op het gebied van wetenschappelijk leiderschap) en een evaluatie in twee fasen. De indicatieve begroting bedroeg 516,95 miljoen euro.

De DIS heeft het systeem voor intercollegiale toetsing van de ERC ten uitvoer gelegd, inclusief de aanwijzing van de panelleden, als vastgelegd door de Wetenschappelijke Raad. Alles samen werden 2 167 voorstellen ontvangen (997 op het gebied van de natuurwetenschappen, 766 voor de biowetenschappen en 404 voor de sociale en menswetenschappen) waarvan 2 034, nadat was gecontroleerd of ze in aanmerking kwamen, een intercollegiale toetsing ondergingen. Dit was aanzienlijk minder dan het aantal voorstellen dat in 2007 was ingediend voor subsidies voor starters, wat erop wijst dat de maatregelen die zijn getroffen om het aantal subsidieaanvragen te beperken, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de aanvragen, succes hebben gehad[4]. Eind 2008 waren er 275 in het kader van deze uitnodiging ingediende voorstellen geselecteerd voor financiering: 114 op het gebied van de natuurwetenschappen, 84 voor de biowetenschappen en 48 voor de sociale en menswetenschappen, terwijl 29 in aanmerking werden genomen in het kader van de nieuwe interdisciplinaire categorie. Naargelang van de beschikbaarheid van bijdragen uit derde landen kunnen in 2009 wellicht meer voorstellen in het kader van deze uitnodiging worden aanvaard.

4.1.3. ERC-subsidies voor starters in 2009

De tweede uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor ERC-subsidies voor starters werd in juli 2008 gepubliceerd met drie verschillende sluitingsdata in het najaar van 2008, afhankelijk van het werkgebied. Er werden alles samen 2 503 voorstellen ingediend: 1112 op het gebied van de natuurwetenschappen, 927 voor de biowetenschappen en 464 voor de sociale en menswetenschappen. Aangezien de procedure nog aan de gang is, zijn er nog geen definitieve gegevens beschikbaar over het aantal geselecteerde voorstellen.

4.1.4. De uitnodiging voor ERC-subsidies voor gevorderden in 2009

De tweede uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor ERC-subsidies voor gevorderden werd in november 2008 gepubliceerd met drie verschillende sluitingsdata in het voorjaar van 2009, afhankelijk van het werkgebied. Aangezien de procedure nog aan de gang is, zijn er nog geen definitieve gegevens beschikbaar over het aantal geselecteerde voorstellen.

4.2. Programmacomité

De vergaderingen van het programmacomité voor "Ideeën" vonden plaats op 31 januari, 12 juni en 20 november 2008. Naast de officiële werkzaamheden van het programmacomité (dat doorgaans adviserend optreedt) werden deze vergaderingen georganiseerd om het comité volledig op de hoogte te houden van de voortgang van de uitvoering van het programma "Ideeën" en de werkzaamheden van de ERC en een open uitwisseling van informatie over strategie en operationele aangelegenheden tussen het comité en de Wetenschappelijke Raad en de secretaris-generaal van de ERC en de ERC-DIS mogelijk te maken.

4.3. Ethische beoordeling

Van de 299 projecten die werden geselecteerd voor financiering in het kader van de uitnodiging voor subsidies voor starters in 2007, werden er 95 door een extern ethisch panel doorgelicht waarvan er 40 werden onderworpen aan een volledige ethische beoordeling. Eén project heeft betrekking op stamcellen uit menselijke embryo's en werd in oktober 2008 ter advies voorgelegd aan het programmacomité voor "Ideeën".

Wat de uitnodiging voor het indienen van voorstellen voor gevorderden in 2008 betreft, werden 126 voorstellen aangemerkt voor een ethische doorlichting. Daarbij bleek dat voor 57 voorstellen een volledige ethische beoordeling vereist was, waarvan 2 het gebruik van stamcellen uit menselijke embryo's omvatten. In 61 gevallen waarin geen volledige ethische beoordeling vereist was, werden kopieën van nationale goedkeuringen opgevraagd. Acht voorstellen konden zonder meer aan de goedkeuringsprocedure voor subsidies worden onderworpen zonder dat verdere documenten of nieuwe beoordelingen vereist waren. De volledige ethische beoordeling vond plaats in november 2008. In twee gevallen werd een nieuwe ethische beoordeling geëist. Die vond plaats in januari 2009 en de twee voorstellen werden goedgekeurd op voorwaarde dat de aanvragers verdere documentatie toezonden.

4.4. Beroep

Het comité van beroep voor "Ideeën"[5] boog zich over 276 beroepsprocedures met betrekking tot voorstellen in het kader van de uitnodiging van 2007 tot het indienen van voorstellen voor starters en 174 beroepsprocedures met betrekking tot voorstellen in het kader van de uitnodiging van 2008 tot het indienen van voorstellen voor gevorderden. Deze aantallen vertegenwoordigen ongeveer 3%, respectievelijk 8% van de voorstellen die werden ingediend in het kader van elke uitnodiging.

Het comité van beroep concludeerde dat 15 van deze beroepsprocedures in het kader van de uitnodiging van 2007 voor starters en 14 beroepsprocedures in het kader van de uitnodiging van 2008 voor gevorderden een beoordeling of herbeoordeling vereisten. Met uitzondering van twee gevallen zijn alle beoordelingen of herbeoordelingen nu afgerond. In geen van de door het comité van beroep onderzochte gevallen werd het oorspronkelijke besluit herzien.

4.5. Communicatie

In 2008 zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd om de activiteiten van de ERC op doeltreffende wijze aan de wetenschappelijke gemeenschap mee te delen en onder de aandacht van een breder publiek te brengen. In 2008 zijn enkele belangrijke communicatiemiddelen, -producten en -kanalen ontwikkeld voor de verspreiding van informatie over de ERC.

Op 7 oktober 2008 vond in Parijs een zeer succesvolle ERC-conferentie plaats onder het Franse voorzitterschap. Op die conferentie, De Europese Onderzoeksraad voor een beleid van uitmuntendheid: de eerste begunstigden van subsidies bereiden de weg , werd een evaluatie gemaakt van het eerste jaar dat ERC-subsidies werden verleend en kon een aantal gesubsidieerden in het kader van het ERC-startersprogramma ervaringen delen en uitwisselen. Als onderdeel van zijn communicatiestrategie heeft de ERC heeft ook deelgenomen aan wetenschapsbeurzen en -conferenties met een internationaal bereik, in de eerste plaats gericht op de Verenigde Staten.

4.6. Monitoring, beoordeling en evaluatie van het specifieke programma "Ideeën"

In 2008 zijn er maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat de ERC doeltreffend en transparant is in zijn werkzaamheden en bij de uitvoering van zijn verantwoordingsplicht en dat hij optreedt als een echte "lerende organisatie" door verwezenlijkingen voortdurend te beoordelen en procedures op basis van ervaringen aan te passen en te verbeteren.

Gedurende het hele jaar heeft de ERC gewerkt aan een verdere ontwikkeling van zijn strategie voor monitoring, beoordeling en evaluatie van zijn activiteiten en de wetenschappelijke resultaten daarvan. Er werd een kader opgericht voor het geheel van de strategische eisen van de ERC, de verantwoordelijkheden van de Wetenschappelijke Raad en de verplichtingen van de Commissie, alsook voor de monitoring en evaluatie van het programma. In dit kader wordt rekening gehouden met de verschillende categorieën van mogelijke effecten en met een breed en geïntegreerd inzicht in de prestaties van de ERC.

4.6.1. Ondersteuningsacties

De verbintenis om een uitnodiging tot het indienen van voorstellen te publiceren voor gecoördineerde ondersteuningsacties (GOA) werd voor het eerste opgenomen in het werkprogramma voor 2008. De eerste GOA-uitnodiging is opgestart in juli 2008 met als uiterste termijn november 2008. Het doel was om een verzameling van projecten, studies en verwante initiatieven samen te brengen die kunnen bijdragen tot de monitoring, beoordeling en evaluatie van de effecten van de ERC en het programma "Ideeën". Het werkprogramma omvat ook ondersteuningsacties voor de activiteiten van specifieke juridische entiteiten ("begunstigden" genaamd) teneinde de voorzitter en de ondervoorzitters van de Wetenschappelijke Raad op hun werkplek te ondersteunen[6].

Er werden twee voorstellen geselecteerd: een eerste dat het effect van het programma op onderzoekers, onderzoeksorganisaties, financieringsinstellingen en beleidsstructuren analyseert en een tweede dat betrekking heeft op carrièreontwikkeling, gastinstellingen, onderzoeksstructuren en onderzoeksresultaten. De resultaten werden geanalyseerd in het licht van het bovengenoemde kader en in november 2008 werd een tweede GOA-uitnodiging gepubliceerd, waarbij de aandacht vooral was gericht op de "leemten", namelijk de topics en gebieden van belangstelling waarvoor geen voorstellen voor financiering in het kader van de vorige uitnodiging waren geselecteerd. Er werd informatie verspreid naar de evaluatiegemeenschap en op 16 september vond in Brussel een informatiedag plaats.

4.6.2. Evaluatie van de structuren en mechanismen

A fgezien van de lopende evaluaties is in bijlage I van de beschikking tot vaststelling van het specifieke programma "Ideeën" bepaald dat

de structuren en mechanismen van de ERC, met de volledige medewerking van de Wetenschappelijke Raad, worden getoetst aan de criteria van wetenschappelijke excellentie, autonomie, efficiëntie en transparantie. Ook de procedure en de criteria voor de selectie van de leden van de Wetenschappelijke Raad worden hieraan onderworpen. Bij de toetsing wordt uitdrukkelijk gekeken naar de voor- en nadelen van een op een uitvoerend agentschap en van een op artikel 171 van het Verdrag gebaseerde structuur. De structuren en mechanismen moeten in het licht van het resultaat van deze toetsing dienovereenkomstig worden gewijzigd. De Commissie ziet erop toe dat het nodige voorbereidende werk voor een eventuele overgang naar een gewijzigde structuur, met inbegrip van door haar noodzakelijk geachte wetgevingsvoorstellen, zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd en gepresenteerd aan het Europees Parlement en de Raad, zoals bepaald in het Verdrag, met het oog op een zo snel mogelijke overgang naar de vereiste gewijzigde structuur.

In 2008 heeft de Commissie een mededeling ingediend bij het Europees Parlement en de Raad over de methodologie en het mandaat voor de evaluatie door onafhankelijke deskundigen van de structuren en mechanismen van de Europese Onderzoeksraad[7]. De evaluatie heeft plaatsgevonden in 2009.

5. ORGANISATIE VAN DE EUROPESE ONDERZOEKSRAAD

5.1. De Wetenschappelijke Raad

Drie leden van de Wetenschappelijke Raad hebben in de loop van 2008 om persoonlijke redenen ontslag genomen[8]. Met het oog op de aanwijzing van drie nieuwe leden van de Wetenschappelijke Raad heeft de Commissie een "identificatiecomité"[9] opgericht. Dit comité werd tevens verzocht aanbevelingen te doen inzake toekomstige vervangingen van leden van de raad[10].

Gedurende 2008 is de Wetenschappelijke Raad vijf keer in plenaire zitting bijeengekomen. Het ERC-bestuur, dat door de Wetenschappelijke Raad is opgericht om de vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad voor te bereiden en samen te werken met de DIS, is gedurende datzelfde jaar zeven keer bijeengekomen. De Wetenschappelijke Raad heeft ook een "strategieafzondering" gehouden gedurende welke de in de afgelopen drie werkingsjaren van de Wetenschappelijke Raad opgedane ervaring en de toekomstige strategische krachtlijnen zijn besproken.

5.2. Oprichting van het Uitvoerend Agentschap van de ERC als DIS

Overeenkomstig het besluit tot oprichting van de ERC moet de DIS een externe structuur zijn, die verantwoordelijk is voor alle aspecten van de administratieve tenuitvoerlegging en uitvoering van het programma zoals gepland in het werkprogramma. De DIS legt met name de beoordelings-, collegiale toetsings- en selectieprocedures ten uitvoer overeenkomstig de door de Wetenschappelijke Raad vastgestelde beginselen en zorgt voor het financiële en wetenschappelijke beheer van de subsidies.

In 2007 werd besloten de eisen betreffende de externe structuren van de DIS in te vullen via een Uitvoerend Agentschap, dat formeel werd opgericht op 14 december 2007 bij besluit van de Commissie[11] overeenkomstig de algemene regeling voor uitvoerende agentschappen[12]. Uit een kosten-batenanalyse is bovendien gebleken dat de keuze voor een uitvoerend agentschap de geraamde administratieve kosten kan verminderen van de 5%, als oorspronkelijk gepland in de beschikking tot vaststelling van het specifieke programma "Ideeën", tot 3,5% – een verhouding die gunstig afsteekt tegen de soortgelijke financieringsagentschappen.

5.2.1. Delegatiebesluit

In oktober 2008 heeft de Commissie een delegatiebesluit genomen waarbij aan het Uitvoerend Agentschap van de ERC de bevoegdheid werd verleend om activiteiten uit te voeren die vereist zijn voor de tenuitvoerlegging van het programma, waarbij tegelijk ook de Wetenschappelijke Raad wordt ondersteund[13]. Andere specifieke taken zijn de planning van informatieverstrekking en de uitvoering daarvan, communicatie- en verspreidingsactiviteiten en de bevoegdheid om deskundigen voor de beoordeling van voorstellen aan te wijzen en subsidieovereenkomsten te ondertekenen.

5.2.2. Oprichting van een directiecomité

Voor alle uitvoerende agentschappen dient een directiecomité te worden opgericht[14] dat met name verantwoordelijk is voor de vaststelling van het jaarlijkse werkprogramma van het agentschap en de jaarlijkse administratieve begroting. Het directiecomité van het Uitvoerend Agentschap van de ERC is opgericht in 2008 bij besluit van de Commissie[15] en de samenstelling ervan is een weerspiegeling van de specifieke kenmerken van de ERC. Het directiecomité van het Uitvoerend Agentschap bestaat uit drie vertegenwoordigers van de Commissie en twee vertegenwoordigers van de wetenschappelijke gemeenschap, waarvan één een lid is van de Wetenschappelijke Raad, terwijl de secretaris-generaal van de ERC het statuut van waarnemer heeft.

5.2.3. Verlenen van administratieve autonomie

Totdat het agentschap medio 2009 overeenkomstig het ERC-besluit administratieve autonomie kreeg, werden de opdrachten van de DIS vervuld door een specifieke dienst van de Commissie, directoraat S van DG Onderzoek[16]. Vanaf 2008 werd aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van de formele uitbouw en taakomschrijving van het agentschap, zowel wat de omschrijving van het juridische en administratieve kader van het agentschap als wat de overdracht van de taken van directoraat S naar het agentschap betreft.

5.3. Detachering en indienstneming van personeel

De eerste uitnodigingen tot het indienen van blijken van belangstelling en vacatures werden in 2008 gepubliceerd, meer bepaald voor indienstneming in het agentschap, dan wel voor detachering naar het agentschap. Op die manier werd het personeelsbestand van het Uitvoerend Agentschap van de ERC geleidelijk opgebouwd en eind van dat jaar waren reeds 61 personeelsleden in dienst genomen die taken vervulden in samenwerking met ambtenaren van directoraat S van het DG Onderzoek. Voorts werden 11 wetenschappelijke ambtenaren door datzelfde DG gedetacheerd naar het agentschap. Die indienstneming en detachering is zo snel verlopen dat daardoor de vermindering van het personeelsbestand van directoraat S in diezelfde tijdsperiode meer dan werd goedgemaakt.

Op die wijze is de tenuitvoerlegging van het programma nooit in het gedrang gekomen, terwijl tegelijk de administratieve capaciteit van het agentschap is uitgebreid en versterkt met het oog op het verlenen van autonomie in 2009[17].

5.3.1. In het belang van de dienst gedetacheerde ambtenaren

Jack Metthey, directeur van directoraat S, werd benoemd als directeur ad interim van het Uitvoerend Agentschap van de ERC[18] totdat een directeur voor het agentschap is aangewezen.

Afgezien van het directeursambt zullen 19 andere posten in het agentschap worden ingevuld door ambtenaren van de Commissie die in het belang van de dienst worden gedetacheerd: 16 op beheersniveau en 3 op lager niveau. Gedurende de loop van het jaar werden voor al deze posten uitnodigingen gepubliceerd en eind 2008 was één beheersambt ingevuld.

5.3.2. Extern ingehuurde tijdelijke functionarissen

Er zullen extern ingehuurde tijdelijke functionarissen in dienst worden genomen voor cruciale wetenschappelijke, operationele en administratieve posten. De vacatures voor alle 80 tijdelijke functionarissen werden in 2008 gepubliceerd en de selectieprocedures voor de meeste daarvan waren tegen het einde van het jaar goed gevorderd. Aangezien het indienstnemingsproces voor deze categorie vrij omslachtig is, hebben de eerste tijdelijke functionarissen pas in het voorjaar van 2009 hun taken kunnen opnemen.

5.3.3. Arbeidscontractanten

Arbeidscontractanten worden in dienst genomen om zeer diverse taken te vervullen onder de supervisie van de tijdelijke functionarissen.

5.3.4. Gedetacheerde nationale deskundigen

Gedetacheerde nationale deskundigen van directoraat S kregen de kans om naar het agentschap over te stappen. Eind 2008 hadden elf deskundigen deze kans aangegrepen.

5.4. Vestigingsplaats

Er werden eigen kantoren gehuurd voor de ERC in Brussel, in het "Covent Garden"-gebouw dichtbij het Noordstation en de botanische tuin, waar ook het Uitvoerend Agentschap voor onderzoek van de Commissie, dat de andere specifieke programma's van KP7 beheert, zal worden ondergebracht. Op deze locatie bevinden zich momenteel de kantoren voor het personeel van het agentschap en het secretariaat-generaal van de ERC en is er vergaderruimte voor de collegiale toetsing van de Wetenschappelijke Raad.

Naar verwachting zal al het personeel van het Uitvoerend Agentschap van de ERC tegen eind 2009 naar de nieuwe kantoren zijn verhuisd.

6. CONCLUSIES EN VERWACHTINGEN VOOR 2009

De voornaamste juridische en operationele maatregelen voor de functionering van het Uitvoerend Agentschap van de ERC zijn in de loop van 2008 grotendeels uitgevoerd, zodat het agentschap naar verachting in 2009 autonoom kan worden. Een cruciaal element daarbij was de nauwe samenwerking met de Wetenschappelijke Raad. De indienstneming en detachering van personeel voor het agentschap heeft vaart gekregen, wat de oorspronkelijke vertraging ten gevolge van de grote belangstelling voor en reactie op de eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen heeft goedgemaakt.

De subsidieregeling van de ERC zal verder worden ontwikkeld om te waarborgen dat zij uitmuntendheid zal blijven ondersteunen en dat zij op efficiënte wijze wordt beheerd. Er wordt nagedacht over maatregelen om de aantrekkelijkheid van de EU en met het kaderprogramma geassocieerde landen voor onderzoekers uit derde landen te vergroten. Er zijn ook aanpassingen en acties gepland om de deelname van vrouwelijke onderzoekers te verbeteren. De Wetenschappelijke Raad heeft ermee ingestemd een aantal bepalingen van het werkprogramma aan te scherpen om beter rekening te houden met onderbrekingen in de professionele carrière van vrouwelijke wetenschappers.

De ERC zal er ook op toezien dat de financiering niet alleen gaat naar de meest welvarende landen en regio's van Europa. Binnen het door de modelsubsidieovereenkomst van de ERC en andere beschikbare administratieve en juridische mogelijkheden geleverde kader wordt van gastinstellingen verwacht dat zij de nodige inspanningen leveren om wetenschappers en studenten van het kaliber om een ERC-subsidie te kunnen krijgen, aantrekken en houden.

Tezelfdertijd wordt van de gastinstellingen verwacht dat zij de middelen van de ERC-subsidie aanwenden om de doelstellingen van het specifieke onderzoeksproject te halen. ERC-subsidies moeten uitmuntendheid in het onderzoek in het geheel van de Europese Unie en in de geassocieerde landen ondersteunen, met inbegrip van landen en regio's die over minder onderzoeksfaciliteiten en een zwakkere infrastructuur beschikken. Op die wijze kunnen ERC-subsidies de inspanningen van de gastinstellingen aanvullen om de wetenschappelijke uitmuntendheid in geheel Europa te verbeteren.

De doeltreffendheid en efficiëntie zullen worden verbeterd door een passende monitoring en evaluatie en, met name, door een beoordeling van de ERC-structuren en mechanismen. De ERC beschouwt zichzelf als een "lerende organisatie" en de tot dusver opgedane ervaring zal dienen om die beoordeling te verrichten, een zeer waardevolle oefening die moet zijn afgerond binnen de termijn van het huidige college van commissarissen.

[1] Besluit 2007/134/EG van de Commissie van 2 februari 2007 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad (PB L 57 van 24.2.2007, blz. 14).

[2] Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Ideeën tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 242).

[3] C(2007) 5746 van 29.11.07, niet gepubliceerd.

[4] Zie ook onder punt 3.1.

[5] PB L 391 en PB L 400 van 30.12.2006 (respectievelijk EG- en EURATOM-regels) en gerectificeerde versie in Euratom PB L 54 van 22.2.2007, blz. 4.

[6] Deze ondersteuningsacties volgden op specifieke ondersteuningsacties die voor hetzelfde doel waren vastgesteld als de voorbereidende acties in het raam van het zesde kaderprogramma.

[7] COM(2008) 526.

[8] Meer bepaald professor Paul J. Crutzen, professor Lord May van Oxford en professor Manuel Castells.

[9] De leden van dit comité waren professor Eero Vuorio (rector van de universiteit van Turku), als voorzitter van het comité, en professor Hélène Ahrweiler (ererector en voorzitter van de Academie van Parijs), professor Zita Aua[pic]rel[pic] Ku

[pic]inskien[pic] (deken van de Faculteit geneeskunde van de universiteit van Vilnius) en professor Arnold Schmidt (hoogleraar aan de Weense technologie-u Aušrelė Kučinskienė (deken van de Faculteit geneeskunde van de universiteit van Vilnius) en professor Arnold Schmidt (hoogleraar aan de Weense technologie-universiteit) als leden.

[10] News Alerts on EU Research: Set up of the ERC Identification Committee. Brussel, 23 september 2008 (http://ec.europa.eu/research/index.cfm?pg=newsalert&lg=en&year=2008&na=na-230908).

[11] Besluit 2008/37/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor het beheer van het communautair specifiek programma Ideeën op het gebied van grensverleggend onderzoek (PB L 9 van 12.1.2008, blz. 15).

[12] Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

[13] Besluit van de Commissie van 8/X/2008 ter delegatie van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap van de Europese Onderzoeksraad met het oog op de uitvoering van activiteiten in verband met het specifieke programma "Ideeën" op het gebied van onderzoek, met name wat de vastleggingskredieten betreft die zijn opgenomen in de communautaire begroting. C(2008) 5694 (niet gepubliceerd).

[14] Artikel 8 van Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

[15] Besluit van de Commissie tot aanwijzing van de vijf leden en een waarnemer van het Uitvoerend Agentschap van de Europese Onderzoeksraad, C(2008) 5132 (niet gepubliceerd).

[16] De administratieve autonomie van het agentschap werd verleend op 15 juli 2009.

[17] Zie onder 5.2.3.

[18] Besluit genomen op de 1839e vergadering van de Commissie op 16 juli 2008.