Bijlagen bij COM(2010)499 - Jaarverslag over de tenuitvoerlegging van Verordening 866/2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening SEC(2010) 1094

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage VIII). Illegale migranten worden normaal gesproken aangehouden tijdens controles langs de groene lijn, op luchthavens wanneer zij Cyprus proberen te verlaten. Burgers van derde landen die internationale bescherming vragen, worden normaal gesproken als zodanig geregistreerd wanneer zij op een politiebureau asiel aanvragen.

De CYPOL bepaalt langs welke route illegale migranten de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkomen aan de hand van dezelfde criteria als voorheen, namelijk op basis van documenten (visa, bij aankomst of vertrek in het paspoort aangebrachte stempels van Turkije of een visum of verblijfsvergunning van de "TNRC") en verklaringen van de immigranten, maar ook op basis van ander bewijsmateriaal, zoals Turks-Cypriotische kranten of Turkse bankbiljetten.

1 311 personen vroegen asiel aan in de Republiek Cyprus. Door nieuwe asielprocedures is de duur van dit proces teruggebracht van zes naar drie maanden. Tijdens de verslagperiode heeft echter geen enkele persoon die de door de regering gecontroleerde gebieden was binnengekomen, de vluchtelingenstatus gekregen[6].

De meeste illegale migranten komen via Turkije of het noordelijke deel van Cyprus de door de regering gecontroleerde gebieden binnen (vier luchtvaartmaatschappijen vliegen vanuit elf Turkse luchthavens naar Cyprus, uit vier Turkse havens vertrekken veerboten naar Kyrenia en Famagusta). De CYPOL maakte ook melding van migranten die met vissers- en speedboten de Republiek Cyprus binnenkomen (hiervoor zou naar verluidt tot 2 000 euro worden betaald aan mensensmokkelaars).

Volgens informatie van de Turks-Cypriotische gemeenschap zijn 72 illegale Syrische immigranten aangehouden in het noordelijke deel van Cyprus. Aan officiële doorgangsposten kregen twee Syrische burgers geen toestemming om de groene lijn over te steken naar het noordelijke deel van Cyprus. Tijdens de verslagperiode werden 619 personen vanuit het noordelijke deel van Cyprus uitgezet[7].

De veerboot van Latakia (Syrië) en Famagusta voer onregelmatig, dat wil zeggen 16 keer tussen 15 april en 4 oktober 2009. Gedurende deze periode maakten 1 600 personen (waarvan 75% Syriërs) gebruik van deze boot om naar het noordelijke deel van Cyprus te reizen, om een doorreis via Turkije te vermijden. De autoriteiten van de Republiek Cyprus vermoeden dat een groot aantal illegale immigranten gebruik maakte van deze route. De veerbootverbinding ging in juni 2010 opnieuw van start. De autoriteiten blijven er bij de Syrische regering op aandringen om de veerbootverbinding op te heffen aangezien de haven van Famagusta door de regering van de Republiek Cyprus illegaal is verklaard.

Er zijn geen exacte gegevens bekend over de personen die aan de doorgangsposten worden teruggestuurd, maar de CYPOL schat dit aantal op 2 000 tijdens de verslagperiode.

Er bestaat geen rechtstreekse samenwerking met betrekking tot politie en immigratie tussen de Republiek Cyprus en de Turks-Cypriotische gemeenschap. Beide partijen ontmoeten elkaar wel in het kader van het technische comité van beide gemeenschappen inzake misdaad en strafrechtelijke zaken (dat opereert onder auspiciën van de VN), waarvan het kantoor is gevestigd in de bufferzone op het vliegveld van Nicosia. Dit mechanisme is bedoeld om informatie uit te wisselen en gezamenlijke initiatieven te ontwikkelen met betrekking tot misdaad en strafrechtelijke zaken. Tijdens de verslagperiode werd één zaak gezamenlijk behandeld.

De CYPOL omschreef de samenwerking met de andere overheidsinstanties en het bestuur van de Sovereign Base Area als zeer goed. Bij "arbeidsinspecties" in samenwerking met het ministerie van Arbeid en Sociale Verzekeringen werden 316 gevallen van illegale arbeid opgespoord.

Bij de dienst vreemdelingen en immigratie van de CYPOL werken 315 agenten, die over 36 voertuigen beschikken. Daarnaast zijn twee volledig operationele helikopters beschikbaar voor inspectievluchten. De doorgangsposten beschikken over apparatuur met ultraviolette straling en toegang tot de databanken van de centrale overheid (b.v. de "stop"-lijst, de burgerlijke stand, voertuigenregistratie, enz.), het intranet van de CYPOL en internet.

Langs de groene lijn wordt overdag en 's nachts regelmatig gepatrouilleerd, zowel op de grond als in de lucht. De grondpatrouilles (per auto en te voet) worden uitgevoerd door agenten van lokale politiebureaus die bevoegd zijn over de gebieden in de omgeving van de groene lijn[8]. Daarnaast worden dagelijkse patrouilles langs de groene lijn uitgevoerd door agenten van de dienst vreemdelingen en immigratie en subdivisies van de CYPOL. In het risicogebied Pergamos-Pyla (zie onder Eastern Sovereign Base Area) is permanent een speciaal CYPOL-team van de politie van Larnaka aanwezig. Gedurende de verslagperiode heeft de luchtvaarteenheid van de CYPOL gedurende ongeveer 115 uur helikopterpatrouilles uitgevoerd. Zowel de grond- als de luchtpatrouilles worden gecoördineerd door het hoofdkwartier van de CYPOL.

Omdat de groene lijn niet als een buitengrens wordt beschouwd, is het niet mogelijk apparatuur aan te kopen uit hoofde van het Buitengrenzenfonds[9]. Het personeel van de CYPOL neemt echter wel deel aan alle opleidingsprogramma's in het kader van FRONTEX[10], bijvoorbeeld om te leren hoe vervalste persoonsdocumenten kunnen worden herkend.

Eastern Sovereign Base Area (ESBA)

In het algemeen is de illegale immigratie via de ESBA tijdens de verslagperiode afgenomen. De functionarissen van de Sovereign Base Area omschrijven de samenwerking tussen de Republiek Cyprus en hun douane- en immigratiedienst als uitstekend. Tijdens de verslagperiode werd 1 174 mensen geweigerd om de groene lijn te passeren. Het grootste deel daarvan waren Turkse burgers, anderen waren toeristen uit de VS, Australië, Iran, Rusland, Israël, Wit-Rusland en Servië[11] die via de luchthaven Tymbou/Ercan in het noordelijke deel van Cyprus binnenkwamen en niet op de hoogte waren van de voorwaarden voor toelating tot de Republiek Cyprus.

In totaal werden 17 illegale immigranten binnen de ESBA opgepakt; zes daarvan waren de door de regering gecontroleerde gebieden legaal binnengekomen, maar waren gebleven nadat hun visum was verstreken[12]. De overige elf kwamen het eiland in het noordelijke deel binnen en staken illegale de groene lijn over[13]. Vier van hen kwamen het noordelijke deel van Cyprus binnen via de luchthaven Tymbou/Ercan.

Naast de controles aan de doorgangsposten voert de politie van de Sovereign Base Area op wisselende momenten op risicobeoordelingen en inlichtingen gebaseerde patrouilles uit om illegale migratie te bestrijden. Deze patrouilles worden aangevuld met douane- en legerpatrouilles in de Sovereign Base Area. De douane van de Sovereign Base Area telt momenteel minder dan 40 functionarissen, die 24 uur per dag, 7 dagen per week, 365 dagen per jaar in ploegendienst werken om de twee officiële doorgangsposten bij Pergamos en Strovilia te bewaken.

Tussen 1 mei 2009 en 31 maart 2010 zijn 385 patrouilles uitgevoerd langs de groene lijn in de Sovereign Base Area. Normaal gezien wordt er verschillende malen per dag gepatrouilleerd. De douane van de Sovereign Base Area beschikt over warmtebeeldapparatuur (camera's, opnameapparaten, camouflagevoertuigen) om bewegingen aan de groene lijn op te sporen. Deze apparatuur wordt geregeld ingezet op een aantal locaties waar de kans op illegale immigratie groot is. Er is ook apparatuur beschikbaar om sporen van verdovende middelen of explosieven op te sporen. Bij de doorgangsposten worden ook drugshonden ingezet. Bij controleposten worden ultraviolet-paspoortlezers gebruikt.

Ettelijke niet-officiële "doorgangsposten" in of bij het dorp Pergamos (dat gedeeltelijk in de Sovereign Base Area en gedeeltelijk in het noordelijke deel van Cyprus ligt), die nog steeds door lokale inwoners en boeren worden gebruikt, zijn bijzonder moeilijk te controleren. Zoals beschreven in eerdere verslagen over de groene lijn, blijven deze niet-officiële "doorgangsposten" een punt van zorg. Dit vraagstuk moet op zeer korte termijn worden aangepakt door de Sovereign Base Area, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van protocol nr. 3 bij de Akte van Toetreding van 2003[14].

GOEDERENVERKEER

Waarde van de handel

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie[15] hebben de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel en de autoriteiten van de Republiek Cyprus maandelijks gegevens verstrekt over soort, precieze hoeveelheid en waarde van alle goederen waarvoor begeleidende documenten zijn afgegeven. Die verslagen hadden mede betrekking op goederen die de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkwamen via de doorgangsposten Pergamos en Strovilia, die onder het gezag van de Sovereign Base Area vallen.

Volgens de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel bedroeg de totale waarde van de goederen waarvoor in de verslagperiode begeleidende documenten waren afgegeven, 6 267 082 euro, terwijl de waarde van de feitelijk verhandelde goederen circa 5 579 720 euro bedroeg[16].

Volgens de autoriteiten van de Republiek Cyprus daalde de totale waarde van de goederen die de lijn passeerden met 16,8% (878 702 euro) tot 5 232 328 euro[17], vergeleken met 6 111 030 euro in de periode daarvoor, voornamelijk als gevolg van een aanzienlijke daling van de aardappelhandel. In de voorgaande verslagperioden sinds 2007 vormden aardappelen het grootste deel (tot 30%) van het totale handelsverkeer via de groene lijn. Door weersproblemen en doordat er geen gecertificeerde pootaardappelen beschikbaar waren voor de tweede oogst, daalde dit cijfer tijdens deze verslagperiode tot 14%.

In mei en juni 2009 vond de meeste handel plaats (respectievelijk 726 836 en 891 830 euro), waarbij de eerste oogst pootaardappelen het belangrijkste handelsproduct vormde (respectievelijk 40% en 47% van de maandelijkse omvang van de handel). In augustus daalde de omvang van de handel sterk, tot 342 033 euro en fluctueerde tot april 2010 tussen 240 000 en 480 000 euro.

De handel van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus valt niet onder de groenelijnverordening, maar volgens de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus daalde deze tot 708 196 euro (1 095 060 euro in de vorige verslagperiode) en vormt daarmee 13,5% van de handel in omgekeerde richting (17,9% in de vorige verslagperiode). Naar schatting kochten Turks-Cyprioten in 2009 goederen ter waarde van 43 miljoen euro in de groot- en detailhandel in de door de regering gecontroleerde gebieden, die zij als persoonlijke bagage het noordelijke deel van Cyprus binnenbrachten. Grieks-Cyprioten besteedden een vergelijkbaar bedrag in de groot- en detailhandel in het noordelijke deel van Cyprus[18].

De Turks-Cypriotische gemeenschap past nog steeds een handelsregeling toe die eigenlijk de beperkingen van de groenelijnverordening "weerspiegelt". Deze regeling wordt echter niet altijd consequent toegepast, waardoor het moeilijk is duurzame handelsrelaties te ontwikkelen. De Turks-Cypriotische partij erkent openlijk dat de bescherming van lokale ondernemingen hiervoor de voornaamste reden is. Herhaaldelijk kregen Grieks-Cypriotische handelaars geen toestemming om goederen over de groene lijn naar het noordelijke deel van Cyprus te brengen. Hun bezwaren tegen deze behandeling werden via de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus aan de Commissie meegedeeld.

Soort goederen

Tussen mei 2009 en april 2010 vormden steenproducten, zoals marmer, baksteen en bouwstenen, de meest verhandelde producten, gevolgd door groente, verse vis en bouwmateriaal[19]. De handel in verse vis, die pas tijdens de vorige verslagperiode van start ging, steeg met bijna 150%, van 307 000 tot 760 000 euro.

97% van de handel die de groene lijn passeerde, was bestemd voor het eiland zelf. Sinds december 2009 werd voor 41 206 euro aan metaalschroot (koper, aluminium, staal) verkocht aan het Verenigd Koninkrijk en voor 86 470 euro aan staalschroot aan India. Voor deze transacties was de betrokkenheid vereist van een in de door de regering gecontroleerde gebieden geregistreerde vennootschap om de uitvoerformaliteiten in verband met transacties binnen de EU en met derde landen te vervullen. De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel meldde dat voor transacties binnen de EU twee maal btw moet worden afgedragen, een keer in de door de regering gecontroleerde gebieden en een keer in de lidstaat waarvoor de goederen uiteindelijk bestemd zijn. De Commissie onderzoekt deze kwestie momenteel.

Onregelmatigheden

Tijdens de verslagperiode werden door de autoriteiten van de Republiek Cyprus 24 gevallen van onregelmatigheden gemeld, voor een handelswaarde van in totaal 34 110 euro – minder dan 1% van de totale waarde van het handelsverkeer via de groene lijn. De betrokken goederen kregen geen toestemming om de groene lijn te passeren. In drie gevallen werd verse vis in beslag genomen en vernietigd omdat de ladingen niet voldeden aan de voedselveiligheidsnormen en niet geschikt waren voor menselijke consumptie. In een van deze gevallen waren het voertuig en de kratten naar verluidt niet in overeenstemming met de verpakkingsrichtlijnen van de EU (totale handelswaarde 2 016 euro). Normaal gezien worden dierlijke producten zoals vis die niet aan de normen voldoen, teruggezonden naar de veterinaire diensten van het land van oorsprong. Aangezien het noordelijke deel van Cyprus niet een dergelijke erkende dienst heeft, werd de vis aan de doorgangspost in beslag genomen en vernietigd. Overwogen moet worden om dergelijke ladingen in de toekomst terug te sturen naar de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel.

Bij zes schroottransporten had het vervoersbedrijf geen afvalvergunning gekregen van de bevoegde milieudienst van de Republiek Cyprus. Zes transporten van steen en glas beschikten niet over de vereiste documenten en acht ladingen bouwmateriaal waren niet gemerkt volgens de CE-markering.

Bij deze laatste gevallen signaleerde de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel inconsistenties in de manier waarop deelzendingen zijn behandeld. Sommige deelzendingen werden geweigerd omdat de CE-markering ontbrak, terwijl andere deelzendingen van hetzelfde transport wel door werden gelaten.

Resterende belemmeringen en moeilijkheden betreffende het goederenverkeer

De handel over de groene lijn wordt nog steeds belemmerd. De autoriteiten van de Republiek Cyprus zijn van mening dat de in de voorgaande verslagen gesignaleerde kwestie inzake de rijbewijzen van beroepschauffeurs en keuringsattesten is opgelost. De autoriteiten van de Republiek Cyprus eisen een in de door de regering gecontroleerde gebieden gratis afgegeven rijbewijs en keuringsattest voor vrachtwagens, maar de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel vindt deze eis niet gerechtvaardigd en verwijst naar het feit dat in 2009 en 2010 slechts 48 van de meer dan 3 000 Turks-Cypriotische vrachtwagenchauffeurs het rijexamen aanvroegen, waarvan er 39 slaagden. Er zijn geen aanvragen ingediend voor keuringsattesten. Dientengevolge kunnen Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen, en met name vrachtwagens en bussen van meer dan 7,5 ton, nog steeds niet vrij over het hele eiland rijden. De autoriteiten van de Republiek Cyprus erkennen deze documenten niet op dezelfde wijze als voor particuliere voertuigen. Dit leidt tot een economisch nadeel voor Turks-Cypriotische vervoersbedrijven omdat zij voor transporten van meer dan 7,5 ton gebruik moeten maken van in de door de regering gecontroleerde gebieden geregistreerde voertuigen (met een Turks-Cypriotische autoverzekering), die ook in het noordelijke deel mogen rijden. Als Turks-Cypriotische vrachtwagens en bussen gemakkelijker toegang zouden krijgen tot de door de regering gecontroleerde gebieden, zou dit bijdragen tot een evenwichtigere economische ontwikkeling van de vervoerssector in het noordelijke deel van Cyprus.

Wat betreft de overige handel kan evenmin vooruitgang worden gemeld. Evenals in het verleden blijven Turks-Cypriotische handelaars berichten over moeilijkheden bij de afzet van hun producten aan winkels en bij het adverteren van hun producten en diensten in de pers in de door de regering gecontroleerde gebieden. Deze moeilijkheden weerspiegelen de wijdverbreide aarzeling van Grieks-Cyprioten om als Turks-Cypriotisch aangemerkte producten te kopen, wat een psychologische handelsbarrière vormt[20]. De smokkel van goederen over de groene lijn is afgenomen, maar komt nog steeds veelvuldig voor gezien het geografische karakter van de lijn, die zich over de hele lengte goed leent voor clandestiene activiteiten. In de zones vlakbij de lijn vinden controleoperaties plaats om vooral seizoensgebonden activiteiten, zoals het vervoer van wild of vuurwerk (ook via de ESBA) naar de door de regering gecontroleerde gebieden, aan te pakken. Andere in beslag genomen goederen zijn bijvoorbeeld sigaretten, alcohol, commerciële hoeveelheden verse vis, slakken en nagemaakte textielproducten. Volgens de autoriteiten van de Republiek Cyprus is de omvang van de smokkel echter afgenomen doordat de prijsverschillen kleiner zijn geworden. De patrouilles langs de lijn van zowel de CYPOL als de ESBA dienen twee doelen: het bestrijden van smokkel en het tegengaan van illegale immigratie. Het aantal strafzaken dat in verband met smokkel was aangespannen bij arrondissementsrechtbanken, bedroeg 12 in 2008, 11 in 2009 en 7 in 2010 (tot maart). De meeste goederen werden opgespoord bij de officiële doorgangsposten: Pyla, SBA, de bufferzone bij Zodia en Potamia.

Wat betreft de traditionele bevoorrading van de Turks-Cypriotische bevolking van het dorp Pyla, dat zich in de bufferzone bevindt (artikel 4, lid 10, van de groenelijnverordening), worden de hoeveelheden bouwmateriaal, vis, sigaretten, e.d. gecontroleerd en geregistreerd door de autoriteiten van de Sovereign Base Area. De groene lijn loopt dwars door het Turks-Cypriotische buurdorp Pergamos en de Turks-Cyprioten die aan de kant van de Sovereign Base Area wonen, vragen om wat betreft het verkeer van goederen via de lijn op dezelfde wijze te worden behandeld als Pyla, maar dit is niet mogelijk op grond van de groenelijnverordening, omdat daarin alleen Pyla wordt genoemd.

Vergemakkelijking van de handel

De Commissie zoekt naar manieren om de handel via de groene lijn te stimuleren. Als de missie van onafhankelijke deskundigen, die nagaan of zuivelproducten aan de EU-normen voldoen, gunstige resultaten oplevert, zou de Commissie kunnen overwegen een besluit goed te keuren om het verbod van de groenelijnverordening op de handel in nieuwe landbouwproducten, met name zuivelproducten (melk, kaas, yoghurt, wei), op te heffen. De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel heeft in dit verband ook belangstelling getoond voor het toestaan van de handel in kwekerijvis en slakken.

De Commissie onderzoekt ook of de uitvoeringsbepalingen van de groenelijnverordening[21] kunnen worden gewijzigd door de verplichting dat aardappels moeten worden geteeld uit gecertificeerde pootaardappelen, te schrappen. Dan wordt handel mogelijk in aardappelen van de tweede oogst die zijn geteeld onder toezicht van de onafhankelijke fytosanitaire deskundigen, die door de Commissie zijn aangewezen om de herkomst en de gezondheid van deze tweede oogst afdoende te garanderen.

Zoals beschreven in punt 2.3 kregen sommige ladingen bouwmateriaal geen toestemming om de groene lijn te passeren omdat de CE-markering ontbrak. Veel Turks-Cypriotische handelaars waren niet op de hoogte van de nieuwe procedure van de Republiek Cyprus (van december 2009) om CE-certificering voor hun producten te krijgen. De Commissie heeft een studiebezoek in Brussel georganiseerd voor vertegenwoordigers van de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel om meer informatie te krijgen over de vereisten voor CE-markering, evenals een TAIEX[22]-seminar in Nicosia om Turks-Cypriotische handelaars uitgebreid te informeren over CE-markering. Wat betreft de taaleisen voor de begeleidende documenten heeft de markttoezichtautoriteit van Cyprus toegezegd documenten in het Engels of Engelse vertalingen van Turkse documenten te aanvaarden.

Onder auspiciën van het door USAID gefinancierde EDGE-project ("Economic Development and Growth for Enterprises") zijn diverse activiteiten uitgevoerd om de handel langs de groene lijn te vergemakkelijken. Dit omvatte een geschillencentrum voor de twee gemeenschappen, evenementen om de handel te vergemakkelijken en gedetailleerde analyses om verdere handelsmogelijkheden te ontdekken.

CONCLUSIES

De controle van de groene lijn aan de officiële doorgangsposten is tevredenstellend. Tijdens de verslagperiode daalde het aantal opgepakte illegale immigranten met meer dan 50% ten opzichte van het jaar ervoor, maar de illegale oversteek van burgers van derde landen is nog steeds zorgwekkend. De Commissie is van mening dat een verdere verstrenging van het toezicht op de groene lijn tussen de doorgangsposten door de Republiek Cyprus en de autoriteiten van de Sovereign Base Area van belang is om het probleem van de illegale migratie aan te pakken. De Republiek Cyprus blijft echter voorzichtig met het nemen van maatregelen die er mogelijk toe leiden dat deze groene lijn gaat lijken op een buitengrens.

De niet-officiële doorgangsposten in de Sovereign Base Area blijven een punt van zorg. Deze kwestie moet dringend worden aangepakt door de Sovereign Base Area.

Tijdens de verslagperiode is de waarde van de goederen die de groene lijn passeren voor het eerst sinds de inwerkingtreding van de groenelijnverordening in 2004 gedaald (met 17% naar 5 232 328 euro, in vergelijking met 6 111 030 euro in de vorige verslagperiode), voornamelijk als gevolg van de afname van de aardappelhandel. Als we de aardappelhandel (ongeveer 700 000 euro) buiten beschouwing laten, was de handel via de groene lijn stabiel. De meest verhandelde producten waren steen, groente, verse vis en bouwmateriaal. De algemene omvang van het handelsverkeer via de groene lijn blijft vrij beperkt, niet in de laatste plaats vanwege de beperkte werkingssfeer van de verordening.

Er zijn nog steeds belemmeringen voor de handel. Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen, met name vrachtwagens en bussen van meer dan 7,5 ton, kunnen niet vrij over het hele eiland rijden. Wat andere niet-tarifaire handelsbelemmeringen betreft, kan geen vooruitgang worden gemeld.

Tot slot lijkt erop dat de goederensmokkel via de lijn weliswaar is afgenomen, maar nog steeds grootschalig is.

De algemene conclusie is dat de groenelijnverordening een werkbare basis blijft vormen voor het verkeer van personen en goederen van en naar de door de regering gecontroleerde gebieden van de Republiek Cyprus. De Commissie zal de uitvoering van de verordening blijven controleren.

[1] PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 587/2008 van de Raad (PB L 163 van 24.6.2008, blz. 1), bekend als de "groenelijnverordening".

[2] Zie overweging 3 van de groenelijnverordening.

[3] De autoriteiten van de Republiek Cyprus houden geen bestanden bij van het aantal Grieks-Cyprioten dat terugkeert naar de door de regering gecontroleerde gebieden of het aantal Turks-Cyprioten dat terugkeert naar het noordelijke deel van Cyprus (zie bijlage VII).

[4] Op grond van de groenelijnverordening is verslaglegging over dit verkeer niet verplicht.

[5] Hierna "Moldavië" genoemd.

[6] Verschillende personen die tijdens de vorige verslagperiode de door de regering gecontroleerde gebieden waren binnengekomen, kregen de vluchtelingenstatus tijdens deze verslagperiode.

[7] Turkije: 351, Syrië:104, Moldavië: 57, Iran: 12, Nigeria: 10.

[8] Gedurende een periode van 24 uur besteden lokale politiebureaus ongeveer 120 manuren aan grondpatrouilles langs de groene lijn.

[9] Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

[10] Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen.

[11] Turkije: 958, VS: 38, Australië: 31, Iran: 27, Rusland: 14, Israël: 12, Wit-Rusland: 12, Servië: 10.

[12] Egypte: 2, Syrië: 1, Nepal: 2, China: 1.

[13] Palestina: 4, Syrië: 2, Irak: 3, Egypte: 1, India: 1.

[14] PB L 236 van 23.9.2003, blz. 940.

[15] Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10 augustus 2004 (PB L 272 van 20.8.2004, blz. 3).

[16] Zie de bijlagen I, II en III.

[17] 0,09% van de totale invoer van de Republiek Cyprus (5,654 miljoen euro in 2009, bron: Statistische dienst van Cyprus).

[18] Bron: Economic Interdependence Project - Peace Economics Consortium, Nicosia.

[19] Zie de bijlagen IV en V.

[20] Zie voor meer details Hatay, Mullen & Kalimeri, "Intra-island trade in Cyprus – Obstacles, oppositions and psychological barriers", Prio Cyprus Centre 2008.

[21] Artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10 augustus 2004.

[22] EU-instrument voor technische bijstand en uitwisseling van informatie (Technical Assistance and Information Exchange).