Bijlagen bij COM(2010)558 - 28ste jaarverslag over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU (2009) SEC(2010) 1194 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2010)558 - 28ste jaarverslag over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU (2009) SEC(2010) 1194. |
---|---|
document | COM(2010)558 |
datum | 13 oktober 2010 |
Dit verslag en het volledige werkdocument zijn tevens toegankelijk voor het publiek op: http://ec.europa.eu/trade/issues/respectrules/anti_dumping/legis/index_en.htm
1. OVERZICHT VAN DE WETGEVING
De grondslag voor antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsonderzoeken (antidumping: AD, antisubsidie: AS en vrijwaring: VW) zijn de basisverordeningen van de Raad. Een overzicht van de bestaande wetgeving wordt gegeven in het werkdocument. De basisteksten over AD en AS worden hierna "de basisverordening(en)" genoemd.
2. BASISBEGRIPPEN
In punt 2 van het werkdocument wordt een overzicht gegeven van de bij onderzoeken inzake handelsbeschermingsinstrumenten (HBI) gehanteerde terminologie en toegepaste procedures.
3. HBI-ONDERZOEK – BEGIN VAN PERIODE VAN BERAAD
Het HBI-onderzoek, dat in 2006 werd gestart ("Groenboekproces"), is nog steeds aan de gang wegens een duidelijk gebrek aan consensus tussen de lidstaten en het Europees Parlement. De EU is echter nog steeds van mening dat een periodiek onderzoek ervoor kan helpen zorgen dat de handelsbeschermingsinstrumenten van de EU doeltreffend blijven tegenover oneerlijke handelspraktijken. Het is de bedoeling van de Commissie om de vraag te bekijken of onze instrumenten verder kunnen worden verfijnd. In deze context verklaarde de handelscommissaris tijdens de hoorzitting in het Europees Parlement in 2009 dat de Commissie open staat voor een debat over deze kwestie, maar dat aan bepaalde voorwaarden moet worden voldaan voordat een dergelijk proces kan worden gelanceerd. Een belangrijk element is het wachten op de resultaten van de onderhandelingen over HBI in het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda. Dit standpunt wordt door de meeste belanghebbenden gedeeld.
Circa medio 2009 heeft de Commissie echter na intensief en breed overleg met de lidstaten overeenstemming bereikt over de wijze waarop de transparantie in handelsbeschermingsonderzoeken kan worden verbeterd. De voorgestelde maatregelen (bv. opfrissing van de HBI-website; specifieke bijstand voor het mkb; betere mededeling van feiten en overwegingen) kunnen zonder wetgevende veranderingen worden uitgevoerd en de volledige implementatie zal naar verwachting in 2010 zijn voltooid.
4. LANDEN MET DE STATUS VAN EEN MARKTECONOMIE (SME)
Voor antidumpingonderzoeken kan een land als een volledige markteconomie worden beschouwd als het voldoet aan vijf criteria die gedetailleerd worden beschreven in het aan dit verslag gehechte werkdocument.
In 2009 hebben de diensten van de Commissie de evaluatie van de verzoeken van China, Vietnam, Armenië, Kazachstan en Mongolië om toekenning van de SME-status voortgezet. Alle vijf landen hebben in de loop van het jaar aanvullende informatie ter staving van hun verzoek verstrekt en hun verzoeken bevinden zich in verschillende stadia van het onderzoekproces. In mei 2009 hebben de autoriteiten van de Republiek Belarus bij de Commissie een officieel verzoek om toekenning van de status van markteconomie ingediend. De Commissie zal beginnen met de analyse van het verzoek zodra de volledige documentatie is ingediend.
Naast een aantal bilaterale vergaderingen met de betrokken landen werd in juli 2009 in Brussel een vergadering van de SME-werkgroep China gehouden die in een goede en constructieve sfeer verliep. Het voorstel van de Commissie om een studie naar de boekhoudpraktijken in China uit te voeren werd uiteindelijk in het najaar van 2009 door China geaccepteerd. De Commissie publiceerde het desbetreffende aanbestedingsdocument eind 2009. De resultaten van die studie zullen eind 2010 beschikbaar zijn. In de tweede helft van 2009 is de Commissie begonnen met de opstelling van een verder voorlopig verslag over de SME in China, dat begin 2010 wordt verwacht.
In april 2009 herhaalde de COM haar bereidheid om een verder controlebezoek ter plekke in Mongolië uit te voeren. Mongolië reageerde positief op het voorstel van de Commissie en er zijn besprekingen begonnen over de praktische regelingen van het bezoek.
In augustus 2009 stelde de Commissie verdere vragen aan de regering van Kazachstan over recente ontwikkelingen in de wetgeving die van invloed kunnen zijn op de kosten en prijzen voor antidumpingonderzoeken.
Het eerste beoordelingsverslag over het SME-verzoek van Armenië werd door de diensten van de Commissie in 2009 voltooid en in december 2009 aan de Raad overgelegd. In het verslag werd geconcludeerd dat Armenië op bepaalde gebieden goede vooruitgang had geboekt en aan twee van de vijf criteria voor de SME-status voldeed.
Het tweede beoordelingsverslag over Vietnam was eind 2009 bijna gereed.
5. HANDELSBESCHERMINGSINSTRUMENTEN - GRONDSTOFSTRATEGIE
De HBI verschaffen bepaalde instrumenten om het hoofd te bieden aan sommige gevolgen van de verstoring van de levering van grondstoffen in lijn met het algemene handelsbeleid van de Commissie inzake grondstoffen. In 2009 werden definitieve antidumpingmaatregelen ingesteld op bevestigingsmiddelen van oorsprong uit China. In de context van dit onderzoek hadden vijf in de steekproef geselecteerde Chinese ondernemingen om een behandeling als marktgerichte onderneming verzocht. Aan alle vijf werd de BMO-status geweigerd op grond van het feit dat de kosten van de belangrijkste input, walsdraad, niet hoofdzakelijk de marktvoorwaarden weergaven, zoals vereist in artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening. Dit was het eerste geval waarbij de BMO-status om deze redenen werd geweigerd.
Er wordt met het bestaan van dergelijke verstoringen ook rekening gehouden bij de beoordeling van de verzoeken van landen zonder markteconomie om toekenning van de status van markteconomie (SME). In deze context wordt de rol van het betrokken land onderzocht ten aanzien van zijn interventie op de markt en beleidsmaatregelen die leiden tot prijsverstoringen voor grondstoffen.
6. INFORMATIE- EN COMMUNICATIEACTIVITEITEN/BILATERALE CONTACTEN
6.1. Midden- en kleinbedrijf (mkb)
De Commissie erkent de belangrijke rol die het mkb in de economie van de EU speelt. De Commissie is zich ook bewust van het feit dat midden- en kleinbedrijven die als producenten in de Unie, importeurs of gebruikers betrokken zijn bij door de Commissie geopende handelsbeschermingsonderzoeken of die als exporteurs betrokken zijn bij door derde landen geopende onderzoeken het moeilijk vinden om aan dergelijke onderzoeken deel te nemen.
De Helpdesk handelsbescherming voor het mkb werd opgericht in verband met de complexiteit van de HBI-procedures, speciaal voor het mkb, omdat deze bedrijven zo kleinschalig en gefragmenteerd zijn. Deze helpdesk behandelt vragen en problemen van het mkb in verband met HBI, zowel van algemene aard als in specifieke gevallen. Een deel van de HBI-website is aan het mkb gewijd en heeft betrekking op de contactpunten van de Helpdesk handelsbescherming. In 2009 werd deze website volledig herzien, waardoor hij toegankelijker en gebruikersvriendelijker werd gemaakt, speciaal voor het mkb.
In 2009 ontvingen deze contactpunten veel verzoeken om informatie, die alle onmiddellijk werden behandeld. Deze vragen betroffen zowel de procedure als de inhoud van de HBI-procedures.
Eind 2009 lanceerde de Commissie een studie met het oog op de identificatie van de behoeften van het mkb in de 27 lidstaten van de EU in verband met de indiening van klachten of de deelname aan handelsbeschermingsonderzoeken als importeur of als gebruiker. De studie moet ook specifieke voorstellen opleveren over de wijze waarop de Commissie het mkb beter zou kunnen bijstaan op alle gebieden van dergelijke onderzoeken.
Er is een contractant geselecteerd en het eindverslag van de studie zal in het laatste kwartaal van 2010 gereed zijn.
6.2. Bilaterale contacten/informatieactiviteiten– industrie en derde landen
Een seminar over handelsbescherming voor ambtenaren uit derde landen had volgens plan in 2009 moeten plaatsvinden maar moest tot 2010 worden uitgesteld. Er vonden in 2009 echter bilaterale contacten met een aantal derde landen, waaronder China, Korea en Oekraïne plaats, die waren gewijd aan de bespreking van verschillende onderwerpen in verband met handelsbeschermingsmaatregelen.
Er werden in 2009 ook verscheidene vergaderingen met belangrijke verenigingen van belanghebbenden en ondernemingen georganiseerd, waaronder een aantal evenementen met Business Europe (namelijk een algemene vergadering met de meest relevante leden van de vereniging en verscheidene bilaterale vergaderingen met het comité inzake handelsbeleid van Business Europe), alsook een eendaags seminar met de meest relevante verenigingen van importeurs en distributeurs in april 2009.
7. HEARING
2009 was het tweede volledige jaar dat de voor hearings bevoegde ambtenaar van DG Handel werkzaam was. Hij trad in april 2007 in functie. Deze ambtenaar ressorteert administratief onder de directeur-generaal van DG Handel, maar treedt onafhankelijk op. Hij rapporteert aan de directeur-generaal.
De belangrijkste taak van de voor hearings bevoegde ambtenaar is de volledige uitoefening van het recht van verweer in handelsprocedures bij de Europese Commissie te verzekeren. Hij adviseert ook de directeur-generaal van DG Handel over kwesties in verband met een behoorlijke procesgang en over eventuele kwesties die uit handelsprocedures voortvloeien, voor zover van toepassing.
In 2009 trad de bevoegde ambtenaar in 24 zaken 30 maal op en hield 14 hoorzittingen. Hij was actief in verschillende fasen van de onderzoeken: indiening van de klacht, steekproef, BMO/IB, keuze van een referentieland, voorlopige instelling van maatregelen, verbintenis, definitieve instelling. De verzoeken hadden ook betrekking op kwesties die bijna alle aspecten van een onderzoek bestreken.
De meeste verzoeken om in 2009 door de bevoegde ambtenaar te worden gehoord, hadden betrekking op de toegang tot en de kwaliteit van niet-vertrouwelijke dossiers. Het andere hoofdactiviteitsgebied van de bevoegde ambtenaar betrof het tijdschema en de inhoud van meegedeelde feiten en overwegingen.
Een bijwerking van de richtsnoeren inzake de samenwerking tussen de bevoegde ambtenaar en de handelsonderzoekdiensten zal weldra worden goedgekeurd. Daarna zal informatie over de inhoud ervan op de internetsite van de bevoegde ambtenaar worden geplaatst. Er zullen binnenkort besprekingen worden gevoerd over een besluit van de Commissie over het mandaat van de bevoegde ambtenaar van DG Handel.
Nadere gegevens over de activiteiten van de bevoegde ambtenaar zijn te vinden in het werkdocument bij het jaarverslag.
8. Overzicht van AD-, AS- en VW-onderzoeken en -maatregelen
8.1. Algemeen
Eind 2009 waren 135 AD-maatregelen (zie bijlage O) en acht AS-maatregelen (zie bijlage P) van de EU van kracht.
In 2009 was 0,6% van de totale invoer in de Unie onderworpen aan AD- of AS-maatregelen.
Nadere informatie over de kwesties die hieronder aan bod komen, is te vinden in het aan dit verslag gehechte werkdocument. Naast de titels zijn verwijzingen naar de bijlagen bij het werkdocument opgenomen.
8.2. Eerste onderzoeken (zie de bijlagen A tot en met E en bijlage N)
In 2009 werden 21 onderzoeken geopend[1]; in tien procedures werden voorlopige rechten ingesteld. Tien zaken werden afgesloten met het instellen van definitieve rechten. Elf procedures werden afgesloten zonder dat maatregelen werden vastgesteld. Vier maatregelen vervielen automatisch na vijf jaar.
8.3. Nieuwe onderzoeken
Nieuwe onderzoeken maken nog steeds een belangrijk deel van de werkzaamheden van de HBI-diensten uit. In de periode 2005-2009 vormden zij 54% van alle geopende onderzoeken. Tabel 2 in het werkdocument bevat statistische informatie over de periode 2005-2009.
8.3.1. Nieuwe onderzoeken bij het vervallen van een maatregel (zie bijlage F)
Volgens artikel 11, lid 2, en artikel 18 van de basisverordeningen vervallen maatregelen na vijf jaar tenzij uit een nieuw onderzoek blijkt dat zij in hun oorspronkelijke vorm moeten worden gehandhaafd.
In 2009 werden elf nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen geopend. Vijf nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen werden afgesloten met een bevestiging van het recht voor een verdere periode van vijf jaar. Vijf nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen werden afgesloten met de beëindiging van de maatregelen.
8.3.2. Tussentijdse nieuwe onderzoeken (zie bijlage G)
Artikel 11, lid 3, en artikel 19 van de basisverordeningen voorzien in de mogelijkheid van een nieuw onderzoek van de maatregelen gedurende de looptijd ervan. Het nieuwe onderzoek kan worden beperkt tot aspecten van de dumping/subsidiëring of schade.
In 2009 werden in totaal 14 tussentijdse nieuwe onderzoeken geopend. Dertien tussentijdse nieuwe onderzoeken werden afgesloten met een bevestiging of wijziging van het recht. Eén onderzoek werd afgesloten met de beëindiging van de maatregelen..
8.3.3. "Andere" tussentijdse nieuwe onderzoeken (zie bijlage H)
In 2009 werden twee "andere" nieuwe onderzoeken, die niet onder artikel 11, lid 3, of artikel 19 van de basisverordeningen vallen, geopend.
Zes dergelijke nieuwe onderzoeken werden in 2009 afgesloten met een bevestiging of wijziging van de maatregelen. Zij betreffen met name onder meer acties naar aanleiding van arresten, acties in het kader van de DSU-procedures van de WTO, verduidelijking van de reikwijdte van de maatregelen, enz.
8.3.4. Nieuwe onderzoeken ten behoeve van nieuwe exporteurs (zie bijlage I)
Overeenkomstig artikel 11, lid 4, en artikel 20 van de basisverordeningen kan ten behoeve van een nieuwe exporteur een "versneld" nieuw onderzoek worden geopend om een individuele dumpingmarge of een individueel compenserend recht vast te stellen voor nieuwe exporteurs die zijn gevestigd in het betrokken land van uitvoer en het product gedurende het onderzoektijdvak niet hebben uitgevoerd. Deze exporteurs moeten aantonen dat zij echt nieuwe exporteurs zijn en dat zij daadwerkelijk pas na het onderzoektijdvak begonnen zijn met uitvoer naar de EU. In dat geval kan voor hen een individueel recht, dat gewoonlijk lager is dan het voor het gehele land geldende recht, worden berekend.
In 2009 werden zes nieuwe onderzoeken ten behoeve van nieuwe exporteurs geopend.
8.3.5. Onderzoeken naar absorptie van rechten (zie bijlage J)
Wanneer er voldoende informatie is waaruit blijkt dat de uitvoerprijzen na het oorspronkelijke onderzoektijdvak en vóór of na de instelling van maatregelen zijn gedaald of dat de wederverkoopprijzen of de latere verkoopprijzen van het in de EU ingevoerde product niet of onvoldoende zijn veranderd, kan een onderzoek naar de "absorptie" van rechten worden geopend om na te gaan of de maatregel gevolgen heeft gehad voor bovengenoemde prijzen. De dumpingmarges kunnen dan opnieuw worden berekend, waarna het recht kan worden verhoogd om rekening te houden met die lagere uitvoerprijzen. De mogelijkheid van dergelijke "absorptie"-onderzoeken is opgenomen in artikel 12 en artikel 19, lid 3, van de basisverordeningen.
In 2009 zijn geen antiabsorptieonderzoeken geopend of afgesloten.
8.3.6. Onderzoeken naar het ontwijken van maatregelen (zie bijlage K)
Op grond van de artikelen 13 en 23 van de basisverordeningen kan een onderzoek worden heropend wanneer met bewijsmateriaal wordt aangetoond dat maatregelen worden ontweken.
In 2009 werd één dergelijk onderzoek geopend. Eén onderzoek naar het ontwijken van maatregelen werd afgesloten met een verlenging van het recht.
8.4. Vrijwaringsonderzoeken (zie bijlage L)
In 2009 waren er geen vrijwaringsactiviteiten in de EU.
9. Handhaving van AD/AS-maatregelen
9.1. Follow-up van de maatregelen
De follow-up van de van kracht zijnde maatregelen was vooral gericht op vier aspecten: 1) voorkomen van fraude; 2) toezicht op de handelsstromen en marktontwikkelingen; 3) verbeteren van de doeltreffendheid met de juiste instrumenten en 4) reageren op onregelmatige praktijken. Deze activiteiten stelden de HBI-diensten in staat om in samenwerking met de lidstaten proactief te zorgen voor de goede handhaving van de handelsbeschermingsmaatregelen in de Europese Unie.
9.2. Toezicht op verbintenissen (zie de bijlagen M en Q)
Het toezicht op verbintenissen maakt deel uit van de handhavingsactiviteiten, aangezien verbintenissen een soort AD- of AS-maatregel zijn. Zij worden door de Commissie aanvaard indien zij ervan overtuigd is dat deze een einde kunnen maken aan de schadelijke gevolgen van dumping of subsidiëring.
Begin 2009 waren 46 verbintenissen van kracht. In 2009 vonden de volgende veranderingen plaats in het pakket verbintenissen: de verbintenissen van drie ondernemingen liepen af wegens het vervallen van de maatregelen, twee verbintenissen werden wegens geconstateerde overtredingen door de Commissie ingetrokken en één verbintenisaanbod werd geaccepteerd. Dit brengt het totale aantal verbintenissen dat eind 2009 van kracht was, op 42.
10. Terugbetalingen (zie bijlage U)
Volgens artikel 11, lid 8, en artikel 21, lid 1, van de basisverordeningen kunnen importeurs die aantonen dat de dumping- of subsidiemarge op grond waarvan de rechten werden betaald, niet meer bestaat of is teruggevallen tot een niveau dat lager is dan het geldende recht, verzoeken om terugbetaling van de relevante geïnde rechten.
In 2009 werden 39 nieuwe verzoeken om terugbetaling ingediend. Eind 2009 liepen nog zeven onderzoeken die betrekking hadden op 25 verzoeken. Er werden vijf besluiten van de Commissie vastgesteld: drie waarbij een gedeeltelijke terugbetaling werd toegekend en twee waarbij het verzoek om terugbetaling werd afgewezen. Er werden zeven verzoeken ingetrokken.
11. Rechterlijke toetsing: beslissingen van het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg
In 2009 hebben het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg in totaal 13 arresten gewezen die antidumping- of antisubsidiemaatregelen betroffen. Hierbij was één arrest dat een ander arrest uitlegde. Een samenvatting van enkele van de arresten is te vinden in het werkdocument.
In 2009 zijn 17 nieuwe zaken aanhangig gemaakt, tien bij het Gerecht en zeven bij het Hof.
Bijlage S bij het werkdocument bevat een lijst van de AD-/AS-zaken die eind 2009 nog bij het Gerecht en het Hof liepen.
12. Activiteiten in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
12.1. Geschillenbeslechting op het gebied van AD-, AS- en VW-maatregelen
De WTO heeft een strenge procedure voor het beslechten van geschillen tussen WTO-leden met betrekking tot de toepassing van de WTO-overeenkomsten.
In april 2009 werden naar aanleiding van een door India bij de WTO ingediend verzoek aan de EU om overleg te plegen, raadplegingen gehouden in verband met de AD- en AS-maatregelen inzake polyethyleentereftalaat (pet).
In september 2009 werden naar aanleiding van een door China bij de WTO ingediend verzoek aan de EU om overleg te plegen, raadplegingen gehouden in verband met de AD-maatregelen inzake bepaalde ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen.
Nadere gegevens over deze zaken zijn te vinden in het aan dit verslag gehechte werkdocument.
12.2. Andere WTO-activiteiten
In 2009 is de DDA-onderhandelingsgroep inzake voorschriften regelmatig bijeengekomen voor de bespreking van de in december 2008 verspreide herziene ontwerptekst van de voorzitter en de "routekaart" voor visserijsubsidies. In deze herziene versie zijn de meeste controversiële kwesties uit de antidumping- en subsidieteksten verwijderd en vervangen door "plaatshouders" die de geschilpunten tussen de leden over elke kwestie samenvatten.
Er kon voor geen enkele van deze kwesties in verband met antidumping en horizontale subsidies vooruitgang worden geboekt. Wat de visserij betreft, heeft de groep intensieve besprekingen gevoerd op grond van de vragen in de routekaart van de voorzitter. Dit maakte een verduidelijking van de meningen van de leden over sleutelkwesties mogelijk, maar kon de standpunten niet dichter bij elkaar brengen.
Naast deze activiteiten hebben de diensten van de Commissie ook in 2009 deelgenomen aan de reguliere werkzaamheden van de comités voor antidumpingmaatregelen, subsidies en compenserende en vrijwaringsmaatregelen. De comités zijn twee maal in gewone zitting bijeengekomen om kennisgevingen te onderzoeken en kwesties van speciaal belang te bespreken.
Conclusie
In 2009 is het aantal geopende nieuwe zaken licht gestegen en is het aantal ingestelde definitieve maatregelen gedaald. Het aantal onderzoeken dat zonder de instelling van maatregelen werd afgesloten is aanzienlijk gestegen en het aantal ingestelde voorlopige maatregelen is verdubbeld. Het aantal geopende nieuwe onderzoeken is aanzienlijk toegenomen en het aantal beëindigde nieuwe onderzoeken is in vergelijking met de cijfers voor 2008 fors gedaald.
In 2009 werd de transparantie van de handelsbeschermingsonderzoeken verbeterd. De Commissie begon met de uitvoering van een aantal initiatieven waarover in overleg met de lidstaten overeenstemming was bereikt. De acties omvatten de opfrissing van de HBI-website, de verlening van specifieke bijstand aan het mkb en een betere mededeling van feiten en overwegingen. Deze werkzaamheden worden voortgezet.
[1] Tabel 1 van het werkdocument bevat statistische informatie over de eerste onderzoeken die in de periode 2005–2009 werden uitgevoerd uit hoofde van de artikelen 5 en 10 van de basisverordeningen.