Bijlagen bij COM(2010)585 - Klonen van dieren ten behoeve van de voedselvoorziening

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2010)585 - Klonen van dieren ten behoeve van de voedselvoorziening.
document COM(2010)585 NLEN
datum 19 oktober 2010
bijlage bij de richtlijn staat: "Er mogen geen natuurlijke of kunstmatige fokmethoden worden toegepast die de betrokken dieren pijn of letsel toebrengen of kunnen toebrengen." Deze tekst is ook opgenomen in de Europese Overeenkomst inzake de bescherming van landbouwhuisdieren waarin beginselen zijn vastgelegd voor het houden, verzorgen en onderbrengen van dieren, in het bijzonder in de systemen voor intensieve veehouderij. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de EU-wetgeving op hun grondgebied. Bovendien is in artikel 13 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie duidelijk vastgelegd dat bij het formuleren en uitvoeren van het EU-beleid op het gebied van landbouw, visserij, vervoer, interne markt, onderzoek, technologische ontwikkeling en de ruimte ten volle rekening moet worden gehouden met de vereisten voor het welzijn van dieren.

Traceerbaarheid van dieren

In de EU moeten voedselproducerende dieren voldoen aan traceerbaarheidsvoorschriften die ook op gekloonde dieren van toepassing zijn. Sinds 1997 zijn runderen individueel traceerbaar. In 2010 is een begin gemaakt met de individuele traceerbaarheid van schapen en geiten. Varkens zijn sedert 1992 op groepsbasis traceerbaar. Volgens de huidige voorschriften hoeft in de documenten niets te worden opgenomen dat naar de voortplantingstechniek verwijst.

Nieuwe voedingsmiddelen

Voedingsmiddelen van klonen vallen onder Verordening (EG) nr. 258/97 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, aangezien dergelijke voedingsmiddelen afkomstig zijn van dieren die met niet-traditionele foktechnieken zijn voortgebracht. Dit betekent dat deze voedingsmiddelen niet zonder een veiligheidsbeoordeling en een specifieke rechtshandeling waarbij toestemming wordt verleend, op de markt kunnen worden gebracht. Tot op heden heeft geen enkele onderneming een aanvraag ingediend om voedingsmiddelen afkomstig van klonen op de markt te mogen brengen.

Wetgeving betreffende biologische landbouw

Sinds 1991 heeft de EU een wettelijk kader voor de beoefening van de biologische landbouw. In eerste instantie betrof de biologische verordening alleen plantaardige producten. Later zijn aanvullende bepalingen voor de productie van dierlijke producten ingevoerd. Deze voorschriften hebben betrekking op diervoeder, ziektepreventie, diergeneeskundige behandeling, dierenbescherming, veefokkerij in het algemeen en het gebruik van dierlijke mest[14].

Wat het fokken betreft, is in de verordening vastgelegd dat voor de voortplanting natuurlijke methoden worden gebruikt. Kunstmatige inseminatie is evenwel toegestaan, maar andere vormen van kunstmatige voortplanting, zoals het klonen en embryotransplantatie, mogen niet worden toegepast. De voortplanting mag niet worden gestimuleerd door behandeling met hormonen of soortgelijke stoffen, tenzij als vorm van therapeutische behandeling van een afzonderlijk dier.

Het EU-kader voor de biologische landbouw garandeert dat voedingsmiddelen afkomstig zijn van dieren die zonder het gebruik van "niet-traditionele foktechnieken" (zoals het klonen en embryotransplantatie) zijn voortgebracht.

OPTIES

Uit de beoordeling van de situatie blijkt dat het wetenschappelijk aanvaard is dat men zich geen zorgen hoeft te maken over de voedselveiligheid van voedingsmiddelen die afkomstig zijn van klonen of hun nakomelingen. De risico's voor het dierenwelzijn vormen echter wel een solide basis voor de Commissie om een initiatief tot wetgeving te nemen. Een andere factor waarmee in de EU-wetgeving rekening kan worden gehouden, is de zorg dat mensen het klonen van dieren als moreel verwerpelijk ervaren.

De opties zijn derhalve:

(1) Wettelijke status-quo

Er wordt op EU-niveau geen specifieke wetgeving met betrekking tot klonen ingevoerd. De handel in de EU in klonen en het voortplantingsmateriaal daarvan (sperma, eicellen en embryo's) blijft volgens de algemene voorschriften plaatsvinden. Voor het in de handel brengen van van klonen afkomstige voedingsmiddelen moet uit hoofde van de verordening inzake nieuwe voedingsmiddelen nog steeds vooraf toestemming worden gegeven. Voedingsmiddelen die afkomstig zijn van de nakomelingen van klonen blijven onder de algemene voorschriften vallen, die de veiligheid van deze producten en de werking van de interne markt garanderen[15].

(2) Totaalverbod

( Verbod op het klonen van landbouwhuisdieren voor de voedselproductie : Dit is een antwoord op het voornaamste probleem betreffende het klonen, namelijk het welzijn van de dieren. Klonen voor voedingsdoeleinden wordt dan op het grondgebied van de EU verboden.

( Een verbod in de EU op het gebruik van gekloonde dieren en het in de handel brengen van voedingsmiddelen van gekloonde dieren : Deze maatregel, die ook op de invoer van toepassing is, waarborgt de samenhang met het verbod op de kloontechniek in de EU.

( Een verbod op het in de handel brengen van nakomelingen van klonen en voedingsmiddelen van nakomelingen van klonen : Deze maatregel kan vanuit het oogpunt van de bescherming van het dierenwelzijn, de diergezondheid en de volksgezondheid niet worden gerechtvaardigd, aangezien er voor de nakomelingen van klonen geen sprake is van welzijnsproblemen, omdat zij met normale voortplantingstechnieken zijn voortgebracht; ook is er bij voedingsmiddelen van nakomelingen van klonen, zoals de EFSA aangeeft, geen sprake van veiligheidsproblemen. Aangezien voedingsmiddelen van nakomelingen van klonen niet kunnen worden onderscheiden van voedingsmiddelen van andere dieren, is een systeem voor volledige traceerbaarheid noodzakelijk. Invoering van een dergelijk systeem is buitengewoon lastig, omdat hiervoor een gedetailleerde tracering nodig is van alle generaties van nakomelingen van de soorten die voor de voedselproductie worden gebruikt. Een dergelijk verbod leidt bovendien tot een verbod op de invoer van alle voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong (vlees, melk en verwerkte producten) uit derde landen die mogelijk voortplantingsmateriaal van klonen hebben ingevoerd. Een volledig verbod op de invoer van voedingsmiddelen van nakomelingen van klonen heeft aanzienlijke en onevenredige economische gevolgen voor de landbouwproductie en de handel in de EU. Daarnaast zijn er geen problemen in verband met het welzijn, de gezondheid of de voedselveiligheid die een dergelijke maatregel rechtvaardigen.

( Een verbod op het gebruik van voortplantingsmateriaal van klonen: Er zijn geen problemen in verband met het dierenwelzijn of de voedselveiligheid die samenhangen met het gebruik van conventionele foktechnieken, derhalve is een verbod op de invoer van voortplantingsmateriaal van klonen moeilijk te rechtvaardigen.

(3) Combinatie van maatregelen

De Commissie is van mening dat een combinatie van maatregelen het beste antwoord is op de bezwaren tegen het klonen. Hierbij valt te denken aan:

( een tijdelijke opschorting van de kloontechniek voor landbouwhuisdieren voor voedingsdoeleinden : Deze optie biedt een oplossing voor de welzijnsproblemen in verband met het gebruik van de kloontechniek voor voedselproductie in de EU. Aangezien de techniek zich verder kan ontwikkelen en deze problemen geheel of gedeeltelijk kunnen verdwijnen, moet dit verbod na een zekere periode opnieuw worden bezien;

( een tijdelijke opschorting van het gebruik van gekloonde landbouwhuisdieren : Deze maatregel heeft slechts beperkte gevolgen, omdat zelden levende klonen worden ingevoerd en er in de EU geen dieren voor commerciële doeleinden worden gekloond. Hiermee is de samenhang met de opschorting van de kloontechniek gewaarborgd;

( een tijdelijke opschorting van het in de handel brengen van voedingsmiddelen van klonen : Deze opschorting, die ook op de invoer van toepassing is, waarborgt de samenhang met het verbod op de techniek in de EU;

( traceerbaarheid van voortplantingsmateriaal : Dit stelt de boeren en de voedingsmiddelenindustrie in staat informatiesystemen te ontwikkelen. Om onderscheid te maken tussen i) sperma en embryo's van klonen en ii) sperma en embryo's van conventioneel gefokte dieren moeten bepaalde certificeringsvoorschriften in de zoötechnische en veterinairrechtelijke wetgeving worden gewijzigd. Aangezien exploitanten in de bestaande certificaten zullen moeten vermelden of het voortplantingmateriaal van een kloon afkomstig is, is de administratieve belasting beperkt. Dergelijke informatie is niet moeilijk terug te vinden, omdat de koper gewoonlijk naar de genetische waarde vraagt. Bovendien hebben sommige handelspartners, die de kloontechniek voor voedingsdoeleinden gebruiken, al een specifiek systeem opgezet - of hebben plannen daartoe - voor de verplichte registratie van klonen, wat de traceerbaarheid van voortplantingsmateriaal nog makkelijker maakt.

CONCLUSIES

Gezien het bovenstaande en met name gezien de noodzaak een oplossing voor de welzijnsproblemen in verband met het gebruik van de kloontechniek te bieden en de wenselijkheid marktinformatie toe te staan, stelt de Commissie voor:

i) zowel het gebruik van de techniek in de EU voor de voortplanting van alle voedselproducerende dieren, als het gebruik van klonen van deze dieren en het in de handel brengen van voedingsmiddelen van klonen tijdelijk op te schorten;

ii) vast te stellen dat de invoer van sperma en embryo's traceerbaar moet zijn, zodat de boeren en de bedrijfstak (een) gegevensbank(en) van nakomelingen in de EU kunnen instellen.

De voorgestelde wettelijke maatregel krijgt een herzieningsclausule met een termijn van vijf jaar en wordt, gelet op de inhoud en doelstelling, op de passende rechtsgrondslag gebaseerd. Voor alle andere doeleinden dan de voedselvoorziening, zoals onderzoek[16], de productie van geneesmiddelen of het behoud van bedreigde soorten of rassen, blijft het klonen echter mogelijk. Tijdens de termijn van vijf jaar volgt de Commissie de wetenschappelijke en technische ontwikkeling van het klonen om te beoordelen of, wanneer en onder welke voorwaarden deze voorlopige maatregelen kunnen worden ingetrokken. Er worden geen wettelijke maatregelen voorgesteld voor voedingsmiddelen van nakomelingen van klonen. De invoering van een systeem voor de traceerbaarheid onder punt ii) maakt echter informatiesystemen mogelijk.

De toekomstige scenario's kunnen als volgt worden samengevat:

Klonen | Nakomelingen |

In de EU ingevoerd | Tijdelijke opschorting van de invoer van klonen | Traceerbaarheids-voorschriften voor exporteurs naar de EU | Tijdelijke opschorting van het in de handel brengen | Geen maatregel |

De Commissie verzoekt het Parlement en de Raad de inhoud en de conclusies van dit verslag in overweging te nemen en te zijner tijd hun standpunt kenbaar te maken.

[1] In dit verslag (naar analogie met de adviezen van de EFSA en de EGE) verwijst "klonen" naar de voorplanting door somatische-celkerntransplantatie (SCNT) om genetische kopieën (klonen) van volwassen dieren te creëren, die dezelfde genetische celkernopbouw bezitten als een ander organisme. Dit verslag gaat niet over het splitsen van embryo's of enige vorm van genetische modificatie.

[2] http://www.efsa.europa.eu/EFSA/efsa_locale-1178620753812_1211902019540.htm.

[3] http://www.efsa.europa.eu/cs/BlobServer/Statm_of_Efsa/sc_statementej_RN319_en.pdf?ssbinary=true.

[4] De epigenetica heeft als doel het informatie-erfgoed op basis van genexpressie te beschrijven. In veel van de geconstateerde afwijkingen hebben epigenetische veranderingen in de herprogrammering van de nucleus van de donor in SCNT een rol gespeeld.

[5] Dr. Shinya Watanabe, Nationaal Instituut van veeteelt- en graslandwetenschappen, Japan.

[6] Wells DN. 2005. Animal cloning: problems and prospects. Revue Scientifique et Technique (International Office of Epizootics) 24(1):251-64.

[7] http://ec.europa.eu/european_group_ethics/activities/docs/opinion23_en.pdf.

[8] Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten.

[9] Europese publieke opinie over het klonen van dieren: http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_238_en.pdf.

[10] http://www.copa-cogeca.be/Main.aspx?page=search&lang=en.

[11] http://www.clitravi.eu/.

[12] Bron: COM (2007) 872 van 7 januari 2008.

[13] Zwitserland wordt hier niet in aanmerking genomen, omdat het op grond van een overeenkomst inzake veterinaire kwesties de EU-wetgeving moet toepassen. De handel in levende dieren met Zwitserland vindt derhalve plaats volgens de regels die tussen de lidstaten gelden.

[14] Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91.

[15] Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de artikelen 34 t/m 36, Verordening (EG) nr. 178/2002 betreffende de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, Verordening (EG) nr. 852/2004 inzake levensmiddelenhygiëne en Verordening (EG) nr. 853/2004 inzake specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong.

[16] Het gebruik van gekloonde dieren moet voldoen aan Richtlijn 86/609/EEG betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt.