Bijlagen bij COM(2010)602 - KRACHTENS ARTIKEL 25 VWEU Over vorderingen op weg naar een echt EU-burgerschap 2007-2010

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage is toegevoegd.

Prioriteit zal worden gegeven aan rechtshandhaving. Na een analyse van de wetgeving en de praktijk in de lidstaten met betrekking tot de toepassing van de EU-wetgeving inzake vrij verkeer en verblijf en na bilaterale contacten met lidstaten, leidt de Commissie nu zo nodig inbreukprocedures in inzake de omzetting van Richtlijn 2004/38/EG. Zij zal werk blijven maken van belangrijke gevallen van inbreuk die betrekking hebben op een onjuiste toepassing van de regelgeving inzake vrij verkeer, met inbegrip van het non-discriminatiebeginsel.

De uitwisseling van informatie over misbruik en fraude met betrekking tot vrij verkeer blijft een prioriteit voor de deskundigengroep vrij verkeer van EU-burgers. De Commissie wil daarnaast goede methoden bevorderen om ervoor te zorgen dat de administratieve behandeling van zaken betreffende vrij verkeer vlot en doelmatig verloopt en dat de loketambtenaren van de lokale/regionale/nationale autoriteiten goed op de hoogte zijn van de betrokken EU-wetgeving.

In 2013 zal de Commissie een verslag uitbrengen over de toepassing van de EU-regelgeving inzake vrij verkeer. Zij zal daarin een algemene beoordeling van de effecten daarvan opnemen en aangeven welke punten voor verbetering vatbaar zijn.

2.4. Actief en passief kiesrecht

EU-burgers die in een andere lidstaat wonen dan die waarvan zij onderdaan zijn, genieten in die staat bij de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement actief en passief kiesrecht onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen van het gastland.

In de verslagperiode heeft de Commissie circa 170 individuele vragen, 30 vragen uit het Europees Parlement en 9 verzoekschriften ontvangen betreffende actief en passief kiesrecht. Gedurende deze periode werden inbreukprocedures ingeleid tegen 18 lidstaten die hadden nagelaten om tijdig melding te maken van de maatregelen tot omzetting van Richtlijn 2006/106/EG[21], over de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië.

Een aantal brieven van EU-burgers, verzoekschriften en vragen uit het Europees Parlement had betrekking op het feit dat volgens de wetgeving van verscheidene lidstaten onderdanen hun kiesrecht na een bepaalde tijd niet meer kunnen uitoefenen als zij verhuizen en zich in een andere lidstaat vestigen. In dergelijke gevallen kunnen EU-burgers hun rechten bij de nationale verkiezingen niet laten gelden, omdat zij hun recht van vrij verkeer uitoefenen. Het verslag over het EU-burgerschap 2010 stelt deze belangrijke kwestie aan de orde. Samen met de lidstaten moet worden voorkomen dat dergelijke situaties zich opnieuw voordoen.

Zoals gezegd worden de ontwikkelingen gedurende de verslagperiode en overige geplande maatregelen beschreven in een evaluatieverslag over de omzetting van het EU-recht op het gebied van Europese verkiezingen en de tenuitvoerlegging daarvan bij de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2009, dat samen met het onderhavige verslag werd goedgekeurd.

De Commissie zal in 2011 een beoordelingsverslag uitbrengen over de omzetting en tenuitvoerlegging van de toepasselijke EU-wetgeving (Richtlijn 94/80/EG[22]).

2.5. Consulaire bescherming

Iedere burger van de Unie die zich op het grondgebied van een derde land bevindt waar zijn eigen lidstaat niet vertegenwoordigd is, geniet de bescherming van de diplomatieke en consulaire instanties van iedere andere lidstaat, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat.

De Commissie zal in maart 2011 een mededeling presenteren over de stand van zaken en verdere maatregelen op het gebied van consulaire bescherming van EU-burgers in derde landen. Zij zal hierin de balans opmaken van de bijdrage die de EU heeft geleverd tot doeltreffende consulaire bescherming in derde landen, overeenkomstig het actieplan 2007-2009 van de Commissie[23], en op basis van de opgedane ervaring en het vernieuwde juridisch kader richtsnoeren aanreiken voor de toekomst.

2.6. Het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten en een beroep te doen op de Europese Ombudsman

Iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten betreffende een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat hem of haar rechtstreeks aangaat (artikelen 24 en 227 VWEU). Het Europees Parlement ontving 1 506 verzoekschriften in 2007, 1 849 verzoekschriften in 2008 en 1 924 verzoekschriften in 2009.

Ook kunnen klachten over gevallen van wanbeheer bij het optreden van de instellingen, organen of instanties van de Unie worden toegezonden aan de Europese Ombudsman (artikelen 24 en 228 VWEU). In 2007 ontving de Ombudsman 870 klachten die onder zijn mandaat vielen, in 2008 waren het er 802 en in 2009 ging het om 727 klachten. In diezelfde periode ontving de Ombudsman nog veel meer klachten die buiten zijn mandaat vielen of niet-ontvankelijk werden geacht (2 401 in 2007, 2 544 in 2008 en 2 392 in 2009).

2.7. Algemene bekendheid van de rechten van EU-burgers

In maart 2010 werd bij een Flash Eurobarometer-opinieonderzoek[24] de bekendheid van de rechten van het EU-burgerschap gepeild. De resultaten konden worden vergeleken met die van twee eerdere onderzoeken uit 2002 en 2007.

"Burger van de Europese Unie" blijft een bijzonder bekend begrip: een ruime meerderheid (79%) verklaarde er enigszins mee vertrouwd te zijn. In de EU-15 daalde het aandeel burgers dat verklaarde nog nooit van het begrip te hebben gehoord van een derde (32%) in 2002 tot een kwart (24%).

In de afgelopen drie jaar is het verschil in bekendheid tussen de lidstaten van vóór 2004 en de EU-12 verdwenen: het begrip "Europees burgerschap" geniet thans meer bekendheid onder de burgers van de EU-12 dan onder die van de EU-15. Van de burgers van de EU-12 verklaarde slechts 13% nog nooit van het begrip te hebben gehoord, tegenover 24% in de EU-15.

Slechts 43% van de ondervraagde EU-burgers verklaarde de betekenis van het begrip te kennen, terwijl de helft (48%) antwoordde niet goed te zijn geïnformeerd over zijn rechten als EU-burger. Minder dan een derde (29%) vond zichzelf goed geïnformeerd over zijn rechten als EU-burger en slechts 3% achtte zichzelf bijzonder goed geïnformeerd. Deze cijfers zijn sinds 2007 niet veranderd. Deze stabiliteit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat ook in 2007 een grote meerderheid deze rechten al kende.

Er bestaat nauwelijks verwarring over de "automatische" aard van het EU-burgerschap. Negen van de tien respondenten wisten dat zij tegelijkertijd burger van de EU en een lidstaat waren (zelfde percentage als in 2007). Een vijfde van de respondenten meende echter dat zij het EU-burgerschap moeten aanvragen of dat zij kunnen kiezen of zij EU-burger willen zijn (beide 20%).

De respondenten kenden hun verblijfsrechten als EU-burger het best: 89% wist dat zij, onder bepaalde voorwaarden, recht hadden op verblijf in een andere lidstaat (+2 punten ten opzichte van 2007). Ook het recht om een klacht in te dienen bij de Commissie, het Europees Parlement en de Ombudsman bleek goed bekend te zijn (87%, ofwel +2 punten ten opzichte van 2007), evenals het recht op dezelfde behandeling als een onderdaan in een bepaalde lidstaat (85%, ofwel +2 punten ten opzichte van 2007).

Ongeveer zeven op de tien EU-burgers (68%) wisten dat zij nu ook recht hebben op deelname aan een burgerinitiatief.

De stelling dat een burger van de EU recht heeft op de nationaliteit van iedere lidstaat waarin hij ten minste vijf jaar heeft gewoond, werd door slechts 22% van de respondenten als onjuist herkend, terwijl 13% de vraag niet kon of wilde beantwoorden.

[pic]

2.8. Statistische gegevens over EU-burgers die hun recht op vrij verkeer en vestiging hebben uitgeoefend

Zoals is weergegeven in de tabel in de bijlage bij deze mededeling, woonden er op 1 januari 2009 circa 11,7 miljoen EU-burgers in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan waren. Dit cijfer komt niet noodzakelijkerwijs overeen met het totale aantal EU-burgers dat daadwerkelijk zijn recht op vrij verkeer en verblijf uitoefent, aangezien bij het opstellen van deze statistieken met bepaalde categorieën mobiele EU-burgers geen rekening wordt gehouden.

Het criterium om een persoon al dan niet tot de bevolking van een land te rekenen is een verblijf van ten minste 12 maanden[25]. Veel EU-burgers die een zaken- of plezierreis maken, of reizen om diensten te verlenen of ontvangen, als forens reizen of minder dan 12 maanden in een andere dan hun eigen lidstaat verblijven (zoals Erasmus-studenten die 9 maanden blijven, stagiairs, enz.) worden buiten beschouwing gelaten.

Veel EU-burgers – met name degenen die niet verwachten permanent te blijven of regelmatig hun land van herkomst bezoeken (zoals studenten, weekforensen en bezitters van huizen in twee lidstaten) – laten zich wellicht niet inschrijven of doen dit pas als zij hiertoe reden hebben, bijvoorbeeld wanneer zij beginnen te werken. Bovendien hebben deze mensen wellicht weinig reden om zich te laten uitschrijven wanneer zij vertrekken.

Ook kunnen mensen die bijvoorbeeld veel tijd in twee lidstaten doorbrengen, in beide lidstaten als inwoner worden geregistreerd. Evenzo gaat een aantal lidstaten ervan uit dat studenten die voor studie naar het buitenland vertrekken, slechts tijdelijk afwezig zullen zijn en dus ingeschreven dienen te blijven.

In het kader van een lopend programma ter verbetering van de migratiestatistieken wil Eurostat met een proefproject de uitvoerbaarheid controleren van een systeem voor de uitwisseling van individuele gegevens tussen de registers van de lidstaten, teneinde een deel van deze problemen te verhelpen.

2.9. Financiële programmering

2.9.1. Programma "Europa voor de burger"

De Commissie geeft uitvoering aan het programma "Europa voor de burger", dat is opgezet voor de periode 2007-2013[26] en waarvoor een totaal budget van 215 miljoen euro is uitgetrokken. Dit initiatief moet de participatie van de burgers bevorderen, de burgers het gevoel geven dat zij bij de Europese Unie horen, verdraagzaamheid en wederzijds begrip stimuleren en een Europese identiteit ontwikkelen. Het programma beoogt burgers bij de opbouw van Europa te betrekken door uitwisselingen, debatten, bezinning, leren en andere activiteiten. De jaarlijkse prioriteiten betreffen de toekomst van de EU en haar fundamentele waarden, democratische participatie, interculturele dialoog en de maatschappelijke impact van EU-beleid. Het gaat onder meer om jumelages van steden, burgerprojecten, steun aan denktanken en maatschappelijke organisaties. Jaarlijks zijn circa 1 miljoen burgers betrokken bij projecten in het kader van het programma.

2.9.2. Programma "Grondrechten en burgerschap"

De Commissie bevordert de rechten die voortvloeien uit het EU-burgerschap met het programma "Grondrechten en burgerschap", dat voor de periode 2007-2013 is vastgesteld als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie" en waarvoor een totaal budget van 93,8 miljoen euro is uitgetrokken[27]. Het programma moet onder meer de totstandbrenging bevorderen van een Europese samenleving die is gegrondvest op eerbiediging van de grondrechten, waaronder de rechten die uit het burgerschap van de Europese Unie voortvloeien. Een van de prioriteiten bij het financieren van projecten betreft de bevordering van initiatieven op het gebied van voorlichting en burgerschapsvorming die erop gericht zijn de EU-burgers actief te laten deelnemen aan het democratisch bestel van de Unie, met name wat de verkiezingen voor het Europees Parlement en de gemeenteraadsverkiezingen betreft.

2.9.3. Zevende kaderprogramma voor onderzoek: thematisch programma "sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen"

De Commissie financiert onderzoek op het gebied van de sociale en geesteswetenschappen en tracht onder meer het EU-burgerschap meer bekendheid te geven, bewustwording te bevorderen en onderzoeksresultaten te verspreiden onder academici, beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en het brede publiek. "De burger in de Europese Unie" geldt als een afzonderlijk onderzoeksgebied, met voor de periode 2007-2013 een budget van ongeveer 125 miljoen euro. In het licht van de toekomstige ontwikkeling van de uitgebreide Europese Unie zal specifiek worden gekeken naar hoe de burgers van Europa een gevoel van democratische betrokkenheid kunnen krijgen en hoe zij tot actieve participatie kunnen worden bewogen[28].

3. Conclusies

Dit verslag maakt de balans op van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van het EU-burgerschap en vormt een belangrijk onderdeel van de basis voor de vaststelling van nadere maatregelen in het verslag over het EU-burgerschap 2010, met name wat betreft het recht van vrij verkeer en verblijf, het recht op consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde EU-burgers in het buitenland en de rechten van burgers om bij verkiezingen voor het Europees Parlement en de gemeenteraadsverkiezingen te stemmen en zich verkiesbaar te stellen in de lidstaat van verblijf.

In 2011 zal de Commissie voor het eerst een jaarverslag over de toepassing van het Handvest van de grondrechten van de EU uitbrengen. Zij zal daarin een beoordeling opnemen van de Verdragsbepalingen inzake de rechten die voortvloeien uit het EU-burgerschap.

Daarnaast wil de Commissie om de drie jaar een uitgebreidere diagnose van de situatie presenteren, de resterende belemmeringen voor burgers inventariseren en oplossingen aankondigen om de rechten van de EU-burgers te bevorderen.

BIJLAGE

[pic]

[1] Het vijfde verslag over het burgerschap van de Unie werd op 15 februari 2008 gepubliceerd en bestreek de periode 1 mei 2004 – 30 juni 2007 (COM(2008) 85).

[2] COM(2010) 605.

[3] COM(2010) 119.

[4] Gelet op de periode die dit verslag bestrijkt, zal de tenuitvoerlegging van deze bepaling worden beoordeeld in het volgende verslag krachtens artikel 25 VWEU.

[5] De drie pijlers die de grondstructuur van de EU vormden onder het Verdrag betreffende de Europese Unie, waren de gemeenschapspijler (de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en de vroegere Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)) (eerste pijler), het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, dat werd behandeld in titel V VEU (tweede pijler) en de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, die werd behandeld in titel VI VEU (derde pijler).

[6] http://ec.europa.eu/justice_home/funding/integration/funding_integration_en.htm

[7] http://eudo-citizenship.eu

[8] Statistics in Focus, 36/2010 "Acquisitions of citizenship slightly declining in the EU" http://ec.europa.eu/eurostat

[9] Zie voor meer actuele informatie over het verband tussen nationaliteit, burgerschap en integratie van onderdanen van derde landen hoofdstuk 5 van het handboek over integratie voor beleidsmakers en mensen uit de praktijk (derde editie).

[10] Zie onder meer zaak C-369/90, Micheletti e.a., Jurisprudentie 1992, I-4239, punt 10; zaak C-179/98, Mesbah, Jurisprudentie 1999, I-7955, punt 29; zaak C-200/02, Zhu en Chen, Jurisprudentie 2004, I-9925, punt 37.

[11] Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).

[12] COM(2008) 840.

[13] COM(2009) 313.

[14] C(2010) 1620.

[15] Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

[16] COM(2010) 373.

[17] http://ec.europa.eu/youreurope/index_nl.html.

[18] http://ec.europa.eu/justice/policies/citizenship/docs/guide_free_movement.pdf

[19] SOLVIT is een onlinenetwerk waarin lidstaten samenwerken om een oplossing te vinden voor problemen die het gevolg zijn van een verkeerde toepassing van de internemarktregels door overheden.

[20] Jurisprudentie 2008, blz. I-6241.

[21] Richtlijn 2006/106/EG van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van Richtlijn 94/80/EG tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 409).

[22] Richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten (PB L 368 van 31.12.1994, blz. 38).

[23] COM(2007) 767.

[24] Flash Eurobarometer 294 "EU-burgerschap", maart 2010.

[25] De gegevens in deze tabel zijn door de lidstaten verstrekt aan Eurostat op grond van de begrippen "gewone verblijfplaats", "immigratie" en "emigratie", zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 311/76 van de Raad betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 23).

[26] Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma Europa voor de burger ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

[27] Besluit 2007/252/JBZ van de Raad van 19 april 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Grondrechten en burgerschap voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 110 van 27.4.2007, blz. 33).

[28] Meer informatie over de werking en de resultaten van het onder het zevende kaderprogramma onderzoek gefinancierde thematische programma "Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen" is beschikbaar op http://cordis.europa.eu/fp7/ssh/home_en.html .