Bijlagen bij COM(2010)608 - Naar een Single Market Act Voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen 50 voorstellen om beter samen te werken, te ondernemen en zaken te doen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Agreement – GPA), vrijhandelsovereenkomsten) worden binnen de Unie niet op uniforme wijze toegepast. Deze situatie resulteert niet alleen in ongelijke spelregels voor Europese ondernemingen, zowel binnen de EU als daarbuiten, maar ook in ongelijke concurrentieverhoudingen tussen Europese ondernemingen en ondernemingen uit derde landen. Op internationaal niveau ondervindt de EU moeilijkheden om een betere markttoegang te verkrijgen omdat zij slechts een beperkte invloed kan laten gelden in de handelsbesprekingen met bij de GPA aangesloten landen en/of in de onderhandelingen over bilaterale vrijhandelsovereenkomsten.

2. DE EUROPEANEN CENTRAAL STELLEN IN DE EENGEMAAKTE MARKT VOOR HET HERWINNEN VAN HET VERTROUWEN

"Markt en sociale rechtvaardigheid met elkaar verzoenen": Mario Monti stelt een degelijke en haalbare strategie voor om de eengemaakte markt en Europa zelf een nieuw elan te geven. Hoewel de interne markt tijdens de crisis solide is gebleken, vormt deze nog steeds een reden tot zorg. De Europeanen moeten opnieuw centraal komen te staan in deze grote eengemaakte markt en het streven naar een "sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen" moet nieuw leven worden ingeblazen.

Een deugdelijk sociaal stelsel, een degelijk onderwijsstelsel en een gedegen beroepsopleiding, kwaliteitsvolle banen en een veeleisend beleid op het gebied van veiligheid en gezondheid op de werkplek goed functionerende markten in de hand werken en zijn factoren van rijkdom en groei. Zij dragen bij tot de aantrekkelijkheid van een land, zorgen voor maatschappelijke verbondenheid en zijn, net als andere structurele factoren zoals de kwaliteit en dichtheid van de infrastructuurvoorzieningen, bepalend voor het algehele concurrentievermogen.

Daartegenover staat dat armoede, werkloosheid, uitsluiting en angst voor de toekomst kosten en economische handicaps voor de samenleving betekenen. Deze boodschap is goed begrepen door de Europese ondernemingen die overal in Europa en in de wereld aan de ontwikkeling van hun omgeving meewerken door samen met stichtingen, maatschappelijke organisaties, lokale en regionale volksvertegenwoordigers in de landen waar zij actief zijn, hun leveranciers en hun klanten partnerschappen aan te gaan die borg staan voor een duurzame en solidaire ontwikkeling voor iedereen.

Ook de eengemaakte markt draagt bij tot de vorming van de identiteit van iedere burger: talenonderwijs op school, reizen, studieverblijven in het buitenland, het gebruik van de euro, de verscheidenheid aan aangeboden producten… zijn evenzoveel gewone dagelijkse dingen die van ons allemaal, consumenten, werknemers, studenten, spaarders, ondernemers, gebruikers van openbare diensten, patiënten, gepensioneerden…, ook Europeanen maken! Europeanen zien deze Europese ruimte evenwel alsmaar kleiner worden naarmate zij ouder worden: in het beroepsleven, in de consumptiegewoonten en op het gebied van gezondheidszorg en pensioenen wordt het steeds moeilijker om de Europese kansen te grijpen.

Er zijn tal van terreinen waarop de menselijke dimensie van de "sociale" markteconomie de mogelijkheid moet bieden het vertrouwen te versterken en een goede prestatie te leveren binnen de grote eengemaakte markt , in alle respect voor de stelsels voor sociale bescherming, die tot de verantwoordelijkheid van de lidstaten behoren. In dat verband moet het belang worden onderstreept van de rol van de sociale partners, zowel op nationaal niveau als op dat van de Unie, waar zij in die zin een rol spelen dat zij de wensen van diverse economische sectoren overbrengen en waar de dialoog soms tot akkoorden met een Europese reikwijdte kan leiden.

Talrijk zijn ook de rechtsinstrumenten die de Europese instellingen uitdrukkelijker machtigen om deze sociale dimensie nieuw leven in te blazen en om sociale investeringen en investeringen van algemeen belang te verrichten ter bevordering van het economisch en financieel herstel.

Het Handvest van de grondrechten bevestigt een geheel van economische en sociale rechten, waaraan het een grotere zichtbaarheid verleent. Krachtens het Verdrag betreffende de Europese Unie (VWEU) erkent de Unie de rechten, vrijheden en beginselen die zijn neergelegd in het Handvest, dat dezelfde juridische waarde heeft als de Verdragen. De Commissie verbindt zich ertoe te waarborgen dat met het Handvest rekening zal worden gehouden bij het uitstippelen van het beleid van de Unie[18]. De "horizontale sociale clausule"[19], die thans in het Verdrag betreffende de Europese Unie is opgenomen en die het mogelijk maakt de relevantie van alle beleidsmaatregelen te beoordelen in het licht van de sociale gevolgen ervan, moet in praktijk worden gebracht en in al onze gezamenlijke denkoefeningen worden meegenomen.

De nieuwe ambitie zal erin bestaan efficiënte markten ten dienste te stellen van de creativiteit en de dynamiek van het Europese bedrijfsleven en tegelijkertijd de Europeanen met hun eengemaakte markt te verzoenen . Zij moet het Europese beleid een duurzamer perspectief verlenen door ervoor te zorgen dat crises beter worden voorspeld en opgevangen en dat de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie wordt geconsolideerd. Versterking van de cohesie, en met name van de territoriale dimensie ervan, blijft een eerste vereiste voor de goede werking van de eengemaakte markt. Het is in dat licht dat de Commissie binnenkort haar voorstellen zal presenteren om het effect van het cohesiebeleid te vergroten, het resultaat- en prestatiegerichte karakter ervan te versterken, een striktere tenuitvoerlegging ervan te bewerkstelligen en de middelen van de Unie op de grote prioriteiten te concentreren. Zij zal ook nagaan welke de mogelijkheden zijn om de infrastructuurvoorzieningen van de eengemaakte markt te verbeteren, waarbij onder meer het aangaan van publiek-private partnerschappen zal worden aangemoedigd.

De Single Market Act belangt zowel burgers als economische actoren aan. Tegelijkertijd wordt de problematiek van de rechten van niet-economische aard die de burgers in hun dagelijks leven genieten, behandeld in het "Verslag over het burgerschap van de EU 2010: Het wegnemen van de belemmeringen voor de rechten van EU-burgers" , dat gelijktijdig door de Europese Commissie is aangenomen.

2.1. Verbeteren van de openbare dienstverlening en van de essentiële infrastructuurvoorzieningen

Het Europese project berust weliswaar vooral op marktwerking, die burgers toegang garandeert tot de ruimste keuze aan goederen en diensten tegen de laagste prijzen en die innovatie aanmoedigt, maar hecht ook groot belang aan de sociale en territoriale samenhang van de Unie en erkent dat marktwerking alleen geen adequaat antwoord biedt op alle bestaande collectieve behoeften.

Het is daarom dat de Europese Unie, met name in artikel 14 VWEU en in het aan de Verdragen gehechte protocol nr. 26, het maatschappelijk nut en de economische waarde van diensten van algemeen economisch belang erkent en overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel bevestigt dat de nationale overheden over de mogelijkheid beschikken om deze diensten op zodanige wijze te leveren, te laten uitvoeren en te organiseren dat zij aan de behoeften van de gebruikers beantwoorden. Het is ook om die reden dat de Unie de geleidelijke liberalisering van grote netwerkindustrieën, die borg staat voor een groter concurrentievermogen van de Europese economie, heeft gekoppeld aan welomschreven strikte openbaredienstverplichtingen ten behoeve van alle burgers. Het is ten slotte ook de reden waarom de Unie werk maakt van de uitbouw van degelijke trans-Europese infrastructuurvoorzieningen door de ontbrekende schakels in de verschillende sectoren te signaleren en door stimuleringsmaatregelen te treffen om de verdere ontwikkeling van de infrastructuur aan te moedigen.

Tal van werkzaamheden die dagelijks door de overheidsdiensten worden uitgeoefend, vormen een economische activiteit en vallen daardoor onder het toepassingsgebied van het Unierecht. Meer in het bijzonder komt het overeenkomstig artikel 106 VWEU uitsluitend aan de Commissie toe om erover te waken dat deze compensaties, voor zover deze geen staatssteun vormen, met de interne markt verenigbaar zijn. De Commissie zal de evaluatie voortzetten en verbindt zich ertoe eventueel over te gaan tot een herziening van de beschikking en de kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensatie voor openbaredienstverplichtingen (vaak het "Altmark-pakket" genoemd).

De toepassing van de Europese voorschriften voor openbare dienstverlening doet tal van praktische vragen rijzen voor de bevoegde overheidsinstanties en bepaalde actoren uit de sector, meer in het bijzonder op het terrein van de sociale diensten. De Unie en haar lidstaten moeten derhalve garant staan voor de handhaving van een regelgevingskader dat de overheidsdiensten in staat stelt hun opdrachten te vervullen en op efficiënte wijze aan de behoeften van alle burgers te voldoen. De Unie moet tevens blijk geven van een nieuwe ambitie bij de detectie en aanmoediging van de snelle totstandbrenging van de infrastructuurvoorzieningen die van het grootste belang zijn voor de vlotte werking van de eengemaakte markt en voor de ontwikkeling van nieuwe diensten ten behoeve van de Europeanen. Zo is het met name in het kader van de Europa 2020-strategie de bedoeling infrastructuurvoorzieningen te ontwikkelen die het mogelijk moeten maken dat uiterlijk in 2013 iedereen toegang heeft tot hogesnelheidsinternet. De doelstelling van deze strategie is ervoor te zorgen dat tegen 2020 alle Europeanen toegang hebben tot veel sneller internet (30 Mbps of meer) en dat ten minste 50% van de Europese huishoudens over een internetverbinding van meer dan 100 Mbps beschikt.

Voorstel nr. 25 : De Commissie zegt toe dat zij uiterlijk in 2011 een mededeling vergezeld van een maatregelenpakket met betrekking tot diensten van algemeen belang zal aannemen.

De Unie en de lidstaten moeten erop toezien dat openbare diensten (met inbegrip van sociale diensten) die aan de behoeften van de Europeanen beantwoorden, makkelijker op het passende niveau kunnen worden aangeboden, aan duidelijke financieringsregels zijn onderworpen, van de hoogste kwaliteit zijn en tevens effectief voor iedereen toegankelijk zijn. In dat licht zullen de initiatieven van de Commissie op drie actieterreinen betrekking hebben.

Ten eerste moet overheidsinstanties een makkelijk inzetbaar en doelmatig instrumentarium worden verschaft dat alle relevante problemen bestrijkt (zoals financiering, overheidsopdrachten en samenwerking tussen overheidsinstanties) en waarmee zij binnen de reikwijdte van hun bevoegdheden en hun ruime autonomie lokale openbare diensten van hoge kwaliteit kunnen aanbieden die aan de behoeften van de burgers voldoen. Dat instrumentarium moet tevens een betere toetsing van de kwaliteit van deze diensten en sectorale en grensoverschrijdende vergelijkingen mogelijk maken.

Ten tweede moeten Europeanen in staat worden gesteld een oordeel te vellen over de ontwikkeling van de kwaliteit van de hun aangeboden diensten, met name tegen de achtergrond van de hervormingen die voortvloeien uit de liberalisering van de grote netwerkindustrieën (vervoerdiensten, postdiensten, energie).

Ten slotte moet beter worden tegemoetgekomen aan de eis dat universele toegang moet worden geboden tot diensten die volgens Europeanen van essentieel belang zijn voor hun dagelijks leven (bijvoorbeeld postdiensten), aangezien de kwaliteit van de openbare diensten noodzakelijkerwijze eveneens de toegankelijkheid ervan behelst, ook in termen van prijzen. Er dient een grondige, op de ervaring op het terrein gebaseerde analyse te worden verricht van de eventuele belemmeringen voor het aanbieden van universele diensten van hoge kwaliteit. Bij dit streven om aan de behoeften van eenieder te voldoen, moet ook worden uitgegaan van een dynamische evaluatie van de behoeften van de Europeanen, welke steeds veranderen onder invloed van de snelle ontwikkeling van de samenleving en van de sociale gewoonten.

De Commissie verbindt zich in het bijzonder tot het volgende:

- een voortdurende bijwerking van de antwoorden op de vaak gestelde praktische vragen die burgers en overheden hebben met betrekking tot de toepassing van het EU-recht (inzake staatssteun en overheidsopdrachten) op diensten van algemeen belang;

- het nemen van maatregelen die het mogelijk moeten maken om, met name op basis van ervaring op het terrein, op Europese schaal tot een betere evaluatie en vergelijking te komen van de kwaliteit van het aanbod van diensten van algemeen economisch belang; en

- het onderzoeken van de wenselijkheid en de mogelijkheid om eventueel op grond van artikel 14 VWEU de universeledienstverplichtingen tot nieuwe terreinen uit te breiden, gezien de ontwikkeling van de essentiële behoeften van de Europese burgers.

Aan het voorstel betreffende de evaluatie en herziening van de op overheidsopdrachten toepasselijke regels – inclusief de samenwerking tussen overheidsinstanties – en het voorstel voor een richtlijn inzake concessieovereenkomsten ligt dezelfde gedachtegang ten grondslag: beide maatregelen hebben ten doel het instrumentarium te vervolledigen waarover de overheidsdiensten op dit terrein beschikken. Overigens zij erop gewezen dat de initiatieven tot modernisering van de infrastructuurvoorzieningen van de eerder genoemde grote netwerkindustrieën (energie, vervoer, elektronische communicatie) ook de afspiegeling vormen van de ambitie van de Unie om de uitdaging van de modernisering van onze infrastructuurvoorzieningen van algemeen belang op te nemen.

Voorstel nr. 26 : In 2011 zal de Commissie overgaan tot een herziening van de communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet en haar goedkeuring hechten aan een voorstel voor een algemeen kader voor de financiering van vervoersinfrastructuur.

Hoewel reeds aanzienlijke investeringen zijn verricht, beschikt de Europese Unie momenteel niet over een voldoende efficiënte, interoperabele en geïnterconnecteerde grensoverschrijdende vervoersinfrastructuur. Vervoersinfrastructuur is echter van vitaal belang om de goede werking van de interne markt te waarborgen en moet een duurzame groei en ontwikkeling in de hand werken. Niet alleen van het gebrek aan coördinatie tussen de lidstaten wat projectplanning, -financiering en -beheer betreft gaat een groot remmend effect uit, maar ook van het ontbreken van een algemeen financieringskader op Europees niveau dat het mogelijk maakt zich op de ernstigste lacunes in de eengemaakte markt te concentreren. Dat financieringskader zal worden vastgesteld op basis van het volgende meerjarige financiële kader, dat voor medio 2011 is gepland.

Voorstel nr. 27 : De Commissie zal een mededeling aannemen over de prioriteiten op het gebied van de energie-infrastructuur tot de periode 2020-2030. Deze mededeling heeft ten doel de totstandkoming van een volledig operationele interne energiemarkt in de hand te werken door een antwoord te bieden op de problematiek van de ontbrekende schakels en door de integratie van hernieuwbare energiebronnen te faciliteren. De voor de verwezenlijking van deze prioriteiten benodigde middelen zullen in 2011 worden voorgesteld in het kader van een nieuw instrument voor Europese energiezekerheid en –infrastructuur.

Voor de totstandbrenging van een Europese energiemarkt zijn moderne infrastructuurvoorzieningen vereist. Om de hoofddoelstelling van het energievoorzieningsbeleid van de Unie – de realisatie van een concurrerende, duurzame en veilige Europese energiemarkt – te verwezenlijken, moet er dan ook voor worden gezorgd dat de energie-infrastructuurvoorzieningen beter geïnterconnecteerd zijn met de nationale energienetten en berekend zijn op een toename van het aandeel van hernieuwbare energie en op een diversificatie van de energiebronnen. Om deze uitdagingen te kunnen aangaan, moeten de bestaande infrastructuurvoorzieningen in snel tempo worden gemoderniseerd, een kwaliteitssprong maken en worden geïntegreerd. Een nieuw Europees energie-infrastructuurbeleid is onontbeerlijk om een kentering teweeg te brengen in de wijze waarop in de EU netten worden gepland en ontwikkeld. Er moeten oplossingen worden gevonden voor belangrijke ontbrekende schakels, zoals het Noordzee-offshorenetwerk en de zuidelijke gascorridor. Netwerken moeten ook slimmer worden opdat energie efficiënter wordt aangewend en getransporteerd. De vergunningsprocedures moeten efficiënter en transparanter worden gemaakt en er moeten nieuwe financieringsoplossingen worden aangedragen om in het komende decennium gigantische investeringen van meer dan 200 miljard EUR[20] te kunnen verrichten voor grote Europese netwerken voor de transmissie van elektriciteit en gas. Daar moet nog een bedrag van ongeveer 400 miljard EUR worden bijgeteld voor het onderhoud, de modernisering en de uitbreiding van de nationale distributienetwerken.

Voorstel nr. 28 : Het Parlement en de Raad dienen hun goedkeuring te hechten aan het voorstel voor een besluit tot vaststelling van een actieprogramma voor het Europees radiospectrum, zodat het Europese radiospectrum efficiënter kan worden beheerd en gebruikt.

Het Europese radiospectrum moet op meer efficiënte, geharmoniseerde en gecoördineerde wijze worden gebruikt, zodat er voldoende spectrum beschikbaar is om aan de behoeften van burgers en bedrijven te voldoen. Als overal in de EU dezelfde spectrumbanden onder flexibele technische voorwaarden toegankelijk zijn, zullen de aldus gerealiseerde schaalvoordelen voor alle gebruikers in een daling van de communicatiekosten resulteren.

2.2. Versterken van de solidariteit in de eengemaakte markt

Volgens Mario Monti kan het wantrouwen van sommigen ten aanzien van de interne markt - onder meer ook – worden verklaard door de perceptie dat de achtereenvolgende liberalisaties ten koste zijn gegaan van de sociale rechten die de verschillende economische subjecten hebben verworven. Het Verdrag van Lissabon en de bevestiging van het concept "sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen" als een van de na te streven hoofddoelstellingen verplichten ons tot een vollediger visie op de eengemaakte markt. De economische vrijheden en de stakingsvrijheid moeten "in harmonie worden gebracht". Het is van essentieel belang dat de dialoog tussen sociale partners nieuw leven wordt ingeblazen en dat deze dialoog vaker uitmondt in wetgeving "door en voor" de sociale partners, zoals uitdrukkelijk in het Verdrag van Lissabon is bepaald.

De vrijheden van de interne markt moeten zowel de sterksten als de zwaksten ten goede komen. Alle burgers, ook personen met een handicap en ouderen, moeten kunnen profiteren van de kansen die de eengemaakte markt te bieden heeft. Daarbij dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de toegankelijkheid voor slechtzienden en slechthorenden van met name culturele producten en diensten, bijvoorbeeld via de ontwikkeling van passende technologische hulpmiddelen (automatische ondertiteling of speciale uitzendingen op openbare omroepen).

Voorstel nr. 29 : In het kader van haar nieuwe strategie voor de effectieve tenuitvoerlegging door de Europese Unie van het Handvest voor de grondrechten[21] zal de Commissie erop toezien dat de bij het Handvest gegarandeerde rechten, inclusief het stakingsrecht, in aanmerking worden genomen. De Commissie zal van tevoren een grondige analyse verrichten van het maatschappelijk effect van alle wetgevingsvoorstellen met betrekking tot de eengemaakte markt.

Voorstel nr. 30 : In 2011 zal de Commissie een wetgevingsvoorstel aannemen met het oog op een betere tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers. Dat voorstel zal mogelijk een verduidelijking betreffende de uitoefening van de sociale grondrechten in de context van de economische vrijheden van de interne markt bevatten of met een dergelijke verduidelijking worden aangevuld.

Vrijheid van dienstverrichting houdt in dat personeel naar een andere lidstaat moet kunnen worden gezonden. De detachering van werknemers is bijgevolg een belangrijk onderdeel van de interne markt voor diensten. Teneinde de rechten van de betrokken werknemers op afdoende wijze te garanderen, voorziet de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers op Europees niveau in een harde kern van beschermingsregelingen in de lidstaat van ontvangst welke eveneens op gedetacheerde werknemers van toepassing moeten zijn. Bovendien blijven de complexe nationale administratieve procedures en de problemen inzake dubbele belastingheffing de terbeschikkingstelling van werknemers bemoeilijken, hetgeen de vrijheid van dienstverrichting minder toegankelijk maakt. De tenuitvoerlegging, de toepassing en de voorwaarden voor de naleving van deze richtlijn zijn voor verbetering vatbaar. Ook de interpretatie van de richtlijn kan worden verduidelijkt.

Voorstel nr. 31 : In 2011 zal de Commissie de richtlijn betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (pensioenfondsen) aan een nieuw onderzoek onderwerpen. Op basis van het groenboek van juli 2010 over pensioenen zal zij ook andere voorstellen doen, onder meer om de belemmeringen op te heffen waarmee mobiele werknemers bij de organisatie van hun pensioen worden geconfronteerd.

Werknemers moeten ook van hun pensioenrechten kunnen gebruikmaken om hun pensioen voor te bereiden. In het licht van de vergrijzing en van het effect van de economische en financiële crisis op de overheidsfinanciën en de financiële stabiliteit is het hoog tijd dat op dat terrein werkzaamheden worden ondernomen. Met het groenboek van juli 2010 werd de aanzet gegeven tot een discussie over de problemen waarvoor oplossingen zullen moeten worden gevonden om ervoor te zorgen dat Europeanen op lange termijn passende en gewaarborgde pensionen kunnen blijven ontvangen.

Voorstel nr. 32 : De Commissie zal overleg plegen met de sociale partners om te komen tot een Europees kader voor het anticiperen op industriële herstructureringen.

Naast louter reactieve ingrepen naar aanleiding van de economische en financiële crisis, hebben ook anticiperende strategieën ondernemingen in staat gesteld sociale conflicten te voorkomen door herstructureringen proactief en in overleg te beheren. Dit is niet alleen een voorwaarde voor economisch succes maar ook een sociale plicht, omdat daardoor een herverdeling van de hulpmiddelen ten gunste van opkomende sectoren mogelijk wordt gemaakt en werknemers nieuwe kansen krijgen wanneer hun baan in gevaar is. Met de invoering van een Europees kader voor herstructureringen zou een op wederzijds vertrouwen gebaseerd klimaat kunnen worden geschapen.

2.3. Toegang tot werk en tot een leven lang leren

Werk is, terecht, de voornaamste zorg van de Europeanen. De eengemaakte markt biedt enorme, maar nog onvoldoende benutte kansen om de genoten opleiding of verworven kwalificaties volledig tot hun recht te doen komen en op werkaanbiedingen in andere lidstaten te reageren. Er moeten dan ook concrete hulpmiddelen worden voorgesteld om de doorstroming van deskundigheid binnen de eengemaakte markt aan te moedigen en te faciliteren.

Leren in Europa is een van de aantrekkelijkste facetten van de vrijheden en kansen die de eengemaakte markt biedt. De kans om in een andere lidstaat te studeren en te leren, is echter niet alleen een zaak van persoonlijke ontwikkeling, maar maakt het ook mogelijk een heel leven lang nieuwe vaardigheden te verwerven die zullen bijdragen tot het uitbouwen van de kenniseconomie van morgen.

Voorstel nr. 33 : In 2012 zal de Commissie op basis van een evaluatie van het acquis in 2011 komen met een wetgevingsinitiatief tot hervorming van de regelingen voor de erkenning van beroepskwalificaties om de mobiliteit van werknemers te bevorderen en het onderwijs aan de huidige behoeften van de arbeidsmarkt aan te passen. In dat verband zal de mogelijkheid van de invoering van een beroepskaart worden onderzocht.

Het recht van de burger om zijn beroep in een andere lidstaat uit te oefenen, is een van de door het Verdrag gewaarborgde fundamentele vrijheden. Deze vrijheid is van cruciaal belang voor de burgers en voor het vrij verkeer van werknemers, de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten, die kunnen worden belemmerd doordat eisen worden gesteld voor de erkenning van beroepskwalificaties die in een andere lidstaat zijn verworven. In de Unie bestaan er 4 600 gereglementeerde beroepen. Vandaag moeten tal van beroepsbeoefenaren nog steeds lange en moeizame procedures doorlopen voordat hun kwalificaties worden erkend; problemen met de erkenning van diploma's maken 20% van de SOLVIT-zaken uit. Een richtlijn van 2005 heeft voor enige vereenvoudiging gezorgd, vooral met de bedoeling om de tijdelijke mobiliteit van beroepsbeoefenaren te faciliteren. De huidige regeling moet worden geëvalueerd om na te gaan of alle door deze richtlijn geboden mogelijkheden optimaal zijn benut. Zo wordt in de richtlijn het gebruik van een beroepskaart gesuggereerd, zonder dat daar concreet gevolg aan wordt gegeven. Voor bepaalde beroepen en de betrokken burgers zou een dergelijke kaart een meerwaarde kunnen betekenen. Ook is er alsmaar meer behoefte aan geschoolde arbeidskrachten. Naarmate de beroepsbevolking afneemt, zal in de toekomst steeds moeilijker aan deze behoefte kunnen worden voldaan. Bij de regeling moet ook rekening worden gehouden met de ingrijpende wijzigingen die in de nationale onderwijs- en opleidingsstelsels zijn aangebracht om de toegang tot en de terugkeer op de arbeidsmarkt te bevorderen. Daarom heeft de Commissie de aanzet gegeven tot een evaluatie van de richtlijn van 2005. Deze evaluatie moet in 2011 in een groenboek en in 2012 in een herziening van de richtlijn uitmonden.

Voorstel nr. 34 : In samenwerking met de lidstaten zal de Commissie een "jeugd in beweging-kaart" ontwikkelen die moet bijdragen tot een grotere mobiliteit van alle jongeren om in een andere lidstaat te studeren. Zij zal haar speciale website "Jeugd in beweging" verder uitbouwen door informatie te verschaffen over onderwijs op afstand en leermogelijkheden in Europa.

Mobiliteit moet een normale fase worden in het leerproces van elke jonge Europeaan en hem vervolgens toegang bieden tot een voldoening schenkende baan na nieuwe competenties, en met name een grotere talenkennis, te hebben verworven. In het kader van de Europa 2020-strategie heeft de Commissie in haar mededeling "Jeugd in beweging" een reeks maatregelen voorgesteld waarmee wordt beoogd jongeren te helpen zich de kennis, deskundigheid en ervaring eigen te maken die zij nodig hebben om een eerste baan te vinden. Zo is de Commissie onder meer de mogelijkheid aan het bestuderen om Europese studieleningen voor mobiliteitsdoeleinden in te voeren teneinde meer jonge Europeanen, en met name de minst bevoorrechte onder hen, de kans te geven een studie-, opleidings- of bedrijfsstageperiode in een ander land mee te maken.

Voorstel nr. 35 : In partnerschap met de lidstaten zal de Commissie een Europees kader voor kwalificaties opzetten. Zij zal komen met een voorstel voor een aanbeveling van de Raad tot bevordering en validatie van buitenschoolse opleiding ("non formal and informal learning"). De Commissie zal tevens de invoering van een "Europees vaardighedenpaspoort" voorstellen, dat een overzicht zal geven van de kennis en competenties die Europese burgers in de loop van hun hele leven hebben verworven. Zij zal ook zorgen voor een "schakelschema" tussen het Europees kwalificatiekader en de nomenclatuur van de beroepen in Europa.

Ondanks het succes van programma's zoals Erasmus, blijft de academische erkenning van diploma's en van opleidingsperioden in een andere lidstaat nog steeds voor problemen zorgen[22]. Om de mobiliteit te bevorderen, moet de portabiliteit van vaardigheden en kennis worden verzekerd.

2.4. Nieuwe instrumenten voor de sociale markteconomie

In dit hoofdstuk over de sociale markteconomie worden voorstellen op drie werkterreinen gepresenteerd met het oog op de totstandbrenging van een op een "sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen" geënte eengemaakte markt. In de eerste plaats moeten via het "Initiatief voor een Sociaal Ondernemerschap" in de lidstaten beschikbare reserves aan talenten en financiële middelen worden aangeboord door professionele managers en financiers samen te brengen met ondernemers die innoverende sociale en groeibevorderende projecten opzetten. In het kader van het tweede werkterrein, dat op de rechtsvormen betrekking heeft, zullen initiatieven worden genomen ter verbetering van het juridisch kader voor de structurering van een deel van de activiteiten van de sociale economie. Op het derde en laatste werkterrein, namelijk dat van de corporate governance en de sociale verantwoordelijkheid van ondernemingen, zal een initiatief worden genomen om een nieuwe invulling te geven aan de rol van de onderneming in de hedendaagse economie.

Voorstel nr. 36 : In 2011 zal de Commissie een "Initiatief voor een Sociaal Ondernemerschap" presenteren ter ondersteuning en begeleiding van de ontwikkeling van innoverende projecten van ondernemingen op sociaal gebied binnen de eengemaakte markt. Daarbij is met name een rol weggelegd voor sociale ratings, ethische en milieulabels en aanbestedingen. Voorts is het de bedoeling een nieuwe regeling voor beleggingsfondsen in te voeren en slapende spaargelden te activeren.

De voorbije jaren hebben individueel handelende ondernemers of grote bedrijven zeer innoverende projecten op sociaal gebied opgezet. In de eerste tien jaar na de millenniumwisseling is gebleken dat er in Europa en de wereld een enorm innovatiepotentieel op het gebied van de sociale economie aanwezig is. Zonder daarom noodzakelijkerwijze van enig winststreven af te zien, hebben deze projecten, die het werk zijn van één persoon of van een groep personen, creatieve oplossingen aangereikt voor belangrijke sociaaleconomische problemen die vaak door een uitsluitingssituatie (toegang tot producten van de voedingsmiddelenindustrie, toegang tot huisvesting, toegang tot gezondheidszorg, toegang tot de arbeidsmarkt, toegang tot bankdiensten, diensten die een betere integratie van gehandicapten mogelijk maken enz.) en door de vergrijzing werden veroorzaakt. De innovatie die door deze nieuwe modellen wordt teweeggebracht, genereert economische groei en heeft een gunstig effect voor alle betrokken partijen (ondernemers, loontrekkenden, consumenten, beleggers/investeerders en andere financiële partners enz.). Mogelijke beleidshefbomen in dit verband zijn de organisatie van overheidsopdrachten en van particuliere bestellingen (het aankoopbeleid in de particuliere sector en de sociale verantwoordelijkheid van ondernemingen), het bieden van een betere toegang tot financiering (van banken of op financiële markten, met name via de activering van slapende spaargelden), de invoering van een nieuwe regeling voor beleggingsfondsen ter bevordering en verbetering van de liquiditeit van beleggingen in zeer innoverende projecten op sociaal, economisch en technologisch gebied voor de financiële sector en de consumenten van financiële producten, en het inzetten van ad-hoccommunicatiemiddelen.

Voorstel nr. 37 : Om meerdere redenen die hoofdzakelijk samenhangen met de aard van de financiering of de keuze van de aandeelhouders of de betrokken partijen die de zeer innoverende projecten op sociaal, economisch en soms technologisch gebied ondersteunen of begeleiden, is bij de structurering van de sociale economie sprake van een heel spectrum van verschillende juridische statuten (stichtingen, coöperatieve vennootschappen, onderlinge waarborgmaatschappijen enz.). De Commissie zal maatregelen voorstellen om de kwaliteit van de juridische structuren in kwestie te verbeteren teneinde de werking ervan te optimaliseren en de ontwikkeling ervan binnen de eengemaakte markt te faciliteren.

De volgende initiatieven zullen worden genomen:

- Vóór eind 2011 zal de Commissie een voorstel voor een verordening betreffende het statuut voor een Europese Stichting presenteren.

De afgelopen jaren hebben de activiteiten van stichtingen een hoge vlucht genomen. Hun werkzaamheden maken het mogelijk ambitieuze doelstellingen te realiseren op terreinen, zoals met name onderzoek, waarop Europese creativiteit en innovatie van essentieel belang zijn geworden voor het concurrentievermogen van de eengemaakte markt in een gemondialiseerde omwereld. De administratieve lasten, de registratie in een andere lidstaat, de bewijslast voor stichtingen van een lidstaat die zich in een andere lidstaat van de Unie vestigen, de moeilijkheden die worden ondervonden bij de bundeling van financiële middelen op grensoverschrijdende basis binnen de Unie, dit zijn maar enkele van de belemmeringen die vandaag de ontwikkeling van stichtingen in Europa in de weg staan en waarvoor een verordening betreffende het statuut voor een Europese Stichting een oplossing zou bieden.

- De Commissie zal een openbare raadpleging (groenboek) organiseren over de tenuitvoerlegging van de verordening betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap en zal vervolgens maatregelen nemen naar aanleiding van de goedkeuring van haar evaluatieverslag in 2012.

Coöperatieve vennootschappen spelen een zeer belangrijke rol in de structuur en dynamiek van de economie. Voorts voorzien zij in unieke solidariteitsmechanismen tussen hun leden en zorgen zij de facto voor solide aandeelhoudersstructuren die een sterke groepscultuur, het aandeelhouderschap van werknemers en investeringen op lange termijn in de hand werken.

- In 2011 zal de Commissie een studie laten uitvoeren naar de situatie van onderlinge waarborgmaatschappijen in alle lidstaten, waarbij vooral de grensoverschrijdende activiteiten ervan zullen worden onderzocht.

In de meeste Europese landen bestaan onderlinge waarborgmaatschappijen, al loopt het belang ervan van land tot land uiteen. Zo zijn in Europa meer dan 120 miljoen Europeanen bij een ziekenfonds met de rechtsvorm van een onderlinge waarborgmaatschappij aangesloten. In de verzekeringssector en in de sector van de financiële bemiddeling komt een groot deel van de werkgelegenheid voor rekening van onderlinge waarborgmaatschappijen.

Voorstel nr. 38 : De Commissie zal een openbare raadpleging (groenboek) over corporate governance houden. Zij zal ook een openbare raadpleging organiseren over mogelijke opties om de transparantie te verbeteren van de informatie die ondernemingen over sociale en milieuaspecten en de eerbiediging van de mensenrechten verstrekken. Deze raadplegingen kunnen in wetgevingsinitiatieven uitmonden.

Het is van vitaal belang dat Europese ondernemingen een zo groot mogelijke verantwoordelijkheidszin aan de dag leggen, zowel ten aanzien van hun werknemers en aandeelhouders als ten aanzien van de samenleving in het algemeen. Het bestuur ervan is voor verbetering vatbaar, met name wat de samenstelling van en diversiteit in de raden van bestuur (inclusief de vertegenwoordiging van vrouwen), het langetermijnaandeelhouderschap en het aandeelhouderschap van werknemers betreft. Teneinde zowel de corporate governance als de sociale – en zelfs maatschappelijke – verantwoordelijkheid van ondernemingen te versterken, moet in het bijzonder worden nagedacht over een verbetering van de transparantie, met name op het gebied van mensenrechten en duurzame ontwikkeling, alsook over middelen om een betere werking van ondernemingen te bewerkstelligen, niet alleen met de bedoeling een grotere betrokkenheid van werknemers en betere betrekkingen met aandeelhouders tot stand te brengen, maar ook om het makkelijker te maken voor financiële markten om tot een betere waardering van ondernemingen te komen.

2.5. Een eengemaakte markt ten dienste van consumenten

De eengemaakte markt moet een meerwaarde voor de Europese consumenten betekenen door hun gevarieerde goederen en diensten van hoge kwaliteit te bieden. In het bijzonder moet het accent worden gelegd op de toegang tot bankproducten omdat deze voor een groot deel bepalend zijn voor het vermogen om binnen de eengemaakte markt te reizen of te werken. Ten slotte moeten de toezichthoudende autoriteiten zich ervan vergewissen dat Europese consumenten een hoge mate van bescherming genieten tegen elk risico dat met de kwaliteit van de aangeboden producten of diensten verband houdt.

Consumenten beschikken vaak niet over de informatie die zij nodig hebben om de beste prijs te kiezen of om met kennis van zaken een productkeuze te maken omdat de informatie veelal zodanig is gepresenteerd dat een vergelijking moeilijk te maken valt of geen eenduidig resultaat oplevert. Dat geldt met name voor grensoverschrijdende aanbiedingen en leveringskosten. Vandaag beschikt de consument bij het doen van zijn aankopen niet over alle elementen die hij nodig heeft om met kennis van zaken te kunnen kiezen. De Commissie zal een evaluatie verrichten van de thans gevolgde werkwijzen ten aanzien van prijsvergelijkende sites. Uitgaande van optimale werkwijzen en van ervaringen in de lidstaten zal zij vervolgens richtsnoeren opstellen voor websites waarop prijzen met elkaar worden vergeleken.

Voorstel nr. 39 : In 2011 zal de Commissie een meerjarenactieplan opstellen voor de ontwikkeling van een Europees markttoezicht. Daarnaast zal zij samen met de nationale douanediensten en markttoezichthouders in 2011 richtsnoeren uitwerken voor douanecontroles op het gebied van productveiligheid. De Commissie zal tevens een herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid voorstellen om een samenhangend en doeltreffend kader voor de veiligheid van consumptiegoederen in de EU tot stand te brengen.

De Europese burgers eisen dat hun gezondheid en hun rechten overal in de EU worden beschermd, vooral als het gaat om bedreigingen of risico's waartegen zij individueel niets kunnen doen. Om aan deze eis tegemoet te komen, zal de Commissie het markttoezicht op de productveiligheid in de EU aanscherpen. Dat doel moet worden bereikt door middel van een actieplan dat in 2011 van start gaat. Het is de bedoeling de coördinatie tussen de nationale markttoezichthouders te intensiveren om te waarborgen dat goederen die vrij binnen de eengemaakte markt circuleren, veilig en betrouwbaar zijn voor de consument. Dat moet ook zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden, zodat bonafide ondernemingen in staat zijn optimaal te profiteren van de kansen die een markt van 500 miljoen consumenten te bieden heeft. De Commissie zal bovendien een herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid voorstellen om een samenhangend en doeltreffend kader voor het markttoezicht op de veiligheid van consumptiegoederen in de EU tot stand te brengen.

Voorstel nr. 40 : Begin 2011 zal de Commissie komen met een wetgevingsinitiatief op het gebied van de toegang tot sommige basisbankdiensten. Zij zal tevens de banksector verzoeken vóór eind 2011 een zelfreguleringsinitiatief te nemen om tot een grotere transparantie en vergelijkbaarheid van de bankkosten te komen.

Burgers, en met name studenten, ondervinden problemen wanneer zij bankrekeningen willen openen of een betaalkaart willen aanvragen in een lidstaat waar zij zich onlangs hebben gevestigd of waarvan zij geen onderdaan zijn. Financiële instellingen motiveren deze weigering met het argument dat sommige categorieën potentiële consumenten een groter risico voor een bank inhouden en daarom met grotere omzichtigheid moeten worden benaderd. Zij voeren tevens aan dat zij geen precies beeld kunnen krijgen van het kredietverleden van de kredietnemer. In vele gevallen kan de weigering om een rekening te openen, echter niet als objectief gerechtvaardigd en evenredig worden beschouwd. Bovendien vormt het gebrek aan transparantie over bankkosten een belangrijke belemmering op het gebied van de financiële retaildiensten. Cliënten hebben geen inzicht in de kosten van hun bankrekeningen en kunnen deze niet vergelijken, wat hen ervan weerhoudt om naar goedkopere rekeningen over te stappen. In lidstaten waar de bankkosten complex en niet transparant zijn, betalen consumenten derhalve hogere kosten dan nodig is. Een grotere transparantie is ook een eerste vereiste voor het verrichten van grensoverschrijdende transacties en een goede werking van de gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA). Volgens een analyse van 224 banken, die 81% van de bancaire retailmarkt in termen van cliëntdeposito's voor hun rekening nemen, wordt op de websites van 66% van de betrokken banken aanvullende informatie verlangd om de kosten van een bankrekening te bepalen. De analyse heeft ook uitgewezen dat de prijsverschillen tussen bankrekeningen op het niveau van de Europese Unie veel groter waren dan bij andere diensten.

Voorstel nr. 41 : Uiterlijk in februari 2011 zal de Commissie een richtlijn voorstellen teneinde een geïntegreerde markt voor hypothecair krediet tot stand te brengen waarop consumenten een hoog niveau van bescherming genieten.

Consumenten kunnen nog niet optimaal profiteren van de markt voor financiële retaildiensten. Zij staan vaak weigerachtig tegenover een verandering van aanbieder of beschikken over te weinig informatie om de beschikbare aanbiedingen te kunnen vergelijken. Grensoverschrijdende marktverkenning is meestal nog moeilijker. Tegelijkertijd met de structurele hervormingen die momenteel in de financiële sector aan de gang zijn, moeten ook de hervormingen worden voortgezet die ten doel hebben het vertrouwen van consumenten in financiële retailmarkten te vergroten. De bovenbeschreven belemmeringen behoren tot die welke het dagelijkse leven van de burgers het sterkst beïnvloeden. De Europese hypotheekmarkten zijn van vitaal belang voor miljoenen Europese burgers: het aangaan van een hypothecaire lening is een van de belangrijkste beslissingen in een mensenleven en brengt een financiële verbintenis van meerdere tientallen jaren met zich mee. Onverantwoord gedrag van de zijde van de aanbieders kan het financiële stelsel ondermijnen en mogelijk ernstige sociale en economische gevolgen hebben. Ook is er sprake van een nog altijd beperkte integratie van de hypotheekmarkten. Directe grensoverschrijdende kredietverlening blijft een uitzondering en er bestaan nog steeds grote verschillen tussen de lidstaten wat prijzen, productkeuze en de op de verschillende betrokken actoren (zoals niet-bancaire kredietverleners en kredietbemiddelaars) toepasselijke regelgeving betreft. Kredietverleners en kredietbemiddelaars worden geconfronteerd met belemmeringen die hun beletten in een andere lidstaat zaken te doen of die tot onevenredig hogere kosten leiden. Ook burgers hebben met belemmeringen te maken wanneer zijn een hypothecaire lening willen aangaan in een andere lidstaat, of zelfs bij een kredietverlener uit dezelfde lidstaat voor de aankoop van een elders in de EU gelegen onroerend goed. Vaak wordt het krediet hun geweigerd. Ook een zoektocht in verschillende lidstaten naar de beste prijs of het beste product is moeilijk of zelfs onmogelijk omdat vergelijkbare informatie ontbreekt. De integratie van de Europese hypotheekmarkten zou de financiële stabiliteit bevorderen en aanzienlijke voordelen opleveren voor de consumenten. Een dergelijke integratie zou tevens in efficiëntere hypothecaire kredietverleners en een breder scala aan beschikbare producten resulteren.

Voorstel nr. 42 : De Commissie zal dit jaar nog een mededeling aannemen waarin zal worden aangegeven met welke fiscale belemmeringen Europese burgers nog steeds worden geconfronteerd en hoe deze kunnen worden opgeheven.

Sommige belemmeringen die burgers beletten zich overal in de EU vrijelijk te verplaatsen, te vestigen en goederen en diensten aan te schaffen, zijn te wijten aan fiscale problemen. Het kan daarbij gaan om moeilijkheden om geheel of gedeeltelijk van dubbele belastingheffing te worden vrijgesteld omdat dubbelebelastingverdragen een beperkte werkingssfeer hebben of geheel ontbreken, omdat er discriminerende belastingregels en overlappingen tussen de verschillende belastingstelsels bestaan, en omdat het moeilijk is om met de belastingwetgeving van twee of meerdere lidstaten om te gaan en om van een andere lidstaat belastingvermindering of terugbetaling van belasting te verkrijgen. Er kunnen zich meer in het bijzonder moeilijkheden voordoen voor grensarbeiders, alsook op het gebied van de motorvoertuigenbelasting en de belastingheffing op pensioenen en erfenissen.

Voorstel nr. 43 : In het licht van de gevolgen voor het luchtverkeer van de recente vulkaanuitbarsting op IJsland zal de Commissie in de loop van 2012 haar goedkeuring hechten aan een voorstel tot wijziging van de verordening betreffende de rechten van vliegtuigpassagiers. Ingeval het wetgevingsvoorstel betreffende het wegvervoer (autobussen en touringcars) wordt aangenomen, zal zij in datzelfde jaar komen met een mededeling over de passagiersrechten in alle vervoerswijzen.

Ondanks de reeds geldende wetgeving, met name voor de luchtvaart- en de spoorwegsector en binnenkort voor de maritieme sector, lopen de passagiersrechten nog steeds uiteen al naargelang de gekozen vervoerswijze. Bovendien worden deze rechten niet altijd door de exploitanten gerespecteerd. Deze situatie brengt het risico met zich mee dat de mededinging op de interne markt wordt verstoord en doet afbreuk aan het streven om, niet alleen in het belang van de burgers maar ook in het belang van de Europese economie als geheel, een voldoende eenvormige kwaliteit van de dienstverlening te verzekeren.

3. DIALOOG, PARTNERSCHAP EN EVALUATIE: INSTRUMENTEN VOOR EEN GOEDE GOVERNANCE VAN DE EENGEMAAKTE MARKT

De eengemaakte markt behoort niet alleen toe aan de Europese instellingen of aan enkele grote pan-Europese groepen: hij is wat iedere Europeaan er elke dag opnieuw van maakt door te werken, te sparen, te kopen, te beleggen … Hoe de eengemaakte markt zich ontwikkelt en wordt benut, hangt in feite dus van alle Europeanen zelf af!

De hele ambitie van de Single Market Act bestaat er dan ook in een nieuw kader voor het voeren van een dialoog voor te stellen om ervoor te zorgen dat bij alle gedachtewisselingen en bij de tenuitvoerlegging van alle wetgevingsteksten deze zelfde Europeanen centraal staan: in het kader van haar rol als initiator, stuwende kracht en forum voor het voeren van dialogen en discussies, zal de Commissie zich inzetten om de eengemaakte markt weer richting te geven zodat deze meer voordeel oplevert voor de Europeanen . Het Europees Parlement en de Raad zullen in het kader van hun respectieve rollen uitmaken welke acties bij de staten moeten worden ondernomen.

De Single Market Act heeft echter alleen kans op slagen als het hele proces van initiatie, besluitvorming, tenuitvoerlegging en monitoring niet verder, en in een vroeger stadium, voor andere partners wordt opengesteld.

Tal van onderdelen ervan, zoals de maatregelen betreffende de openbare diensten of de fiscale aspecten, hebben raakvlakken met het bevoegdheidsterrein van de lidstaten en van hun lokale en regionale overheden. Daarom is het van essentieel belang dat alle territoriale overheidsechelons erbij worden betrokken en volledig aan de governance van de eengemaakte markt meewerken, waarbij zij tegelijkertijd actief deelnemen aan het cohesiebeleid.

De Single Market Act was een sterke wens van Commissievoorzitter Barroso om de Europa 2020-strategie een grotere slaagkans te bieden en om op operationele wijze uitvoering te geven aan de belangrijkste aanbevelingen die door het Europees Parlement en in het verslag van Mario Monti zijn gedaan . Met dit initiatief verbindt de Europese Commissie zich ertoe resultaten te boeken, grenzen te verleggen, de toekomst voor te bereiden en Europa te versterken zodat het tegen de zich aandienende uitdagingen is opgewassen.

Het spreekt voor zich dat de Single Market Act en de uitvoering ervan pas succes zullen kennen als er sprake is van een grote bereidheid om de dialoog aan te gaan, partnerschappen met belanghebbenden te sluiten en objectieve evaluaties van de resultaten ervan te maken.

Invloed wordt immers niet opgeëist maar opgebouwd. Daarom zal de Commissie elke discussie aangaan, zelfs de neteligste: met Europese politieke partijen, nationale regeringen en parlementen, gemeenschappen, de civiele maatschappij, vakbonden en ondernemingen, consumenten, verenigingen enz. Ook zal zij het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité nauw bij de discussie betrekken.

Er worden 50 acties voorgesteld, telkens samen met een tijdschema voor de raadplegingsfasen. Deze acties zullen worden uitgevoerd in overeenstemming met de beginselen van slimme regelgeving. De Commissie verzoekt elk van haar partners om in alle transparantie en met grote zin voor verantwoordelijkheid deze dialoogfasen voor te bereiden, bijdragen in te dienen en mee de toekomst van onze grote eengemaakte markt uit te stippelen.

De Commissie moet haar rol bij het toezicht op en de goede tenuitvoerlegging van het internemarktbeleid blijven vervullen. Zij is zich er terdege van bewust dat van de lidstaten ernstige inspanningen worden gevraagd bij het streven naar een sterker geïntegreerde en concurrerender markt. Zij zal daarom een luisterend oor bieden, maar tegelijkertijd nauwlettend blijven toezien op de verwezenlijking van de doelstellingen.

Voorstel nr. 44 : De Commissie en de lidstaten zullen samenwerken om de interne markt verder uit te bouwen door de evaluatie van het acquis te versterken, met name op basis van het proces van wederzijdse evaluatie waarin de Dienstenrichtlijn voorziet en waaraan momenteel door de lidstaten en de Commissie uitvoering wordt gegeven. Het in de Dienstenrichtlijn neergelegde proces van wederzijdse evaluatie zal tot andere cruciale internemarktwetgeving worden uitgebreid.

De Commissie zal haar evaluatie voortzetten, waarbij zij van concrete ervaringen zal uitgaan. Tevens zal zij de synergieën tussen de bestaande instrumenten (marktmonitoring, sectoronderzoeken, consumentenscorebord enz.) benutten en versterken. In deze context zal de Commissie regelmatig een "Top 20" opstellen van de verwachtingen van de deelnemers aan de interne markt (ondernemingen, consumenten, werknemers, studenten, gepensioneerden enz.). Deze "Top 20" zal dienst doen als "thermometer" voor de stand van de eengemaakte markt en voor de werking ervan in de praktijk.

Daarnaast zal de Commissie op gezette tijden in partnerschap met alle betrokken actoren de stand van zaken op de eengemaakte markt onderzoeken door elk jaar samen met het Europees Parlement een Internemarktforum te organiseren waaraan andere instellingen, vertegenwoordigers van de lidstaten (met inbegrip van het regionale en lokale niveau), nationale parlementen, burgers en belanghebbenden deelnemen. Het eerste forum zou in 2011 plaatsvinden.

Voorstel nr. 45 : Begin 2011 zal de Commissie een strategie presenteren om het informatiesysteem voor de interne markt (IMI) in 2011 tot andere wetgevingsterreinen uit breiden en om een echt "face to face"-onlinenetwerk van Europese overheidsdiensten tot stand te brengen. Aan deze strategie zal vorm worden gegeven via een wetgevingsvoorstel.

Het informatiesysteem voor de interne markt (IMI) is opgezet als een flexibel hulpmiddel voor de ondersteuning van de administratieve samenwerking in het kader van verschillende sectorale wetgevingsinstrumenten. Momenteel wordt van het IMI gebruikgemaakt voor de Richtlijn Beroepskwalificaties en de Dienstenrichtlijn. Om het potentieel van het IMI ten volle te benutten, moet een duidelijke strategie worden uitgestippeld om het IMI tot andere sectoren uit te breiden en synergieën tussen het IMI en andere IT-hulpmiddelen tot stand te brengen. Deze strategie zal in detail worden uiteengezet in een Commissiemededeling. De voornaamste hinderpaal voor een uitbreiding van het IMI is het ontbreken van een rechtsgrondslag die volledige voldoening schenkt aan degenen die op Europees en nationaal niveau voor gegevensbescherming verantwoordelijk zijn. Daarom zal worden beraadslaagd over de vraag of een voorstel voor een verordening dienstig is om dit probleem te verhelpen. Het voorstel zou voorschriften voor de gegevensbehandeling en andere voorwaarden voor het gebruik van het IMI bevatten en administratieve samenwerking mogelijk maken op terreinen waar zulks voor de toepassing van de internemarktwetgeving noodzakelijk is maar niet uitdrukkelijk in de geldende wetgeving is vastgelegd.

Voorstel nr. 46 : In 2011 zal de Commissie komen met een initiatief betreffende het beroep op alternatieve wijzen van geschillenbeslechting in de EU. In dat verband zal de Commissie in 2011 haar goedkeuring hechten aan een aanbeveling betreffende een netwerk van systemen voor alternatieve geschillenbeslechting op het gebied van de financiële diensten. Deze beide initiatieven moeten ervoor zorgen dat in eenvoudige en kostenefficiënte buitengerechtelijke verhaalprocedures wordt voorzien om grensoverschrijdende consumentengeschillen te regelen. Uiterlijk in 2012 zal de Commissie een Europees onlinesysteem voor de beslechting van geschillen in verband met digitale transacties voorstellen. Daarnaast zal de Commissie in 2010-2011 een openbare raadpleging over een Europese aanpak van collectieve vorderingen houden om na te gaan hoe deze in het rechtskader van de Europese Unie en in de interne rechtsorde van de lidstaten kunnen worden ingepast.

Consumenten zullen pas in het volste vertrouwen in een andere lidstaat aankopen doen en profiteren van de rechten die hun bij de Europese wetgeving worden verleend, als zij er zeker van zijn dat zij in geval van problemen verhaal kunnen halen. Rechten die men in de praktijk niet kan doen respecteren, zijn immers van geen enkele waarde. Volgens een recent onderzoek zouden Europese consumenten elk jaar een verlies ter grootte van 0,3% van het Europese bbp lijden als gevolg van problemen met aangekochte goederen of diensten. Alternatieve wijzen van geschillenbeslechting en bijstand in geval van klachten, bijvoorbeeld door de Europese consumentencentra, kunnen een gemakkelijke, snelle en goedkope uitkomst bieden voor consumenten en een verstoring van de relaties tussen ondernemingen en hun klanten voorkomen. Consumenten en ondernemingen zijn echter onvoldoende geïnformeerd over de bestaande systemen voor alternatieve geschillenbeslechting. Ook zijn in tal van sectoren nog geen dergelijke systemen voorhanden. Zo rest in de sector van de financiële diensten consumenten vaak geen andere keuze dan zware en dure gerechtelijke procedures aan te spannen. In sommige lidstaten bestaan er geen mechanismen voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting. Bovendien is tot dusver nog niet gebleken dat de bestaande mechanismen doeltreffend genoeg zijn bij grensoverschrijdende geschillen. Daarom moeten de lacunes in de geografische en sectorale dekking van FIN-NET worden weggewerkt. Bovendien is het niet altijd makkelijk om collectief verhaal te halen, noch via de rechter, noch in een buitengerechtelijk kader. De concurrentie tussen ondernemingen kan worden verstoord als er geen gelijke mededingingsvoorwaarden gelden. Daarnaast gaan er mogelijkheden verloren om schaalvoordelen te behalen door verhaalprocedures te koppelen. Een verbetering van de mechanismen voor alternatieve geschillenbeslechting tussen consumenten en ondernemingen, met name op het gebied van de financiële diensten, zou aanzienlijke voordelen opleveren voor de consumenten, het consumentenvertrouwen versterken en de ontwikkeling van de eengemaakte markt in de hand werken.

Voorstel nr. 47 : In samenspraak met de lidstaten zal de Commissie een vastberadener beleid uitstippelen om de internemarktregelgeving te doen naleven. De Commissie verbindt zich ertoe omzettingsplannen en ontwerp-concordantietabellen op te stellen voor de in de Single Market Act aangekondigde wetgevingsvoorstellen en de gemiddelde termijn voor de behandeling van inbreukdossiers te verminderen. De Commissie roept de lidstaten op hun achterstand bij de omzetting van internemarktrichtlijnen terug te dringen tot 0,5% en kennis te geven van hun concordantietabellen met omzettingsmaatregelen.

Er zijn en er worden nog steeds aanzienlijke inspanningen geleverd om het partnerschap tussen de Commissie en de lidstaten bij de governance van de eengemaakte markt te versterken, met name door de tenuitvoerlegging van de "partnerschapsaanbeveling" van 2009[23]. De niet aflatende inspanningen om tot een betere tenuitvoerlegging van de internemarktregelgeving te komen, hebben reeds vruchten afgeworpen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de geringe gemiddelde omzettingsachterstand die uit het laatste scorebord van de interne markt naar voren komt[24].

Ondanks deze inspanningen duurt het echter gemiddeld zeven maanden langer dan de termijn die in de richtlijnen is vastgesteld om deze volledig in nationaal recht om te zetten[25]. Volgens gepubliceerde statistieken werd in 2008 36%, in 2009 31% en in 2010 30% van de omzettingsmaatregelen te laat meegedeeld[26]. Er zijn echter nog andere lacunes. Zo is de nationale wetgeving niet altijd in overeenstemming met de richtlijnen die erdoor worden omgezet. Ook de lange duur van de formele inbreukprocedures die door de Commissie worden ingeleid en de aanzienlijke achterstand van de nationale autoriteiten bij de uitvoering van de arresten van het Hof zijn pijnpunten die moeten worden aangepakt. Daarnaast moet bij de opstelling van regels en bij de evaluatie en/of wijziging ervan meer aandacht worden besteed aan mogelijke toepassingsproblemen. De Commissie zal ondersteuningsmaatregelen nemen. Zo zal zij systematisch omzettingsplannen opstellen voor de in de Single Market Act aangekondigde wetgevingsvoorstellen. Deze plannen zullen het mogelijk maken omzettingsproblemen in een vroeg stadium te onderkennen.

Ook wat de tenuitvoerlegging en de naleving van de regels betreft, is een extra inspanning vereist. Een dergelijke inspanning is des te noodzakelijker omdat het hier een essentiële voorwaarde voor de goede werking van de eengemaakte markt betreft: voor iedereen moeten dezelfde regels gelden. Dat vereist een vastberaden partnerschap en samenwerking met de lidstaten om de omzettingsachterstand verder terug te dringen. Het vraagt ook wederzijdse inzet om de conformiteit van het nationale recht met de belangrijkste internemarktregelgeving te toetsen door middel van het systematische gebruik van concordantietabellen, die toegankelijk moeten zijn voor burgers en bedrijven. Voor elke nieuwe prioritaire richtlijn waarin de Single Market Act voorziet, zal de Commissie de lidstaten dergelijke tabellen bezorgen. Tevens moeten gezamenlijke inspanningen worden geleverd om de inbreukprocedures van de Commissie sneller te doen verlopen en zich sneller aan de arresten van het Hof te conformeren door zich samen op ambitieuze doelstellingen vast te pinnen. Ook moet er gezamenlijk naar worden gestreefd de systematische gebruikmaking van alternatieve wijzen van geschillenbeslechting, zoals SOLVIT en EU Pilot, te stimuleren.

Voorstel nr. 48 : De Commissie zal het overleg en de dialoog met de civiele samenleving intensiveren bij de opstelling en tenuitvoerlegging van teksten. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de inaanmerkingneming van de standpunten van consumenten, ngo's, vakbonden, ondernemingen, spaarders, gebruikers en territoriale lichamen in het kader van de raadplegingen die aan de aanneming van voorstellen voorafgaan, en met name in het kader van de werkzaamheden van deskundigengroepen.

Het internemarktbeleid kan er alleen maar bij gebaat zijn als een zo breed mogelijk spectrum van belanghebbenden zijn stem laat horen. Nog altijd is slechts een minderheid van de bijdragen die de Commissie ontvangt, afkomstig van andere bronnen dan de beroepsbeoefenaren uit de betrokken sectoren. De standpunten van consumenten, kleine beleggers, kleine ondernemingen, werknemersvertegenwoordigers, ngo's en vertegenwoordigers van lokale gemeenschappen kunnen nuttige inzichten verschaffen in de praktische tenuitvoerlegging van maatregelen en helpen nagaan of voorgestelde beleidsmaatregelen iets concreets bijbrengen voor de burgers.

Voorstel nr. 49 : In 2010 zal de Commissie verder werk maken van één centraal aanspreekpunt waar burgers en ondernemingen online, telefonisch of via persoonlijk contact terecht kunnen voor informatie over en voor bijstand bij de uitoefening van hun rechten in de eengemaakte markt. Zij zal daartoe het internetportaal "Uw Europa" verder ontwikkelen en beter met "Europe Direct" coördineren. Daarnaast zal de Commissie de partnerschappen met de lidstaten versterken opdat de informatie over de nationale regels en procedures ook via dit centrale aanspreekpunt beschikbaar is.

Uit diverse verslagen blijkt dat burgers hun rechten onvoldoende kennen en niet weten tot wie zij zich moeten wenden om deze te laten gelden ingeval zich problemen voordoen, ondanks het feit dat er tal van officiële informatiebronnen bestaan en de Commissie meerdere systemen heeft opgezet die burgers moeten helpen bij de uitoefening van hun rechten. In het licht van deze vaststelling is het portaal "Uw Europa" omgevormd tot een centraal aanspreekpunt en is de verstrekte informatie volledig herschreven uit het oogpunt van de gebruikers. Het is de bedoeling dit portaal de komende maanden bekendheid te geven onder de Europeanen en de beschikbare informatie uit te breiden om deze nog nuttiger te maken, met name door nationale informatie te verstrekken (exacte situatie in elke lidstaat, te vervullen formaliteiten, lokale contacten enz.). Dat is onmogelijk zonder een actieve samenwerking met de lidstaten.

Voorstel nr. 50 : In partnerschap met de lidstaten zal de Commissie de informele instrumenten voor probleemoplossing versterken , onder meer door het project EU Pilot, het SOLVIT-netwerk en de netwerken van Europese consumentencentra verder te versterken en te consolideren. Wat SOLVIT betreft, zal de Commissie op basis van een in 2010 uitgevoerde evaluatie in 2011 concrete voorstellen formuleren. Op langere termijn zal zij nagaan onder welke voorwaarden deze instrumenten en andere alternatieve mechanismen voor geschillenbeslechting eventueel verder kunnen worden uitgebouwd, onder meer door nauwere onderlinge banden tot stand te brengen, om ervoor te zorgen dat zij alle met de eengemaakte markt verband houdende problemen beter kunnen aanpakken.

SOLVIT bestaat inmiddels 8 jaar en sinds het beginjaar is het aantal behandelde gevallen meer dan vertienvoudigd. De centra worden bovendien met alsmaar meer uiteenlopende gevallen geconfronteerd, die strikt genomen soms buiten hun werkterrein vallen. Om ook in de toekomst een optimale werking van het netwerk te garanderen, moet een discussie op gang worden gebracht over het mandaat van SOLVIT, over de middelen om de kwaliteit van het optreden van SOLVIT te waarborgen en over de relatie van SOLVIT met andere instrumenten voor probleemoplossing. Bij deze discussie moet verder worden gekeken dan SOLVIT en moet worden nagegaan hoe op langere termijn kan worden gekomen tot een situatie waarin een systeem voor snelle en informele geschillenbeslechting voorhanden is dat elk probleem kan oplossen waarmee een burger of een onderneming op de eengemaakte markt wordt geconfronteerd. Het netwerk van Europese consumentencentra zal worden onderworpen aan een evaluatie, die in 2011 moet uitmonden in concrete voorstellen ten aanzien van de latere ontwikkeling ervan. Het project "EU Pilot" van zijn kant heeft ten doel nauw met de lidstaten samen te werken zodat problemen bij de toepassing van de internemarktwetgeving sneller kunnen worden opgelost zonder dat het nodig is inbreukprocedures in te leiden. Gezien de uiteenlopende en talrijke problemen die zich nog steeds voordoen, is een versterking van dit project vereist. De Commissie heeft een initiatief genomen om de reikwijdte van het project uit te breiden van 24 tot 27 lidstaten.

Conclusie: naar een Europese publieke discussie

De ambitie van de Single Market Act is het vertrouwen van de Europeanen in hun grote markt te herstellen, zodat deze wederom een instrument ten dienste van de groei wordt en ons in staat stelt de zich aandienende uitdagingen aan te gaan.

Het gaat in de eerste plaats om een algemene aanpak die de Commissie voornemens is te volgen: versterken van de sociale markteconomie door ondernemingen en Europeanen weer centraal te stellen in de eengemaakte markt om het vertrouwen te herwinnen; uitstippelen van een marktbeleid dat ten dienste staat van een duurzame en rechtvaardige groei; zorgen voor instrumenten voor een goede governance, dialoog, partnerschap en evaluatie. Deze algemene aanpak zal een intensievere coördinatie en follow-up van de werkzaamheden van de Commissie en van de andere instellingen vereisen. De follow-upmechanismen waarin in het kader van de kerninitiatieven van de Europa 2020-strategie is voorzien, zullen daarbij ongemoeid worden gelaten.

Het betreft een collectief optreden, dat niet alleen de inzet van de Commissie vereist, maar ook die van het Parlement en de Raad, in hun respectieve rol en met inachtneming van hun eigen procedures. Het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's zullen ervoor zorgen dat ook lokale en regionale volksvertegenwoordigers, sociale en economische partners, verenigingen en actoren van de civiele samenleving bij de discussie worden betrokken. Meer nog: het is de bedoeling dat in de komende maanden in heel Europa een discussie over de Single Market Act wordt gevoerd . Het desbetreffende document zal in hun eigen taal aan alle Europese en nationale parlementen, aan de regionale autoriteiten, met inbegrip van die van de ultraperifere regio's, alsook aan de sociale partners en aan de economische en sociale actoren van de civiele samenleving worden toegezonden. Specifieke informatie-instrumenten zullen ter beschikking worden gesteld van geïnteresseerden.

Op deze wijze zullen de voorwaarden worden geschapen om een echte Europese publieke discussie te voeren over het belang van een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen.

Alle belangstellenden wordt verzocht op het volgende adres hun standpunt kenbaar te maken ten aanzien van het geven van een nieuw elan aan de eengemaakte markt, en met name ten aanzien van de 50 maatregelen die in het voorliggende document worden voorgesteld: http://ec.europa.eu/internal_market/smact. Specifieke informatie-instrumenten zullen ter beschikking worden gesteld van geïnteresseerden.

Alle bijdragen moeten de Commissie uiterlijk op 28 februari 2011 bereiken. Op basis van de ontvangen reacties zal de Commissie de andere instellingen voorstellen zich met hun volle gewicht achter de definitieve versie van de Single Market Act te scharen.

De ontvangen bijdragen zullen op internet worden geplaatst. Belangrijk is dat u de op voornoemde website voorkomende verklaring leest inzake de vertrouwelijke behandeling van uw persoonlijke gegevens en uw bijdrage.

Na afloop van deze publieke discussie en met inachtneming van de daaruit getrokken conclusies wil de Commissie dat alle Europese instellingen zich er begin 2011 toe verbinden om de Single Market Act en de 50 maatregelen die erin zijn vervat, om te vormen tot het definitieve beleidsactieplan voor de periode 2011-2012. Met de verwezenlijking van dit actieplan eind 2012 zou de twintigste verjaardag van de eengemaakte markt op een dynamische manier luister worden bijgezet.

Wanneer in 2012 de in de Single Market Act vervatte initiatieven zijn gerealiseerd, zal worden overgegaan tot een evaluatie van de tenuitvoerlegging ervan en van de behaalde resultaten in termen van duurzame groei en van een versterking van het vertrouwen van de Europeanen in de eengemaakte markt. Voor de beoordeling van deze resultaten zullen indicatoren worden ontwikkeld, die bijvoorbeeld op het volgende betrekking kunnen hebben:

- de ontwikkeling van de kosten voor de verlening van een octrooi;

- de omvang van het goederenverkeer tussen lidstaten als percentage van het bbp van de EU;

- het aandeel van de grensoverschrijdende diensten als percentage van het bbp van de EU en het percentage ondernemingen dat in een andere lidstaat is gevestigd dan de lidstaat waar hun hoofdkantoor is gelegen;

- het aantal via het informatiesysteem voor de interne markt (IMI) geïnterconnecteerde overheidsinstanties en het aantal bevragingen van het systeem; en

- het percentage online en over de grenzen heen aangekochte goederen en diensten.

Op basis van de uitkomst van deze evaluatie zal de Commissie een tweede verdiepingsfase van de eengemaakte markt overwegen, waarbij mogelijk andere groei- en vertrouwensbronnen in een vernieuwde eengemaakte markt zullen kunnen worden onderkend. De Commissie zal daartoe diepgaande onderzoek- en analysewerkzaamheden uitvoeren.

1. Samen met het bedrijfsleven streven naar een krachtige, rechtvaardige en duurzame groei |

1.1 Aanmoedigen en beschermen van creativiteit |

Voorstel nr. 1: | Het Europees Parlement en de Raad dienen het nodige te doen om de voorstellen inzake het octrooi van de Europese Unie, de daarvoor geldende talenregeling en het uniforme systeem voor geschillenbeslechting aan te nemen. Het is de bedoeling dat de eerste EU-octrooien in 2014 worden verleend. | Onver-wijld | Een Innovatie-Unie |

Voorstel nr. 2: | De Commissie zal in 2011 een kaderrichtlijn inzake het beheer van auteursrechten voorstellen teneinde de toegang tot online-inhoud open te stellen door de governance, de transparantie en het elektronische beheer van auteursrechten te verbeteren. De Commissie zal een voorstel voor een richtlijn betreffende "verweesde werken" indienen. | 2011 | Een digitale agenda voor Europa |

Voorstel nr. 3: | In 2010 zal de Commissie komen met een actieplan ter bestrijding van namaak en piraterij dat zowel wetgevende als niet-wetgevende maatregelen zal omvatten. Voorts zal zij in 2011 wetgevingsvoorstellen indienen om het wettelijk kader aan te passen aan de behoeften die door de ontwikkeling van het internet zijn ontstaan. Daarnaast zal zij toezien op een krachtdadiger optreden van de douane op dit gebied en zal zij haar strategie inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen aan een nieuw onderzoek onderwerpen. | 2010/2011 | Een geïntegreerd industriebeleid |

1.2 Aanboren van nieuwe mogelijkheden om tot een duurzame economie te komen |

Voorstel nr. 4: | De Commissie en de lidstaten zullen samenwerken om de interne dienstenmarkt verder uit te bouwen op basis van het proces van wederzijdse evaluatie waarin de Dienstenrichtlijn voorziet en waaraan momenteel door de lidstaten en de Commissie uitvoering wordt gegeven. In 2011 zal de Commissie aangeven welke concrete maatregelen daartoe moeten worden genomen, ook in de sector van de zakelijke dienstverlening. | 2011 |

Voorstel nr. 5: | Uiterlijk eind 2011 zal de Commissie initiatieven nemen met het oog op de ontwikkeling van de elektronische handel in de interne markt. Deze initiatieven zullen hoofdzakelijk worden geconcentreerd op de problemen die consumenten in de digitale economie ondervinden. Het zal daarbij onder meer gaan om een mededeling over het functioneren van de elektronische handel en om voor de lidstaten bedoelde richtsnoeren die een effectieve toepassing moeten waarborgen van de bepaling in de Dienstenrichtlijn ter bestrijding van de discriminatie van afnemers van diensten op grond van hun nationaliteit of verblijfplaats. | 2011 | Een digitale agenda voor Europa Verslag over het burgerschap |

Voorstel nr. 6: | In 2011 zal de Commissie een wijziging van het regelgevingskader voor normalisatie voorstellen teneinde de normalisatieprocedures doeltreffender, efficiënter en participatiever te maken en het beroep op deze procedures tot de diensten uit te breiden. | 2011 | Een geïntegreerd industriebeleid Een Innovatie-Unie Een digitale agenda voor Europa |

Voorstel nr. 7: | In 2011 zal de Commissie komen met een witboek over vervoerbeleid. Daarin zal een maatregelenpakket worden voorgesteld om de geconstateerde resterende belemmeringen tussen de nationale vervoerswijzen en –systemen op te heffen. | 2011 | Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 8: | In 2011 zal de Commissie een voorstel tot herziening van de richtlijn inzake de belastingheffing op energie aannemen opdat de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU ook in de fiscale context beter tot uiting komen. Het is daarbij de bedoeling de minimumaccijnstarieven op de CO2-uitstoot en de energie-inhoud te baseren. | 2011 |

Voorstel nr. 9: | De Commissie zal voorstellen een groep op hoog niveau voor zakelijke dienstverlening op te richten om gevallen van marktfalen te onderzoeken en de problematiek van de normalisatie, innovatie en internationale handel in sectoren zoals logistiek, installatiebeheer, marketing en reclame te bestuderen. |

Voorstel nr. 10: | Vóór 2012 zal de Commissie nagaan of het wenselijk is een initiatief betreffende de ecologische voetafdruk van producten te ontplooien om een antwoord te bieden op het probleem van het milieueffect van producten, met inbegrip van de CO2-uitstoot. In het kader van het initiatief zal worden nagegaan hoe een gemeenschappelijke Europese werkwijze kan worden ontwikkeld voor het evalueren en aangeven van dit effect. | 2012 | Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 11: | Begin 2011 zal de Commissie een energie-efficiëntieplan presenteren om het potentieel voor aanzienlijke energiebesparingen te benutten door het thans in alle energieverbruikende sectoren gevoerde beleid te vervolmaken. | 2011 |

1.3 Maatregelen ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf |

Voorstel nr. 12: | In 2011 zal de Commissie een actieplan aannemen om het mkb betere toegang tot de kapitaalmarkten te bieden. Het actieplan zal maatregelen omvatten om de zichtbaarheid van het mkb bij investeerders te vergroten, een doeltreffend netwerk van specifiek voor het mkb bedoelde beurzen en gereglementeerde markten tot stand te brengen, en de noterings- en openbaarmakingsplichten beter op het mkb toe te snijden. | 2011 | Een Innovatie-Unie |

Voorstel nr. 13: | De Commissie zal vóór eind 2010 het initiatief ten behoeve van het mkb ("Small Business Act") evalueren om er onder meer voor te zorgen dat het beginsel "Think Small First" ingang vindt in het wetgevingsbeleid en -proces teneinde een nauwe band tussen de "Small Business Act" en de Europa 2020-strategie tot stand te brengen. | 2010 | Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 14: | In 2011 zal de Commissie voorstellen de Jaarrekeningenrichtlijnen te herzien teneinde de voorschriften voor financiële verslaglegging te vereenvoudigen en de administratieve beperkingen, en met name die voor het mkb, te verminderen. | 2011 |

1.4 Financieren van innovatie en investeringen op lange termijn |

Voorstel nr. 15: | De Commissie zal overwegen de uitgifte van particuliere obligatieleningen voor de financiering van Europese projecten ("project bonds") te stimuleren. | Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 16: | De Commissie zal maatregelen bestuderen die ertoe kunnen leiden dat particuliere investeringen – en met name die op lange termijn – een actievere bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. Deze maatregelen zouden kunnen slaan op een hervorming van de corporate governance en kunnen bestaan in prikkels voor het verrichten van duurzame en ethische investeringen op lange termijn die voor de verwezenlijking van een slimme, groene en inclusieve groei zijn vereist. Bovendien zal de Commissie er tegen 2012 voor zorgen dat alle in de lidstaten bestaande risicokapitaalfondsen vrijelijk in de gehele Europese Unie kunnen functioneren en investeren (eventueel door een nieuw regelgevingskader in te voeren). Zij zal zich inspannen om elke ongunstige fiscale behandeling van grensoverschrijdende activiteiten te bannen. | 2012 | Een Innovatie-Unie |

Voorstel nr. 17: | Na de lopende evaluatie van de Europese aanbestedingswetgeving en op basis van een brede raadpleging zal de Commissie uiterlijk in 2012 wetgevingsvoorstellen doen ter vereenvoudiging en modernisering van de Europese voorschriften om te komen tot een vlottere gunning van opdrachten en tot een betere aanwending van overheidsopdrachten ter ondersteuning van andere beleidslijnen. | 2012 | Een Innovatie-Unie Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 18: | In 2011 zal de Commissie een wetgevingsinitiatief met betrekking tot concessieovereenkomsten voor diensten nemen. Duidelijke en evenredige voorschriften moeten Europese ondernemingen een betere markttoegang bieden door de transparantie, een gelijke behandeling en identieke spelregels voor alle economische subjecten te garanderen. Dergelijke voorschriften zullen het aangaan van publiek-private partnerschappen aanmoedigen en de kans op een betere prijs/kwaliteitsverhouding voor gebruikers van concessiediensten en overeenkomstsluitende overheidslichamen vergroten. | 2011 |

1.5 Tot stand brengen van een juridisch en fiscaal klimaat dat bevorderlijk is voor het bedrijfsleven |

Voorstel nr. 19: | De Commissie zal initiatieven nemen om tot een betere coördinatie van het nationale fiscale beleid te komen, met name door de indiening in 2011 van een richtlijnvoorstel voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting. | 2011 |

Voorstel nr. 20: | In 2011 zal de Commissie met een nieuwe btw-strategie naar buiten komen op basis van een voor 2010 gepland groenboek waarin het btw-stelsel nogmaals grondig wordt doorgelicht. | 2011 |

Voorstel nr. 21: | In 2011 zal de Commissie wetgeving voorstellen waarbij een onderlinge koppeling tussen vennootschapsregisters tot stand wordt gebracht. | 2011 |

Voorstel nr. 22: | Tegen 2012 zal de Commissie een voorstel voor een besluit indienen dat in de gehele EU de wederzijdse erkenning van elektronische identificatie en authenticatie moet verzekeren op basis van online authenticatiediensten die in alle lidstaten moeten worden aangeboden. In 2011 zal de Commissie een herziening van de richtlijn inzake e-handtekeningen voorstellen teneinde een rechtskader te verschaffen voor de grensoverschrijdende erkenning en interoperabiliteit van elektronische authenticatiesystemen. | 2012 | Een digitale agenda voor Europa |

1.6 Concurrerend zijn op de internationale markten |

Voorstel nr. 23: | De Commissie zal haar samenwerking op regelgevingsgebied met de belangrijkste handelspartners (zowel op bilateraal niveau – regelgevingsdialogen – als op multilateraal niveau – bijvoorbeeld binnen de G20) verder uitbouwen. Zij zal daarbij een tweeledige doelstelling nastreven: bevorderen van de convergentie van de regelgeving (met name door, indien mogelijk, het opzetten van gelijkwaardige regelingen in derde landen aan te moedigen) en ijveren voor de invoering van meer internationale normen. Vanuit deze zienswijze zal zij onderhandelen over internationale handelsakkoorden (zowel op multilateraal als op bilateraal niveau), waarbij in het bijzonder het accent zal worden gelegd op markttoegang en convergentie van de regelgeving, met name wat diensten, intellectuele-eigendomsrechten en subsidies betreft. | Aan de gang | Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 24: | In 2011 zal de Commissie op basis van de nakoming van de door de Europese Unie aangegane internationale verbintenissen een wetgevingsvoorstel voor een communautair instrument indienen om de EU beter in staat te stellen een sterkere symmetrie bij de toegang tot overheidsopdrachten in industrielanden en grote opkomende landen af te dwingen. | 2011 | Mededeling over het handelsbeleid |

2. De Europeanen centraal stellen in de eengemaakte markt voor het herwinnen van het vertrouwen |

2.1 Verbeteren van de openbare dienstverlening en van de essentiële infrastructuurvoorzieningen |

Voorstel nr. 25: | De Commissie zegt toe dat zij uiterlijk in 2011 een mededeling vergezeld van een maatregelenpakket met betrekking tot diensten van algemeen belang zal aannemen. |

Voorstel nr. 26: | In 2011 zal de Commissie overgaan tot een herziening van de communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet en haar goedkeuring hechten aan een voorstel voor een algemeen kader voor de financiering van vervoersinfrastructuur. | 2011 | Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 27: | De Commissie zal een mededeling aannemen over de prioriteiten op het gebied van de energie-infrastructuur tot de periode 2020-2030. Deze mededeling heeft ten doel de totstandkoming van een volledig operationele interne energiemarkt in de hand te werken door een antwoord te bieden op de problematiek van de ontbrekende schakels en door de integratie van hernieuwbare energiebronnen te faciliteren. De voor de verwezenlijking van deze prioriteiten benodigde middelen zullen in 2011 worden voorgesteld in het kader van een nieuw instrument voor Europese energiezekerheid en –infrastructuur. | 2011 | Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 28: | Het Parlement en de Raad dienen hun goedkeuring te hechten aan het voorstel voor een besluit tot vaststelling van een actieprogramma voor het Europees radiospectrum, zodat het Europese radiospectrum efficiënter kan worden beheerd en gebruikt. | Onver-wijld | Een digitale agenda voor Europa |

2.2 Versterken van de solidariteit in de eengemaakte markt |

Voorstel nr. 29: | In het kader van haar nieuwe strategie voor de effectieve tenuitvoerlegging door de Europese Unie van het Handvest voor de grondrechten zal de Commissie erop toezien dat de bij het Handvest gegarandeerde rechten, inclusief het stakingsrecht, in aanmerking worden genomen. De Commissie zal van tevoren een grondige analyse verrichten van het maatschappelijk effect van alle wetgevingsvoorstellen met betrekking tot de eengemaakte markt. | 2011 |

Voorstel nr. 30: | In 2011 zal de Commissie een wetgevingsvoorstel aannemen met het oog op een betere tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers. Dat voorstel zal mogelijk een verduidelijking betreffende de uitoefening van de sociale grondrechten in de context van de economische vrijheden van de interne markt bevatten of met een dergelijke verduidelijking worden aangevuld. | 2011 |

Voorstel nr. 31: | In 2011 zal de Commissie de richtlijn betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (pensioenfondsen) aan een nieuw onderzoek onderwerpen. Op basis van het groenboek van juli 2010 over pensioenen zal zij ook andere voorstellen doen, onder meer om de belemmeringen op te heffen waarmee mobiele werknemers bij de organisatie van hun pensioen worden geconfronteerd. | 2011 |

Voorstel nr. 32: | De Commissie zal overleg plegen met de sociale partners om te komen tot een Europees kader voor het anticiperen op industriële herstructureringen. | 2011 | Een geïntegreerd industriebeleid |

2.3 Toegang tot werk en tot een leven lang leren |

Voorstel nr. 33: | In 2012 zal de Commissie op basis van een evaluatie van het acquis in 2011 komen met een wetgevingsinitiatief tot hervorming van de regelingen voor de erkenning van beroepskwalificaties om de mobiliteit van werknemers te bevorderen en het onderwijs aan de huidige behoeften van de arbeidsmarkt aan te passen. In dat verband zal de mogelijkheid van de invoering van een beroepskaart worden onderzocht. | 2012 | Verslag over het burgerschap |

Voorstel nr. 34: | In samenwerking met de lidstaten zal de Commissie een "jeugd in beweging-kaart" ontwikkelen die moet bijdragen tot een grotere mobiliteit van alle jongeren om in een andere lidstaat te studeren. Zij zal haar speciale website "Jeugd in beweging" verder uitbouwen door informatie te verschaffen over onderwijs op afstand en leermogelijkheden in Europa. | 2012 | Mededeling "Jeugd in beweging" |

Voorstel nr. 35: | In partnerschap met de lidstaten zal de Commissie een Europees kader voor kwalificaties opzetten. Zij zal komen met een voorstel voor een aanbeveling van de Raad tot bevordering en validatie van buitenschoolse opleiding ("non formal and informal learning"). De Commissie zal tevens de invoering van een "Europees vaardighedenpaspoort" voorstellen, dat een overzicht zal geven van de kennis en competenties die Europese burgers in de loop van hun hele leven hebben verworven. Zij zal ook zorgen voor een "schakelschema" tussen het Europees kwalificatiekader en de nomenclatuur van de beroepen in Europa. | 2011 | Mededeling "Jeugd in beweging" |

2.4 Nieuwe instrumenten voor de sociale markteconomie |

Voorstel nr. 36: | In 2011 zal de Commissie een "Initiatief voor een Sociaal Ondernemerschap" presenteren ter ondersteuning en begeleiding van de ontwikkeling van innoverende projecten van ondernemingen op sociaal gebied binnen de eengemaakte markt. Daarbij is met name een rol weggelegd voor sociale ratings, ethische en milieulabels en aanbestedingen. Voorts is het de bedoeling een nieuwe regeling voor beleggingsfondsen in te voeren en slapende spaargelden te activeren. | 2011 |

Voorstel nr. 37: | Om meerdere redenen die hoofdzakelijk samenhangen met de aard van de financiering of de keuze van de aandeelhouders of de betrokken partijen die de zeer innoverende projecten op sociaal, economisch en soms technologisch gebied ondersteunen of begeleiden, is bij de structurering van de sociale economie sprake van een heel spectrum van verschillende juridische statuten (stichtingen, coöperatieve vennootschappen, onderlinge waarborgmaatschappijen enz.). De Commissie zal maatregelen voorstellen om de kwaliteit van de juridische structuren in kwestie te verbeteren teneinde de werking ervan te optimaliseren en de ontwikkeling ervan binnen de eengemaakte markt te faciliteren. | 2011/2012 |

Voorstel nr. 38: | De Commissie zal een openbare raadpleging (groenboek) over corporate governance houden. Zij zal ook een openbare raadpleging organiseren over mogelijke opties om de transparantie te verbeteren van de informatie die ondernemingen over sociale en milieuaspecten en de eerbiediging van de mensenrechten verstrekken. Deze raadplegingen kunnen in wetgevingsinitiatieven uitmonden. | 2011/2012 | Een geïntegreerd industriebeleid |

2.5 Een eengemaakte markt ten dienste van consumenten |

Voorstel nr. 39: | In 2011 zal de Commissie een meerjarenactieplan opstellen voor de ontwikkeling van een Europees markttoezicht. Daarnaast zal zij samen met de nationale douanediensten en markttoezichthouders in 2011 richtsnoeren uitwerken voor douanecontroles op het gebied van productveiligheid. De Commissie zal tevens een herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid voorstellen om een samenhangend en doeltreffend kader voor de veiligheid van consumptiegoederen in de EU tot stand te brengen. | 2011 | Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 40: | Begin 2011 zal de Commissie komen met een wetgevingsinitiatief op het gebied van de toegang tot sommige basisbankdiensten. Zij zal tevens de banksector verzoeken vóór eind 2011 een zelfreguleringsinitiatief te nemen om tot een grotere transparantie en vergelijkbaarheid van de bankkosten te komen. | 2011 |

Voorstel nr. 41: | Uiterlijk in februari 2011 zal de Commissie een richtlijn voorstellen teneinde een geïntegreerde markt voor hypothecair krediet tot stand te brengen waarop consumenten een hoog niveau van bescherming genieten. | 2011 |

Voorstel nr. 42: | De Commissie zal dit jaar nog een mededeling aannemen waarin zal worden aangegeven met welke fiscale belemmeringen Europese burgers nog steeds worden geconfronteerd en hoe deze kunnen worden opgeheven. | 2010 | Verslag over het burgerschap |

Voorstel nr. 43: | In het licht van de gevolgen voor het luchtverkeer van de recente vulkaanuitbarsting op IJsland zal de Commissie in de loop van 2012 haar goedkeuring hechten aan een voorstel tot wijziging van de verordening betreffende de rechten van vliegtuigpassagiers. Ingeval het wetgevingsvoorstel betreffende het wegvervoer (autobussen en touringcars) wordt aangenomen, zal zij in datzelfde jaar komen met een mededeling over de passagiersrechten in alle vervoerswijzen. | 2012 | Verslag over het burgerschap |

3. Dialoog, partnerschap, evaluatie: instrumenten voor een goede governance van de eengemaakte markt |

Voorstel nr. 44: | De Commissie en de lidstaten zullen samenwerken om de interne markt verder uit te bouwen door de evaluatie van het acquis te versterken, met name op basis van het proces van wederzijdse evaluatie waarin de Dienstenrichtlijn voorziet en waaraan momenteel door de lidstaten en de Commissie uitvoering wordt gegeven. Het in de Dienstenrichtlijn neergelegde proces van wederzijdse evaluatie zal tot andere cruciale internemarktwetgeving worden uitgebreid. | Een geïntegreerd industriebeleid |

Voorstel nr. 45: | Begin 2011 zal de Commissie een strategie presenteren om het informatiesysteem voor de interne markt (IMI) in 2011 tot andere wetgevingsterreinen uit breiden en om een echt "face to face"-onlinenetwerk van Europese overheidsdiensten tot stand te brengen. Aan deze strategie zal vorm worden gegeven via een wetgevingsvoorstel. | 2011 |

Voorstel nr. 46: | In 2011 zal de Commissie komen met een initiatief betreffende het beroep op alternatieve wijzen van geschillenbeslechting in de EU. In dat verband zal de Commissie in 2011 haar goedkeuring hechten aan een aanbeveling betreffende een netwerk van systemen voor alternatieve geschillenbeslechting op het gebied van de financiële diensten. Deze beide initiatieven moeten ervoor zorgen dat in eenvoudige en kostenefficiënte buitengerechtelijke verhaalprocedures wordt voorzien om grensoverschrijdende consumentengeschillen te regelen. Uiterlijk in 2012 zal de Commissie een Europees onlinesysteem voor de beslechting van geschillen in verband met digitale transacties voorstellen. Daarnaast zal de Commissie in 2010-2011 een openbare raadpleging over een Europese aanpak van collectieve vorderingen houden om na te gaan hoe deze in het rechtskader van de Europese Unie en in de interne rechtsorde van de lidstaten kunnen worden ingepast. | 2011 | Een digitale agenda voor Europa Verslag over het burgerschap |

Voorstel nr. 47: | In samenspraak met de lidstaten zal de Commissie een vastberadener beleid uitstippelen om de internemarktregelgeving te doen naleven. De Commissie verbindt zich ertoe omzettingsplannen en ontwerp-concordantietabellen op te stellen voor de in de Single Market Act aangekondigde wetgevingsvoorstellen en de gemiddelde termijn voor de behandeling van inbreukdossiers te verminderen. De Commissie roept de lidstaten op hun achterstand bij de omzetting van internemarktrichtlijnen terug te dringen tot 0,5% en kennis te geven van hun concordantietabellen met omzettingsmaatregelen. | 2011 |

Voorstel nr. 48: | De Commissie zal het overleg en de dialoog met de civiele samenleving intensiveren bij de opstelling en tenuitvoerlegging van teksten. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de inaanmerkingneming van de standpunten van consumenten, ngo's, vakbonden, ondernemingen, spaarders, gebruikers en territoriale lichamen in het kader van de raadplegingen die aan de aanneming van voorstellen voorafgaan, en met name in het kader van de werkzaamheden van deskundigengroepen. | 2011 | Verslag over het burgerschap |

Voorstel nr. 49: | In 2010 zal de Commissie verder werk maken van één centraal aanspreekpunt waar burgers en ondernemingen online, telefonisch of via persoonlijk contact terecht kunnen voor informatie over en voor bijstand bij de uitoefening van hun rechten in de eengemaakte markt. Zij zal daartoe het internetportaal "Uw Europa" verder ontwikkelen en beter met "Europe Direct" coördineren. Daarnaast zal de Commissie de partnerschappen met de lidstaten versterken opdat de informatie over de nationale regels en procedures ook via dit centrale aanspreekpunt beschikbaar is. | 2010 | Verslag over het burgerschap |

Voorstel nr. 50: | In partnerschap met de lidstaten zal de Commissie de informele instrumenten voor probleemoplossing versterken , onder meer door het project EU Pilot, het SOLVIT-netwerk en de netwerken van Europese consumentencentra verder te versterken en te consolideren. Wat SOLVIT betreft, zal de Commissie op basis van een in 2010 uitgevoerde evaluatie in 2011 concrete voorstellen formuleren. Op langere termijn zal zij nagaan onder welke voorwaarden deze instrumenten en andere alternatieve mechanismen voor geschillenbeslechting eventueel verder kunnen worden uitgebouwd, onder meer door nauwere onderlinge banden tot stand te brengen, om ervoor te zorgen dat zij alle met de eengemaakte markt verband houdende problemen beter kunnen aanpakken. | 2011 |

[1] Verslag van Mario Monti aan de voorzitter van de Europese Commissie: "A new strategy for the single market", 9 mei 2010, blz. 7.

[2] Voornoemd verslag van Mario Monti, blz. 20.

[3] Voornoemd verslag van Mario Monti, blz. 7.

[4] Bron: diensten van de Commissie.

[5] Gebaseerd op het "QUEST"-model.

[6] Bron: diensten van de Commissie. Deze raming berust op de veronderstelling dat een aantal maatregelen wordt getroffen, waarvan sommige in deze mededeling zijn opgenomen (namelijk maatregelen ter verlichting van de administratieve en regelgevingslasten en ter bevordering van open overheidsopdrachten). Aangezien het geraamde effect grotendeels voortvloeit uit de tenuitvoerlegging van de Dienstenrichtlijn en het moeilijk, zo niet onmogelijk is het effect in te schatten van een niet-onaanzienlijk aantal andere maatregelen, die dus niet in deze raming zijn meegenomen, mag het cijfer van 4% als een conservatieve schatting worden beschouwd.

[7] Voornoemd verslag, blz. 32.

[8] OECD (2007), The Economic Impact of Counterfeiting and Piracy , Parijs.

[9] Zie: http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_263_en.pdf.

[10] Zie: http://ec.europa.eu/internal_market/retail/docs/monitoring_report_en.pdf .

[11] "Verwachte economische effecten van de Europese Dienstenrichtlijn", Centraal Planbureau (CPB), november 2007.

[12] Zoals aangekondigd in de digitale agenda voor Europa en het verslag over het burgerschap van de EU 2010.

[13] Mededeling over het industriebeleid, COM(2010) 614 van 27.10.2010.

[14] Verslag van 5.7.2010. Zie: http://ec.europa.eu/internal_market/retail/docs/monitoring_report_en.pdf .

[15] COM(2010) 301.

[16] In 2009 maakten grensoverschrijdende overheidsaankopen slechts ongeveer 1,5% van alle gunningen van overheidsopdrachten uit. Er zijn veel minder grensoverschrijdende overheidsopdrachten dan grensoverschrijdende particuliere bestellingen, hetgeen doet vermoeden dat de voordelen die grensoverschrijdende handel en concurrentie te bieden hebben, niet optimaal worden benut.

[17] Een vermindering met 10% van de administratieve lasten van ondernemingen zou het bbp met 0,6% doen toenemen.

[18] "Strategy for the effective implementation of the Charter of Fundamental Rights by the European Union", COM(2010) 573 definitief van 19.10.2010.

[19] Artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

[20] Bron: DG ENER.

[21] "Strategy for the effective implementation of the Charter of Fundamental Rights by the European Union", COM(2010) 573 definitief van 19.10.2010.

[22] In het kader van haar programma "Jeugd in beweging" heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een aanbeveling van de Raad (COM(2010) 478 van 15.9.2010) om deze belemmeringen op te heffen.

[23] Aanbeveling 2009/524/EG van de Commissie van 29 juni 2009 over maatregelen ter verbetering van de werking van de interne markt.

[24] Zie Scorebord van de interne markt nr. 21.

[25] Zie Scorebord van de interne markt nr. 21.

[26] De cijfers zijn gebaseerd op het aantal ingeleide inbreukprocedures en op de gegevens die zijn bekendgemaakt op: http://ec.europa.eu/community_law/directives/directives_communication_en.htm.