Bijlagen bij SEC(2002)1144 - Nota van wijzigingen nr. 3 bij het voorontwerp van begroting 2003 - Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I opgenomen producten (ongewijzigd)

kredieten in het voorontwerp van begroting: 415 miljoen EUR

kredieten na de nota van wijzigingen: 415 miljoen EUR

Dit hoofdstuk heeft betrekking op producten die worden verkregen door de verwerking van landbouwproducten zoals granen, suiker, zuivelproducten en eieren, tot alcoholhoudende dranken op basis van granen, producten op basis van chocolade, bereidingen voor diëten of voor culinair gebruik, bakproducten, enz.

Voor de begrotingsmiddelen van dit hoofdstuk geldt een WTO-maximum van 415 miljoen EUR. Hoewel de nota van wijzigingen hier geen verandering in brengt, is er wel enige wijziging in de hoeveelheden en restituties voor de basisproducten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Hoofdstuk 31 - Voedselprogramma's (-2 miljoen EUR)

kredieten in het voorontwerp van begroting: 308 miljoen EUR

kredieten na de nota van wijzigingen: 306 miljoen EUR

De kredieten voor de restituties in verband met voedselhulp zijn met 2 miljoen EUR verlaagd, gezien de kleinere hoeveelheid melkpoeder die in het verleden voor dit doel is gebruikt.

Hoofdstuk 32 - POSEI (+8 miljoen EUR)

kredieten in het voorontwerp van begroting: 256 miljoen EUR

kredieten na de nota van wijzigingen: 264 miljoen EUR

Deze verhoging is een gevolg van de aanwezigheid van nog niet betaalde kredieten op de begroting 2002 voor bepaalde ondersteunende maatregelen: steun voor de verwerking van ananas (POSEIDOM), en steun ten behoeve van de dierlijke productie (POSEIDOM en POSEIMA).

Hoofdstuk 33 - Veterinaire en fytosanitaire maatregelen

Aangezien nog niet zeker is in welke mate de door de lidstaten gemaakte kosten (voor de uitroeiing van mond- en klauwzeer) zullen worden terugbetaald, is de mogelijkheid dat het in begrotingsonderdeel B1-332 (noodfonds) vermelde bedrag met het passende begrotingsinstrument wordt gecorrigeerd.

Hoofdstuk 39 - Andere maatregelen (agro-monetaire steun) (-37 miljoen EUR)

kredieten in het voorontwerp van begroting: 55 miljoen EUR

kredieten na de nota van wijzigingen: 18 miljoen EUR

De uitgaven voor de agrimonetaire compensatiebetalingen nemen af (-29 miljoen EUR), vooral omdat het Verenigd Koninkrijk niet van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt.

Thans wordt voor de directe steunregeling voor kleine producenten een bedrag van 2 miljoen EUR opgevoerd, aangezien sommige boeren in Italië van de maatregel gebruik zullen gaan maken.

Voor genetische hulpbronnen was in het VOB een krediet van 10 miljoen EUR opgenomen in het reservehoofdstuk B0-40, bestemd voor artikel B1-392 van het EOGFL-Garantie, op basis van het voorstel van de Commissie voor een nieuwe verordening van de Raad tot goedkeuring van de voortzetting van de maatregelen inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (COM(2001) 617 def.).

De andere instellingen, en met name de Raad, zijn echter sterk gekant tegen de voorgestelde financiering uit hoofde van het EOGFL-Garantie, omdat dit ongeschikt wordt geacht voor het beheer van multinationale projecten. Deze projecten zouden daarentegen moeten worden gefinancierd op basis van hoofdstuk B2-51 (artikel B2-517).

De Commissie is het ermee eens dat de maatregel niet dient te worden gefinancierd uit het EOGFL-Garantie en opnieuw onder artikel B2-517 dient te worden ondergebracht. Gezien het feit dat de maatregel thans rechtstreeks door de Commissie zal worden beheerd en dat 2003 het eerste jaar van tenuitvoerlegging zal zijn, bedragen de daartoe benodigde kredieten op begrotingsonderdeel B2-517 echter slechts 1,5 miljoen EUR. Dit bedrag dient in de reserve te worden opgenomen totdat een gewijzigde rechtsgrond wordt goedgekeurd. Voor de komende jaren worden de behoeften geraamd op circa 4 miljoen EUR per jaar.

2.2. Subrubriek 1b: plattelandsontwikkeling

Hoofdstuk 40 - Plattelandsontwikkeling (ongewijzigd)

kredieten in het voorontwerp van begroting: 4 698 miljoen EUR

kredieten na de nota van wijzigingen: 4 698 miljoen EUR

De Commissie heeft haar standpunt ten aanzien van het totaal van de kredieten, dat overeenkomt met het maximum van de financiële vooruitzichten, niet gewijzigd.

De lidstaten hebben evenwel, overeenkomstig Verordening nr. 1750/2000, op 30 september 2002 hun uitgavenramingen voor 2003 bij de Commissie ingediend, en deze ramingen liggen boven het in het VOB vermelde bedrag van 4 698 miljoen EUR.

De Commissie heeft derhalve de verdeling van de kredieten over de verschillende maatregelen bijgewerkt op basis van de mededelingen van de lidstaten.

2.3. Wijzigingen in de nomenclatuur en in de begrotingstoelichting

Het Europees Parlement heeft, in het belang van de transparantie op het gebied van dierenwelzijn, verzocht om een splitsing van de begrotingsonderdelen inzake uitvoerrestituties voor dieren, zodat restituties voor vlees en voor levende dieren op verschillende plaatsen in de begroting worden opgenomen. De Commissie is bereid deze wijziging voor wat de sectoren runderen en rundvlees te aanvaarden, aangezien er met betrekking tot de andere dierlijke sectoren geen of nauwelijks uitvoer van levende dieren plaatsvindt. Voorgesteld wordt derhalve artikel B1-210 op te splitsen in twee posten: B1-2100 voor uitvoerrestituties voor rundvlees, en B1-2101 voor uitvoerrestituties voor levende runderen. De totale kredieten voor deze twee posten dienen gelijk te zijn aan de totale in het huidige artikel B1-210 opgenomen kredieten, te weten 534 miljoen EUR.

Gezien het voorstel om de maatregel inzake genetische hulpbronnen op grond van B2-517 te financieren, zal artikel B1-392 worden geschrapt.

Wat artikel B2-511 betreft ("controles op de toepassing van de landbouwregelingen") dienen de verwijzingen naar de rechtsgrondslag te worden aangevuld.

3. RUBRIEK 4: EXTERNE MAATREGELEN

3.1. Internationale visserijovereenkomsten

De Commissie stelt voor het voorontwerp van begroting als volgt te wijzigen:

- Post B7-8000 (Internationale visserijovereenkomsten): 179 642 450 EUR aan vastleggingskredieten, (149 545 000 EUR in het VOB), en 185 392 450 EUR aan betalingskredieten, (155 295 000 EUR in het VOB) voor overeenkomsten die op 31 december 2002 van kracht zijn.

- De nota van wijzigingen stelt voor in hoofdstuk B0-40 (voorzieningen) op te nemen: 8 323 550 EUR aan vastleggingskredieten, een daling van 38 421 000 EUR ten opzichte van het VOB, en 8 004 550 EUR aan betalingskredieten, een daling van 38 102 000 EUR ten opzichte van het VOB.

Post B7-8000 is derhalve verhoogd met 30 097 450 EUR, zowel voor vastleggingskredieten als betalingskredieten. De in de reserve opgenomen bedragen zijn met hetzelfde bedrag verlaagd omdat veel van de onzekerheden die tijdens de opstelling van het VOB bestonden, zijn weggenomen. Het netto-effect is derhalve nihil omdat de verhoging van post B7-8000 mogelijk is gemaakt door een dienovereenkomstige verlaging van hoofdstuk B0-40.

De voornaamste redenen om deze wijzigingen ten opzichte van het VOB aan te brengen zijn:

* In 2002 zijn drie overeenkomsten verlengd (Angola, Senegal, Sao Tomé en Principe); deze zijn reeds aan de begrotingsautoriteit voorgelegd of zullen binnenkort worden voorgelegd (voor een totaalbedrag van 32 137 500 EUR).

* Wat de "reserve" betreft, deze moet ruimte bevatten voor het sluiten van nog eens zeven mogelijke nieuwe overeenkomsten/financiële protocollen: Equatoriaal-Guinea (in 2001 geparafeerd maar nog altijd niet ondertekend), Ivoorkust, Mauritius, Republiek Guinee, Kiribati (in 2002 geparafeerd maar nog niet bij de begrotingsautoriteit ingediend), Mozambique en Rusland.

* Ten slotte zijn de betalingskredieten van post B7-8000 in totaal ongeveer 5,75 miljoen EUR hoger dan de vastleggingskredieten om bepaalde uitstaande betalingen te kunnen verrichten.

3. Een voorlopige raming van het begrotingsoverschot na de uitvoering van de begroting 2002

Naast de bekende onderdelen van de traditionele ad hoc nota van wijzigingen wil de Commissie, evenals vorig jaar, iets toevoegen in verband met het saldo van 2002. Krachtens artikel 32 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naar gelang het een overschot of een tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar bij de ontvangsten of de uitgaven opgenomen. De tweede alinea van dit artikel bepaalt dat de ramingen van deze ontvangsten of uitgaven in de begroting worden opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van een nota van wijzigingen.

De Commissie is van mening dat als voorzichtige raming het saldo van 500 miljoen EUR kan worden opgenomen in het VOB 2003. Evenals vorig jaar vloeit dit niet voort uit een overschot aan ontvangsten, maar uit besparingen op de begroting 2002 in rubriek 1 (landbouw) waarvoor het boekjaar, behalve wat de maatregelen betreft die rechtstreeks door de Commissie worden beheerd, reeds is afgesloten. Ten aanzien van de Structuurfondsen zal de Commissie ernaar streven zoveel mogelijk betalingen te verrichten, ondanks het feit dat de lidstaten hun aanvragen zeer laat hebben ingediend. Een deel van de beschikbare middelen zullen bovendien voor het EU-solidariteitsfonds moeten worden gebruikt. Daarom wordt in dit stadium in deze raming voor rubriek 2 nog geen overschot opgenomen.


5. OVERZICHTSTABEL VOLGENS DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(*) inclusief bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling, overeenkomstig voetnoot 2 in de tabellen van de financiële vooruitzichten en het financieel kader voor de EU21 die zijn gehecht aan het IIA van 6.5.1999.

(**) inclusief gebruik van het flexibiliteitsinstrument.