Bijlagen bij SEC(2005)1091 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 7/2005

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage wordt een overzicht gegeven van de werkelijke begrotingsuitvoering voor de in de periode van 16 oktober 2004 tot en met 31 mei 2005 verrichte betalingen en worden de betrokken uitgaven vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000 betreffende de begrotingsdiscipline[1].

2. OPMERKINGEN OVER DE UITVOERING VAN DE BEGROTING 2005

Hier volgt een beknopte toelichting bij de belangrijkste verschillen tussen het werkelijke en het door de indicator aangegeven uitvoeringsniveau voor onderdelen van de begroting 2005 (NB: tussen haakjes is het bedrag van de overbesteding (+) of onderbesteding (–) ten opzichte van de indicator vermeld).

2.1. Monetaire factoren

Koers van de euro ten opzichte van de dollar

De uitgaven voor de genoemde periode zijn inclusief de gevolgen van schommelingen van de koers van de euro ten opzichte van de dollar. Bij een groot deel van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten, vooral die voor granen en suiker, en bij sommige vormen van interne steun zoals de steun voor katoen wordt de hoogte van de uitgaven mede bepaald door de koers van de euro ten opzichte van de dollar.

De door de begrotingsautoriteit vastgestelde begroting is gebaseerd op de kredieten waarom was gevraagd in het VOB 2005, dat was opgesteld op basis van een gemiddelde koers van 1 EUR = 1,25 $. Op te merken valt dat de gemiddelde koers in de periode van 1 augustus 2004 tot en met 31 mei 2005 op ongeveer 1 EUR = 1,28 $ kwam en dus ongeveer 2% hoger was dan de voor de opstelling van het VOB 2005 gebruikte koers.

2.2. Subrubriek 1a – Marktfactoren

2.2.1. Marktmaatregelen voor granen (+ 67,7 miljoen EUR)

De Commissie blijft bij haar mening zoals uiteengezet in het verslag van de vorige maand (alarmsysteemverslag nr. 6/2005). Met name verwacht de Commissie nog steeds een belangrijke overbesteding van de kredieten voor dit begrotingsartikel wegens de toenemende openbare opslag van granen als gevolg van de zeer overvloedige oogst in het verkoopseizoen 2004/2005.

2.2.2. Rechtstreekse betalingen voor akkerbouwgewassen (+ 306,0 miljoen EUR)

De Commissie staat nog steeds achter haar in alarmsysteemverslag nr. 6/2005 verwoorde opvatting dat de huidige overbesteding van de kredieten voor dit begrotingsartikel ten opzichte van de indicator niet overeenstemt met het waarschijnlijke resultaat op jaarbasis. Uitgaande van de betalingen die de lidstaten verwachten op basis van de door hen meegedeelde parameters met betrekking tot de uitvoering van deze regeling, schat de Commissie de overbesteding ten opzichte van de in de begroting 2005 beschikbare kredieten aan het einde van het begrotingsjaar op ongeveer 200,0 miljoen EUR.

2.2.3. Suiker (– 163,1 miljoen EUR)

De huidige onderbesteding ten opzichte van de indicator voor dit begrotingsartikel komt doordat de betalingen van uitvoerrestituties in een trager tempo verlopen dan in de voorgaande begrotingsjaren. Aanzienlijke hoeveelheden suiker worden ingeleverd voor openbare opslag (bij het opstellen van dit verslag reeds ongeveer 440 000 ton), maar het effect daarvan op de uitgaven voor deze sector is nog niet merkbaar. Hoe hoog de totale uitgaven ten laste van dit begrotingsartikel zullen uitvallen, zal afhangen van de hoeveelheden suiker die aan het einde van het begrotingsjaar nog in voorraad zijn.

2.2.4. Olijfolie (– 6,1 miljoen EUR)

De Commissie heeft een besluit genomen over het definitieve bedrag van de productiesteun voor olijfolie. De daaruit voortvloeiende uitgaven zullen in de buurt liggen van de op de begroting 2005 uitgetrokken kredieten.

2.2.5. Vezelgewassen (+ 97,3 miljoen EUR)

Ook in deze sector heeft de Commissie een besluit genomen over een definitief steunbedrag, namelijk dat voor katoen. Als gevolg daarvan zullen de uitgaven voor katoen ongeveer 67,0 miljoen EUR hoger zijn dan het bedrag dat er op de begroting 2005 voor is uitgetrokken.

2.2.6. Rechtstreekse steun van horizontale aard (+ 56,8 miljoen EUR)

Zoals reeds is vermeld in alarmsysteemverslag nr. 6/2005, zal sprake zijn van een overbesteding van de kredieten voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling, waarvan acht van de tien nieuwe lidstaten gebruik maken. Die overbesteding zal worden veroorzaakt door het effect van de dubbele koers: de betrokken lidstaten behoren niet tot de eurozone en betalen de steun uit in hun nationale valuta.

2.2.7. Melk en zuivelproducten (– 441,0 miljoen EUR)

In deze sector is al sinds de betalingen in de maand februari sprake van een onderbesteding ten opzichte van de indicator. De Commissie verwacht dat er ook aan het einde van het begrotingsjaar nog steeds een onderbesteding zal zijn en dat de huidige omvang ervan nog bijna zou kunnen verdubbelen als de gunstige omstandigheden op de interne en de externe markten voortduren. Dankzij die gunstige omstandigheden heeft de Commissie de bedragen van de uitvoerrestituties en van de steun op de interne markt voor de verschillende producten van deze sector kunnen verlagen vergeleken met de steunniveaus waarvan voor de begroting 2005 was uitgegaan, wat heeft geleid tot de genoemde onderbesteding.

2.2.8. Rundvlees (+ 340,3 miljoen EUR)

De Commissie is niet verbaasd over de overbesteding die de uitgaven in deze sector beginnen te vertonen ten opzichte van de indicator, en verwacht dat die overbesteding tot het einde van het begrotingsjaar zal voortduren als de lidstaten alle runderpremies betalen die volgens de beschikbare gegevens verschuldigd zijn voor 2004.

2.2.9. Goedkeuring van de rekeningen (– 500,0 miljoen EUR)

Zoals reeds in alarmsysteemverslag nr. 6/2005 is vermeld, is de verwachting dat de bedragen die van de lidstaten worden teruggevorderd in het kader van de rechtmatigheidsgoedkeuring van de rekeningen, aan het einde van het begrotingsjaar ongeveer – 170,0 miljoen EUR groter zullen blijken te zijn dan voor de begroting is geraamd.

2.3. Subrubriek 1b – Plattelandsontwikkeling (+ 71,9 miljoen EUR)

De kredieten voor vastlegging voor plattelandsontwikkeling in 2005 zijn zowel bij de maatregelen voor de EU-15 als bij het overgangsinstrument voor de nieuwe lidstaten vastgesteld op het desbetreffende maximum in het kader van deze subrubriek.

Bij het overgangsinstrument wordt gewerkt met gesplitste kredieten. Eind april 2005 waren zoals verwacht alle voor dit instrument beschikbare vastleggingskredieten gebruikt. Van de betrokken betalingskredieten ten bedrage van 1 369,4 miljoen EUR is in de verslagperiode 920,3 miljoen EUR besteed.

Het gaat bij de huidige overbesteding dus om de in het EOGFL-Garantie beschikbare kredieten voor vastlegging voor plattelandsontwikkeling in de EU-15. Zoals gezegd, zijn die kredieten vastgesteld op het maximum. De huidige overschrijding is dan ook van tijdelijke aard. Bij deze subrubriek is een overschrijding aan het einde van het begrotingsjaar niet mogelijk.

3. CONCLUSIES

Wat subrubriek 1a betreft, hebben de lidstaten in de periode van 16 oktober 2004 tot en met 31 mei 2005 in totaal 36 774,1 miljoen EUR besteed, wat 85,8% van de beschikbare kredieten is. Voor de genoemde periode betekent dit voor subrubriek 1a een overbesteding ten opzichte van de indicator ten bedrage van ongeveer 261,4 miljoen EUR. Dit is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de sector plantaardige producten, terwijl voor de sector dierlijke producten juist sprake was van een onderbesteding. Op dit moment verwacht de Commissie dat de tendens van de uitgaven in vergelijking met de indicator zich zowel voor de sector plantaardige producten (overbesteding) als voor de sector dierlijke producten (onderbesteding) zal voortzetten tot het einde van het begrotingsjaar.

Wat subrubriek 1b betreft, hebben de lidstaten in de periode van 16 oktober 2004 tot en met 31 mei 2005 in totaal 3 506,4 miljoen EUR besteed, wat overeenkomt met 51,3% van de beschikbare kredieten. Op dit moment verwacht de Commissie dat de op de begroting 2005 uitgetrokken kredieten voor plattelandsontwikkeling in overeenstemming met die begroting zullen worden besteed.

[pic]

[1] PB L 244 van 29.9.2000, blz. 27.