Bijlagen bij SEC(2000)1356 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem N° 8/2000

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I vermelde producten // + 23 mln EUR


// (uitgaven : 416 mln EUR)

(indicator : 393 mln EUR)

De overbesteding is toe te schrijven aan de hogere uitgaven voor verschillende basisproducten (producten op basis van graan, boter en ondermelk). Er zijn vooral grotere hoeveelheden geëxporteerd.

Om de uitgaven te beperken, heeft de Commissie midden mei de afgifte van uitvoercertificaten die recht geven op betaling van de uitvoerrestitutie geschorst.

De besteding aan het einde van het begrotingsjaar ten opzichte van de uitgetrokken middelen hangt met name af van de mate waarin de vóór die datum afgegeven certificaten gebruikt zullen zijn en van het tempo waarin de betaalorganen van de lidstaten de betalingen uitvoeren.

Hoofdstuk B1-37 : Goedkeuring van de rekeningen en verlaging van de voorschotten //


Onder dit hoofdstuk, dat buiten het systeem van de indicator wordt gehouden, vallen de financiële correcties waartoe in het kader van de goedkeuring van de rekeningen wordt besloten, en ook de verlagingen en schorsingen van voorschotten (verlaging/schorsing van maandelijks te vergoeden bedragen) voor de lidstaten.

Aan het einde van het begrotingsjaar zullen de geboekte uitgaven ongeveer op het niveau van de begrotingsmiddelen uitkomen. De ontvangsten in verband met de goedkeuring van de rekeningen zullen iets lager zijn dan geraamd, maar dit zal worden gecompenseerd door hogere bedragen uit de verlagingen van de voorschotten. Deze verlagingen houden met name verband met:

- het niet innen van de extra heffing voor melk voor het melkprijsjaar 1998/1999 in Italië (- 64 miljoen EUR),

- tekortkomingen bij de toepassing van het geïntegreerde systeem in Griekenland ( - 75 miljoen EUR),

- correcties voor verschillende lidstaten in verband met overschrijdingen van de betalingstermijnen (- 10 miljoen EUR).

3.3.2. Subrubriek 1b: plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen

Hoofdstuk B1-40 : Plattelandsontwikkeling // - 1 446 mln EUR


// (uitgaven : 1 279 mln EUR)

(indicator : 2 726 mln EUR)

De onderbesteding is een gevolg van het feit dat de Commissie de nieuwe programma's voor 2000-2006 nog niet heeft goedgekeurd. Voorlopig kan de Commissie alleen de uitgaven voor de vroegere begeleidende maatregelen in aanmerking nemen, terwijl de overige uitgaven voor plattelandsontwikkeling pas na de goedkeuring van deze programma's aan de begroting van het EOGFL-Garantie toegerekend kunnen worden.

De ramingen van de lidstaten geven aan dat de uitgaven uiteindelijk veel lager zullen uitkomen dan de begrotingskredieten.

4. Conclusies

Voor augustus 2000 (uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 1999 tot en met 30 juni 2000) is van de kredieten van rubriek 1 van de begroting een bedrag van 33 972 mln euro, d.w.z. 82,9 %, besteed.

4.1. Besteding van de kredieten voor subrubriek 1a

De uitgaven voor subrubriek 1a (traditionele uitgaven van het EOGFL-Garantie en veterinaire uitgaven) liggen 111 miljoen EUR boven de indicator.

Een overschrijding van de indicator is er vooral in de volgende sectoren:

- akkerbouwgewassen (+ 280 mln EUR), als gevolg van de lineaire verlaging van de kredieten door de Begrotingsautoriteit bij de vaststelling van de begroting en van de hogere uitgaven voor restituties voor zetmeel en aardappelmeel; (wel wordt verwacht dat de uitgaven aan het einde van het begrotingsjaar lager zullen uitkomen dan de kredieten, doordat minder wordt uitgegeven voor de graanmarkt),

- rundvlees (+ 161 miljoen EUR), als gevolg van de hoger dan verwachte uitgaven voor de premies en voor slacht en destructie van dieren in het kader van de uitroeiing van BSE in het Verenigd Koninkrijk, alsmede voor openbare opslag,

- schapen- en geitenvlees (+ 48 mln EUR), als gevolg van de versnelde uitbetaling van de ooipremie (verwacht wordt dat de uitgaven aan het einde van het begrotingsjaar lager zullen uitkomen dan de kredieten),

- niet in bijlage I vermelde producten (+ 23 mln EUR), als gevolg van de grotere geëxporteerde hoeveelheden.

Een onderbesteding ten opzichte van de indicator is er vooral in de volgende sectoren:

- tabak (- 151 mln EUR), als gevolg van de lagere uitgaven voor de premies in Italië (eventueel betalingsachterstand),

- groenten en fruit (- 150 mln EUR), vooral als gevolg van de minder hoge uitgaven voor verwerkte groenten en fruit (gedeeltelijk toe te schrijven aan te late betalingen),

- melk en zuivelproducten (- 60 mln EUR), als gevolg van de hogere winsten uit de verkoop van mageremelkpoeder uit openbare opslag,

- olijfolie (- 35 mln EUR), als gevolg van het feit dat de verordening op grond waarvan het productiesteunsaldo kan worden uitbetaald later dan in de voorbije jaren wordt vastgesteld.

De Commissie verwacht dat de uitgaven aan het einde van het begrotingsjaar voor subrubriek 1a lager zullen uitkomen dan oorspronkelijk verwacht. Dat wordt bevestigd door de uitgavenramingen van de lidstaten. Volgens die ramingen zullen de uitgaven van de lidstaten tot aan het einde van de maand augustus niet meer boven de indicator uitkomen, maar er (ongeveer 200 mln EUR) onder blijven. Voor de resterende weken van september en oktober (15.10) verwacht de Commissie nog verdere onderbestedingen, bij voorbeeld in verband met de hogere ontvangsten uit de extra heffing voor melk. De op de begroting voor 2000 uitgetrokken bedragen zouden dus moeten volstaan om de aan de lidstaten te vergoeden uitgaven en het naar de monetaire reserve over te boeken bedrag (200 à 300 mln EUR) te dekken.

4.2. Besteding van de kredieten voor subrubriek 1b

Voor subrubriek 1b (plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen) liggen de uitgaven 1 446 miljoen EUR onder de indicator. Dit is een gevolg van het feit dat de Commissie de nieuwe programma's voor de periode 2000-2006 nog niet heeft goedgekeurd. Voorlopig kan de Commissie alleen de uitgaven voor de vroegere begeleidende maatregelen in aanmerking nemen, terwijl de overige uitgaven voor plattelandsontwikkeling pas na de goedkeuring van deze programma's aan het EOGFL Garantie toegerekend kunnen worden.

De ramingen van de lidstaten geven aan dat de uitgaven uiteindelijk veel lager zullen uitkomen dan de begrotingskredieten.