Bijlagen bij SEC(2000)1749 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 10/2000

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I vermelde producten // + 24 mln EUR


// (uitgaven : 505 mln EUR)

(indicator : 481 mln EUR)

De overbesteding is toe te schrijven aan de hogere uitgaven voor verschillende basisproducten (producten op basis van graan, boter en ondermelk). Er zijn vooral grotere hoeveelheden geëxporteerd.

Om de uitgaven te beperken, heeft de Commissie midden mei de afgifte van uitvoercertificaten die recht geven op betaling van restitutie geschorst.

De door de lidstaten meegedeelde ramingen wijzen op een overschrijding van de kredieten aan het eind van het begrotingsjaar, ondanks besparingen als gevolg van de gunstige ontwikkeling van de dollarkoers (een besparing van ongeveer 35 miljoen EUR).

Hoofdstuk B1-37 : Goedkeuring van de rekeningen en verlaging van de voorschotten //


Onder dit hoofdstuk, dat buiten het systeem van de indicator wordt gehouden, vallen de financiële correcties waartoe in het kader van de goedkeuring van de rekeningen wordt besloten, en ook de verlagingen en schorsingen van voorschotten (verlaging/schorsing van maandelijks te vergoeden bedragen) voor de lidstaten.

Verwacht mag worden dat de totale te boeken uitgaven aan het einde van het jaar het bedrag van de op de begroting uitgetrokken middelen zullen overschrijden. De ontvangsten in verband met de goedkeuring van de rekeningen zullen iets minder hoog uitkomen dan werd verwacht, die in verband met de verlaging van de voorschotten waarschijnlijk aanmerkelijk hoger.

Hoofdstuk B1-39 : Overige maatregelen // + 59 mln EUR


// (uitgaven : 869 mln EUR)

(indicator : 810 mln EUR)

Dat de indicator is overschreden, is te wijten aan de hoge bedragen die aan agromonetaire steun zijn uitbetaald. Daaraan is het feit debet dat in Italië meer is betaald dan geraamd (betalingen in verband met revaluaties van de lire in 1997) en ook in het Verenigd Koninkrijk (in verband met de ontwikkeling van het pond sterling in de loop van dit jaar).

3.3.2. Subrubriek 1b: plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen

Hoofdstuk B1-40 : Plattelandsontwikkeling // - 1 820 mln EUR


// (uitgaven : 1 585 mln EUR)

(indicator : 3 405 mln EUR)

Dat de uitgaven achterblijven bij de indicator houdt enerzijds verband met een onderbesteding voor de oude begeleidende maatregelen en anderzijds met het feit dat de nieuwe programma's voor de periode 2000-2006 later dan verwacht door de Commissie zijn goedgekeurd. Er zij aan herinnerd dat de Commissie vooralsnog aan de begroting van het EOGFL-Garantie geen andere bedragen kan toerekenen dan

- enerzijds, de uitgaven in verband met de oude begeleidende maatregelen en

- anderzijds, de overige uitgaven voor plattelandsontwikkeling waarvoor reeds het nieuwe programma is goedgekeurd.

De ramingen van de lidstaten geven aan dat de uitgaven in de laatste weken van het begrotingsjaar vrij hoog zullen liggen:

- De lidstaten (en met name Italië) verwachten dat hoge bedragen zullen worden uitgegeven in verband met de oude begeleidende maatregelen,

- Welke bedragen zullen moeten worden gedekt in verband met uitgaven in het kader van de nieuwe programma's is afhankelijk van de goedkeuring van die nieuwe programma's en van de mate waarin de lidstaten erin zullen slagen nog betalingen te verrichten na de goedkeuring van die programma's.

Ondanks de hogere ramingen van de lidstaten valt niet uit te sluiten dat aan het einde van het begrotingsjaar een belangrijk bedrag ongebruikt zal blijven. Hoe groot dat bedrag zal zijn, hangt af van enerzijds de mogelijkheden van de betaalorganen om nog grote bedragen uit te betalen vóór 15 oktober en anderzijds de goedkeuring van de programma's door de Commissie.

4. Conclusies

Voor oktober 2000 (uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 1999 tot en met 31 augustus 2000) is van de kredieten van rubriek 1 van de begroting een bedrag van 36 814 mln EUR, d.w.z. 89,8 %, besteed.

4.1. Besteding van de kredieten voor subrubriek 1a

Voor subrubriek 1a (traditionele uitgaven van het EOGFL-Garantie en veterinaire uitgaven) liggen de uitgaven 119 mln EUR onder de indicator.

Een overschrijding van de indicator is er vooral in de volgende sectoren:

- rundvlees (+ 135 mln EUR), als gevolg van de hoger dan verwachte uitgaven voor slacht en destructie van dieren in het kader van de uitroeiing van BSE in het Verenigd Koninkrijk, de hogere uitgaven voor premies (met name in verband met de lineaire verlaging van de kredieten) en voor openbare opslag,

- akkerbouwgewassen (+ 135 mln EUR), als gevolg van de lineaire verlaging van de kredieten door de Begrotingsautoriteit bij de vaststelling van de begroting en van de hogere uitgaven voor restituties voor zetmeel en aardappelmeel; (wel wordt verwacht dat de uitgaven aan het einde van het begrotingsjaar ongeveer op het peil van de kredieten zullen uitkomen, doordat minder wordt uitgegeven voor de graanmarkt),

- overige maatregelen (+ 59 mln EUR), als gevolg van de hogere uitgaven voor agromonetaire steun,

- wijn (+ 53 mln EUR), als gevolg van de hogere uitgaven voor de steun voor het gebruik van most.

Een onderbesteding ten opzichte van de indicator is er vooral in de volgende sectoren:

- groenten en fruit (- 145 mln EUR), doordat minder is uitgegeven voor verwerkte groenten en fruit (vooral voor de verwerking van citrus) en voor verse groenten en fruit (met name voor bananen en het actiefonds van de telersverenigingen),

- melk en zuivelproducten (- 139 mln EUR), doordat de uitgaven voor de openbare opslag van mageremelkpoeder lager zijn uitgevallen (hogere winsten op de verkoop en geen interventieaankoop),

- olijfolie (- 68 mln EUR), als gevolg van het feit dat de verordening op grond waarvan het productiesteunsaldo kan worden uitbetaald later dan in de voorbije jaren is vastgesteld,

- tabak (- 63 mln EUR), doordat in Italië minder is uitgegeven aan premies (Italië verwacht dat de betalingsachterstand zal kunnen worden ingelopen).

Wat de besteding van de kredieten aan het einde van het begrotingsjaar betreft (door de lidstaten tot en met 15 oktober gedane betalingen) kan men stellen dat volgens de door de lidstaten ingediende uitgavenramingen in de komende weken vrij weinig zal worden uitgegeven. De op de begroting voor 2000 uitgetrokken bedragen zouden volgens de Commissie dus moeten volstaan om de aan de lidstaten te vergoeden uitgaven en het naar de monetaire reserve over te boeken bedrag (ca. 300 mln EUR) te dekken.

4.2. Besteding van de kredieten voor subrubriek 1b

Voor subrubriek 1b (plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen) liggen de uitgaven 1 820 mln EUR onder de indicator.

De onderbesteding ten opzichte van de indicator is een gevolg van enerzijds de onderbesteding voor de oude begeleidende maatregelen en anderzijds het feit dat de nieuwe programma's voor de periode 2000-2006 later dan verwacht door de Commissie zijn goedgekeurd. Pro memorie: de Commissie kan aan de begroting geen andere bedragen toerekenen dan, enerzijds de uitgaven in verband met de oude begeleidende maatregelen en, anderzijds de overige uitgaven voor plattelandsontwikkeling waarvoor nieuwe programma's zijn goedgekeurd.

Al geven de ramingen van de lidstaten aan dat de uitgaven in de komende weken vrij hoog zullen liggen, toch valt niet uit te sluiten dat aan het einde van het begrotingsjaar een belangrijk bedrag ongebruikt zal blijven. Hoe hoog dat bedrag zal zijn, hangt af van enerzijds de mogelijkheden van de betaalorganen om nog aanzienlijke bedragen te betalen vóór 15 oktober en anderzijds de mate waarin de Commissie erin slaagt nog nieuwe programma's goed te keuren.