Bijlagen bij SEC(2001)1832 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 9/2001 en nr. 10/2001

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I I vermelde producten // Verschil : + 27 mln euro ( + 6,5%)

// (uitgaven : 392 mln euro)

(indicator : 365 mln euro)

De overschrijding van de indicator is te wijten aan:

- de omvangrijkere uitvoer van melkpoeder en boter in verwerkte landbouwproducten, en

- de betalingen met betrekking tot de afwikkeling van uitvoerrestitutiedossiers voor het vorige verkoopseizoen, toen de restituties hoger lagen dan momenteel.

De Commissie verwacht dan ook dat de overbesteding in deze sector zal voortduren tot het einde van het begrotingsjaar.

Hoofdstuk B1-39 : Andere maatregelen // Verschil : + 37 mln euro ( + 8,9%)

// (uitgaven : 438 mln euro)

(indicator : 401 mln euro)

De overschrijding van de indicator is vooral toe te schrijven aan de betaling, in het Verenigd Koninkrijk, van de saldi voor de eerste tranche voor de agromonetaire maatregelen voor 2000.

De Commissie verwacht dat de kredieten voor dit hoofdstuk tot het einde van het begrotingsjaar ontoereikend zullen zijn, met name door de significante revaluaties van de munt in het Verenigd Koninkrijk en Zweden in 2000.

3.3.2. Subrubriek 1b

Hoofdstuk B1-40 : Plattelandsontwikkeling // Verschil : - 998 mln euro ( - 22,2%)

// (uitgaven : 2 036 mln euro)

(indicator : 3 034 mln euro)

In de periode tot 31 augustus 2001 zijn de lidstaten de implementatie van de plattelandsontwikkeling vooral blijven concentreren op de oude maatregelen en bleven de uitgaven voor de nieuwe maatregelen (voorheen EOGFL-Oriëntatie) daarbij achter. De Commissie is evenwel van oordeel dat, gelet op de gegevens die de lidstaten per 30 september hadden medegedeeld, de onderbesteding voor dit hoofdstuk aan het einde van het jaar sterk zal zijn verminderd.

4. Conclusies

4.1. Besteding van de kredieten voor subrubriek 1a voor oktober 2001

Voor oktober 2001 is van de kredieten 35 964,0 miljoen euro, d.w.z. 89,5%, besteed (uitgaven van de lidstaten tussen 16 oktober 2000 en 31 augustus 2001).

De uitgaven liggen 2 000 mln euro onder de indicator. Het verschil tussen de uitgaven en de indicator is veel groter dan vorige maand.

Volgens de ramingen van de lidstaten zal er aan het eind van het begrotingsjaar op de begroting een overschot van 2 100 miljoen euro zijn. Met sommige uitgavenposten, voor een totaalbedrag van naar schatting 420 miljoen euro, hebben de lidstaten evenwel in hun ramingen geen rekening kunnen houden, onder meer:

- het besluit om vóór het einde van het lopende begrotingsjaar voorschotten op de steun voor bepaalde akkerbouwgewassen voor het komende verkoopseizoen uit te betalen in Spanje en Portugal (uitgaven van naar schatting 150 miljoen euro),

- de waardevermindering van de interventievoorraden aan het einde van het jaar (kosten ten bedrage van naar schatting 110 miljoen euro),

- de rechtstreekse betalingen die door de Commissie tegen het einde van het begrotingsjaar worden uitgevoerd (naar schatting in totaal circa 50 miljoen euro),

- de betaling van de saldi voor de steun voor de olijfolieproductie in Italië (waarmee een bedrag van naar schatting 160 miljoen euro gemoeid zal zijn), en ten slotte

- de hogere verwachte ontvangsten uit de extra heffing van melk in vergelijking met de door de lidstaten geraamde bedragen (extra ontvangsten ten bedrage van naar schatting 50 miljoen euro).

Voorts denkt de Commissie dat de financiële correcties bij de goedkeuring van de rekeningen lager zullen uitvallen dan het bedrag waarvan was uitgegaan voor de begroting (naar schatting 190 miljoen euro minder). Daarom verwacht de Commissie dat de onderbesteding uiteindelijk minder omvangrijk zal zijn dan de prognoses van de lidstaten aangeven en zal uitkomen op circa 1 500 miljoen euro.

Tot besluit kan worden opgemerkt dat de Commissie verwacht dat, ondanks een verwachte overbesteding voor bepaalde hoofdstukken, vooral voor de agromonetaire maatregelen en wijn, de totale bestedingen per saldo aan het einde van het begrotingsjaar lager zullen zijn dan de totale kredieten.

4.2. Besteding van de kredieten voor subrubriek 1b voor oktober 2001

Voor oktober 2001 is van de kredieten 2 036,3 miljoen euro, d.w.z. 45%, besteed (uitgaven van de lidstaten tussen 16 oktober 2000 en 31 augustus 2001).

De uitgaven liggen 998 miljoen euro onder de indicator. Het verschil tussen de uitgaven en de indicator is groter dan vorige maand.

Redelijkerwijze kan volgens de Commissie worden geconcludeerd dat de onderbesteding tegen het einde van het begrotingsjaar aanzienlijk zal zijn afgenomen. Op basis van de door de lidstaten per 30 september verstrekte gegevens in het kader van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1750/1999 van de Commissie zal de onderbesteding circa 51 miljoen euro bedragen, want zij verwachten dat in de eerste twee weken van oktober 2001 aanzienlijke bedragen zullen worden uitgegeven.