Bijlagen bij COM(2011)430 - Beoordeling van de werking van Besluit 2005/387/JBZ inzake de uitwisseling van informatie, de risicobeoordeling en de controle ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage (punt 7) voor een samenvattend verslag van de resultaten van de enquête.

[7] Zie de bijlage (punten 4 en 7) voor een specificatie van de aangemelde stoffen, typen en trends.

[8] Het systeem voor vroegtijdige waarschuwing van het EWDD en Europol, waaraan alle lidstaten deelnemen.

[9] Spice verscheen in Europa voor het eerst in 2006 en werd in 2008 populair. Geen van de verbindingen in spice is ontwikkeld als zelfstandige drug; zie www.emcdda.europa.eu/publications/thematic-papers/spice.

[10] Vooral in China en India.

[11] “Legaal roesmiddel” is een overkoepelende term voor internationaal niet gereglementeerde psychoactieve stoffen of producten die deze stoffen bevatten, speciaal ontwikkeld om het effect van bekende, gevestigde drugs na te bootsen, vaak met de bedoeling de bestaande drugswetgeving te omzeilen. De term omvat een groot aantal synthetische en plantaardige stoffen en producten, waaronder “onderzoekschemicaliën”, “designerdrugs”, “partydrugs”, “paddo’s” enz., die doorgaans via internet of in smartshops/headshops worden verkocht. Er worden agressieve en slimme marketingstrategieën voor gebruikt, en in sommige gevallen wordt op de verpakking met opzet een andere dan de werkelijke samenstelling vermeld. De markt voor legale roesmiddelen kenmerkt zich door de snelheid waarmee de verkopers de drugswetten omzeilen door alternatieven aan te bieden voor verboden middelen.

[12] Doordat de Poolse autoriteiten onlangs zijn opgetreden tegen de meer dan 1300 headshops in het land, hebben handelaars bijvoorbeeld winkels geopend in het buurland Tsjechië.

[13] EWDD-jaarverslag 2010 over het drugsprobleem in Europa, blz. 92–93.

[14] Zie de bijlage (punt 5) voor een overzicht van deze EU-instrumenten.

[15] Sommige nieuwe psychoactieve stoffen kunnen als voedsel worden behandeld, aangezien elke stof die bestemd is om door de mens te worden geconsumeerd als zodanig kan worden aangemerkt en daardoor onderhevig is aan de voedselveiligheidswetgeving (zie artikel 2 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden).

[16] Het bezit voor persoonlijk gebruik is volgens de geneesmiddelenwetgeving niet strafbaar, maar vaak wel volgens de drugswetgeving. Volgens de wetgeving inzake voedselveiligheid en consumentenbescherming moeten producenten aantonen dat hun producten veilig zijn.

[17] Mephedrone, dat op 2 december 2010 in de hele EU aan controlemaatregelen is onderworpen (PB L 322 van 20.12.2010, blz. 44) werd verkocht als “plantenvoeding”; andere producten worden bijvoorbeeld verkocht als “badzout” of “luchtverfrisser”.

[18] Deze artikelen hadden betrekking op politiële en justitiële samenwerking in strafzaken en minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen voor illegale drugshandel. Het Verdrag van Lissabon leidt tot een probleem wat de rechtsgrondslag van het besluit van de Raad betreft, omdat artikel 34, lid 2, onder c), VEU, op basis waarvan kon worden besloten om een stof aan controlemaatregelen te onderwerpen, is geschrapt. Het besluit om mephedrone aan controlemaatregelen te onderwerpen, kon alleen worden genomen dankzij het beginsel van behoud van het derdepijleracquis.

[19] 1-benzylpiperazine.

[20] 4-methylmethcathinone.

[21] Artikel 3, onder b) en c).

[22] Chemische stoffen die bij de vervaardiging van drugs worden gebruikt.

[23] Artikel 7, lid 3.

[24] Zie de bijlage (punt 4).

[25] 1-(3-chloorfenyl)piperazine.

[26] Voor m CPP is geen risicobeoordeling verricht, omdat die stof gebruikt wordt bij de vervaardiging van geneesmiddelen. Follow-up in het kader van het systeem voor geneesmiddelenbewaking was ook niet mogelijk. Het besluit van de Raad voorziet niet in toezicht op stoffen waarvoor geen risicobeoordeling is gevraagd, maar uit verslagen van derden blijkt dat m CPP nog steeds op de markt aanwezig is, als zodanig of in ecstasypillen. Onder geneesmiddelenbewaking wordt verstaan het proces van het toezicht op de veiligheid van geneesmiddelen en van het nemen van maatregelen om de risico’s te beperken en de voordelen te vergroten; zie Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1–32).

[27] COM(2007) 430 definitief van 17.7.2007; COM(2010) 583 definitief; 2010/0293 (NLE) van 20.10.2010.

[28] De lidstaten zijn verplicht binnen een jaar nationale maatregelen te nemen om de beslissing van de Raad ten uitvoer te leggen (artikel 9, lid 1).

[29] PB L 63 van 7.3.2008, blz. 45 (overweging 8).

[30] Zie de bijlage (punt 7) voor een samenvattend verslag van de resultaten van de enquête.

[31] Gelijktijdige beoordeling en/of controle van een groep chemisch verwante verbindingen.

[32] De risicobeoordelingsverslagen over BZP en mephedrone vermeldden twee sterfgevallen waarbij deze stoffen de enige doodsoorzaak leken te zijn, maar inmiddels zijn meer gevallen bevestigd. Het EWDD schat dat ieder jaar in de EU 7 500 tot 8 000 personen overlijden aan een overdosis opiaten of cocaïne. 10458/07, CORDROGUE 35 van 5.6.2007; 12658/10 CORDROGUE 67 van 29.7.2010. EWDD-jaarverslag 2010 over het drugsprobleem in Europa, blz. 16.

[33] Bijvoorbeeld m CPP en spice.

[34] Een van de prioriteiten van het programma “Drugspreventie- en -voorlichting” van de Commissie is de ontwikkeling van geïntegreerde, innovatieve benaderingen voor de identificatie en monitoring van en de respons op trends bij het gebruik van nieuwe psychoactieve stoffen. Zie Besluit nr. 1150/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma “Drugspreventie en -voorlichting” voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie” (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 23).