Bijlagen bij COM(2011)466 - Activiteiten van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering in 2010

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage 1 25

1. Inleiding

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is bij Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] opgericht om solidariteit te betonen met en steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van belangrijke structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen. Het fonds is bedoeld om de algemene voordelen op lange termijn van een open handel in termen van groei en werkgelegenheid te verzoenen met de nadelige effecten op korte termijn die de globalisering kan hebben, met name voor de werkgelegenheid van de meest kwetsbare en laagst geschoolde werknemers. De regels zijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 546/2009 van 18 juni 2009[2] teneinde doelmatiger te reageren op de wereldwijde financiële en economische crisis.

Artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 bepaalt dat de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad vóór 1 juli van elk jaar een kwantitatief en kwalitatief verslag indient over de activiteiten van het EFG in het voorgaande jaar. Het verslag heeft in hoofdzaak betrekking op de door het EFG behaalde resultaten en bevat met name informatie over de ingediende aanvragen, de goedgekeurde besluiten, de gefinancierde acties, met inbegrip van de complementariteit met andere acties die worden gefinancierd uit de structuurfondsen, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF), en de afsluiting van de financiële bijdragen. Het verslag bevat tevens een overzicht van de aanvragen die zijn afgewezen omdat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn of omdat zij niet aan de criteria voldoen.

2. Analyse van de activiteiten van het EFG in 2010

In 2010 heeft de Commissie 31 aanvragen voor bijdragen uit het EFG ontvangen, wat één aanvraag meer is dan in 2009. In punt 4.1 en tabel 1 zijn details van de aanvragen opgenomen.

De begrotingsautoriteit heeft in 2010 31 besluiten genomen tot toekenning van financiële steun uit het EFG. Ten opzichte van 2009 betekent dat een stijging met 300% in termen van besluiten en met 60% in termen van EFG-medefinanciering. In punt 4.2 en de tabellen 2 en 3 worden details van de toegekende bijdragen uiteengezet.

De Commissie heeft in 2010 vier eindverslagen ontvangen over de uitvoering van de EFG-bijdragen. In punt 4.4 en tabel 4 worden details van de resultaten uiteengezet. Er zijn zes EFG-bijdragen afgesloten die in eerdere jaren zijn toegekend (details in punt 4.5.4 en tabel 6). Op initiatief van de Commissie is er technische bijstand verleend (artikel 8, lid 1, van de EFG-verordening). In punt 4.6 en tabel 5 worden details hiervan gegeven.

De Commissie heeft in 2010 het nieuwe besluitvormingsproces ten uitvoer gelegd dat zij eind 2009 had vastgesteld. Zij is ook begonnen met de voorbereidende werkzaamheden voor de raadpleging over de in artikel 1, lid 1 bis, en artikel 20 van de EFG-verordening voorgeschreven herzieningen van het EFG na 2011 en na 2013. In de punten 3 en 4.5.2 worden details hiervan gegeven.

3. Follow-up van het jaarverslag 2009 over de activiteiten van het EFG

Verordening (EG) nr. 546/2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering

De wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 van 2009 heeft de werking van het EFG aanzienlijk verbeterd door de vaststelling van betere voorwaarden voor de lidstaten om EFG-steun aan te vragen voor de medefinanciering van hun respons op de negatieve gevolgen van de wereldwijde financiële en economische crisis voor de werkgelegenheid. Dat blijkt uit het aantal in 2010 ontvangen aanvragen, dat op hetzelfde hoge niveau is gebleven als het jaar voordien (31 aanvragen in 2010 tegenover 30 aanvragen in 2009). Het aanvragen van EFG-steun werd duidelijk vergemakkelijkt door de tijdelijke "crisisafwijking", die voorziet in een verhoging van het medefinancieringspercentage tot 65%, en door de permanente verlaging van de drempel tot 500 ontslagen werknemers en de verlenging van de implementatieperiode tot 24 maanden vanaf de datum van de aanvraag.

Na afloop van de projecten wordt nagegaan in welke mate de EFG-steun de ontslagen werknemers heeft geholpen om een nieuwe baan te vinden. De eerste eindverslagen voor de verlengde implementatieperiode (24 maanden vanaf de datum van de aanvraag) worden in november en december 2011 aan de Commissie voorgelegd.

Bevordering van de besluitvorming inzake EFG-aanvragen: procedure voor het indienen van voorstellen bij de Raad en het Europees Parlement

De in 2010 toegekende EFG-bijdragen zijn verwerkt volgens de nieuwe besluitvormingsprocedures van het EFG die eind 2009 zijn vastgesteld. Er zijn grote inspanningen geleverd om de besluitvorming binnen het wettelijke kader van de huidige verordening te bespoedigen. De snelheid waarmee steun uit het EFG wordt verleend en de rol en het potentieel van het EFG als een instrument van solidariteit stonden het hele jaar hoog op de agenda, met name bij de raadpleging van de lidstaten over de komende herzieningen van het EFG na 2011 en na 2013, die in de tweede helft van 2010 van start is gegaan.

4. Analyse van de activiteiten van het EFG in 2010

4.1. Ontvangen aanvragen

De Commissie heeft in 2010 31 aanvragen ontvangen (zie tabel 1), één meer dan in 2009. Verordening (EG) nr. 546/2009 van 18 juni 2009 is van toepassing op alle aanvragen (d.w.z. een medefinancieringspercentage van 65%, een implementatieperiode van 24 maanden vanaf de datum van de aanvraag, enz.).

De aanvragen werden ingediend door 12 lidstaten en hebben betrekking op 31 995 ontslagen werknemers. In totaal is een bedrag van 169 994 542 euro uit het EFG aangevraagd. Drie lidstaten hebben in 2010 voor het eerst een aanvraag ingediend, namelijk Tsjechië, Polen en Slovenië.

Tabel 1 – In 2010 ontvangen aanvragen

[pic]

4.1.1. Ontvangen aanvragen per lidstaat en sector

De 31 ontvangen aanvragen hebben betrekking op 16 sectoren[3]. Voor zeven van die sectoren was nog niet eerder een aanvraag voor EFG-steun ingediend. De betrokken sectoren zijn in de onderstaande lijst onderstreept. Een aantal aanvragen werd vergemakkelijkt door de mogelijkheid een aanvraag in te dienen in het kader van de voor de crisis voorziene afwijking. De lidstaten die een aanvraag hebben ingediend zijn:

Oostenrijk (twee aanvragen: metalen in primaire vorm en elektronische benodigdheden), België (één aanvraag: motorvoertuigen), Tsjechië (één aanvraag: kleinhandel ), Denemarken (vier aanvragen: machines/apparaten/werktuigen en scheepsbouw ), Frankrijk (één aanvraag: motorvoertuigen), Duitsland (één aanvraag: machines/apparaten/werktuigen), Ierland (drie aanvragen: bouwnijverheid), Nederland (zeven aanvragen: elektronische benodigdheden, drukkerijen, financiële dienstverlening en groothandel ), Polen (drie aanvragen: motorvoertuigen en machines/apparaten/werktuigen), Portugal (één aanvraag: vervaardiging van schoenen ), Spanje (zes aanvragen: motorvoertuigen, kleding, steen/marmer en kleinhandel ) en Slovenië (één aanvraag: kleding).

4.1.2. Ontvangen aanvragen naar aangevraagd bedrag

De lidstaat die een aanvraag voor EFG-steun indient, moet een gecoördineerd pakket maatregelen uitwerken dat het beste past bij het profiel van de werknemers op wie zij zijn gericht en het bedrag van de bijstand vaststellen dat hij van het EFG verlangt. De verordening bevat geen aanbevelingen of beperkingen wat het totale gevraagde bedrag betreft, maar bij de evaluatie van een aanvraag door de diensten van de Commissie kunnen vragen rijzen die ertoe leiden dat de aanvragende lidstaat het voorgestelde pakket van individuele dienstverlening moet herzien, waardoor ook het gevraagde bedrag moet worden aangepast.

De in 2010 aangevraagde EFG-bijdragen lopen per dossier uiteen van 114 250 euro tot 38 052 069 euro (gemiddeld 5 483 695 euro).

4.1.3. Ontvangen aanvragen naar aantal werknemers voor wie steun werd aangevraagd

De voor medefinanciering door het EFG voorgestelde maatregelen hebben betrekking op in totaal 31 995 werknemers. In de individuele aanvragen schommelt dat aantal tussen 120 en 2 593 werknemers. Drie aanvragen betroffen meer dan 2 000 werknemers, vier aanvragen 1 000 tot 2 000 werknemers en 21 aanvragen minder dan 1 000 werknemers[4].

Het aantal ontslagen werknemers en het aantal werknemers voor wie EFG-steun wordt aangevraagd, kunnen verschillen indien de aanvragende lidstaat er bijvoorbeeld toe besluit steun aan te vragen voor specifieke werknemers, met name voor werknemers die het buitengewoon moeilijk hebben om op de arbeidsmarkt te blijven en/of werknemers die het meest behoefte hebben aan steun. Sommige ontslagen werknemers ontvangen eventueel andere dan EFG-steun en nog anderen vinden op eigen kracht een nieuwe baan of kiezen voor vervroegde uittreding, wat betekent dat voor hen geen EFG-maatregelen worden aangevraagd.

4.1.4. Ontvangen aanvragen naar per werknemer aangevraagd bedrag

De in 2010 per werknemer voorgestelde bedragen variëren van iets meer dan 600 euro tot meer dan 23 000 euro.

De lidstaten kunnen het pakket geïndividualiseerde diensten dat zij voor de betrokken ontslagen werknemers voorstellen, naar eigen goeddunken vaststellen binnen de grenzen van de verordening. Het bedrag per getroffen werknemer kan daarom variëren afhankelijk van de ernst van de ontslagen, de situatie op de getroffen arbeidsmarkt, de individuele omstandigheden van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, de maatregelen die reeds getroffen zijn door de desbetreffende lidstaten en de kosten van het verstrekken van de diensten in de desbetreffende lidstaat of regio.

4.1.5. Ontvangen aanvragen naar steunverleningscriteri um

Van de 31 ingediende aanvragen zijn er 24 (77 %) bedoeld als steun voor werknemers die zijn ontslagen als rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis (artikel 1, lid 1 bis, van de gewijzigde EFG-verordening), terwijl de overige zeven aanvragen (23%) betrekking hadden op maatregelen in reactie op door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen.

Twaalf aanvragen zijn ingediend op grond van artikel 2, onder a), van de EFG-verordening, 18 aanvragen op grond van artikel 2, onder b) en één aanvraag op grond van artikel 2, onder c). In deze laatste aanvraag wordt gesteld dat de omstandigheden uitzonderlijk zijn en dat niet volledig aan de voorwaarden van artikel 2, onder a) wordt voldaan.

4.2. Toegekende bijdragen

In 2010 heeft de begrotingsautoriteit in 31 dossiers besloten middelen uit het EFG ter beschikking te stellen om beleidsmaatregelen voor een actieve arbeidsmarkt mede te financieren (zie de tabellen 2 en 3 voor een overzicht en een uitsplitsing van de profielen van de werknemers). De Commissie heeft dertien van de betrokken aanvragen ontvangen in 2010 en achttien in de tweede helft van 2009. Verordening (EG) nr. 546/2009 van 18 juni 2009 is van toepassing op alle toegekende bijdragen (d.w.z. een medefinancieringspercentage van 65%, een implementatieperiode van 24 maanden vanaf de datum van de aanvraag, enz.).

De 31 toegekende bijdragen hebben betrekking op 23 688 ontslagen werknemers in negen lidstaten, waarbij een totaalbedrag van 83 554 141 euro wordt betaald uit het EFG (16,7% van het jaarlijkse maximumbedrag dat beschikbaar is voor het EFG).

Tabel 2 – Details van de in 2010 toegekende bijdragen

[pic]

Tabel 3 – In 2010 toegekende EFG-bijdragen: profiel van de werknemers

[pic]

4.2.1. Met behulp van EFG-steun gefinancierde acties

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 bepaalt dat het EFG alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren om ontslagen werknemers weer aan het werk te helpen. Daarnaast wordt bepaald dat het EFG activiteiten van de lidstaten kan financieren ter implementatie van het fonds op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit en controle (technische bijstand).

De maatregelen die zijn goedgekeurd voor de 31 in 2010 toegekende bijdragen zijn gericht op de re-integratie van 23 688 ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt en bestaan voornamelijk uit intensieve, persoonlijke begeleiding bij het zoeken naar werk, casemanagement, diverse soorten beroepsopleiding, bijscholings- en omscholingsmaatregelen, tijdelijke financiële prikkels en toelagen tijdens de zoektocht naar werk, opleidingen en andere actieve arbeidsmarktmaatregelen tot de effectieve re-integratie in het arbeidsproces, alsmede andere soorten initiatieven, zoals het bevorderen van het ondernemerschap en ondersteunde werkgelegenheid.

4.2.2. Complementariteit met door de structuurfondsen, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF), gefinancierde acties

Het EFG is bedoeld om de inzetbaarheid te vergroten en te zorgen voor een snelle re-integratie van ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt door de toepassing van actieve arbeidsmarktmaatregelen. Als zodanig vormt het een aanvulling op het ESF, dat het belangrijkste EU-instrument is voor de bevordering van de werkgelegenheid in de Unie. Algemeen genomen ligt de complementariteit van de twee fondsen in hun vermogen om de voornoemde kwesties in twee verschillende tijdsperspectieven aan te pakken: terwijl het EFG op de behoeften toegesneden bijstand aan ontslagen werknemers verleent in reactie op specifieke gebeurtenissen op Europese schaal die aanleiding geven tot massale ontslagen, treedt het ESF op ter ondersteuning van strategische doelen op lange termijn (bijv. vergroting van het menselijk kapitaal en beheer van veranderingen) via vooraf vastgestelde meerjarenprogramma’s, waarvan de middelen doorgaans niet meer kunnen worden herbestemd voor maatregelen in reactie op crisissituaties als gevolg van massaontslagen. EFG- en ESF-maatregelen worden nu en dan gecombineerd om zowel op korte als op lange termijn oplossingen aan te reiken. Het beslissende criterium is de mate waarin de beschikbare instrumenten de betrokken werknemers echt kunnen helpen. De lidstaten bepalen welke instrumenten en acties het meest kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de nagestreefde doelstellingen en stellen er een planning voor vast.

De inhoud van het "gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening" dat door het EFG wordt medegefinancierd moet in evenwicht zijn met overige acties en moet deze aanvullen . De door het EFG medegefinancierde maatregelen kunnen een stuk verder gaan dan standaardvoorzieningen en -acties. De praktijk heeft geleerd dat de lidstaten dankzij het EFG ontslagen werknemers op de behoeften toegesneden en uitgebreide bijstand kunnen verlenen, met inbegrip van maatregelen waartoe zij normaal gezien geen toegang hebben (bijv. middelbaar of hoger onderwijs). Dankzij het EFG kunnen de lidstaten zich beter toespitsen op de meest kwetsbare werknemers, zoals lager geschoolden en werknemers met een migrantenachtergrond, of kunnen zij de bijstand gedurende een langere periode verlenen dan mogelijk zou zijn zonder EFG-steun. Een en ander vergroot de kans van de werknemers op een verbetering van hun situatie.

Specifieke voorbeelden waaruit blijkt dat het ESF en het EFG elkaar goed aanvullen, zijn de door Nederland ingediende dossiers EGF/2010/011 NL/NXP Semiconductors en EGF/2010/012 NL/Noord-Holland ICT, het door Slovenië ingediende dossier EGF/2010/014 SI/Mura en het door Duitsland ingediende dossier EGF/2010/018 DE/Heidelberger Druckmaschinen. In het eerste Nederlandse dossier ligt de complementariteit in een specifiek ESF-opleidingsproject voor werknemers van halfgeleiderproducenten[5], dat gedeeltelijk samenviel met de EFG-implementatieperiode. In het tweede dossier konden de ontslagen werknemers deelnemen aan twee ESF-projecten in de ICT-sector[6]. Slovenië heeft toegezien op de complementariteit van zijn EFG-maatregelen met zijn verschillende ESF-acties[7]. In het Duitse dossier was het EFG-pakket van individuele dienstverlening zo opgezet dat het een aanvulling vormde op de door de structuurfondsen gefinancierde acties en op bepaalde door het ESF gecertificeerde opleidingscursussen die in het kader van het federale programma ESF-BA werden aangeboden.

Alle lidstaten moeten de nodige regelingen treffen om elk risico van dubbele financiering uit financiële instrumenten van de EU te voorkomen, zoals bepaald wordt in artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

4.3. Dossiers die niet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG voldeden

De begrotingsautoriteit heeft geen van de door de Commissie aan haar voorgelegde voorstellen voor financiering uit het EFG afgewezen. Eén aanvraag (EGF/2009/022 BG/Kremikovtsi, door Bulgarije ingediend op 26.10.2009) kwam volgens de Commissie niet in aanmerking voor steun[8]. Die conclusie werd aan de lidstaat meegedeeld.

4.4 Door het EFG behaalde resultaten

De voornaamste bron van informatie voor de door het EFG behaalde resultaten zijn de eindverslagen die de lidstaten overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 indienen. Die verslagen worden aangevuld met informatie die de lidstaten meedelen in directe contacten met de Commissie en tijdens coördinatievergaderingen en conferenties van vertegenwoordigers van de lidstaten in de loop van het jaar. Een samenvatting van de in 2010 door de lidstaten gemelde resultaten en gegevens is te vinden in het volgende punt en in tabel 4.

4.4.1. In 2010 ontvangen eindverslagen van de lidstaten over de implementatie van financiële bijdragen

De Commissie heeft in 2010 vier eindverslagen ontvangen over de volgende dossiers: EGF/2008/004 ES/Castilla y Léon en Aragón, EGF/2008/005 ES/Catalonië, EGF/2009/001 PT/Norte – Centro en EGF/2009/002 DE/Nokia. Deze waren de laatste dossiers met een implementatieperiode van 12 maanden voordat de termijn bij Verordening (EG) nr. 546/2009 van 18 juni 2009 tot 24 maanden is verhoogd.

4.4.2. Samenvatting van de in 2010 gemelde resultaten en goede praktijken

Uit de vier eindverslagen die door drie lidstaten zijn ingediend is gebleken dat 629 werknemers (20% van 3 146) aan het einde van de EFG-implementatieperiode of kort daarna een nieuwe baan hadden gevonden of een eigen bedrijf hadden opgericht. De andere werknemers studeerden of volgden een opleiding (ongeveer 5%), waren nog altijd werkloos of waren inactief om persoonlijke redenen.

De re-integratie in het arbeidsproces werd bemoeilijkt door de sterk verminderde absorptiecapaciteit van de plaatselijke en regionale arbeidsmarkten als rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis. Er mag niet te veel belang worden gehecht aan het re-integratiepercentage, aangezien het slechts een momentopname is van de werksituatie van de werknemers op het moment waarop de gegevens worden verzameld. Het zegt niets over het soort werk en de kwaliteit van de baan die de betrokken werknemers hebben gevonden en kan op korte tijd sterk veranderen. Volgens de informatie van verschillende lidstaten gaat het percentage enkele maanden na de indiening van de eindverslagen bijvoorbeeld vaak in stijgende lijn, vooral wanneer de op de behoeften toegesneden bijstand ook na de EFG-termijn wordt voortgezet, op kosten van de lidstaten zelf of met steun van het ESF.

De lidstaten hebben een aantal interessante feiten en bemoedigende informatie gemeld waaruit blijkt dat de persoonlijke situatie, het zelfvertrouwen en de inzetbaarheid van de betrokken werknemers er duidelijk op vooruitgaat dankzij de door het EFG medegefinancierde bijstand en diensten, ook indien zij niet meteen een nieuwe baan vinden. Dankzij het EFG kunnen de lidstaten de door ontslagen getroffen regio’s beter ondersteunen dan mogelijk zou zijn zonder EFG-steun, zowel wat het aantal ondersteunde werknemers als wat de duur en de kwaliteit van de verleende bijstand betreft. Met de EU-middelen kunnen zij flexibeler reageren, zeer individuele, soms innovatieve acties opzetten en meer aandacht besteden aan de laagst geschoolden. De door het EFG medegefinancierde bijstand vormt dan ook een extra investering in vaardigheden die op middellange en lange termijn een positief effect kan hebben wanneer de markten de crisis geleidelijk achter zich laten. Het EFG wordt ook gezien als een nuttig instrument in tijden van begrotingstekorten en besparingen in de openbare sector, wanneer de nationale middelen beperkt zijn en de lidstaten en het bedrijfsleven er alles aan proberen te doen om de wereldwijde crisis te boven te komen. De in artikel 17, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voorgeschreven tussentijdse evaluatie van het EFG in 2011 zal een gedetailleerder beeld van het effect van het EFG schetsen.

Tabel 4 — In 2010 ontvangen eindverslagen — overzicht van de resultaten [9]

[pic]

4.4.3. Details van de in 2010 geïmplementeerde maatregelen

EGF/2008/004 Castilla y León en Aragón, Spanje (motorvoertuigen)

Van de 534 werknemers die aan de door het EFG medegefinancierde maatregelen hebben deelgenomen waren er 184 (34,5%) weer aan het werk voor het einde van de implementatieperiode. De overige 350 (65,5%) studeerden of volgden een opleiding, waren nog steeds werkloos of waren inactief om verschillende persoonlijke redenen. Het re-integratiepercentage moet in de context van de hoge werkloosheid in de twee betrokken regio’s worden gezien. De werkloosheid is er tussen 2008 en 2010 verdubbeld als gevolg van de financiële en economische crisis.

Ook de werknemers die nog steeds werkloos waren verklaarden dat de EFG-maatregelen hen meer zelfvertrouwen en een groter gevoel van eigenwaarde hebben gegeven, hen zelfstandiger hebben gemaakt en hen geholpen hebben basisvaardigheden en -talenten te verwerven die zij nodig hebben om naar de arbeidsmarkt te kunnen terugkeren. Voor de Spaanse autoriteiten is het EFG een bijzonder geschikt instrument voor de re-integratie van ontslagen werknemers die maar weinig kans maken om snel een nieuwe baan te vinden. Dankzij het EFG konden zij kiezen uit een brede waaier van maatregelen die beter op de persoonlijke behoeften waren afgestemd dan mogelijk was geweest zonder EFG-steun. Een groot deel van de ondersteunde werknemers heeft zijn vaardigheden op peil gehouden of zijn inzetbaarheid verbeterd en bijgevolg zijn kansen op de arbeidsmarkt vergroot.

De geïmplementeerde individuele maatregelen zijn een interessante combinatie van hulp bij het zoeken naar werk, opleiding, re-integratiebijstand en toelagen. Naast de standaardmaatregelen die voor alle ontslagen werknemers toegankelijk zijn zodra zij hun baan kwijtraken, zoals advies en individuele trajecten, werden verschillende andere acties opgezet in het kader waarvan de arbeidsmarkt uitgebreid werd geanalyseerd en de vraag en het aanbod met elkaar in overeenstemming werden gebracht. Multidisciplinaire bijstandsteams hebben bijna 3 000 bedrijven bezocht (waarvan een groot deel kleine en middelgrote ondernemingen) met het dubbele doel het banenaanbod en de kwalificaties van de werklozen aan elkaar te koppelen, of werklozen te helpen de voor de nieuwe banen vereiste kwalificaties te verwerven, en het project meer bekendheid te geven bij bedrijven. Het initiatief heeft meer dan 400 vacatures opgeleverd en meer dan 200 werknemers hebben tijdens de implementatieperiode van het EFG met succes voor de nieuwe banen gesolliciteerd. De werknemers werden ook na hun terugkeer naar de arbeidsmarkt nog begeleid, om eventuele negatieve ontwikkelingen te kunnen identificeren en hun persoonlijke tevredenheid te evalueren. De Spaanse autoriteiten blijven de arbeidsmarkt en de arbeidssituatie van de werknemers ook na afloop van het Megaproject analyseren en de contacten met de bedrijven worden in stand gehouden om te vermijden dat de positieve resultaten van het EFG na verloop van tijd verdwijnen.

De op de kwalificaties van de werknemers gerichte maatregelen omvatten onder meer verschillende soorten opleidingen, waarbij bedrijven zich er in bepaalde gevallen toe hadden verbonden de werknemers in dienst te nemen, zoals: cursussen ter verbetering van de vaardigheden op het gebied van hernieuwbare-energietechnologie, IT, techniek, onderhoud, sociale dienstverlening en toerisme; boekhouding en mkb-beheer; en leiderschap en communicatietechnieken. Sommige werknemers kregen een tijdelijke uitkering om het verschil tussen hun vorige en hun nieuwe loon te compenseren (re-integratieprikkels) en/of een toelage voor werkzoekenden, met inbegrip van specifieke toelagen voor werknemers met zorgtaken.

EGF/2008/005 Catalonië, Spanje (textiel)

Van de 587 werknemers die aan de door het EFG medegefinancierde maatregelen hebben deelgenomen, waren er 30 (5,1%) weer aan het werk voor het einde van de implementatieperiode (één werknemer had zijn eigen bedrijf opgericht). Zeventien (2,9%) studeerden of volgden een opleiding en de overige 540 (92,0%) waren nog steeds werkloos of waren inactief om verschillende persoonlijke redenen. Het lage re-integratiepercentage dient te worden gezien in de context van de door de financiële en economische crisis verzwakte arbeidsmarkt van de regio en de laattijdige ontvangst van de EFG-steun (zie de opmerking hieronder).

De Spaanse autoriteiten melden dat zij dankzij de EFG-bijdrage intensieve, op de behoeften toegespitste acties hebben kunnen opzetten voor de getroffen werknemers, voor wie andere fondsen minder geschikt zijn. De meeste deelnemende werknemers hebben zich ten volle ingezet en de deelnemers stonden in het algemeen positief tegenover de aangeboden maatregelen. Het maatregelenpakket stoelde op het gebruik van een uitgebreid netwerk van instellingen en de deelname van de plaatselijke overheden werd als essentieel gezien voor de succesvolle uitvoering ervan. Waar mogelijk zullen de regionale overheden de EFG-methodologie toepassen op soortgelijke programma’s die werklozen moeten helpen een nieuwe baan te vinden.

De maatregelen omvatten onder meer: loopbaanbegeleiding om de inzetbaarheid van de ontslagen werknemers te bepalen en om na te gaan welke obstakels hen verhinderen een nieuwe baan te vinden; intensieve outplacement en hulp bij het zoeken naar werk, met de medewerking van persoonlijke adviseurs die de werknemers helpen hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren; en "actieve klaslokalen" die de werknemers directe toegang geven tot computers en vacaturesites, terwijl zij door gekwalificeerde medewerkers worden begeleid. De opleidingsmaatregelen bestonden uit bijscholingscursussen, zoals IT-cursussen, mondelinge en schriftelijke communicatietechnieken en basiscursussen inzake ondernemerschap, met aandacht voor de bijzondere behoeften van werknemers ouder dan 45 jaar, lager geschoolden en buitenlandse onderdanen. Er werden ook groepsopleidingen georganiseerd in gebieden waar plaatselijke bedrijven de door hen gezochte vaardigheden in kaart hadden gebracht en in opkomende sectoren waarin later banen zouden kunnen worden gecreëerd. Sommige werknemers hebben een tijdelijke financiële steun ontvangen in de periode waarin zij op zoek waren naar werk en/of toen zij een baan hadden aanvaard voor ten minste zes maanden (re-integratieprikkels).

Door de laattijdige vrijgave van de EU-middelen was Spanje de eerste reeks maatregelen al met eigen middelen beginnen uitvoeren. Aangezien een groot deel van de voorgenomen maatregelen pas in de laatste maanden van de EFG-implementatieperiode kon worden gestart, heeft Spanje besloten om de individuele dienstverlening op eigen kosten nog vier maanden na afloop van de EFG-termijn voort te zetten. Met de aanvullende maatregelen die Spanje na de EFG-implementatieperiode heeft uitgevoerd, werden nog eens 387 ontslagen werknemers geholpen (van de 1 100 voor wie de maatregelen oorspronkelijk bedoeld waren). Zes maanden na het einde van de EFG-implementatieperiode ligt het re-integratiepercentage een stuk hoger dan vlak na de voltooiing van het EFG-project.

EGF/2009/001 Norte – Centro, Portugal (textiel)

Van de 720 werknemers die aan de door het EFG medegefinancierde maatregelen hebben deelgenomen, waren er 30 (4,2%) weer aan het werk voor het einde van de implementatieperiode. Negen (1,3%) studeerden of volgden een opleiding en de overige 681 (94,6%) waren nog steeds werkloos of waren inactief om verschillende persoonlijke redenen. Het re-integratiepercentage moet worden gezien in de context van de door de financiële en economische crisis verzwakte arbeidsmarkt in de regio. Andere verklaringen zijn het geringe opleidingsniveau – 79% van de ondersteunde werknemers heeft de negen jaar basisonderwijs niet voltooid en nog eens 13% heeft de middelbare school niet afgemaakt – en het hoge aantal werknemers ouder dan 55 jaar. Voor deze laatsten was de beschikbare termijn te kort om optimaal van de uitgebreide onderwijsondersteuning te kunnen profiteren.

De Portugese overheid meldt dat de maatregelen positief werden onthaald door de deelnemers, die erkenden dat hun beroepsvaardigheden en bijgevolg ook hun inzetbaarheid zijn verbeterd, alsook door de arbeidsbureaus, die dankzij de EFG-steun de behoeften van de werklozen in de verschillende dorpen konden analyseren. Portugal is zich bewust van het belang van motivatie van werknemers die hun baan zijn kwijtgeraakt en ziet er daarom op toe dat de regionale arbeidsbureaus maximaal bij de maatregelen betrokken worden en dat een tijdschema wordt gevolgd om ervoor te zorgen dat de implementatieperiode optimaal wordt benut.

De maatregelen omvatten onder meer individuele hulp bij het zoeken naar werk voor ongeveer een derde van de werknemers voor wie de steun werd aangevraagd, zoals de erkenning of de certificering van vaardigheden waarover de werknemers reeds beschikken, de voorbereiding van opleidings- en re-integratietrajecten en diverse (korte) opleidings- en omscholingsmodules, op basis van de nationale lijst van kwalificaties en aangeboden door erkende opleidingscentra, voor vrijwel alle betrokken werknemers. Andere maatregelen werden afgestemd op de behoeften van werknemers die het bijzonder moeilijk hadden om een nieuwe baan te vinden: de maatregelen werden aangeboden door non-profitorganisaties en bestonden uit persoonlijke integratieplannen, integratiebijstand en financiële toelagen voor de deelnemende werknemers. Er werden ook opleidingsbeurzen en steun voor het ondernemerschap aangeboden. Voor de meeste maatregelen hebben de werknemers en de bijstandverlenende en toezichthoudende instanties samenwerkingsovereenkomsten ondertekend waarin hun respectieve verplichtingen zijn vastgesteld.

In januari 2011 (één jaar na de EFG-implementatieperiode) was het aantal werknemers dat aan de maatregelen had deelgenomen en een nieuwe baan had gevonden, opgelopen tot 200, wat aangeeft dat de door het EFG medegefinancierde maatregelen ook nog enige tijd na de uitvoering ervan een positief effect hebben gehad.

EGF/2009/002 Nokia, Duitsland (mobiele telefoons)

Van de 1 305 werknemers die aan de door het EFG medegefinancierde maatregelen hebben deelgenomen, waren er 385 (29,5%) binnen de vier weken na de afloop van de implementatieperiode weer aan het werk (met inbegrip van 36 werknemers die een eigen bedrijf waren gestart). 121 (9,3%) studeerden of volgden een opleiding en de overige werknemers waren nog steeds werkloos (737 of 56,5%) of om verschillende persoonlijke redenen inactief (62 of 4,8%).

Ondanks de ongunstige situatie op de arbeidsmarkt als gevolg van de wereldwijde crisis en andere problemen, zoals het relatief lage opleidingsniveau, de hogere leeftijd van de meeste werknemers, hun geringe bereidheid om mobiliteit te overwegen en om een nieuwe, minder goed betaalde baan aan te nemen, is de Duitse overheid "vrij tevreden" over de resultaten van het EFG-project.

Duitsland ziet het EFG als een instrument dat de nationale respons op de crisis op een nuttige wijze aanvult en uitdiept door een uitbreiding van de aangeboden kwalificaties en een verlenging van de periode waarin werknemers bijstand kunnen krijgen. De meeste werknemers die aan de door het EFG medegefinancierde maatregelen hebben deelgenomen, waren vroegere werknemers van Nokia die na hun deelname aan de eerdere maatregelen van het re-integratiebedrijf ("Transfergesellschaft", opgezet door de sociale partners voor een maximumduur van 12 maanden) nog geen nieuwe baan hadden gevonden. Zij werden gedurende nog eens zes maanden intensief begeleid in het kader van het EFG-project, dat bestond uit een breed aanbod van individuele dienstverlening, die in het bijzonder was toegespitst op intensieve, individuele hulp bij het zoeken naar werk en opleiding, en die werd aangevuld met financiële steun zoals kortlopende toelagen ("Transferkurzarbeitergeld") die werden betaald voor de duur van hun deelname aan de opleiding en de actieve re-integratiemaatregelen, op voorwaarde dat de betrokken werknemers zich voltijds voor het EFG-project inzetten.

De opleidingen werden zorgvuldig gekozen op basis van de vraag op de arbeidsmarkt en werden zo opgezet dat zij een aanvulling vormden op de bestaande cursussen van het Europees Sociaal Fonds of het bedrijf waar de ontslagen waren gevallen. De aangeboden diensten omvatten onder meer begeleiding van de werknemers die weer werk hadden gevonden om zich voor te bereiden op hun nieuwe baan, ondersteuning van toekomstige ondernemers, begeleiding van werknemers die werk zochten in het buitenland en het opzetten van peer groups met specifieke groepen werknemers. De verhouding tussen het aantal werkzoekenden en het aantal adviseurs was dankzij het EFG heel wat beter dan normaal – één adviseur per 40 werknemers tegenover een gebruikelijke verhouding van één adviseur per 200 werknemers – en de adviseurs werden geselecteerd op basis van de achtergrond van de deelnemers. Door de laattijdige vrijgave van de EFG-middelen was Duitsland de eerste maatregelen al beginnen uitvoeren met eigen en ESF-middelen.

Een en ander heeft ervoor gezorgd dat de door het EFG medegefinancierde ondersteuning in ruime mate individueel en zeer doeltreffend was.

Zes maanden na afloop van de implementatieperiode hadden nog eens 42 werkloze werknemers een nieuwe baan gevonden, wat het totaal van de gere-integreerde werknemers op 427 bracht. Het re-integratiepercentage is na enkele maanden zelfs nog verder gestegen, wat aangeeft dat de door het EFG medegefinancierde steun ook op langere termijn een positief effect kan hebben.

4.5. Financieel verslag

4.5.1. Door het EFG bijgedragen fondsen

In 2010 heeft de begrotingsautoriteit 31 EFG-bijdragen toegekend, voor een totaalbedrag van 83 554 141 euro , hetgeen neerkomt op 16,7% van het beschikbare jaarlijkse maximumbedrag (tabel 2). Alle 31 betalingen zijn gedaan uit de begroting van 2010, hoewel negen daarvan pas begin 2011 zijn uitgevoerd.

Krachtens artikel 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006[10], dat het begrotingskader van het EFG bepaalt, mag het EFG niet een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro overschrijden, dat afkomstig kan zijn uit marges onder het totale uitgavenmaximum van het voorgaande jaar en/of uit geannuleerde vastleggingskredieten van de voorgaande twee jaren, met uitzondering van de kredieten voor rubriek 1B van het financiële kader. Bovendien moet krachtens artikel 12 van de EFG-verordening elk jaar op 1 september nog ten minste een kwart van het jaarlijkse maximumbedrag beschikbaar zijn om tegemoet te komen aan aanvragen die tot het einde van het jaar binnenkomen.

De vastleggingskredieten voor de in 2010 toegekende middelen zijn overgezet van de reserve naar het EFG-begrotingsonderdeel.

In 2010 werden de betalingskredieten aan het begin van het jaar uit de ESF-begroting betrokken (19 881 554 euro) vanwege de "affiniteit van de beleidsgebieden" van de twee fondsen. Om verwarring omtrent het gebruik van de begrotingsmiddelen te voorkomen, heeft de Commissie in de loop van het jaar alternatieve bronnen voor de betalingskredieten gezocht, naarmate duidelijk werd van welke begrotingsonderdelen niet alle beschikbare middelen zouden worden besteed. Er is een bedrag van 21 381 228 euro gebruikt van het begrotingsonderdeel "Afronding van het programma voor ondernemingen: verbetering van het financiële klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)". Er is ook een bedrag van 42 291 359 euro gebruikt in het begrotingsonderdeel "Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie – Programma voor ondernemerschap en innovatie". De ramingen van de investeringen van die twee begrotingsonderdelen waren drastisch verlaagd als gevolg van de financiële crisis.

In 2010 lagen de betalingen 60% hoger dan in 2009 (83 554 141 euro tegenover 52 349 047 euro). Het is gebleken dat de lidstaten de EFG-aanvragen efficiënter opstellen en indienen dan in de beginjaren van het fonds.

4.5.2. Uitgaven voor technische bijstand

Overeenkomstig artikel 8, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 kan op initiatief van de Commissie tot 0,35% van de voor het jaar beschikbare financiële middelen (met een maximum van 1,75 miljoen euro) gebruikt worden in de vorm van technische bijstand voor activiteiten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de EFG-verordening, zoals voorlichting, administratieve en technische bijstand, toezicht, audit, en controle- en evaluatieactiviteiten. In 2010 is een bedrag van 1 110 000 euro ter beschikking gesteld voor technische bijstand[11] in het kader van de in tabel 5 genoemde activiteiten. Het resterende bedrag van 640 000 euro, dat over het jaar in principe beschikbaar was voor technische bijstand, is niet aangewend.

Tabel 5 – Uitgaven voor technische bijstand in 2010

Omschrijving | Begroot bedrag in euro's | Besteed bedrag in euro's |

Informatievoorziening (bijv. actualisering van de EFG-website in alle EU-talen, publicaties en audiovisuele activiteiten) | 240 000 | 81 436,59 |

Administratieve en technische bijstand - Vergaderingen van de contactpersonen van het EFG - Conferenties en seminars (incl. conferenties van de belanghebbenden) | 70 000 200 000 | 86 425,34 332 478,59 |

Evaluatie (de in artikel 17, lid 1, onder a), van de EFG-verordening voorgeschreven tussentijdse evaluatie van het EFG) | 300 000 | 300 000 |

Monitoring (tien studies) | 250 000 | 0 |

Totstandbrenging van een kennisbasis | 50 000 | 0 |

Audit en controle: voor deze categorie is geen bijdrage ter beschikking gesteld (de in 2010 uitgevoerde audits zijn gefinancierd uit overige bronnen van de Europese Commissie) |

Totaal | 1 110 000 | 800 340,52 |

In de loop van het jaar is beslist twee conferenties voor de EFG-belanghebbenden te organiseren om de lidstaten, de uitvoerende instanties en de sociale partners te raadplegen over de huidige EFG-verordening en de aanpassingen die nodig zijn na 2011(het al dan niet behouden van de crisisafwijking die EFG-steun mogelijk maakt voor werknemers die worden ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis en die in een verhoging van de EFG-bijdrage voorziet tot 65% van de totale kosten) en na 2013 (wanneer de volledige EFG-verordening moet worden herzien). Deze raadplegende conferenties komen in de plaats van de tien oorspronkelijk geplande monitoringstudies. Bovendien was in april 2011 een seminar voor EFG-auditeurs gepland.

4.5.3. Gemelde of afgesloten onregelmatigheden

Er zijn in 2010 geen onregelmatigheden uit hoofde van de EFG-verordening gemeld aan de Commissie. Er zijn in 2010 geen onregelmatigheden ingevolge de EFG-verordening afgesloten.

4.5.4. Afsluiting van de financiële bijdragen van het EFG

In artikel 15, lid 2, van de EFG-verordening worden de procedures uiteengezet voor het afsluiten van financiële bijdragen op grond van het EFG. In 2010 is de tweede reeks EFG-bijdragen sinds de oprichting van het fonds afgesloten. Het betreft de volgende zes bijdragen:

Tabel 6 – Afgesloten dossiers 2010

[pic]

In het kader van deze zes dossiers moet in totaal 9 857 484,55 euro aan niet-bestede middelen aan de Commissie worden terugbetaald.

Er zijn diverse redenen waarom de lidstaten niet alle toegekende EFG-bijdragen hebben gebruikt. Ook al worden de lidstaten aangemoedigd realistische budgettaire schattingen te maken voor de gecoördineerde pakketten van individuele dienstverlening, toch blijken niet alle aangevraagde middelen tijdens de uitvoering van de maatregelen nodig. In bepaalde gevallen is het aantal werknemers dat bijstand nodig heeft overschat. Sommige werknemers verkiezen goedkopere boven duurdere maatregelen, een aantal neemt korter dan verwacht deel aan een bepaalde maatregel omdat zij een nieuwe baan hebben gevonden en anderen nemen helemaal niet deel omdat zij voor vervroegde uittreding kiezen. De laattijdige start van maatregelen kan ook leiden tot onderbesteding. Naarmate de lidstaten meer ervaring opdoen, zullen de begroting van de maatregelen en de prognoses voor werknemersdeelname waarschijnlijk alsmaar beter worden en de lidstaten zijn al begonnen met het toepassen van de geleerde lessen op hun aanvragen. Bovendien worden aanzienlijke inspanningen geleverd om de procedures voor de besluitvorming en de betaling van de EFG-middelen te vereenvoudigen, zodat de beschikbare tijd en middelen in het vervolg optimaal kunnen worden benut.

4.6. Technische bijstand van de Commissie

4.6.1. Voorlichting en publiciteit

Internetsite

Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dient de Commissie in alle talen van de Gemeenschap een internetsite op te zetten "die informatie verschaft over het EFG, een leidraad geeft voor de indiening van aanvragen, actuele informatie biedt over ingewilligde en afgewezen aanvragen en de rol daarbij van de begrotingsautoriteit belicht".

Overeenkomstig de vereisten van artikel 9 heeft de Commissie een internetsite over het EFG opgezet ( http://ec.europa.eu/egf ), die beschikbaar is gemaakt in de 23 talen van de Unie, met inbegrip van het Iers. In 2010 zijn op de EFG-website in totaal 177 654 pagina’s geraadpleegd door 80 208 bezoekers.

Promotionele acties in 2010

De Commissie heeft in het eerste kwartaal van 2010 een folder opgesteld die de voornaamste veranderingen van Verordening (EG) nr. 546/2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering onder de aandacht brengt. De folder is beschikbaar in 23 talen en kan worden gedownload op de EFG-website. Er zijn gedrukte exemplaren in het Engels, Frans en Duits verspreid onder de openbare instanties voor arbeidsvoorziening en het brede publiek.

4.6.2. Vergaderingen met de nationale autoriteiten en de sociale partners

De vijfde en de zesde vergadering van de groep van contactpersonen van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten, hebben plaatsgevonden op 11 maart 2010 in Brussel en op 29 en 30 september 2010 in Porto. De vergadering in Porto was voor een deel gewijd aan de voorbereiding van de twee herzieningen van de EFG-verordening die de Commissie respectievelijk tegen eind 2011 en eind 2013 zal uitvoeren.

4.6.3. Tussentijdse evaluatie van het EFG

De Commissie heeft voorbereidingen getroffen voor de in artikel 17, lid 1, onder a), van de EFG-verordening voorgeschreven tussentijdse evaluatie van het fonds. De administratieve procedures voor de uitbesteding van de evaluatie waren eind 2010 bijna afgerond.

5. Trends

Nu het EFG steeds meer dossiers behandelt, zijn er ook meer gegevens beschikbaar om trends in de aanvragen in kaart te brengen en inzicht te krijgen in de gevolgde koers bij de acties van het fonds. De in de onderstaande grafieken en bijlage 1 opgenomen gegevens hebben betrekking op de 73 aanvragen in 25 economische sectoren die in de periode van januari 2007 tot en met december 2010 zijn ontvangen.

Grafiek 1: Aantal aanvragen ontvangen in de periode 2007-2010

[pic]

2007 | 2008 | 2009 | 2010 | Totaal |

Crisistype | ------- | ------ | 23 | 24 | 47 |

Handelstype | 8 | 5 | 6 | 7 | 26 |

Totaal | 8 | 5 | 29 | 31 | 73 |

% van het totaal | 11,0% | 6,8% | 39,7% | 42,5% | 100,0% |

Grafiek 2: Aantal werknemers voor wie steun is aangevraagd per lidstaat

[pic]

Ierland voert de lijst van lidstaten aan met aanvragen voor steun voor meer dan 12 600 werknemers, gevolgd door Spanje (ruim 9 600 werknemers), Tsjechië (ca. 450 werknemers) en Bulgarije (ca. 650 werknemers).

Grafiek 3: Aantal werknemers voor wie steun is aangevraagd per sector

[pic]*) Sinds 31.12.2010 zijn de twee gemarkeerde dossiers opgenomen onder "bouw van gebouwen" (NACE-afdeling 41).

Van de getroffen sectoren voeren motorvoertuigen de lijst aan, met meer dan 18 000 werknemers voor wie steun is aangevraagd, gevolgd door textiel (meer dan 11 000 werknemers voor wie steun is aangevraagd) en de bouwnijverheid (iets meer dan 10 000 werknemers voor wie steun is aangevraagd)[12].

Grafiek 4: Gemiddeld EFG-bedrag per werknemer voor wie steun is aangevraagd per sector

[pic]*) Sinds 31.12.2010 zijn de twee gemarkeerde dossiers opgenomen onder "bouw van gebouwen" (NACE-afdeling 41).

Grafiek 4 geeft een beeld van de gemiddelde EFG-steun per werknemer in de diverse sectoren. Werknemers in de scheepsbouwsector hebben het hoogste gemiddelde bedrag aan EFG-steun ontvangen (iets meer dan 15 000 euro per werknemer), gevolgd door de sectoren "metalen in primaire vorm" (bijna 9 700 euro per werknemer), "vliegtuigonderhoud" (meer dan 8 700 euro per werknemer) en "machines, apparaten en werktuigen" (meer dan 7 000 euro per werknemer). De sectoren "meubelen", "detailhandel" en "kleding" hebben de laagste gemiddelde bedragen ontvangen (ongeveer 1 000 euro per werknemer).

6. Conclusie

De tot nu toe zichtbare trends wijzen erop dat EFG-aanvragen voor steeds meer sectoren en door steeds meer lidstaten worden ingediend. De lidstaten hebben ook alsmaar meer ervaring met het selecteren van de meest geschikte maatregelen, het programmeren van hun bijstand voor ontslagen werknemers en het gebruik van het EFG om nieuwe maatregelen te testen. Door het volledige potentieel van het EFG te benutten, in aanvulling op de andere beschikbare instrumenten en in overleg met de belangrijkste belanghebbenden, zullen ontslagen werknemers steeds meer op hun behoeften toegesneden en individuele hulp krijgen, zodat hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.

Bijlage 1 EFG-aanvragen volgens de classificatie van de economische activiteiten per 31.12.2010 totaal aantal aanvragen: 73 *) |

Motorvoertuigen (NACE: Vervaardiging van auto’s, aanhangwagens en opleggers, afdeling 29) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2007/001 | FR | Peugeot |

EGF/2007/010 | PT | Lissabon-Alentejo |

EGF/2008/002 | ES | Delphi |

EGF/2008/004 | ES | Castilla y León |

EGF/2009/007 | SE | Volvo |

EGF/2009/009 | AT | Stiermarken |

EGF/2009/013 | DE | Karmann |

EGF/2009/019 | FR | Renault |

EGF/2010/002 | ES | Catalonië |

EGF/2010/004 | PL | Wielkopolskie |

EGF/2010/015 | FR | Peugeot |

EGF/2010/023 | ES | Lear |

EGF/2010/031 | BE | General Motors Belgium |

Textiel (NACE: Vervaardiging van textiel, afdeling 13) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2007/005 | IT | Sardinië |

EGF/2007/006 | IT | Piemonte |

EGF/2007/007 | IT | Lombardije |

EGF/2008/001 | IT | Toscane |

EGF/2008/003 | LT | Alytaus tekstilė |

EGF/2008/005 | ES | Catalonië |

EGF/2009/001 | PT | Norte - Centro |

EGF/2009/004 | BE | Oost- en West-Vlaanderen |

EGF/2009/005 | BE | Limburg |

EGF/2010/009 | ES | Valencia |

Kleding (NACE: Vervaardiging van kleding, afdeling 14) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2007/008 | MT | Textiel |

EGF/2009/018 | LT | Kleding |

EGF/2010/003 | ES | Galicië |

EGF/2010/014 | SI | Mura |

Drukkerijen (NACE: Drukkerijen, reproductie van opgenomen media, afdeling 18) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/026 | NL | Noord-Holland en Utrecht |

EGF/2009/027 | NL | Noord-Brabant en Zuid-Holland |

EGF/2009/028 | NL | Limburg |

EGF/2009/029 | NL | Gelderland en Overijssel |

EGF/2009/030 | NL | Drenthe |

EGF/2010/027 | NL | Noord-Brabant, afdeling 18 |

EGF/2010/028 | NL | Overijssel, afdeling 18 |

EGF/2010/029 | NL | Zuid-Holland en Utrecht, afdeling 18 |

EGF/2010/030 | NL | Noord-Holland en Flevoland, afdeling 18 |

Machines, apparaten en werktuigen (NACE: Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g., afdeling 28) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/015 | DK | Danfoss Group |

EGF/2009/031 | DK | Linak |

EGF/2010/001 | DK | Noord-Jutland |

EGF/2010/006 | PL | H.Cegielski-Poznań |

EGF/2010/013 | PL | Podkarpackie |

EGF/2010/017 | DK | Midtjylland machinery |

EGF/2010/018 | DE | Heidelberger Druckmaschinen |

EGF/2010/022 | DK | LM Glasfiber |

Elektronische benodigdheden (NACE: Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten, afdeling 26) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/023 | PT | Qimonda |

EGF/2010/008 | AT | AT&S |

EGF/2010/011 | NL | NXP Semiconductors |

Mobiele telefoons (NACE: Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten, afdeling 26) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2007/003 | DE | BenQ |

EGF/2007/004 | FI | Perlos |

EGF/2009/002 | DE | Nokia |

Bouw van gebouwen (NACE: Bouw van gebouwen, afdeling 41) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/011 | NL | Heijmans |

EGF/2009/017 | LT | Bouwnijverheid |

EGF/2010/019 | IE | Bouwnijverheid, afdeling 41 |

Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden (NACE: Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden, afdeling 43) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2010/020 | IE | Bouwnijverheid, afdeling 43 |

Activiteiten van architecten en ingenieurs (NACE: Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen, afdeling 71) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2010/021 | IE | Bouwnijverheid, afdeling 71 |

Metalen in primaire vorm (NACE: Vervaardiging van metalen in primaire vorm, afdeling 24) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/022 | BG | Kremikovtsi AD (kwam niet in aanmerking voor steun) |

EGF/2010/007 | AT | Stiermarken - Neder-Oostenrijk |

Huishoudapparaten (NACE: Vervaardiging van elektrische apparatuur, afdeling 27) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/006 | IT | Gruppo Merloni |

EGF/2009/010 | LT | AB Snaige |

Detailhandel (NACE: Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen, afdeling 47) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2010/010 | CZ | Unilever |

EGF/2010/016 | ES | Aragón |

Computers (NACE: Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten, afdeling 26) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/008 | IE | Dell |

Groothandel (NACE: Groothandel, afdeling 46) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2010/012 | NL | Noord-Holland ICT |

Vliegtuigonderhoud (NACE: Reparatie en installatie van machines en apparaten, afdeling 33) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/021 | IE | SR Technics |

Uitgeverijen (NACE: Uitgeverijen, afdeling 58) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/024 | NL | Noord-Holland en Zuid-Holland |

Meubelen (NACE: Vervaardiging van meubelen, afdeling 31) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/016 | LT | Meubelen |

Kristal (NACE: Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, afdeling 23) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/012 | IE | Waterford Crystal |

Steen/marmer (NACE: Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, afdeling 23) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2010/005 | ES | Valencia |

Keramiek (NACE: Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, afdeling 23) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/014 | ES | Valencia |

Schrijn- en timmerwerk (NACE: Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen, afdeling 16) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2009/020 | ES | Castilla-La Mancha |

Financiële dienstverlening (NACE: Financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen, afdeling 64) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2010/024 | NL | ABN Amrobank |

Scheepsbouw (NACE: Vervaardiging van andere transportmiddelen, afdeling 30) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2010/025 | DK | Odense Steel Shipyard |

Vervaardiging van schoenen (NACE: Vervaardiging van leer en van producten van leer, afdeling 15) |

Nr. | Lidstaat | Dossier |

EGF/2010/026 | PT | Rohde |

*) De volgende vier aanvragen werden door de lidstaten ingetrokken (per 31.12.2010) en zijn derhalve in de lijst noch in de cijfers opgenomen: |

EGF/2007/002 | FR | Renault |

EGF/2007/009 | ES | Delphi |

EGF/2009/003 | AT | Magna Steyr |

EGF/2009/025 | NL | Noord-Brabant |

[1] Verordening (EG) nr. 1927/2006 van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1), zoals gerectificeerd in PB L 48 van 22.2.2008, blz. 82, voor alle talen en PB L 202 van 31.7.2008, blz. 74, voor alleen de Engelse taal.

[2] Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009).

[3] Machines, apparaten en werktuigen (6), motorvoertuigen (5), drukkerijen (4), elektronische benodigdheden (2), detailhandel (2), kleding (2), textiel (1), bouw van gebouwen (1), gespecialiseerde bouwwerkzaamheden (1), architecten en ingenieurs (1), financiële dienstverlening (1), scheepsbouw (1), vervaardiging van schoenen (1), steen/marmer (1), groothandel (1) en metalen in primaire vorm (1).

[4] De drie Ierse aanvragen voor de bouwsector (EFG/2010/019, 020 en 021) zijn hier niet in aanmerking genomen, omdat enkel in 2011 in een uitsplitsing is voorzien.

[5] 2009ESFN451 Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor semiconductor productiebedrijven.

[6] 2008ESFN226 (het project liep van 1.4.2009 tot en met 31.3.2010) en 2008ESFB295 (het project liep van 1.11.2009 tot en met 31.10.2010).

[7] Met inbegrip van "opleiding voor een grotere inzetbaarheid" en "voorbereiding van procedures voor de beoordeling en toekenning van nationale beroepskwalificaties".

[8] SEC(2010) 993 definitief van 30.8.2010.

[9] De Commissie heeft deze tabel samengesteld op basis van de maatregelen die de lidstaten in hun eindverslagen hebben opgenomen. De categorieën maatregelen zijn gebaseerd op, maar komen niet volledig overeen met de door Eurostat gebruikte methodologie als beschreven in "Labour market policy database – Methodology – Revision of June 2006". Sommige van de medegefinancierde maatregelen, zoals sollicitatietoelagen, opleidingstoelagen en vergoeding van verblijfskosten tijdens de deelname aan actieve arbeidsmarktmaatregelen, vallen namelijk onder geen van de door Eurostat gehanteerde categorieën.

[10] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

[11] [pic]ABš›©¶·àáâãä B C D E F Ž ? ¸ ¹ º » ¼ ð ñ -89bòæÚæÚæÑŷѦ·?·Å·ÑŒ·?·Å·Ñ{·?·Å·Ñj·?·Å·Ñ [12]?jÒ[pic]hífU[pic]mHnHu[pic] [13]?jU[pic]hífU[pic]mHnHu[pic] [14]?jØ[pic]hífU[pic]mHnHu[pic]hXEmHnHu[pic] [15]?j[[pic]hífU[pic]mHnHuPB L 154 van 19.6.2010, blz. 27.

[16] Zie bijlage 1 voor een nader gedetailleerde uitsplitsing.