Bijlagen bij COM(2011)743 - Totaalaanpak van migratie en mobiliteit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2011)743 - Totaalaanpak van migratie en mobiliteit.
document COM(2011)743 NLEN
datum 18 november 2011
BIJLAGE

Conclusies in het werkdocument van de diensten van de Commissie over migratie en ontwikkeling

Een kernprioriteit van de TAMM blijft het zo groot mogelijk maken van het positieve effect van migratie op de ontwikkeling van de partnerlanden (zowel de landen van herkomst als de landen van bestemming) en het tegelijkertijd beperken van de negatieve gevolgen van migratie. Er zal een meer op de migrant gerichte aanpak worden gehanteerd, waarbij voldoende gewicht zal worden toegekend aan de verantwoordelijkheid van de partnerlanden voor het opzetten van adequaat beleid. Hoewel op het gebied van de traditionele agenda voor migratie en ontwikkeling tot dusver aanzienlijke resultaten zijn geboekt, blijven er nog uitdagingen bestaan. Deze zullen worden aangegaan.

Migratie is thans een integraal onderdeel van een aantal nationale en regionale ontwikkelingsstrategieën. Verschillende partnerlanden en -regio's hebben hulp gekregen bij het opzetten en uitvoeren van hun eigen migratiestrategieën, bij het verzamelen en analyseren van migratiegegevens en bij de opbouw van de capaciteit van de relevante instellingen. De EU zal deze inspanningen om migratie in een coherent ontwikkelingskader en met inachtneming van lokale omstandigheden en prioriteiten te beheren, blijven ondersteunen.

Er wordt in het migratiebeleid van de EU en haar partnerlanden meer en meer rekening gehouden met ontwikkelingsdoelen. Tegelijkertijd wordt binnen ontwikkelingsstrategieën steeds meer rekening gehouden met de migratiedimensie. De EU zal doorgaan met haar inspanningen om de agenda inzake beleidscoherentie voor ontwikkeling te bevorderen teneinde mogelijke inconsistenties in de wetgeving en het beleid van de EU en haar lidstaten te identificeren en aan te pakken en de capaciteit en mechanismen op dit vlak in derde landen te versterken.

De EU wordt algemeen erkend als een toonaangevende speler op internationaal niveau wat betreft de bevordering van het goedkoper en veiliger overmaken van geld naar ontwikkelingslanden waarbij het effect van de overmakingen op de ontwikkeling wordt versterkt. De Europese Commissie is begonnen met een studie die haar moet helpen bij het doen van nieuwe aanbevelingen en het beoordelen van het nut en de haalbaarheid van een gemeenschappelijk EU-portaal over geldovermakingen. Daarnaast moet meer werk worden gemaakt van capaciteitsopbouw ter ondersteuning van partnerlanden die regelgevingskaders willen opzetten, alsmede van de bevordering van financiële geletterdheid, nieuwe technologieën en de toegang tot kredieten om een impuls te geven aan productieve investeringen en het scheppen van werkgelegenheid. In dit verband is de oprichting van een jaarlijks (formeel of informeel) forum over geldovermakingen een idee dat het overwegen waard kan zijn. Het is hoe dan ook noodzakelijk dat de EU-lidstaten en de Europese Commissie meer informatie uitwisselen over geldovermakingsprojecten om overlapping te voorkomen en de beste praktijk vast te stellen.

De EU richt zich sinds enige tijd intensiever op de ondersteuning van en samenwerking met in Europa gevestigde diasporagroepen die bereid zijn een bijdrage te leveren aan ontwikkelingsprojecten in hun landen van herkomst. Daarnaast verleent zij in toenemende mate steun aan soortgelijke inspanningen van partnerlanden. De EU zal haar werkzaamheden voor het opzetten van een databank van in de verschillende lidstaten gevestigde diasporaorganisaties voortzetten om ze vollediger bij de beleidsdialoog te betrekken en informatie te verspreiden. Zij zal blijven investeren in de versterking van haar bijdrage aan ontwikkeling en onderzoeken in hoeverre meer kan worden gedaan met kennis en expertise van haar partner in het bijzonder om ondernemers en kmo's te steunen. Voorts zal de EU nagaan hoe zij beter kan bijdragen aan inspanningen die meerwaarde bieden aan de kennis en vaardigheden van migranten in hun landen van herkomst en of er al dan niet steun kan worden verleend aan vrijwilligerswerk van diasporaleden en aan door partnerlanden opgezette diasporafondsen.

Er is enige vooruitgang geboekt bij de bestrijding van de braindrain, met name in de gezondheidssector. In dit kader is de ondersteuning van arbeidsmarktbeleid en volwaardig werk in de partnerlanden een andere belangrijke strategie die deze landen moet helpen deskundig personeel aan te trekken en vast te houden. De EU gaat verder met het analyseren van voorbeelden van "brain gain" (hersenwinst) en zal nagaan hoe het aantal succesvolle voorbeelden daarvan kan worden uitgebreid alsmede hoe "brain waste" (verspilling van bekwaamheden) kan worden bestreden. Overwogen kan worden om strategieën om geschoold personeel vast te houden, te integreren in de beleidsdialogen met de partnerlanden over migratie.

Circulaire mobiliteit is aangemoedigd door middel van een aantal nationale en EU-wetgevingsmaatregelen en door specifieke projecten. Een betere overdraagbaarheid van socialezekerheidsrechten moet worden bevorderd omdat dit een belangrijke drijfveer kan zijn voor circulaire migratie en, meer in het algemeen, legale arbeidsmobiliteit. De EU en haar lidstaten moeten doorgaan met het opzetten van juridische kaders die voorzien in meervoudige inreisvergunningen en perioden van afwezigheid van het grondgebied van het land van tijdelijk verblijf, zodat het positieve effect van migratie zo veel mogelijk kan worden vergroot, zowel voor de migranten zelf als voor de landen van herkomst en bestemming.

De EU werkt toe naar de invoering van een uitgebreider kader voor bijstand aan en bescherming van migranten tijdens het afleggen van hun migratieroute, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de sociale gevolgen van migratie. De EU gaat daarmee een stap verder dan de traditionele agenda.

Dit omvat het aanpakken van de gevolgen van emigratiestromen in de landen van herkomst, met name door het vergroten van de kennis over en het mitigeren van de nadelige gevolgen voor de achtergebleven kinderen en familieleden en het in acht nemen van de mogelijk ongunstige sociale gevolgen van geldovermakingen voor gezinnen en gemeenschappen. De EU verleent tevens steun aan aanvullende inspanningen voor een duurzame terugkeer, met inbegrip van maatregelen waardoor mensen in hun levensonderhoud kunnen voorzien en maatregelen voor herintegratie in de nationale arbeidsmarkt.

Deze aanpak omvat de bescherming van de mensenrechten van alle migranten op doorreis, waarbij het accent ligt op de bescherming van kwetsbare migranten (niet-begeleide minderjarigen, asielzoekers, slachtoffers van mensenhandel, gestrande migranten enzovoort) en op de specifieke behoeften van vrouwen; de ondersteuning van capaciteitsopbouw voor rechtshandhavingsinstanties en verwijzingssystemen; ondersteuning van preventie, bescherming en vervolging van strafbare feiten en mensenrechtenschendingen begaan tegen migranten, met inbegrip van irreguliere reizigers; en het waarbogen van fatsoenlijke leefomstandigheden voor migranten in opvangcentra in derde landen.

Een versterkte inzet voor een betere integratie van migranten in landen van bestemming is een wezenlijk onderdeel van deze aanpak vanwege het verband daarvan met diasporanetwerken en handels-, kennis- en investeringsstromen. Het inzicht in en de maatregelen voor maatschappelijke integratie en aanpassing van het sociaal beleid (vooral het gezondheids- en onderwijsbeleid), economische en arbeidsintegratie en de bestrijding van xenofobie en sociale uitsluiting moeten beter worden. In dat opzicht moet men zich meer inzetten voor het mainstreamen van de specifieke behoeften van gedwongen migranten in het ontwikkelingsbeleid inzake derde landen.

Teneinde de operationele samenwerking efficiënter te maken en deze doelstellingen te verwezenlijken, zullen maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de EU-delegaties, onder andere door middel van specifieke training en de uitwisseling van kennis en ervaring inzake migratievraagstukken, en maatregelen voor een betere coördinatie en mobilisering van de financiële instrumenten die de EU tot haar beschikking heeft, onder meer via meer uitwisselingen met lidstaten van informatie over hun eigen projecten op het gebied van migratie en ontwikkeling.

De recente raadplegingen door de Commissie bevestigen dat de werkelijkheid en de uitdagingen waar partnerlanden voor staan met betrekking tot het verband tussen ontwikkeling en migratie aanzienlijk veelomvattender en ingewikkelder zijn dan de beleidsomgeving waar men zich tot dusver op heeft gericht.

Migratie heeft grote gevolgen voor de ontwikkeling van derde landen. Verscheidene regeringen hebben hun model voor economische ontwikkeling gedeeltelijk gebaseerd op immigratie of emigratie, zonder rekening te houden met de daarmee gepaard gaande economische en maatschappelijke kosten en gevolgen of de verwachte bijdrage aan groei en duurzame ontwikkeling. Tal van derde landen hebben te maken met migratiestromen die een essentiële rol vervullen voor hun economieën, maar beschikken niet over een gestructureerd en gericht beleidskader. Vaak realiseert men zich niet wat de synergieën en onderlinge afhankelijkheid zijn tussen migratiebeleid en ander beleid, zoals binnenlands werkgelegenheidsbeleid of handelsakkoorden. De invloed van een aantal publieke beleidslijnen inzake migratiepatronen wordt meestal over het hoofd gezien. Fluctuerende stromen zijn in geval van crises- of conflictsituaties moeilijk op te vangen en kunnen economieën destabiliseren en de sociale samenhang ondermijnen. De overheersende rol die de informele sector in veel ontwikkelingslanden speelt, draagt bij tot de tewerkstelling van illegaal personeel, met alle problemen (uitbuiting, mensenhandel en -smokkel) en maatschappelijke gevolgen (bijvoorbeeld "sociale dumping") van dien.

Er is een groeiende behoefte om migratiebeheer vanuit een ontwikkelingsperspectief te bevorderen op alle niveaus en om het inzicht in het verband tussen migratie en ontwikkeling te verbeteren, of dat nu in het overheidsbeleid ter zake van migratie/asiel is of in andere sectoren die op migratie van invloed kunnen zijn of door migratie worden beïnvloed. De beschouwingen over deze aspecten moeten in overeenstemming zijn met het werkprogramma voor de coherentie van het ontwikkelingsbeleid en ook aansluiten bij de zich ontwikkelende behoeften van partnerlanden.

[1]               UNDP (2009) Overcoming barriers: Human mobility and development, Human Development Report; UNHCR (2011) Global Trends 2010.

[2]               COM(2011) 292/3, Mededeling over een dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid met de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied.

[3]               Conclusies van de Europese Raad, 23/24 juni 2011.

[4]               Programma van Stockholm: Document 17024/09 van de Raad, goedgekeurd door de Europese Raad van 1/2 december 2009. http://ec.europa.eu/home-affairs/policies/intro/policies_intro_en.htm Actieplan ter uitvoering van het programma van Stockholm, COM(2010)171 definitief van 20 april 2010: http://ec.europa.eu/home-affairs/policies/intro/policies_intro_en.htm.

[5]               Europees Migratienetwerk (2011) Key EU Migratory Statistics; Eurostat (2011) Population and social conditions, 38/2011, 34/2011.

[6]               http://ec.europa.eu/home-affairs/news/consulting_public/consulting_0021_en.htm.

[7]               COM(2011) 292/3.

[8]               Zie bijv. Mededeling COM(2011)637 van de Commissie over het vergroten van het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid: een agenda voor verandering.

[9]               Raad van de Europese Unie, conclusies van de Raad inzake grenzen, migratie en asiel van 9 en 10 juni 2011.

[10]             Marokko, Algerije, Tunesië, Libië en Egypte.

[11]             Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië, Georgië, Armenië en Azerbeidzjan.

[12]             Partnerschap tussen de EU en alle 53 Afrikaanse staten.

[13]             Bij het Praagse proces zijn de EU en negentien landen in het oosten betrokken (westelijke Balkan, Oost-Europa, Rusland, Centraal-Azië, de zuidelijke Kaukasus en Turkije).

[14]             Proces waarbij de EU en 27 landen betrokken zijn in West-, Noord- en Centraal-Afrika.

[15]             Raadgevend forum van meer dan vijftig landen en tien internationale organisaties, waaronder China, Bangladesh, Pakistan, Afghanistan, Iran, Irak, Syrië, Turkije en de landen van Centraal-Azië.

[16]             FRONTEX is het Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen. EASO is het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken. ETF is de Europese Stichting voor opleiding. TAIEX is het Bureau voor de uitwisseling van informatie over technische bijstand, beheerd door de Europese Commissie. MIEUX (Migration EU Expertise) is een gezamenlijk initiatief van de Europese Commissie en het ICMPD om de migratiebeheerscapaciteit van partnerlanden te versterken.

[17]             COM(2011) 455 definitief

[18]             Twee voorbeelden zijn het project voor capaciteitsversterking in Moldavië op het gebied het beheer van arbeidsmigratie en remigratie in het kader van het mobiliteitspartnerschap met de EU, en het in Mali gevestigde centrum voor informatie en migratiebeheersing.

[19]             Relevante agentschappen zijn FRONTEX, EUROPOL, EUROJUST, de Europese Politieacademie, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, het Bureau voor de grondrechten en het Europees Instituut voor gendergelijkheid.

[20]             Europese Raad: eerste verslag over de tenuitvoerlegging van het actiegericht document inzake het versterken van de externe dimensie van de EU met betrekking tot de bestrijding van de mensenhandel.

[21]             Zoals uiteengezet in Mededeling COM(2011) 637 van de Commissie over het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering, helpt de EU ontwikkelingslanden bij de versterking van hun beleid, capaciteiten en activiteiten in de context van zowel regionale als mondiale mobiliteit van mensen. Zij steunt de agenda voor fatsoenlijk werk en sociale bescherming en stimuleert beleidsmaatregelen voor het vergemakkelijken van regionale arbeidsmobiliteit. Daarnaast steunt zij gerichte inspanningen voor een volledige benutting van het onderlinge verband tussen migratie, mobiliteit en werkgelegenheid.