Bijlagen bij COM(2011)892 - Systeem van de Europese scholen in 2010

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2011)892 - Systeem van de Europese scholen in 2010.
document COM(2011)892 NLEN
datum 19 december 2011
agreement ) en dat bilaterale overeenkomsten tussen de gedetacheerde personeelsleden en de academy zouden worden ondertekend (detacheringsovereenkomsten).

Voor dit omvormingsdossier werden heel veel inspanningen geleverd, in het bijzonder door het secretariaat-generaal en de Commissie. De Commissie heeft voor dit bijzondere type accreditatie, namelijk de eerste omvorming van een school van het type I naar een school van het type II, een nieuwe rechtsgrondslag gecreëerd. De betrokken partijen voerden vergaande onderhandelingen over budgettaire en juridische kwesties. Begin dit jaar kwam de Britse sponsor terug op zijn steun aan de omvorming, met als argument dat hij niet in staat was een juridisch bindende overeenkomst te tekenen zoals door de Commissie werd gevraagd.

Nu de omvorming tot een academy niet gelukt is, wordt de oorspronkelijke beslissing van de raad van bestuur van 2007, om de school geleidelijk af te bouwen en uiteindelijk in 2017 te sluiten, uitgevoerd.

Plaatsgebrek/infrastructuur

Op verschillende locaties is de vraag naar plaatsen al een aantal jaren groter dan het aanbod. De scholen waar deze situatie het meest acuut is zijn de scholen in Brussel, Luxemburg, Frankfurt en Varese. De Commissie volgt de situatie op de voet en heeft waar nodig contact opgenomen met de nationale overheid om hen erop te wijzen dat zij hun plichten als gastland jegens de instellingen moeten nakomen en met name de Europese scholen geschikte faciliteiten moeten bieden. In 2012 moet de opening van de twee nieuwe scholen de toestand in de scholen in Brussel en Luxemburg verbeteren.

Overvolle scholen moeten een restrictief toelatingsbeleid voeren en weigeren in veel gevallen de inschrijving van lokale kinderen zonder ouder die voor een EU-instelling werkt. In Brussel beheert een centraal inschrijfpunt de verdeling van de plaatsen in de scholen.

In 2010 kwam de raad van bestuur tot het besluit dat de verdere stijging van het aantal leerlingen een vijfde school noodzakelijk zal maken in 2015. De onderhandelingen met de Belgische regering over de locatie en nadere details over school zijn nog niet opgestart. Op basis van eerdere ervaringen wordt de jaarlijkse kostprijs van een school met 2500 leerlingen geraamd op ongeveer 28 miljoen euro zodra de volledige capaciteit wordt benut, na een opbouwfase van vijf jaar.

Rechtszaken

In 2009 werden een aantal zaken bij het Hof van Justitie aanhangig gemaakt. Eén ervan was een inbreukprocedure tegen België betreffende de bijdragen voor meubilair en ander materiaal voor de Europese scholen, die op grond van de zetelovereenkomst moeten worden betaald (C-132/09 Commissie/België). Een tweede was een verzoek om een prejudiciële beslissing, dat werd ingediend door de kamers van beroep van de Europese scholen, die bij het Verdrag inzake de Europese scholen zijn ingesteld, over de aanpassing van de salarissen van de Engelse docenten bij wisselkoersschommelingen (C-196/09 Miles e.a./Europese scholen). Het derde was het eerste beroep krachtens artikel 26 van het Verdrag inzake de Europese scholen, in een geschil tussen twee partijen bij het verdrag over de uitlegging en toepassing van de arbeidsvoorwaarden voor gedetacheerde leerkrachten.

In de eerste twee zaken, C-132/09 en C-196/09, oordeelde het Hof dat het in de context van inbreukprocedures niet bevoegd was voor geschillen die voortvloeien uit zetelovereenkomsten , noch voor verzoeken om prejudiciële beslissingen van de door het Verdrag inzake de Europese scholen ingestelde kamers van beroep, aangezien dat geen nationale rechterlijke instanties in de zin van artikel 267 VWEU zijn. In zaak C-196/09 verklaarde het Hof expliciet dat "zij opgemerkt dat een ontwikkeling, in de zin van het vorige punt, van het door het Verdrag inzake de Europese scholen ingestelde stelsel van rechterlijke bescherming weliswaar denkbaar is, maar dat het aan de lidstaten staat om het thans geldende stelsel te herzien."

Zaak C-545/09 Commissie/Verenigd Koninkrijk is nog aanhangig. In zijn conclusie van 7 juli 2011 concludeerde advocaat-generaal Mengozzi in het voordeel van de Commissie.

Ten slotte heeft een lokaal aangeworven docent in België bij de nationale rechterlijke instantie een vordering ingesteld in verband met over de betaling van vakantiegeld vóór 2004. Waarschijnlijk beslist de rechter in 2011 tot hoe ver vóór 2004 er in beginsel met terugwerkende kracht betalingen zijn verschuldigd. Dat er betaald moet worden, is al eerder door de rechter vastgesteld. De uitspraak over de reikwijdte van de terugwerkende kracht zal ernstige budgettaire gevolgen hebben, omdat dezelfde vordering door nog 26 andere lokaal aangeworven docenten is ingesteld. Deze zaak is nog aanhangig.

PEDAGOGISCHE EN ORGANISATORISCHE ONTWIKKELINGEN EN UITDAGINGEN

Herziening van de salaristabellen voor gedetacheerde/lokaal aangeworven docenten

Het statuut van gedetacheerde docenten bepaalt dat er een zekere mate van gelijkheid bestaat tussen het personeel van de instellingen en de gedetacheerde docenten in het systeem van de Europese scholen. Bij de hervorming van 2004 voor het personeel van de EU-instellingen werd de salaristabel van de gedetacheerde docenten echter niet mee aangepast. In december keurde de raad van bestuur een herziening goed van de regels voor de aanwerving van nieuwe docenten vanaf het schooljaar 2011/2012. Deze veranderingen zullen geen gevolgen hebben voor docenten die al in dienst zijn. De komende negen jaren zou er ongeveer 3,1 miljoen euro per jaar worden bespaard, zodat aan het einde van de overgangsperiode in totaal meer dan 27 miljoen euro zal zijn bespaard. Een zelfde procedure voor salarisherziening werd opgestart voor de lokaal aangeworden docenten.

De hervorming van het Europees baccalaureaat

Om het systeem open te stellen werden al stappen gezet om de organisatie van het baccalaureaat te vereenvoudigen en om kosten te besparen zonder de kwaliteit van het baccalaureaat in gevaar te brengen. Sinds 2009 is de hervorming van het baccalaureaat bedoeld om de inhoud en de organisatie ervan te herzien, zodat het voldoet aan de huidige eisen van universiteiten en/of andere instellingen voor hoger onderwijs, en om de procedure die bedoeld is om het ruimer toegankelijk te maken, te versoepelen.

In december 2010 keurde de raad van bestuur een aantal voorstellen goed die in 2010 werden ingediend en die in werking moeten treden vanaf het baccalaureaat 2012. Het baccalaureaatsdiploma zal door een centrale autoriteit worden ondertekend, het registratierecht voor het Europees baccalaureaat zal worden verhoogd en alleen kandidaten die een eindcijfer van 60% behalen zullen als geslaagd worden beschouwd.

Het mandaat van de werkgroep Europees baccalaureaat werd met een jaar verlengd omdat er nog steeds wordt gediscussieerd over heel wat pedagogische en organisatorische kwesties (het aantal en de aard van schriftelijke en mondelinge examens, dubbele cijfers, gedematerialiseerde verbetering van de schriftelijke examens van het baccalaureaat en de invoering van een curriculumoverschrijdend project binnen de baccalaureaatsexamens als antwoord op de strategie van Lissabon, de verplichting om 180 dagen les te bieden en de harmonisering van de beoordelingscriteria voor de schriftelijke en mondelinge examens). Het hervormingsproces zou moeten worden afgerond als het baccalaureaat 2014 begint.

Maatregelen voor leerlingen met bijzondere onderwijsbehoeften (SEN)

Het aantal SEN is de afgelopen drie jaren aanzienlijk toegenomen. Tegelijk zijn de uitgaven voor SEN in dezelfde periode toegenomen met 27%. De raad van bestuur van de Europese scholen heeft deze toename besproken en kwam tot het besluit dat om de groei in het budget voor SEN onder controle te krijgen strenge criteria nodig zijn voor de uitgaven voor de integratie van leerlingen, en om andere uitgaven voor therapeutische voorzieningen, die niet door de scholen moeten worden bekostigd, uit te sluiten.

In 2010 werden een aantal maatregelen getroffen. De inspecteurs stelden een vademecum op voor SEN om de voorzieningen te harmoniseren en goede praktijken uit te wisselen tussen de scholen. De scholen brengen SEN met eenzelfde soort behoeften nu samen voor ondersteunende lessen. Het principe is vastgelegd dat er een overeenkomst tussen drie partijen (de school, de ouders, de therapeuten) wordt gesloten om binnen de school therapie te bieden, die door de ouders wordt betaald.

De Commissie verleent haar volle steun aan deze maatregelen, waarmee scholen hun inspanningen kunnen voortzetten om SEN te helpen bij hun integratie en tegelijk te focussen op pedagogische kwesties om die leerlingen vooruit te helpen, en waarmee zij hun middelen optimaal kunnen inzetten.

Aantal zittenblijvers

In 2009 werd na de presentatie van de statistische analyses van het aantal en het percentage zittenblijvers, per jaar, per taalsectie en per school, een algemene bespreking over het thema zittenblijvers opgestart. Uit nadere studie en analyse door het secretariaat-generaal bleek dat het vierde en vijfde jaar van het secundair onderwijs het vaakst worden overgedaan, meestal voor wetenschappelijke vakken. De raad van bestuur besloot dan ook een werkgroep op te richten om duidelijke richtlijnen voor structurele maatregelen op te stellen en de uitvoering ervan te bewerkstelligen via concrete pedagogische initiatieven.

Het eindverslag van de werkgroep werd voorgesteld in het najaar 2010 en bevat 19 maatregelen. Sommige van die maatregelen kunnen meteen worden uitgevoerd, over andere is verdere reflectie nodig en nog andere kunnen lokaal worden uitgevoerd.

Organisatie van lessen en klassen

Een van de grote discussiepunten het afgelopen jaar was de herziening van de regels over de organisatie van de lessen. De bedoeling was alle relevante beslissingen uit het verleden te bundelen, een aantal van die beslissingen te verduidelijken en te komen tot een meer rationele organisatie van lesgeven, waarbij een realistische aanpassing van het beschikbare budget wordt afgestemd op de concrete behoeften van leerlingen. Alle betrokkenen beseffen dat er moet worden bespaard, zodat het mogelijk wordt maatregelen te treffen om te besparen en de onderwijsmethoden te vernieuwen en te verbeteren.

In 2010 werden heel wat maatregelen besproken, onder meer een verlaging van het aantal uren voor kleine groepen en het lesgeven in de tweede taal om groepen te vormen van kinderen met verschillende talen. Ook de regels voor leerlingen zonder eigen taalsectie werden verduidelijkt. Deze nieuwe en verduidelijkte regels zullen de directeurs helpen bij het organiseren van de keuzes en de groepen voor het schooljaar 2011/2012.

NIEUWE UITDAGINGEN

In de komende jaren zal een belangrijk werkpunt zijn dat het hoge onderwijsniveau wordt gehandhaafd, terwijl de structuur van het systeem van de Europese scholen wordt gereorganiseerd en gemoderniseerd. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de budgettaire beperkingen die voortvloeien uit de moeilijke financiële omstandigheden (die op korte termijn wellicht niet zullen verbeteren).

Om de toekomst van het systeem te waarborgen moet het worden opengesteld, moeten nationale scholen worden aangemoedigd hun accreditatie aan te vragen en moet het Europese curriculum op grotere schaal worden uitgebreid. Hier moet nog aan gewerkt worden.

De Europese Commissie is ook bezorgd over de problemen die een aantal lidstaten hebben om hun verplichtingen na te komen, zowel op het vlak van infrastructuur als wat betreft het detacheren van docenten. De Commissie streeft ernaar voor de leerlingen de best mogelijke voorwaarden te scheppen binnen het huidige regelgevingskader en het door de begrotingsautoriteiten toegekende budget.

[1] Leerlingen van categorie 1 zijn leerlingen die moeten worden toegelaten door de Europese scholen. Zij betalen geen schoolgeld.