Bijlagen bij COM(2012)297 - Activiteiten van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de doelstellingen van het specifieke programma "Ideeën" in 2011

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I van de beschikking van de Raad betreffende het specifieke programma "Ideeën" geeft de Commissie in dit jaarverslag van de Commissie, opgesteld in samenwerking met de Wetenschappelijke Raad van de ERC en het Uitvoerend Agentschap van de ERC, haar beoordeling van de werkzaamheden van de ERC en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan in 2011. Naast dit jaarverslag stelt de Wetenschappelijke Raad een verslag op over de wetenschappelijke uitvoering en verwezenlijkingen van het programma in 2011[3].

2. Strategische kwesties

De Wetenschappelijke Raad is verantwoordelijk voor de uitwerking van de wetenschappelijke strategie van de ERC, waaronder het opstellen van het belangrijkste strategiedocument van de ERC, namelijk het jaarlijkse werkprogramma voor "Ideeën".

2.1.        Financieringsregelingen

Twee subsidieregelingen vormen de kern van het werkprogramma Ideeën":

Subsidies voor starters, die in het leven zijn geroepen om onderzoekers aan het begin van hun loopbaan te ondersteunen en arbeidsvoorwaarden te creëren die hen in staat stellen onafhankelijke onderzoeksleiders te worden.

Subsidies voor gevorderden, bedoeld om excellente reeds gevestigde onderzoeksleiders te ondersteunen door de benodigde middelen beschikbaar te stellen waarmee zij op hun onderzoeksterrein baanbrekend onderzoek van hun teams kunnen voortzetten.

Om de rol te versterken van de ERC in de innovatieketen van grensverleggend onderzoek tot sociaaleconomische baten, heeft de Wetenschappelijke Raad een nieuwe subsidiemogelijkheid – de "proof of concept" – tot stand gebracht die met ingang van 2011 aan ERC-begunstigden zal worden aangeboden om het innovatiepotentieel te bepalen van ideeën die uit hun door de ERC gefinancierde projecten voortvloeien. Deze regeling is bedoeld om de financieringskloof in het vroegste innovatiestadium te dichten.

2.2.        Het werkprogramma 2011 voor het specifieke programma "Ideeën"

Het werkprogramma 2011 voor het specifieke programma "Ideeën" is op 14 april 2010 door de Wetenschappelijke Raad opgesteld en op 19 juli 2010 door de Commissie vastgesteld[4]. Het werkprogramma is aangevuld met de nieuwe subsidiemogelijkheid, de proof of concept. De herziene versie is op 29 november 2010 door de Wetenschappelijke Raad opgesteld en op 24 maart 2011 door de Commissie vastgesteld[5].

Naast de invoering van de proof of concept-subsidies werden enkele wijzigingen in de wetenschappelijke strategie aangebracht: de termijn waarbinnen aanvragers in aanmerking komen voor een subsidie voor starters is verder uitgebreid tot 2 - 12 jaar na het behalen van het doctoraat (2 - 7 voor "starters" en 7 - 12 voor "consolidatoren"). Voorts is de restrictie op het gebied van heraanvragen versoepeld; aanvragers kunnen nu bij de volgende oproep opnieuw een aanvraag indienen als hun voorstel na de evaluatie boven de kwaliteitsdrempel is geëindigd. Het interdisciplinaire terrein wordt voortaan aangeduid als het "vierde terrein" met een indicatieve begroting van 10 %.

2.3.        "Peer review"-methodologie

De ERC gebruikt een structuur van peer review-panels van hoog niveau, samengesteld door de Wetenschappelijke Raad, die bestaan uit wetenschappers, technici en geleerden van zowel binnen als buiten de EU. Deze panels bestrijken alle onderzoeksdisciplines en worden samengebracht in het kader van drie hoofdonderzoeksgebieden: natuur- en ingenieurswetenschappen (Physical Sciences and Engineering), biowetenschappen (Life Sciences) en menswetenschappen (Social Sciences and Humanities). Net als bij eerdere oproepen waren er 25 panels voor de subsidieregelingen voor zowel starters als gevorderden. Proof of concept-voorstellen werden door een speciale groep peer reviewers op afstand geëvalueerd.

3. Tenuitvoerlegging van het programma

In het kader van de uitvoering van het programma in 2011 werden de vastleggingskredieten van 1,3 miljard euro (globale vastlegging) volledig benut en werden voor 725 miljoen euro betalingen uitgevoerd, goed voor 100 % van de beleidskredieten voor het specifieke programma "Ideeën" voor 2011. Ongeveer 2,2 % van de operationele begroting werd besteed aan administratie.

3.1.        Subsidies

Sinds het werkprogramma voor 2008 verlopen ERC-oproepen tot het indienen van voorstellen (ERC-UIV) in één fase, waarin kandidaten hun volledige voorstel moeten indienen, gevolgd door een evaluatie in twee fasen.

Naargelang de beschikbare begrotingsmiddelen worden subsidies verleend aan de beste voorstellen. Het aanbod wordt geformuleerd op basis van het voorstel zelf en de in de peer review-beoordeling aanbevolen financiering.

3.1.1.     ERC-subsidies voor starters

De ERC-oproep voor starters werd in juli 2010 bekendgemaakt, met een indicatieve begroting van 661 miljoen euro. In totaal werden 4 080 voorstellen ontvangen, als volgt verdeeld per onderzoeksgebied: 1 690 voorstellen voor natuur- en ingenieurswetenschappen, 1 440 voor biowetenschappen en 950 voor menswetenschappen. In totaal werden 485 voorstellen gefinancierd voor een totaal budget van meer dan 670 miljoen euro en een gemiddelde toewijzing van ongeveer 1,4 miljoen euro.

De ERC-oproep 2012 voor starters is in juli 2011 bekendgemaakt, met een indicatieve begroting van 730 miljoen euro. In totaal werden 4 741 voorstellen ingediend: 2 058 voor natuur- en ingenieurswetenschappen, 1 653 voor biowetenschappen en 1 030 voor menswetenschappen, waarbij deze opsplitsing van respectievelijk 43 %, 35 % en 22 % vergelijkbaar is met die van de oproepen van 2011 en 2010.

3.1.2.     ERC-subsidies voor gevorderden

De ERC-oproep van 2011 voor gevorderden werd in november 2010 bekendgemaakt, met een indicatieve begroting van 661 miljoen euro. In totaal werden 2 284 voorstellen ingediend: 917 voorstellen voor natuur- en ingenieurswetenschappen (40%), 789 voor biowetenschappen (35%) en 578 voor menswetenschappen (25%). Na afloop van het evaluatieproces kwamen in totaal 294 voorstellen voor financiering in aanmerking waarvoor in totaal meer dan 700 miljoen euro werd toegewezen met een gemiddelde van ongeveer 2,4 miljoen euro per voorstel.

De ERC-oproep 2012-UIV voor gevorderden werd in november 2011 bekendgemaakt, met afsluitingsdata tussen februari en april 2012 en een indicatieve begroting van 680 miljoen euro.

3.1.3.     ERC-proof of concept

De eerste proof of concept-oproep werd in maart 2011 bekendgemaakt, met een indicatieve begroting van 10 miljoen euro, ongeveer gelijk verdeeld over de twee evaluatierondes na de twee afsluitingsdatums in respectievelijk juni en november 2011. Alleen onderzoekers waaraan reeds een ECR-subsidie voor starters of gevorderden was toegekend, kwamen in aanmerking om proof of concept-financiering aan te vragen. Op de eerste afsluitingsdatum werden in totaal 78 voorstellen ingediend. 73 daarvan kwamen in aanmerking voor evaluatie, als volgt verdeeld per onderzoeksgebied van de oorspronkelijke, aan de aanvrager toegekende ERC-subsidie: 58 % voor voorstellen voor natuur- en ingenieurswetenschappen, 34 % voor biowetenschappen en 8 % voor menswetenschappen. Na afloop van de evaluatie werden 30 voorstellen geselecteerd voor financiering.

Op de tweede afsluitingsdatum waren in totaal 73 voorstellen ingediend waarvan er 67 in aanmerking kwamen voor evaluatie, als volgt verdeeld per onderzoeksgebied van de oorspronkelijke, aan de aanvrager toegekende ERC-subsidie: 61% voor voorstellen voor natuur- en ingenieurswetenschappen, 34 % voor biowetenschappen en 5 % voor menswetenschappen.

3.2.        Programmacomité

Het programmacomité van het specifieke programma "Ideeën" fungeert, afgezien van zijn formele taken, als belangrijk communicatienetwerk tussen de lidstaten en de met KP7 geassocieerde landen, de Wetenschappelijke Raad, de secretaris-generaal van de ERC en de Commissie. In 2011 vergaderde dit comité op 5 april en 24 oktober.

3.3.        Ethische evaluatie

In 2011 namen in totaal 55 externe deskundigen deel aan de ethische evaluatie. Alle voorstellen werden vanuit ethisch oogpunt gescreend. Slechts drie daarvan werden aangemerkt vanwege gebruik van stamcellen van menselijke embryo's. Deze voorstellen zullen aan de Commissie worden overgedragen voor de afronding van het proces.

3.4.        Beroep

In 2011 werden 234 beroepsschriften ontvangen, hetgeen neerkomt op 3,6 % van het totale aantal ingediende voorstellen. Daarmee is het aantal beroepsschriften ten opzichte van het percentage in 2010 (4,6 %) aanzienlijk afgenomen. Twee beroepsschriften werden ingewilligd omdat bij de individuele beoordeling in de eerste fase van het evaluatieproces fouten waren gemaakt. In beide gevallen werden de voorstellen opnieuw beoordeeld en luidde de conclusie dat beide voorstellen voor financiering in aanmerking hadden moeten komen. Bijgevolg werden de twee voorstellen geselecteerd voor subsidie.

3.5.        Communicatie

In 2011 heeft de ERC extra inspanningen geleverd om zijn financieringsmogelijkheden zowel in Europa als daarbuiten beter bekend te maken. Zo was de ERC aanwezig en betrokken bij belangrijke onderzoeksconferenties en tentoonstellingen, carrièrebeurzen en workshops. Voorts spande de ERC zich in om de zichtbaarheid van zijn onderzoeksprojecten voor het grote publiek en de media te verbeteren.

In Europa nam de ERC deel aan de jaarvergaderingen van de European Molecular Biology Organisation (EMBO) in Wenen en van de European Sociological Association (ESA) in Genève, het congres van de Federation of European Biochemical Societies (FEBS) in Turijn, de carrièrebeurs van Nature Jobs in Londen, de vergadering van de European Universities Public Relations and Information Officers (EUPRIO) in Praag, de Falling Walls Conference in Berlijn, en de innovatieconventie van de EU in Brussel.

In landen met een lage deelname aan de ERC-programma's werden bijzondere inspanningen geleverd. Ter gelegenheid van het Hongaarse voorzitterschap van de Europese Unie heeft de ERC in juni samen met de Hongaarse Academie van Wetenschappen in Boedapest een grote conferentie georganiseerd over "Promoting Excellence in Research in Europe" (het bevorderen van toponderzoek in Europa). In de schijnwerpers stonden prominente onderzoekers die erin geslaagd waren zeer gewilde ERC-subsidies binnen te halen. Er werden verklaringen afgelegd door een keur aan ERC-begunstigden, waaronder Konstantin Novoselov, Nobelprijswinnaar in 2010. In Riga (Letland) werd in samenwerking met de nationale Academie voor Wetenschappen een publieke presentatie over de ERC georganiseerd. In Polen organiseerden de Poolse nationale en regionale contactpunten een reeks bewustmakingsworkshops.

Op 25 mei 2011 werd de ERC uitgenodigd voor een gedachtewisseling met de Commissie industrie, onderzoek en energie (ITRE) van het Europees Parlement. Op de Raad Mededinging van 30 september 2011 vond een gedachtewisseling plaats met de commissaris voor Onderzoek, innovatie en wetenschap en de voorzitter van de ERC.

Buiten Europa was de ERC opnieuw aanwezig in enkele prioritaire landen: de Verenigde Staten (MIT-European Career, American Association for the Advancement of Science, de jaarvergadering van de Society for Neuroscience, American Association for Cancer Research, Bio International Conference, de vergadering van de American Geophysical Union), China (bezoek aan onderzoeksorganisaties en universiteiten in Beijing), India (Indian Science Congress in Chennai en deelname aan een door de EU-delegatie georganiseerde EU-campagne over heel het land) en Brazilië (São Paulo en Brasilia) ter gelegenheid van het zestigjarig jubileum van het Braziliaanse Research Foundation Agency.

Leden van de Wetenschappelijke Raad en personeel van het Uitvoerend Agentschap leverden een bijdrage aan een groot aantal van deze "outreach-activiteiten". Ook hebben zij andere wetenschappelijke congressen in de EU en elders in de wereld bijgewoond (zoals de jaarvergadering van de American Society for Cell Biology in Denver, VS, de jaarlijkse conferentie van de American Anthropological Association in Montréal en de bijeenkomst van de Material Research Society Fall in Warschau).

De ERC wist gedurende het gehele jaar de aandacht van de media op zich te vestigen, niet alleen als organisatie, maar ook via de gefinancierde projecten en ERC-begunstigden. Persactiviteiten leverden veel artikelen op in zowel de wetenschappelijke als algemene pers (meer dan 1 900 vermeldingen) en talrijke persmededelingen en nieuwsberichten voor de media. Er verschenen talrijke interviews, onder meer in grote dagbladen, met de voorzitter en de secretaris-generaal van de ERC en met leden van de Wetenschappelijke Raad. Er werden drie speciale reportages gepubliceerd aan de hand waarvan het nieuws kon worden gevolgd in verband met de Alzheimerdag, de borstkankermaand om de bewustwording over borstkanker te verhogen, en de VN-conferentie over klimaatverandering in Durban.

De nationale contactpunten (NCP's), die over heel Europa gevestigd zijn en als informatieverspreiders voor mogelijke aanvragers fungeren, werden voortdurend op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van de ERC en zijn oproepen.

Tot slot lanceerde de ERC in september een compleet vernieuwde website met een nieuw gezicht en een nieuwe uitstraling. De website is overzichtelijker en gebruiksvriendelijker geworden, is aangevuld met extra functionaliteiten en heeft een dynamischer karakter gekregen. In maart kwam de eerste editie uit van de elektronische kwartaalnieuwsbrief "ideas", die meer achtergrondinformatie en presentaties bevat over de verwezenlijkingen en projecten van de ERC en over ERC-begunstigden en partners.

3.6.        Monitoring, beoordeling en evaluatie van het specifieke programma "Ideeën"

De belangrijkste ERC-resultaten werden geëvalueerd met inachtneming van de voorafgaande effectbeoordeling van het Commissievoorstel over "Horizon 2020", het volgende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie[6]. Op basis van de evaluatie werden onder meer de volgende conclusies geformuleerd:

· Eind 2011 waren meer dan 2 000 grensverleggende onderzoeksprojecten opgezet en van start gegaan in circa 470 prestigieuze onderzoeksinstellingen in Europa.

· In 2011 zijn aan 36 ERC-begunstigden prestigieuze internationale wetenschappelijke prijzen en onderscheidingen toegekend, waaronder vier Nobelprijzen en drie Fields- medailles.

· Het aantal in vakbladen gepubliceerde artikelen waarin ERC-financiering werd vermeld, steeg van ruim 1 200 in 2010 tot ruim 1 750 in 2011, waarbij het totaal sinds 2008 oploopt tot 3 400. Dit komt door een combinatie van het toenemende aantal projecten en bijna voltooide projecten die tot meer resultaten leiden.

· Uit artikelen in twee van de meest geciteerde wetenschappelijke bladen (Nature en Science) blijkt dat de ERC qua bekendheid aardig aan de weg timmert. In 2011 werden elke week in Nature of Science de resultaten van ten minste één door de ERC gefinancierd project gepubliceerd. In 2010 en 2009 gebeurde dat respectievelijk eens in de twee en eens in de zeven weken.

In 2010 hebben de Commissie, het ERCEA en de Wetenschappelijke Raad uitvoering gegeven aan de aanbevelingen van de "Evaluatie van structuren en mechanismen" van de ERC[7]. De Commissie heeft in een besluit tot wijziging van het besluit tot oprichting van de ERC[8] de regelingen bevestigd voor de lokale ondersteuning van de voorzitter en de ondervoorzitters van de Wetenschappelijke Raad op hun standplaatsen. Daarnaast heeft de Commissie een honorarium voor aanwezigheid op plenaire vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad ingevoerd ter erkenning van de persoonlijke inzet van de leden van de Wetenschappelijke Raad en de tijd die zij aan taken voor de ERC dienen te besteden. In hetzelfde besluit is het concept van een permanent comité van aanbeveling voor de aanwijzing van toekomstige leden van de Wetenschappelijke Raad ingevoerd. Deze maatregelen werden ten uitvoer gelegd en bij de herziening van het werkprogramma Ideeën in maart 2011[9] werden de nodige middelen vrijgemaakt.

Wat de ERC-governance betreft, heeft de Commissie in nauwe samenwerking met de Wetenschappelijke Raad verder nagedacht over een duurzame en toekomstgerichte oplossing in het kader van Horizon 2020. Deze werkzaamheden werden toevertrouwd aan een ERC-taakgroep, die in december 2010 werd opgericht en uit vertegenwoordigers van de Wetenschappelijke Raad, het ERC-evaluatiepanel en de Commissie[10] bestond. Het verslag van de ERC-taakgroep is gepubliceerd op 12 juli 2011[11] en ingediend bij de Raad en het Europees Parlement. De voornaamste conclusie in het verslag luidt dat de toekomst van de ERC tijdens de duur van Horizon 2020 beter is gewaarborgd binnen de structuur van een Uitvoerend Agentschap. Het verslag is in zeer hoge mate in overeenstemming met de conclusies van de ERC-evaluatie van 2009. Het opmerkelijke succes van de ERC wordt in het verslag bevestigd en er worden maatregelen voorgesteld om zijn werkzaamheden verder te verbeteren. Een van de aanbevolen vernieuwingen is de benoeming van een min of meer voltijds werkende, in Brussel gevestigde ERC-voorzitter, die een secretaris-generaal voor de ERC overbodig zou maken. De aanbevelingen van de taakgroep zijn opgenomen in de voorstellen van de Commissie voor het specifieke programma tot uitvoering van "Horizon 2020"[12].

4. Structuur van de Europese Onderzoeksraad

4.1.        De Wetenschappelijke Raad

In januari 2011 werd een derde van de leden van de Wetenschappelijke Raad vervangen, zoals vermeld in het jaarverslag van vorig jaar[13]. Het permanent comité van aanbeveling zet zijn zoektocht naar toekomstige leden voort en kondigde in december 2011 aan de wetenschappelijke gemeenschap[14] te raadplegen naar aanleiding van de volgende aanwijzingsronde die in oktober 2012 moet plaatsvinden.

Na de vervanging van de Wetenschappelijke Raad werden de professoren Pavel Exner en Carl-Henrik Heldin, beiden oprichtende leden van de Wetenschappelijke Raad, benoemd tot ondervoorzitters[15].

In 2011 benoemde de Wetenschappelijke Raad Donald Bruce Dingwell, professor experimentele vulkanologie aan de Ludwig Maximilian Universiteit in München, tot derde secretaris-generaal van deze Raad, naast Ernst-Ludwig Winnacker en Andreu Mas-Colell. Prof. Dingwell trad op 1 september 2011 in functie[16].

De Wetenschappelijke Raad hield in 2011 vijf plenaire vergaderingen, waarvan er twee buiten Brussel plaatsvonden: in Boedapest (Hongarije) in juni en in Riga (Letland) in oktober. Een beknopt verslag van de plenaire vergaderingen wordt gepubliceerd op de ERC-website[17].

Naast plenaire vergaderingen bestaan er ook werkgroepen waar leden van de Wetenschappelijke Raad bijeenkomen om specifieke vraagstukken te behandelen. In 2011 organiseerde het Uitvoerend Agentschap diverse vergaderingen van de ERC-werkgroepen "Innovatie en Betrekkingen met het bedrijfsleven", "Open toegang", "Internationalisering" en "Gendergelijkheid". De werkgroepen voeren analyses uit en dragen bij aan de wetenschappelijke strategie van de ERC via op plenaire vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad goed te keuren voorstellen op gebieden die onder hun mandaten vallen: onderzoeken van de relatie van de ERC met de industriële sector/het bedrijfsleven en het effect van door de ERC gefinancierd onderzoek op innovatie; ontwikkelen van een ERC-standpunt ten aanzien van open toegang; op zoek gaan naar geschikte mechanismen waarmee de deelname van niet-Europese onderzoekers, met name uit Brazilië, Rusland, India en China (de BRIC-landen) aan de ERC-regelingen kan worden gestimuleerd; ervoor zorgen dat de ERC in de voorste linie staat qua beste praktijken ten aanzien van de gendergelijkheid van begunstigden.

De Wetenschappelijke Raad telt twee permanente comités, een voor peer review en een voor belangenconflicten en de schending van de wetenschappelijke gedragscode. Het Uitvoerend Agentschap stelde in samenwerking met leden van de werkgroepen een reeks werkdocumenten op met analyses en belangrijke vermeldingen over specifieke kwesties die door de werkgroepen en permanente comités zijn behandeld.

Om de banden met de Europese Commissie en het Uitvoerend Agentschap verder aan te halen, komen de voorzitter en ondervoorzitters van de Wetenschappelijke Raad, de secretaris-generaal van de ERC en de directeur van het Agentschap regelmatig bijeen als de raad van bestuur van de ERC. Deze vergaderingen worden tevens bijgewoond door het hoger management van het Agentschap. De raad van bestuur kwam in 2011 tien keer in Brussel samen, vooral met het oog op de voorbereiding en follow-up van de vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad.

De plenaire vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad en de vergaderingen van diens leden met belanghebbenden van de ERC worden voorbereid met de organisatorische en administratieve steun van het Uitvoerend Agentschap. Het Agentschap voert tevens advies- en analysewerkzaamheden uit om de Wetenschappelijke Raad te helpen bij de uitvoering van zijn taken als beschreven in bijlage 1 van het specifieke programma Ideeën en om de operationele werkzaamheden van zijn werkgroepen en permanente comités te ondersteunen.

4.2.        Het Uitvoerend Agentschap van de ERC

Sinds juli 2009 is het Agentschap verantwoordelijk voor alle aspecten van de administratieve tenuitvoerlegging en programma-uitvoering, zoals omschreven in het werkprogramma.

Op de werkzaamheden van het Agentschap wordt toegezien door een stuurcomité dat is aangewezen door de Commissie. Overeenkomstig de conclusies van de ERC-taakgroep is de samenstelling van het stuurcomité aangepast en werden twee leden van de Wetenschappelijke Raad, de professoren Sierd Cloetingh en Tomasz Dietl, als externe leden aangewezen. Het comité wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het DG Onderzoek en innovatie; de secretaris-generaal van de ERC is waarnemer. In 2011 is het stuurcomité vier keer bijeengekomen en heeft het besluiten vastgesteld met betrekking tot het jaarlijkse werkprogramma van het Agentschap en de desbetreffende begroting en rekeningen. Op elk van die bijeenkomsten heeft het stuurcomité een gedetailleerd voortgangsverslag gekregen van de directeur van het Agentschap.

4.2.1.     ERCEA-personeel

De operationele begroting van 2011 voorzag in een personeelsformatie van 100 tijdelijke functionarissen en een budget voor 253 arbeidscontractanten en zeven gedetacheerde nationale deskundigen, in totaal 360 personeelsleden.

Eind december 2011 had het Agentschap in totaal 350 functionarissen in dienst: 97 tijdelijke functionarissen, 245 arbeidscontractanten en acht gedetacheerde nationale deskundigen.

De statistieken van december 2010 wijzen uit dat het Agentschap ongeveer 36 % mannen en 64 % vrouwen tewerkstelt. Wat gendergelijkheid van zeer gespecialiseerd personeel (tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van functiegroep IV) betreft, wordt 54 % van de betrekkingen door vrouwen ingevuld. Eind 2011 had het Uitvoerend Agentschap van de ERC onderdanen van 24 lidstaten in dienst. Op 1 januari 2011 volgde Pablo Amor Jack Metthey op als directeur ad interim van het Uitvoerend Agentschap van de ERC.

5. Conclusies en vooruitzichten voor 2012

De ERC-subsidies zijn positief onthaald door de onderzoeksgemeenschap. Sinds de ERC in 2007 van start is gegaan, heeft hij acht oproepen tot het indienen van voorstellen voor subsidieregelingen voor starters en gevorderden afgerond. De procedures hebben in totaal meer dan 26 000 voorstellen opgeleverd waarvan er uiteindelijk ruim 2 500 na een strenge peer review zijn geselecteerd voor financiering.

In 2012 gaat de Wetenschappelijke Raad over tot de invoering van zogeheten Synergy Grants, subsidies voor kleine groepen onderzoekers waarmee zij complementaire vaardigheden, kennis en hulpmiddelen kunnen bundelen om problemen op het gebied van grensverleggend onderzoek gezamenlijk aan te pakken en zo verder te gaan dan wat zij als individuele onderzoekers alleen zouden kunnen bereiken. De synergiesubsidies worden bij wijze van experiment ingevoerd met een begroting van 150 miljoen euro[18].

In 2012 zullen het Europees Parlement en de Raad beraadslagen over de voorstellen van de Commissie voor Horizon 2020. Een belangrijke doelstelling van Horizon 2020 is de positie van de EU als mondiaal leider op wetenschapsgebied te ondersteunen. Hiervoor is een budget van 24,6 miljard euro uitgetrokken, waarin de financiële middelen voor de ECR met 77 % zijn verhoogd. Door deze verhoging kunnen meer toponderzoekers en hun baanbrekende ideeën worden ondersteund en kunnen met name jongere onderzoekers perspectieven op langere termijn worden geboden.

Tot slot wordt het Uitvoerend Agentschap van de ERC, dat sinds drie jaar een autonoom bestaan leidt, in 2012 onderworpen aan een externe evaluatie, met inbegrip van een kosten-batenanalyse. Dat evaluatieverslag zal aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer worden bezorgd.

[1]               PB L 57 van 24.2.2007, blz. 14.

[2]               Besluit 2008/37/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor het beheer van het communautair specifiek programma "Ideeën" op het gebied van grensverleggend onderzoek (PB L 9 van 12.1.2008, blz. 15).

[3]               http://erc.europa.eu/sites/default/files/document/file/erc_annual_report_2011.pdf.

[4]               C(2010)4898 van 19.7.2010, niet gepubliceerd.

[5]               C(2011)1848 van 24.3.2011, niet gepubliceerd.

[6]               COM(2011) 809 definitief van 30.11.2011.

[7]               Verslag van het evaluatiepanel: Towards a world class Frontier Research Organisation: Review of the European Research Council’s Structures and Mechanisms (23 juli 2009). http://erc.europa.eu/index.cfm?fuseaction=page.display&topicID=158 Antwoord van de Commissie: Mededeling aan de Raad en het Parlement C(2009) 552 definitief van 22.10.2009 http://ec.europa.eu/research/evaluations/pdf/archive/other_reports_studies_and_documents/commission_communication_on_the_erc_review_-_22_october_2009.pdf.

[8]               Besluit 2011/12/EU van 12.1.2011, PB L 9 van 13.1.2011, blz. 5.

[9]               C(2011) 1848 van 24.3.2011, niet gepubliceerd.

[10]             Persbericht IP/10/1759 http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/10/1759&format=HTML&aged=0&language=EN&guiLanguage=fr.

[11]             http://erc.europa.eu/about-erc/reviews-and-development-erc.

[12]             COM(2011) 811 definitief van 30.11.2011.

[13]             COM(2011) 497 van 17.8.2011.

[14]             http://ec.europa.eu/research/index.cfm?pg=newsalert&lg=en&year=2011&na=na-121211.

[15]             http://erc.europa.eu/pdf/ERC_Press_release_Vice-Presidents.pdf.

[16]             http://erc.europa.eu/pdf/ERC_Press_release_New_Secretary_General.pdf.

[17]             http://erc.europa.eu/about-erc/organisation.

[18]             http://ec.europa.eu/research/fp7/pdf/wp2012/wp2012_ideas_en.pdf.