Bijlagen bij COM(2012)737 - Ervaring met de uitvoering van de in 2008 vastgestelde hervorming van de wijnsector, overeenkomstig artikel 184, lid 8, van Verordening 1234/2007

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage XI ter bij Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Wat de etikettering van de wijnstokrassen op de wijn betreft, is EU‑wetgeving nog steeds niet coherent, vooral niet als het wijnstokrassen betreft waarvan de benaming overeenstemt met een in de EU beschermde BOB of BGA. Daar komt nog bij dat geen wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn over de verschillen tussen wijnstokrassen (afhankelijk van de lidstaat worden sommige wijnstokrassen nu eens bij de soort Vitis dan weer bij de soort Vitis vinifera ingedeeld). Om rekening te houden met deze problemen, moet worden overwogen de voorschriften voor de wijnstokrassen te wijzigen.

7. Oenologische procedés

Een van de grote successen van de hervorming van de wijnsector was de wijziging van de regelgeving over de oenologische procedés, als gevolg waarvan nieuwe oenologische procedés zijn toegestaan om de EU‑sector overeenkomstig de wetenschappelijke en technische ontwikkeling te moderniseren en wijnen in de EU te produceren die op de wereldmarkt kunnen concurreren met wijnen uit derde landen.

Om te voldoen aan de internationale normen op het gebied van door de OIV aanbevolen oenologische procedés en om de EU‑producenten toegang te geven tot de nieuwe mogelijkheden waarover de producenten uit derde landen beschikken, was het noodzakelijk om in de EU nieuwe oenologische procedés toe te staan overeenkomstig de gebruiksvoorwaarden als vastgesteld door de OIV (gebruik van enzymenbehandeling, aanzuring door elektromembraanbehandeling, gebruik van chitosan en chitine-glucaan, afwijking van het vastgestelde maximumgehalte aan zwaveldioxide van specifieke wijnen, wijzigingen in de vereisten voor dimethylcarbonaat of klaring van bepaalde likeurwijnen)[6].

Voorts stellen de wijnproducenten in de EU met grote belangstelling vast dat de vraag naar wijnproducten met een lager alcoholvolumegehalte toeneemt en uitzicht biedt op de mogelijkheid een nieuw segment aan het aanbod toe te voegen. Tot dusverre is het gebruik van wijnbenamingen voor deze producten in bepaalde lidstaten (zoals Oostenrijk en Duitsland) bij wet geregeld. Om versnippering van de EU‑markt te voorkomen, moet de Unie een gemeenschappelijk en uniform beleid in dit verband ontwikkelen door nieuwe wijncategorieën in te voeren en te stimuleren ("alcoholvrije wijn" en "gedeeltelijk alcoholvrije wijn") overeenkomstig de recent vastgestelde OIV‑resoluties over alcoholvrije wijn.

Blijkens de tenuitvoerlegging van de hervorming moeten de EU‑voorschriften over oenologische procedés verder worden geharmoniseerd en vereenvoudigd, wil men billijke concurrentie tussen de wijnproducenten van de EU en transparantie voor de consument garanderen. Meer bepaald:

– gelden afhankelijk van de wijncategorieën verschillende minimale effectieve alcoholvolumegehaltes (bijv. 4,5 % vol voor BOB‑/BGA‑wijn, 6 % vol voor aromatische mousserende kwaliteitswijn, 7 % vol voor parelwijn), terwijl de OIV slechts één minimaal alcoholvolumegehalte heeft vastgesteld, namelijk 8,5 % vol, met de mogelijkheid dit te verlagen tot 7 % vol;

– geven de maximale totale alcoholvolumegehaltes voor de verschillende wijnbouwzones hetzelfde gebrek aan samenhang te zien (15 % vol in zone A, 20 % vol in zone C en, voor sommige BGA‑wijnen, in zone B en geen maximaal totaal alcoholvolumegehalte voor BOB‑wijn die zonder verrijking is verkregen).

Komen eveneens in aanmerking voor vereenvoudiging: de regels inzake de intense persing van druiven en de controle daarvan, de regels over de minimumhoeveelheid alcohol in bijproducten (bijlage XI ter bij de integrale‑GMO‑verordening) en de regels inzake de distillatie van bijproducten.

8. Conclusies

De hervorming van de wijnsector van 2008 had in de eerste plaats tot doel "het concurrentievermogen van de wijnproducenten in de EU te verbeteren".

Naar mening van de Commissie is de hervorming van 2008 met succes ten uitvoer gelegd. Marktinterventiemaatregelen zijn zonder al te grote verstoringen afgevoerd en zowel het wijnbouwareaal in de EU als de wijnproductie is zich de afgelopen jaren blijven aanpassen aan de vraag. Volgens de meest recente gegevens is de markt vrij stabiel, zijn de prijzen verbeterd en wijst niets op het bestaan van een structureel overschot in de wijnsector – en dit ondanks de aanhoudende daling van het interne verbruik. De rooiregeling en de NSP's zijn volledig uitgevoerd. Met financiële middelen van de EU is in totaal 161 164 ha gerooid en ca. 305 000 ha geherstructureerd. Voorts wordt op grote schaal gebruik gemaakt van andere belangrijke maatregelen, zoals op het gebied van afzetbevordering en investeringen.

Uit de meest recente handelsgegevens blijkt dat de uitvoer naar derde landen sinds 2007 fors is toegenomen, tot een hoeveelheid van momenteel ruim 22 miljoen hl, met een waarde van 8,1 miljard euro (wat neerkomt op een verbetering van de gemiddelde exportwaarde per hl). De toename in de eerste maanden van 2012 was zelfs licht hoger ten opzichte van dezelfde periode in 2011. Waar de penetratie op de nieuwe markten ronduit indrukwekkend te noemen is, daar verliest de EU op andere externe markten en zelfs in bepaalde lidstaten marktaandeel aan wijnen uit derde landen.

Samenvattend is de Commissie van mening dat de voortzetting van de hervorming de wijnsector zal helpen zijn concurrentievermogen te verbeteren. De Commissie zal verder nagaan of de wetgeving aan de hand van de verduidelijking en specificering van bepaalde punten kan worden verbeterd, met name met betrekking tot de NSP's, het kwaliteitsbeleid, de etikettering en de oenologische procedés.

[1]               PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1.

[2]               PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

[3]               COM(2011) 774 definitief.

[4]               PB C 167 van 13.6.2012, blz. 17.

[5]               PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1.

[6]               PB L 19 van 21.1.2011, blz. 1.              PB L 103 van 13.4.2012, blz. 38.