Bijlagen bij COM(2012)787 - Criteria die bepalen wanneer koperschroot overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG niet langer als afval wordt aangemerkt

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE I

Criteria voor koperschroot

Criterium || Voorschriften inzake interne controle

Afdeling 1. Kwaliteit van het door terugwinning verkregen koperschroot

1.1         Het schroot wordt ingedeeld overeenkomstig een specificatie van de klant of de industrie of overeenkomstig een norm voor rechtstreeks gebruik bij de productie van metalen stoffen of voorwerpen door smelters, raffineerders, omsmelters of andere metaalproducenten. || Gekwalificeerd personeel deelt elke zending in.

1.2         De totale hoeveelheid vreemde materialen moet minder dan 2 gewichtsprocent bedragen.               Vreemde materialen zijn: (a) andere metalen dan koper en koperlegeringen; (b) niet-metallische materialen zoals aarde, stof, isolatiemateriaal en glas; (c) brandbare niet-metallische materialen zoals rubber, kunststoffen, weefsel, hout en andere chemicaliën of organische stoffen; (d) slakken, metaalslakken, metaalschuim, luchtfilterstof, slijpstof en slib. || Gekwalificeerd personeel verricht een visuele controle van elke zending. Op gezette tijden (ten minste om de zes maanden) worden representatieve monsters van elke categorie koperschroot geanalyseerd om de totale hoeveelheid vreemde materialen te meten. Door weging wordt de totale hoeveelheid vreemde materialen gemeten nadat deeltjes en voorwerpen bestaande uit koper of een koperlegering zijn gescheiden van deeltjes en voorwerpen bestaande uit vreemde materialen door deze handmatig of anderszins te scheiden (bijvoorbeeld door magnetische of dichtheidsscheiding). De frequentie waarmee representatieve monsters moeten worden geanalyseerd, wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende factoren: (a) het verwachte variabiliteitspatroon (bijvoorbeeld aan de hand van historische uitkomsten); (b) het risico dat inherent is aan de variabiliteit van de kwaliteit van de afvalstoffen die als input voor de terugwinningsactiviteiten worden gebruikt, alsook van de resultaten van het verwerkingsproces; (c) de inherente nauwkeurigheid van de bewakingsmethode; en (d) de mate waarin de resultaten de grenswaarden voor de totale hoeveelheid vreemde materialen benaderen. De procedure voor het vaststellen van de bewakingsfrequentie wordt gedocumenteerd als onderdeel van het beheersysteem en is beschikbaar voor controle.

1.3         Het schroot mag geen bovenmatige hoeveelheden metaaloxiden bevatten, in welke vorm dan ook, met uitzondering van de typische hoeveelheden die voortkomen uit de opslag van voorbereid schroot in de buitenlucht onder normale atmosferische omstandigheden. || Gekwalificeerd personeel verricht een visuele controle van elke zending.

1.4         Het schroot dient vrij te zijn van zichtbare olie, olie-emulsies, smeermiddelen of vet, met uitzondering van verwaarloosbare hoeveelheden die geen druppelvorming tot gevolg hebben. || Gekwalificeerd personeel verricht een visuele controle van elke zending, met speciale aandacht voor die delen waar de grootste kans op oliedruppels bestaat.

1.5         Responsmaatregelen op grond van nationale of internationale regels inzake monitoring- en responsprocedures voor radioactief metaalschroot zijn niet nodig. Dit voorschrift doet geen afbreuk aan de wetgeving voor de bescherming van de gezondheid van werknemers en van de bevolking, zoals aangenomen in het kader van hoofdstuk III van het Euratom-Verdrag, in het bijzonder Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad. || Gekwalificeerd personeel controleert de radioactiviteit van elke zending. Elke zending schroot moet vergezeld gaan van een certificaat dat is opgesteld overeenkomstig nationale of internationale regels inzake monitoring- en responsprocedures voor radioactief schroot. Het certificaat mag gevoegd worden bij andere documenten die bij de zending horen.

1.6         Het schroot mag geen enkele van de gevaarlijke eigenschappen vertonen die voorkomen op de lijst van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad. Het schroot dient te voldoen aan de in Beschikking 2000/532/EG van de Commissie[6] vastgestelde concentratiegrenswaarden en mag de in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad[7] vastgestelde concentratiegrenswaarden niet overschrijden. De eigenschappen van legeringsmetalen die deel uitmaken van koperlegeringen zijn voor dit voorschrift niet relevant. || Gekwalificeerd personeel onderzoekt elke zending door een visuele controle te verrichten. Wanneer deze visuele controle het vermoeden doet rijzen van mogelijke gevaarlijke eigenschappen, worden gepaste aanvullende controlemaatregelen genomen, zoals het nemen van monsters en het uitvoeren van tests, waar nodig. Het personeel moet getraind zijn op het gebied van potentiële gevaarlijke eigenschappen die koperschroot kan vertonen en van de materiaalcomponenten of -kenmerken waaraan deze gevaarlijke eigenschappen zijn te herkennen. De procedure voor het herkennen van gevaarlijke stoffen moet worden gedocumenteerd binnen het beheersysteem.

1.7         In het schroot mogen zich geen omhulsels bevinden die onder druk staan, gesloten zijn of onvoldoende zijn geopend en daardoor explosies kunnen veroorzaken in een metaalsmeltoven. || Gekwalificeerd personeel onderzoekt elke zending door een visuele controle te verrichten.

1.8         Het schroot mag geen PVC bevatten in de vorm van coatings, verf of kunststofresiduen. || Gekwalificeerd personeel onderzoekt elke zending door een visuele controle te verrichten.

Afdeling 2. Afvalstoffen die worden gebruikt als input voor terugwinningsactiviteiten

2.1         Alleen afvalstoffen die terugwinbaar koper of terugwinbare koperlegeringen bevatten, mogen als input worden gebruikt. 2.2         Gevaarlijke afvalstoffen mogen niet als input worden gebruikt, tenzij is aangetoond dat de processen en technieken voor het verwijderen van alle gevaarlijke eigenschappen, als omschreven onder 'criteria inzake verwerkingsprocessen en -technieken', zijn toegepast. 2.3         De volgende afvalstoffen mogen niet als input worden gebruikt: (a) vijlsel en draaibankafval dat vloeistoffen bevat zoals olie of olie-emulsies, en (b) vaten en containers, met uitzondering van onderdelen die van autowrakken afkomstig zijn, die olie of verfstoffen bevatten of hebben bevat. || Er wordt een acceptatiecontrole uitgevoerd van alle ontvangen afvalstoffen (door middel van visuele controle) en van de bijbehorende documenten; dit gebeurt door gekwalificeerd personeel dat getraind is in het herkennen van afvalstoffen die niet voldoen aan de in deze afdeling uiteengezette criteria.

Afdeling 3. Verwerkingsprocessen en -technieken

3.1         Het koperschroot moet bij de bron of tijdens de inzameling gescheiden zijn, of anders moeten de voor input bestemde afvalstoffen zijn behandeld teneinde het koperschroot te scheiden van de niet-metallische componenten en van andere metalen dan koper. Het aldus verkregen koperschroot moet gescheiden van alle andere afvalstoffen worden bewaard. 3.2         Alle mechanische bewerkingen (zoals snijden, verknippen, versnipperen of granuleren, sorteren, scheiden, reinigen, ontgiften of ledigen) die nodig zijn om het metaalschroot voor te bereiden om te worden gebruikt als directe input voor eindgebruik, moeten zijn uitgevoerd. 3.3         Op afval dat gevaarlijke stoffen bevat, zijn de volgende specifieke voorschriften van toepassing: (a) inputmaterialen afkomstig van afgedankte elektrische of elektronische apparatuur of van autowrakken moeten alle bewerkingen hebben ondergaan die vereist zijn krachtens artikel 6 van Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad[8] en artikel 6 van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad[9]; (b) chloorfluorkoolwaterstoffen in afgedankte apparatuur moeten zijn afgevangen door middel van een proces dat is goedgekeurd door de bevoegde instanties; (c) kabels moeten in stukken gehakt of gestript zijn. Als een kabel organische coatings (plastics) bevat, moeten deze zijn verwijderd in overeenstemming met de beste beschikbare technieken; (d) vaten en containers moeten zijn geledigd en schoongemaakt; (e) gevaarlijke stoffen in niet onder punt (1) genoemde afvalstoffen moeten doeltreffend verwijderd zijn middels een proces dat door de bevoegde instantie is goedgekeurd. ||

Bijlage II

In artikel 4, lid 1, bedoelde verklaring van conformiteit met de "einde afvalfase"-criteria

1. || Producent/importeur van het koperschroot: Naam: Adres: Contactpersoon: Telefoon: Faxnummer: E-mail:

2. || a) naam of code van de categorie metaalschroot, in overeenstemming met een industriële specificatie of norm: b) waar relevant, de voornaamste technische elementen van een door de klant opgestelde specificatie, zoals samenstelling, grootte, type en kenmerken:

3. || De zending metaalschroot voldoet aan de industriële specificatie of norm als bedoeld in punt 2 a) of aan de door de klant opgestelde specificatie als bedoeld in punt 2 b).

4. || Grootte van de zending in kilogram:

5. || Er is een testcertificaat met betrekking tot radioactiviteit opgesteld overeenkomstig nationale of internationale regels inzake monitoring- en responsprocedures voor radioactief metaalschroot.

6. || De producent van metaalschroot maakt gebruik van een beheersysteem dat voldoet aan de eisen van Verordening (EU) nr. ... [referentie toevoegen wanneer de verordening is aangenomen] en dat is gecontroleerd door een geaccrediteerde conformiteitsbeoordelingsinstantie of door een milieuverificateur of, in het geval van niet langer als afval aangemerkt metaalschroot dat wordt ingevoerd in het douanegebied van de Unie, door een onafhankelijke externe verificateur.

7. || De zending metaalschroot voldoet aan de in artikel 3, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EU) nr. ... [referentie toevoegen wanneer de verordening is aangenomen] bedoelde criteria.

8. || Verklaring van de producent/importeur van metaalschroot: Hierbij verklaar ik dat de bovenstaande informatie naar mijn beste weten volledig en correct is: Naam: Datum: Handtekening:

[1]               PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.

[2]               PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30.

[3]               PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1.

[4]               PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1.

[5]               PB L 330 van 14.12.2011, blz. 25.

[6]               PB L 226 van 6.9.2000, blz. 3.

[7]               PB L 158 van 30.4.2004, blz. 7.

[8]               PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24.

[9]               PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.