Bijlagen bij COM(2013)95 - Instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen van de EU overschrijden - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2013)95 - Instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens van onderdanen van derde ... |
---|---|
document | COM(2013)95 |
datum | 28 februari 2013 |
Lijst van internationale organisaties bedoeld in artikel 27, lid 2
1. VN-organisaties (zoals het UNHCR);
2. Internationale Organisatie voor Migratie (IOM);
3. Het Internationale Comité van het Rode Kruis.
FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN
1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1. Benaming van het voorstel/initiatief
1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
1.3. Aard van het voorstel/initiatief
1.4. Doelstelling(en)
1.5. Motivering van het voorstel/initiatief
1.6. Duur en financiële gevolgen
1.7. Beheersvorm(en)
2. BEHEERSMAATREGELEN
2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen
2.2. Beheers- en controlesysteem
2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1. Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader
3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering
3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN
1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief
Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen van de Europese Unie overschrijden, mits de wetgevende autoriteit haar goedkeuring hecht aan het voorstel tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa (COM(2011) 750 definitief), alsook aan het voorstel voor een Verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (COM(2011)398), en mits, gelet op het uitgavenplafond, voldoende middelen op het betrokken begrotingsonderdeel beschikbaar zijn.
1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[35]
Beleidsterrein: Binnenlandse zaken (titel 18)
1.3. Aard van het voorstel/initiatief
x Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[36]
¨ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie
¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie
1.4. Doelstellingen 1.4.1. De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
In het programma van Stockholm, dat de Europese Raad in december 2009 overeenkwam, werd opnieuw gesteld dat een inreis-uitreissysteem (EES) de lidstaten de mogelijkheid zou bieden doeltreffend gegevens uit te wisselen en tegelijkertijd de gegevensbescherming te garanderen. Daarom is in het actieplan ter uitvoering van het programma van Stockholm het voorstel opgenomen een EES op te zetten. De financiering van de ontwikkeling van het slimmegrenzenpakket is een van de prioriteiten van het Fonds voor interne veiligheid (ISF)[37].
1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten
Doel van het EES is het beheer van de buitengrenzen en de bestrijding van onregelmatige migratie te verbeteren door:
de inreis- en uitreisgegevens te registreren van onderdanen van derde landen die voor een kort verblijf worden toegelaten;
de toegestane verblijfsduur van onderdanen van derde landen die worden toegelaten voor een kort verblijf te berekenen en te controleren;
gegevens over de inreis en uitreis van onderdanen van derde landen te verzamelen voor analyse.
Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)
Activiteiten: Solidariteit – Buitengrenzen, terugkeer, visumbeleid en vrij verkeer van personen (hoofdstuk 18 02)
1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)
Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen
Het systeem levert aan alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten nauwkeurige informatie over personen die de toegestane verblijfsduur overschrijden, waardoor onregelmatige immigranten kunnen worden opgepakt en teruggestuurd en onregelmatige immigratie in het algemeen kan worden bestreden.
Het systeem levert nauwkeurige informatie op over het aantal personen dat de buitengrenzen van de EU jaarlijks overschrijdt, uitgesplitst naar nationaliteit en plaats van grensoverschrijding. Ook over personen die de toegestane verblijfsduur overschrijden is dergelijke gedetailleerde informatie beschikbaar, waardoor veel duidelijker wordt of voor onderdanen van een bepaald derde land al dan niet de visumplicht zou moeten gelden.
Het systeem zal essentiële informatie opleveren voor de behandeling van (nieuwe en herhaalde) aanvragen van onderdanen van derde landen voor het programma voor geregistreerde reizigers (RTP). Bovendien zal het de bevoegde autoriteiten de informatie verschaffen die zij nodig hebben om ervoor te zorgen dat onderdanen van derde landen die deelnemen aan het RTP volledig voldoen aan alle voorwaarden, zoals de inachtneming van de toegestane verblijfsduur.
De autoriteiten kunnen controleren of regelmatige reizigers met meervoudige visa de toegestane verblijfsduur in het Schengengebied niet overschrijden.
1.4.4. Resultaat- en effectindicatoren
Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.
Tijdens de ontwikkeling
Na de goedkeuring van het ontwerpvoorstel en de vaststelling van de technische specificaties wordt het technische systeem ontwikkeld door een externe contractant. De systemen worden op centraal en nationaal niveau ontwikkeld, waarbij het IT-Agentschap zorgt voor de algehele coördinatie. Het IT-Agentschap stelt in samenwerking met alle belanghebbenden een algemeen governance-kader vast. Zoals gebruikelijk bij de ontwikkeling van dergelijke systemen worden bij aanvang van het project een projectbeheersplan en een kwaliteitsborgingsplan vastgesteld. Deze plannen moeten onder meer overzicht bieden aan de hand van specifieke indicatoren voor:
- de algehele voortgang van het project,
- de ontwikkeling volgens het overeengekomen schema (mijlpalen),
- het risicobeheer,
- het beheer van (personele en financiële) middelen volgens de overeengekomen toewijzingen,
- de organisatorische capaciteit…
Wanneer het systeem operationeel is
In artikel 46 over toezicht en evaluatie staat:
"3. Twee jaar na de ingebruikneming van het EES, en vervolgens om de twee jaar, legt het Agentschap aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag voor over de technische werking en de beveiliging van het EES.
4. Twee jaar na de ingebruikneming van het EES, en vervolgens om de vier jaar, stelt de Commissie een algemene evaluatie van het EES op. In deze algemene evaluatie worden de bereikte resultaten afgezet tegen de doelstellingen, en wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden, hoe deze verordening is toegepast, hoe de beveiliging van het EES is en welke gevolgen een en ander voor toekomstige werkzaamheden heeft. De Commissie legt het evaluatieverslag voor aan het Europees Parlement en de Raad.”
Bij die evaluatie gaat het vooral om de indicatoren betreffende het aantal personen dat de toegestane verblijfsduur overschrijdt en de gegevens over het tijdstip van de grensoverschrijding, waarvoor ook naar de ervaringen met het VIS wordt gekeken. Daarnaast wordt grondig geanalyseerd of de gegevens zouden moeten kunnen worden geraadpleegd voor rechtshandhavingsdoeleinden. De Commissie legt de evaluatieverslagen voor aan het Europees Parlement en de Raad.
Specifieke doelstelling: grenscontroles doeltreffender maken door bij de in- en uitreis de toegestane verblijfsduur te controleren, en de beoordeling van het risico van overschrijding van de toegestane verblijfsduur verbeteren.
Indicator: gemiddelde wachttijd bij grensdoorlaatposten;
aantal personen van wie bij de grensdoorlaatpost wordt vastgesteld dat zij de toegestane verblijfsduur hebben overschreden;
systeembeschikbaarheid.
Specifieke doelstelling: betrouwbare informatie aanreiken waarop de EU en de lidstaten hun beleidskeuzes op het gebied van visa en migratie kunnen baseren.
Indicator: aantal gemelde personen dat de toegestane verblijfsduur overschrijdt, per categorie (visumplichtig/niet-visumplichtig), per soort grens (land/zee/lucht), per lidstaat en per land van herkomst/nationaliteit.
Specifieke doelstelling: onregelmatige immigranten in het gebied identificeren en opsporen, met name degenen die de toegestane verblijfsduur hebben overschreden, en meer mogelijkheden voor terugkeer scheppen.
Indicator: aantal meldingen dat leidt tot de aanhouding van personen die de toegestane verblijfsduur hebben overschreden.
Specifieke doelstelling: de grondrechten van onderdanen van derde landen waarborgen, met name de bescherming van persoonsgegevens en het recht op privacy.
Indicator: aantal valse hits van inreis-uitreisnotities.
Aantal klachten van personen bij de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten.
1.5. Motivering van het voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
Onregelmatige immigratie in de EU stelt alle lidstaten voor een probleem. De meeste onregelmatige migranten zijn mensen die de Europese Unie legaal zijn binnengekomen, maar die de toegestane verblijfsduur hebben overschreden. Volgens het EU-recht mogen onderdanen van derde landen in het algemeen voor een kort verblijf van maximaal drie maanden per zes maanden naar de EU komen.
Het EES is een instrument dat de Europese Unie basisinformatie verschaft over de onderdanen van derde landen die de EU binnenkomen en verlaten. Dergelijke informatie is onontbeerlijk voor een houdbaar en redelijk beleid op het gebied van migratie en asiel. Het huidige systeem van stempels in paspoorten brengt problemen met zich, niet alleen wat de handhaving betreft maar ook als het gaat om het informeren van mensen over hun rechten, bijvoorbeeld over het precieze aantal dagen dat zij in het Schengengebied mogen blijven na een aantal verblijven van enkele dagen. Bovendien kunnen de lidstaten onmogelijk gegevens uitwisselen zolang die alleen in het paspoort worden vermeld. In het huidige systeem zijn ook geen gegevens beschikbaar in het geval het gestempelde document wordt vervangen of verloren raakt.
Het EES maakt het mogelijk de duur van het verblijf van onderdanen van derde landen te berekenen en te controleren of iemand de toegestane verblijfsduur overschrijdt, ook bij het verrichten van controles binnen het Schengengebied. Op dit moment is het stempelen van de inreis- en uitreisdatum in reisdocumenten het enige instrument waarover grenswachters en immigratieautoriteiten beschikken. De tijd die iemand in het Schengengebied heeft doorgebracht, wordt berekend aan de hand van de stempels, maar die zijn vaak moeilijk te interpreteren; soms zijn zij onleesbaar of vervalst. Dit maakt het zowel tijdrovend als moeilijk om de tijd die in het Schengengebied is doorgebracht precies te berekenen op basis van stempels in reisdocumenten.
1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de EU
Geen enkele lidstaat kan zelfstandig een gemeenschappelijk, interoperabel inreis-uitreissysteem opzetten. Net als bij alle andere activiteiten die verband houden met het beheer van de migratiestromen en bedreigingen van de veiligheid, kan op dit gebied meer worden bereikt met middelen uit de EU-begroting.
De afschaffing van de controles aan de binnengrenzen moet gepaard gaan met gemeenschappelijke maatregelen om de buitengrenzen van de Unie doeltreffend te controleren en te bewaken. Sommige lidstaten hebben door hun specifieke geografische ligging en de lengte van de buitengrens van de Unie die zij moeten beheren, een zware last te dragen. De inreisvoorwaarden en grenscontroles voor onderdanen van derde landen zijn door middel van het EU-recht geharmoniseerd. Dat iemand het Schengengebied kan binnenkomen via een grensdoorlaatpost in een lidstaat waar een nationaal inreis-uitreisregister wordt bijgehouden maar kan vertrekken via een grensdoorlaatpost waar niet met een dergelijk systeem wordt gewerkt, kan niet door de lidstaten afzonderlijk maar wel op EU-niveau worden ondervangen.
1.5.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
Uit de ervaring die is opgedaan bij de ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) en het visuminformatiesysteem (VIS) zijn de navolgende lessen getrokken.
1) Als mogelijke waarborg tegen kostenoverschrijdingen en vertragingen ten gevolge van veranderende eisen, mogen geen nieuwe informatiesystemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht worden ontwikkeld, zeker niet als het gaat om een grootschalig IT-systeem, voordat de desbetreffende rechtsinstrumenten waarin het doel, het toepassingsgebied, de functies en de technische details worden beschreven, definitief zijn vastgesteld.
2) Het is moeilijk gebleken om de nationale ontwikkelingen te financieren voor lidstaten die de diverse activiteiten niet in hun meerjarige programma hebben opgenomen of onvoldoende precisie aan de dag leggen bij de programmering in het kader van het Buitengrenzenfonds. Daarom bestrijkt het huidige voorstel ook de ontwikkelingskosten.
1.5.4. Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten
Dit voorstel moet worden gezien in het kader van de voortgaande ontwikkeling van de geïntegreerde strategie voor grensbeheer van de Europese Unie, en in het bijzonder in dat van de mededeling inzake slimme grenzen[38], en in samenhang met het ISF-grenzenvoorstel[39], als onderdeel van het MFK. Het financieel memorandum bij het gewijzigde Commissievoorstel voor het Agentschap[40] dekt de kosten voor de bestaande IT-systemen Eurodac, SIS II en VIS, maar niet die voor de toekomstige grensbeheersystemen, waar het Agentschap nog niet wettelijk voor verantwoordelijk is. Derhalve dekt de bijlage bij het voorstel voor een Verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[41], in rubriek 3 "Veiligheid en burgerschap", de bestaande IT-systemen onder "IT-systemen" (822 miljoen EUR) en de toekomstige grensbeheersystemen onder "Interne veiligheid" (1,1 miljoen EUR op een totaal van 4,648 miljoen EUR). Binnen de Commissie is DG HOME verantwoordelijk voor de totstandbrenging van een ruimte van vrij verkeer waarin personen de binnengrenzen kunnen overschrijden zonder aan grenscontroles te worden onderworpen en waarvan de buitengrenzen op consistente wijze worden bewaakt en beheerd op EU-niveau. Er is sprake van synergie met het visuminformatiesysteem op de volgende punten:
a) voor visumhouders wordt het biometrisch matchingsysteem ook gebruikt voor inreis-uitreisdoeleinden;
b) het inreis-uitreissysteem is een aanvulling op het VIS. Het VIS bevat alleen gegevens over visumaanvragen en afgegeven visa, terwijl in het EES ook de concrete inreis- en uitreisgegeven die verband houden met de afgegeven visa worden opgeslagen;
c) verder zullen er synergieën zijn met het RTP, omdat de inreis- en uitreisgegevens van geregistreerde reizigers worden geregistreerd in het EES, dat wordt gebruikt om na te gaan of de toegestane duur van het verblijf in het Schengengebied in acht wordt genomen. Zonder het EES zouden er geen volautomatische grensovergangen voor geregistreerde reizigers kunnen worden ingevoerd. Bovendien is er geen risico van overlapping met soortgelijke initiatieven bij andere DG’s.
1.6. Duur en financiële gevolgen
¨ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur
– ¨ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ
– ¨ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ
x Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur
– Voorbereidingsperiode van 2013 tot 2015 (vaststellen van het rechtskader)
– Ontwikkelingsperiode van 2015 tot 2017,
– gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7. Beheersvorm(en)[42]
x Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie
x Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan:
– ¨ uitvoerende agentschappen
– x door de Unie opgerichte organen[43]
– ¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak
– ¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement
¨ Gedeeld beheer met lidstaten
¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen
¨ Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)
Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".
Opmerkingen
Het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa (COM(2011) 750) voorziet in artikel 15 in de financiering van de ontwikkeling van het inreis-uitreissysteem. Overeenkomstig artikel 58, lid 1, onder c), en artikel 60 van het nieuwe Financieel Reglement (gecentraliseerd indirect beheer) worden de uitvoerende taken van het voornoemde financiële programma toevertrouwd aan het IT-Agentschap.
Gedurende de periode 2015-2017 zullen alle ontwikkelingsactiviteiten door middel van een delegatieovereenkomst worden toevertrouwd aan het IT-Agentschap. Dit dekt de ontwikkeling van alle componenten van het project: het centrale systeem, de systemen van de lidstaten, de netwerken en de infrastructuur in de lidstaten.
Het is de bedoeling om bij de tussentijdse evaluatie in 2017 de resterende kredieten van de 513 miljoen EUR over te schrijven naar het begrotingsonderdeel betreffende het IT-agentschap voor de beheers- en onderhoudskosten van het centrale systeem en het netwerk en naar de nationale programma's voor de beheers- en onderhoudskosten van de nationale systemen, waaronder de kosten van infrastructuur (zie onderstaande tabel). Het financieel memorandum zal eind 2016 dienovereenkomstig worden herzien.
Blokken || Wijze van beheer || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020
Ontwikkeling centraal systeem || Indirect gecentraliseerd || X || X || X || || ||
Ontwikkeling lidstaten || Indirect gecentraliseerd || X || X || X || || ||
Onderhoud centraal systeem || Indirect gecentraliseerd || || || X || X || X || X
Onderhoud nationale systemen || Indirect gecentraliseerd || || || X || X || X || X
Netwerk (1) || Indirect gecentraliseerd || X || X || X || X || X || X
Infrastructuur lidstaten || Indirect gecentraliseerd || X || X || X || X || X || X
(1) ontwikkeling netwerk in 2015-2017, beheer netwerk in 2017-2020
2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen
Vermeld frequentie en voorwaarden.
De regels betreffende het toezicht op en de evaluatie van het EES zijn opgenomen in artikel 46 van het voorstel.
Artikel 46 Toezicht en evaluatie
1. Het Agentschap zorgt ervoor dat er procedures zijn om de technische resultaten, de kosteneffectiviteit, de beveiliging en de kwaliteit van de dienstverlening van het EES te toetsen aan de doelstellingen.
2. Met het oog op het technisch onderhoud heeft het Agentschap toegang tot de vereiste informatie over de in het EES verrichte gegevensverwerkingsactiviteiten.
3. Twee jaar na de ingebruikneming van het EES en vervolgens om de twee jaar, legt het Agentschap aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag voor over de technische werking en de beveiliging van het EES.
4. Twee jaar na de ingebruikneming van het EES en vervolgens om de vier jaar, stelt de Commissie een algemene evaluatie van het EES op. In deze algemene evaluatie worden de bereikte resultaten afgezet tegen de doelstellingen en wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden, hoe deze verordening is toegepast, hoe de beveiliging van het EES is en welke gevolgen een en ander voor toekomstige werkzaamheden heeft. De Commissie legt het evaluatieverslag voor aan het Europees Parlement en de Raad.
5. Bij de eerste evaluatie wordt specifiek nagegaan hoe het inreis-uitreissysteem zou kunnen bijdragen tot de bestrijding van terroristische misdrijven en andere zware criminaliteit en wordt ingegaan op de kwestie van de toegang tot de gegevens in het systeem voor rechtshandhavingsdoeleinden en op de vraag onder welke voorwaarden die toegang eventueel kan worden verleend, of de bewaringstermijn moet worden aangepast en of autoriteiten van derde landen toegang moeten krijgen, waarbij rekening wordt gehouden met de werking van het EES en de resultaten van de toepassing van het VIS.
6. De lidstaten verstrekken het Agentschap en de Commissie de informatie die nodig is om de in de leden 3 en 4 bedoelde verslagen op te stellen overeenkomstig de door de Commissie en/of het Agentschap te bepalen kwantitatieve indicatoren.
7. Het Agentschap verstrekt de Commissie de informatie die nodig is om de in lid 4 bedoelde algemene evaluaties op te stellen.
2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke risico's
1) Moeilijkheden met de technische ontwikkeling van het systeem
De nationale IT-systemen van de lidstaten verschillen in technisch opzicht. Daarnaast kunnen de grenscontroleprocedures verschillen naargelang van de plaatselijke omstandigheden (beschikbare ruimte bij de grensdoorlaatpost, reizigersstromen enz.). Het EES moet worden geïntegreerd in de nationale IT-architectuur en de nationale grenscontroleprocedures. Daarbij komt dat de ontwikkeling van de nationale componenten van het systeem volledig moet zijn afgestemd op de centrale vereisten. Er zijn op dit gebied twee belangrijke risico’s vastgesteld:
a) het risico dat de lidstaten op verschillende wijze uitvoering geven aan technische en juridische aspecten van het EES, als gevolg van onvoldoende coördinatie tussen het centrale en nationale niveau;
b) het risico dat dit systeem op inconsistente wijze wordt gebruikt door de wijze waarop de lidstaten het EES in de bestaande grenscontroleprocedures integreren.
2) Moeilijkheden met de tijdige ontwikkeling van het systeem
Op grond van de ervaringen met de ontwikkeling van het VIS en SIS II wordt verwacht dat het voor de tenuitvoerlegging van het EES van cruciaal belang zal zijn dat een externe contractant het systeem tijdig ontwikkelt. Als expertisecentrum voor ontwikkeling en beheer van grootschalige IT-systemen wordt het IT-Agentschap ook verantwoordelijk voor het toewijzen en beheren van contracten, met name voor het uitbesteden van de ontwikkeling van het systeem. Het werken met een externe contractant bij deze ontwikkelingstaak houdt verscheidene risico's in:
a) met name het risico dat de contractant onvoldoende middelen uittrekt voor het project of een systeem ontwerpt en ontwikkelt dat niet geavanceerd is;
b) het risico dat de contractant de administratieve technieken en methoden voor grootschalige IT-projecten niet geheel in acht neemt om de kosten te drukken;
c) het bij de huidige economische crisis niet geheel denkbeeldige risico dat de contractant in financiële moeilijkheden komt door factoren die los staan van dit project.
2.2.2. Controlemiddel(en)
1) Het Agentschap moet een expertisecentrum worden op het gebied van de ontwikkeling en het beheer van grootschalige IT-systemen. Het wordt verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het beheer van het centrale deel van het systeem, met inbegrip van de uniforme interfaces in de lidstaten. Op deze manier moeten de meeste problemen waarmee de Commissie bij de ontwikkeling van SIS II en het VIS te maken kreeg, kunnen worden voorkomen.
Gedurende de ontwikkelingsfase (2015-2017) behoudt de Commissie de algehele verantwoordelijkheid, aangezien het project zal worden ontwikkeld via indirect centraal beheer. Het Agentschap wordt verantwoordelijk voor het technisch en financieel beheer. Daarbij gaat het met name om het toewijzen en het beheren van opdrachten. De delegatieovereenkomst voorziet wat het centrale deel betreft in het plaatsen van opdrachten en wat het nationale deel betreft in subsidies. Overeenkomstig artikel 40 van de uitvoeringsvoorschriften zal de Commissie een overeenkomst sluiten met gedetailleerde regelingen voor het beheer en de controle van de middelen en de bescherming van de financiële belangen van de Commissie. In deze overeenkomst worden ook de in artikel 40, lid 2, bedoelde voorschriften opgenomen. Zodoende kan de Commissie de in 2.2.1 beschreven risico's beheren.
Bij de tussentijdse evaluatie (gepland in 2017 in het kader van het Fonds voor interne veiligheid, artikel 15 van de horizontale verordening) zal de wijze van beheer opnieuw worden beoordeeld.
2) Om vertragingen op nationaal niveau te voorkomen, is gezorgd voor doeltreffende governance tussen alle belanghebbenden. De Commissie heeft in de ontwerp-verordening voorgesteld om het Agentschap door een adviesgroep met nationale deskundigen van de lidstaten te laten voorzien van expertise op het gebied van het EES en het RTP. Deze adviesgroep komt regelmatig bijeen om de toepassing van het systeem te bespreken, ervaringen uit te wisselen en de raad van bestuur van het Agentschap te adviseren. Verder is de Commissie van plan de lidstaten aan te bevelen om een nationale projectinfrastructuur/projectgroep op te zetten voor zowel de technische als de operationele ontwikkeling, met onder meer een betrouwbare communicatie-infrastructuur met centrale contactpunten.
2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
De fraudebestrijdingsmaatregelen staan in artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1077/2011 en houden het navolgende.
1. Met het oog op de bestrijding van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten is Verordening (EG) nr. 1073/1999 van toepassing.
2. Het Agentschap treedt toe tot het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en stelt onverwijld de dienovereenkomstige voorschriften vast, die op alle personeelsleden van het Agentschap van toepassing zijn.
3. In de financieringsbesluiten en de uitvoeringsovereenkomsten en -instrumenten die uit die besluiten voortvloeien, wordt uitdrukkelijk bepaald dat de Rekenkamer en OLAF, indien nodig, tot controle ter plaatse kunnen overgaan bij de begunstigden van de middelen van het agentschap en bij de tussenpersonen die deze middelen verdelen.
Overeenkomstig deze bepaling heeft de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht op 28 juni 2012 een besluit vastgesteld over de voorwaarden en condities voor interne onderzoeken in verband met het voorkomen van fraude, corruptie en elke andere onwettige activiteit waardoor de financiële belangen van de Europese Unie worden geschaad.
Voorts stelt DG HOME momenteel zijn strategie voor fraudepreventie en –opsporing op.
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
Op grond van de delegatieovereenkomst krijgt het Agentschap de taak om op het niveau van zijn lokale financiële systemen te zorgen voor passende instrumenten voor toezicht, follow-up en verslaglegging met betrekking tot de kosten van de toepassing van het EES overeenkomstig artikel 60 van het nieuwe Financieel Reglement. Het Agentschap zal passende maatregelen treffen, zodat ongeacht de definitieve begrotingsnomenclatuur verslaglegging kan plaatsvinden.
· Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven
In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen
Rubriek van het meerjarig financieel kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Bijdrage
Nummer [Omschrijving……………………...……….] || GK/NGK ([44]) || van EVA[45]-landen || van kandidaat-lidstaten[46] || van derde landen || in de zin van artikel 21, lid 2, onder b, van het Financieel Reglement
|| [XX.YY.YY.YY] || GK/ || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE
· Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen
Rubriek van het meerjarig financieel kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Bijdrage
Nummer Nummer [omschrijving…………………………..] || GK/ NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 21, lid 2, onder b, van het Financieel Reglement
3 || [18.02.CC] Fonds voor interne veiligheid - grenzen || GK/ || NEE || NEE || JA || NEE
3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
Rubriek van het meerjarig financieel kader || 3 || Veiligheid en burgerschap
DG: HOME || || || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017[47] || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || Volgende jaren || TOTAAL
Ÿ Beleidskredieten || || || || || || || ||
Nummer begrotingsonderdeel: 18.02.CC || Vastleggingen || (1) || 122,566 || 30,142 || 119,477 || 80,272 || 80,272 || 80,271 || || 513,000
Betalingen || (2) || 61,283 || 82,382 || 92,677 || 83,993 || 80,271 || 80,271 || 32,122 || 513,000
Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1a) || || || || || || || ||
Betalingen || (2a) || || || || || || || ||
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[48] || || || || || || || ||
Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || || || || || || || ||
TOTAAL kredieten voor DG HOME || Vastleggingen || =1+1a +3 || 122,566 || 30,142 || 119,477 || 80,272 || 80,272 || 80,271 || || 513,000
Betalingen || =2+2a +3 || 61,283 || 82,382 || 92,677 || 83,993 || 80,271 || 80,271 || 32,122 || 513,000
Ÿ TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || ||
Betalingen || (5) || || || || || || ||
Ÿ TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || ||
TOTAAL kredieten onder RUBRIEK <….> van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || =4+ 6 || || || || || || ||
Betalingen || =5+ 6 || || || || || || ||
Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken
Ÿ TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || ||
Betalingen || (5) || || || || || || ||
Ÿ TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || ||
TOTAAL kredieten onder RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarig financieel kader (richtbedrag) || Vastleggingen || =4+ 6 || || || || || || ||
Betalingen || =5+ 6 || || || || || || ||
Rubriek van het meerjarig financieel kader || 5 || "Administratieve uitgaven"
in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
|| || || Jaar 2013 || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || Volgende jaren || TOTAAL
DG: HOME || || || ||
Ÿ Personele middelen || 0,254 || 0,254 || 0,254 || 0,190 || 0,190 || 0,190 || 0,191 || 0,191 || || 1,715
Ÿ Andere administratieve uitgaven || 0,201 || 0,201 || 0,201 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || || 1,602
TOTAAL DG HOME || Kredieten || 0,455 || 0,455 || 0,455 || 0,390 || 0,390 || 0,390 || 0,391 || 0,391 || || 3,317
TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || (Totaal vastleggingen = Totaal betalingen) || 0,455 || 0,455 || 0,455 || 0,390 || 0,390 || 0,390 || 0,391 || 0,391 || || 3,317
in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
|| || || Jaar 2013 || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || Volgende jaren || TOTAAL
TOTAAL kredieten onder RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || 0,455 || 0,455 || 123,021 || 30,533 || 119,867 || 80,662 || 80,662 || 80,662 || || 516,317
Betalingen || 0,455 || 0,455 || 61,738 || 82,773 || 93,067 || 84,383 || 80,662 || 80,662 || 32,122 || 516,317
De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
– ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
– x Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL ||
||
Soort output[49] || Gem. kosten van de output || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Totaal aantal outputs || Totaal kosten ||
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[50] Systeemontwikkeling (centraal en nationaal) || || || || || || || || || || || || || || ||
Output || 1 || 122,566 || 1 || 30,142 || 1 || 43,143 || || || || || || || 1 || 195,851 ||
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1[51] || || 122,566 || || 30,142 || || 43,143 || || || || || || || || 195,851 ||
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2 Systeembeheer (centraal en nationaal) || || || || || || || || || || || || || || ||
Output || || || || || 1 || 76,334 || 1 || 80,271 || 1 || 80,272 || 1 || 80,272 || 1 || 317,149 ||
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2[52] || || || || || || 76,334 || || 80,271 || || 80,272 || || 80,272 || || 317,149 ||
TOTALE KOSTEN || 1 || 122,566 || 1 || 30,142 || 2 || 119,477 || 1 || 80,271 || 1 || 80,272 || 1 || 80,272 || 2 || 513,000 ||
3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting
– ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
– x Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
|| Jaar 2013 || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL
RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || || ||
Personele middelen || 0,254 || 0,254 || 0,254 || 0,190 || 0,190 || 0,190 || 0,191 || 0,191 || 1,715
Andere administratieve uitgaven || 0,201 || 0,201 || 0,201 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 0,200 || 1,602
RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 0,455 || 0,455 || 0,455 || 0,390 || 0,390 || 0,390 || 0,391 || 0,391 || 3,317
Buiten RUBRIEK 5[53] van het meerjarig financieel kader || || || || || || || || ||
Personele middelen || || || || || || || || ||
Andere administratieve uitgaven || || || || || || || || ||
Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || || ||
TOTAAL || 0,455 || 0,455 || 0,455 || 0,390 || 0,390 || 0,390 || 0,391 || 0,391 || 3,317
3.2.3.2. Geraamde personeelsbehoeften
– ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig
– x Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming in voltijdequivalenten (of met hoogstens 1 decimaal)
|| Jaar 2013 || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020
· Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 2 || 2 || 2 || 1,5 || 1,5 || 1,5 || 1,5 || 1,5
XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || || ||
XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || || ||
10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || || ||
· Extern personeel (in voltijdequivalent - VTE)[54] ·
XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") || || || || || || || ||
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || || || || || || || ||
XX 01 04 jj[55] || - zetel[56] || || || || || || || ||
- delegaties || || || || || || || ||
XX 01 05 02 (AC, INT, SNE – onderzoek door derden) || || || || || || || ||
10 01 05 02 (AC, INT, SNE – eigen onderzoek) || || || || || || || ||
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || || || || || || || ||
TOTAAL || 2 || 2 || 2 || 1,5 || 1,5 || 1,5 || 1,5 || 1,5
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken
Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || 2 gedurende de voorbereidingsperiode (2013-2015): 1 administrateur voor de wetgevingsonderhandelingen, de coördinatie van de taken (samen met het Agentschap) en het toezicht op de delegatieovereenkomst 0,5 administrateur voor het toezicht op de financiële activiteiten en deskundigheid inzake grenscontrole en technische aangelegenheden 0,5 assistent voor administratieve en financiële activiteiten 1,5 gedurende de ontwikkelingsperiode (2016-2020): 1 administrateur voor de follow-up van de delegatieovereenkomst (verslagen, voorbereiding van comitologie, validering van functionele en technische specificaties, toezicht op financiële activiteiten en coördinatie van Agentschap) en deskundigheid inzake grenscontrole en technische aangelegenheden 0,5 assistent voor administratieve en financiële activiteiten
Extern personeel || 0
3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader
– x Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader
– ¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader
Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
– ¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader[57]
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering
– x Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden
– ¨ Het voorstel/initiatief voorziet in
Kredieten in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
|| Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || Totaal
Medefinancieringsbron || || || || || || || ||
TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || ||
3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
– ¨ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten
– x Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
¨ voor de eigen middelen
x voor de diverse ontvangsten
in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[58]
Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || Volgende jaren
Artikel 6313……….. || || 3,729 || 5,013 || 5,639 || 5,111 || 4,884 || 4,884 || 1,954
Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.
18.02.CC Fonds voor interne veiligheid - grenzen
Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.
De begroting omvat een bijdrage van de landen die volgens de respectieve overeenkomsten betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis en de Eurodac-maatregelen. De ramingen zijn van louter indicatieve aard en berusten op recente berekeningen van de ontvangsten voor de uitvoering van het Schengenacquis van IJsland, Noorwegen en Zwitserland (verrichte betalingen). Deze staten storten momenteel elk begrotingsjaar een bedrag in de algemene begroting van de Europese Unie, dat wordt berekend op basis van het bruto binnenlands product uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product van alle deelnemende staten. De berekening wordt gebaseerd op de Eurostat-cijfers van juni 2012, die sterk uiteenlopen naargelang van de economische situatie van de deelnemende staten.
[1] COM(2008) 69 definitief. Bij de mededeling was een effectbeoordeling gevoegd: SEC(2008) 153.
[2] “Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger”, PB C 115 van 4.5.2010.
[3] EUCO 23/11.
[4] COM(2011) 680 definitief.
[5] PB L 105 van 13.4.2006.
[6] Bulgarije, Estland, Spanje, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije en Finland.
[7] http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/population/data/database. Het gaat hierbij zowel om personen die de toegestane verblijfsduur hebben overschreden als om personen die op onregelmatige wijze zijn binnengekomen, en zowel om personen die zijn aangehouden aan de grens als personen die zijn aangehouden in het Schengengebied.
[8] PB L 286 van 1.11.2011.
[9] SEC(2008) 153.
[10] SWD(2013) 47.
[11] Mits de wetgevende autoriteit haar goedkeuring hecht aan het voorstel tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa (COM(2011) 750 definitief), alsook aan het voorstel voor een Verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (COM(2011)398), en mits, gelet op het uitgavenplafond, voldoende middelen op het betrokken begrotingsonderdeel beschikbaar zijn.
[12] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
[13] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
[14] PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19.
[15] PB C [...] van [...], blz. [...].
[16] PB C [...] van [...], blz. [...].
[17] PB C [...] van [...], blz. [...].
[18] COM(2008) 69 definitief.
[19] PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.
[20] PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1.
[21] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
[22] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
[23] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
[24] PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.
[25] PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.
[26] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
[27] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.
[28] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
[29] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1.
[30] PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
[31] PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19.
[32] PB L 243 van 15.9.2009, blz.1.
[33] PB L 286 van 1.11.2011, blz.1.
[34] PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1.
[35] ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based Budgeting.
[36] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
[37] Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa, COM(2011) 750 definitief.
[38] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Slimme grenzen - opties en te volgen weg, COM(2011) 680 definitief.
[39] Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa, COM(2011) 750 definitief.
[40] COM(2010) 93 van 19 maart 2010.
[41] COM(2011) 398 van 29 juni 2011.
[42] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html
[43] Als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement.
[44] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
[45] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
[46] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
[47] Dat de kosten schommelen en met name in 2015 en 2017 hoog zijn, heeft verschillende oorzaken. Aan het begin van de ontwikkelingsperiode worden in 2015 vastleggingen gedaan voor de ontwikkeling (eenmalige kosten voor drie jaar bestemd voor apparatuur, software en contractanten). Aan het eind van de ontwikkelingsperiode, in 2017, worden de vastleggingen gedaan die nodig zijn voor de verrichtingen. De kosten van het beheer van apparatuur en software variëren naargelang van de periode.
[48] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
[49] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).
[50] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…".
[51] Dit bedrag dekt onder meer de centrale ontwikkeling en met name de netwerkinfrastructuur, de vereiste hardware- en softwarelicenties en de kosten in verband met de ontwikkeling van het centrale systeem door de externe contractant. Ook voor de nationale ontwikkeling dekt het de kosten voor de vereiste hardware- en softwarelicenties en externe contractanten.
[52] Dit bedrag dekt de nodige kosten voor de werking van het centrale systeem, met name het netwerkbeheer, het onderhouden van het centrale systeem door een externe contractant en de vereiste hardware- en softwarelicenties. Voor het nationale beheer dekt het de kosten die nodig zijn voor de werking van de nationale systemen, met name de hardware- en softwarelicenties, incidentenbeheer en externe contractanten.
[53] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
[54] AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED = Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties); LA= Local Agent (plaatselijk functionaris); SNE= Seconded National Expert (gedetacheerd nationaal deskundige).
[55] Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
[56] Vooral voor Structuurfondsen, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Visserijfonds (EVF).
[57] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.
[58] Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.