Bijlagen bij COM(2013)915 - Over de verschillende bedwelmingsmethoden voor pluimvee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2013)915 - Over de verschillende bedwelmingsmethoden voor pluimvee.
document COM(2013)915 NLEN
datum 19 december 2013
bijlage I.

4.1.        Vergelijking tussen het waterbad en andere methoden

4.1.1.     Productiekosten en kostenmodel

Voor de vergelijking van de in de handel verkrijgbare bedwelmingsmethoden voor pluimvee is een kostenmodel vastgesteld[11]. Er is rekening gehouden met de volgende kosten: installatie[12], onderhoud, werkzaamheden voor de ontvangst en het ophangen, waterconsumptie, water voor schoonmaken, elektriciteit voor het bedwelmen, gas voor het bedwelmen, overige aan bedwelmen gerelateerde arbeidskosten.

De gemiddelde EU-kosten per vogel zijn berekend voor hoogvolumeslachthuizen (12 000 vogels per uur) en slachthuizen met een lager volume (6 000 en 3 000 vogels per uur) en samengevat in tabel 1 en 2. Deze cijfers zijn afhankelijk van de plaatselijke kosten van de verschillende productiemiddelen (kapitaal, energie, water en arbeid)[13].

Tabel 1: Basisberekeningen voor bedwelmingskosten met verschillende methoden bij het verwerken van 12 000 vogels per uur

Kostenfactor || Waterbad || CAS || Uitsluitend kop || Vacuümbedwelming

Installatiekosten || € 43 000 || € 308 300 || € 370 000 || € 500 000

Onderhoud (% van installatiekosten) || 3,45 % || 6,90 % || 3,00 % || 2,40 %

Werkzaamheden ontvangst en ophangen || 97 uur per dag || 90 uur per dag || 96 uur per dag || 90 uur per dag*

Water voor bedwelmen en reinigen || 9,0 m3 per dag || 3,5 m3 per dag || 0,96 m3 per dag || 3,5 m3 per dag*

Elektriciteit || 5,2 kWh per dag || 127,0 kWh per dag || 9,6 kWh per dag || 1 136,0 kWh per dag

Gebruikt gas || - || 3,1 ton per dag || - || -

Overige werkzaamheden || 3 uur per dag || 5 uur per dag || 0,5 uur per dag || 5 uur per dag*

Kosten per vogel (EU-gemiddelde) || 2,439 cent || 3,495 cent || 2,521 cent || 2,641 cent

Kosten per vogel (hoge prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 4,135 cent || 5,105 cent || 4,151 cent || 4,367 cent

Kosten per vogel (lage prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 0,389 cent || 1,562 cent || 0,549 cent || 0,679 cent

Bronnen en wegingen || Fabrikanten: 45 %; Enquête onder slachthuizen met een capaciteit van 9 000-13 000 (cijfers aangepast voor een capaciteit van 12 000) 45 %. Bronnen: 10 % || Fabrikanten: 45 %; Enquête onder slachthuizen met alle soorten capaciteit (cijfers aangepast voor een capaciteit van 12 000) 45 %. Bronnen: 10 % || Fabrikanten || Fabrikanten; schattingen arbeid voor CAS.

* De cijfers zijn overgenomen uit de CAS-schattingen gezien de overeenkomsten tussen de systemen en het gebrek aan specifieke gegevens. Uit documentatie blijkt dat er geen water wordt gebruikt in het LAPS-bedwelmingsproces, hoewel er bij CAS-systemen water wordt gebruikt voor het reinigen.

Tabel 2: Kostenmodel voor slachthuizen met een capaciteit van 6 000 of 3 000 vogels per uur

Kostenfactor || Waterbad || CAS || Uitsluitend kop || Vacuümbedwelming

Verschillen bij 6 000 vogels per uur

|| Installatiekosten licht lager; water en arbeidsinzet lager; elektriciteitsverbruik ongeveer gelijk. || Installatiekosten, water- en elektriciteitsverbruik gelijk.  Arbeidsinzet en gasverbruik proportioneel lager.  Onderhoud lager door lagere productie. || Installatiekosten licht lager (€ 350 000), arbeids- en elektriciteitskosten proportioneel lager. || De installatiekosten worden gehalveerd door verwijdering van de helft van de vacuümkamers (250 000), elektriciteit en arbeid eveneens proportioneel lager.

Kosten per vogel (EU-gemiddelde) || 2,541 cent || 3,687 cent || 2,716 cent || 2,667 cent

Kosten per vogel (hoge prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 4,294 cent || 5,330 cent || 4,356 cent || 4,412 cent

Kosten per vogel (lage prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 0,422 cent || 1,730 cent || 0,733 cent || 0,682 cent

Verschillen bij 3 000 vogels per uur

|| Installatiekosten licht lager; water en arbeidskosten lager; elektriciteit ongeveer gelijk. || Installatiekosten, water- en elektriciteitskosten gelijk.  Arbeids- en gaskosten proportioneel lager.  Onderhoudskosten lager. || Installatiekosten bij 6 000 vogels per uur (€ 350 000), arbeids- en elektriciteitskosten proportioneel lager. || Installatie, elektriciteit als bij 6 000 vogels per uur[14].  Arbeidskosten proportioneel lager.

Kosten per vogel (EU-gemiddelde) || 2,584 cent || 4,053 cent || 3,121 cent || 3,087 cent

Kosten per vogel (hoge prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 4,340 cent || 5,761 cent || 4,780 cent || 5,000 cent

Kosten per vogel (lage prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 0,463 cent || 2,046 cent || 1,116 cent || 1,024 cent

Gemiddeld is een waterbad de goedkoopste bedwelmingsmethode en CAS de duurste[15]. Voor hoogvolumeslachthuizen is het verschil in kosten tussen de twee methodes lager.

Bedwelming met een waterbad heeft grote voordelen boven de andere methoden indien de inputkosten lager zijn. Indien de inputkosten hoger zijn, met name die van arbeid, wordt het verschil tussen de kosten voor het waterbad en die voor andere methoden kleiner. Deze bevinding komt overeen met de empirische observatie dat CAS wordt gebruikt in regio's van de EU waar de arbeidskosten relatief hoog zijn.

De keuze van slachthuisexploitanten voor een bepaald bedwelmingssysteem lijkt niet te worden beïnvloed door het effect op de detailhandelsprijs (de gemiddelde detailhandelsprijs is 5,07 euro voor een gewone kip van 1,5 kilo), maar eerder door het verschil in investeringskosten vooraf en door de voor het bedwelmingssysteem benodigde ruimte (zie hieronder).

4.1.2.     Omzet/markten

De slachthuisexploitanten kiezen hun bedwelmingsmethode afhankelijk van de markt waar ze hun producten willen afzetten.

De invloed op de omzet verloopt via de volgende drie mechanismen:

– Markttoegang: distributeurs kunnen vragen om specifieke bedwelmingsmethoden om kwaliteits-, dierwelzijns- of religieuze redenen (halal[16], koosjer).

– Betere vleeskwaliteit: de markt kan een hogere prijs bieden indien de stukken (filet, vleugels, poten) consequent hetzelfde uiterlijk hebben (kleur, afwezigheid van bloedspatten).

– Verliezen vanwege het trimmen: de omzet wordt negatief beïnvloed indien door de bedwelmingsmethode meer trimmen nodig is (verlies van vlees en hogere arbeidskosten door het trimmen).

In de praktijk is de belangrijkste marktvariabele het verschil tussen verkoop als gehele kip voor verdere verwerking (hier zijn onzuiverheden van minder groot belang) en verkoop als verse stukken in de detailhandel (waar een goede presentatie van groot belang is).

Er is geen volledig onderzoek dat een directe vergelijking maakt tussen de vleeskwaliteit met gebruik van verschillende bedwelmingsmethoden. Bovendien kan ook een aantal andere factoren van grote invloed zijn op de kwaliteit, met name de gebruikte parameters, de herkomst van het koppel, de behandeling en het transport van het pluimvee vóór de slacht, etc.

Met dit voorbehoud kan de vergelijking tussen het effect van de verschillende bedwelmingsmethoden op de vleeskwaliteit als volgt worden samengevat:

– Het CAS-systeem en het systeem waarbij uitsluitend de kop wordt bedwelmd[17] lijken een betere vleeskwaliteit op te leveren (hoger percentage filet zonder bloedspatten) dan het waterbad,

– Bij het waterbad raken de poten meestal meer beschadigd vanwege het levend aanhaken,

– Schade aan de vleugels is meestal hoger bij CAS vanwege meer fladderen tijdens het verdoven, met name bij gebruik van inert gas,

– Bij CAS kan de schade aan de huid groter zijn, vanwege moeilijkheden bij het plukken.

In het algemeen lijkt CAS een voordeel te bieden voor markten waar filet wordt gevraagd (kwaliteitspremie), maar deze methode is niet concurrerend met het waterbad voor markten waar gehele vogels worden gevraagd.

4.1.3.     Benodigde ruimte voor de installatie van een bedwelmingssysteem

Naast het hierboven beschreven kostenmodel moet er rekening worden gehouden met de benodigde ruimte, in geval van overstap van het waterbad naar een ander systeem.

De bouwkosten en kosten voor structurele aanpassingen bij een overstap van een waterbadsysteem naar CAS (of mogelijk LAPS) zijn significant en kunnen belemmerend werken. Bij een overstap van het waterbad naar CAS (en mogelijk LAPS) zijn de kosten waarschijnlijk hoger dan bij overstap naar een systeem waarbij uitsluitend de kop wordt bedwelmd, aangezien dat niet meer ruimte vergt dan het waterbad.

5. Arbeidsomstandigheden voor medewerkers van slachthuizen

Systemen waarbij de vogels niet bij bewustzijn worden verwerkt (CAS en LAPS) hebben een positief effect op de werkomgeving in vergelijking met de andere methoden (waterbad en uitsluitend de kop) vanwege minder stof (geen gefladder), normaal licht[18], minder letsel bij werknemers en minder fysieke inspanning. Volgens één studie[19] is ook het personeelsverloop kleiner geworden, waardoor de wervingskosten dalen.

6. Milieuaspecten

In het onderzoek uit 2012 zijn het waterbad en CAS afgezet tegen zes milieumaatstaven: stof en stank, energieverbruik, hoeveelheid onbruikbaar afval, waterverbruik, koeling en broeikasgasemissies.

Hoewel er per totaal weinig verschil lijkt te bestaan in de milieueffecten van de twee methoden, lijkt CAS een aantal milieuvoordelen te bieden ten opzichte van het waterbad als het gaat om stof/stank, afval en water, terwijl het waterbad minder elektriciteit verbruikt en minder broeikasgassen uitstoot.

7. Aspecten van wereldwijd concurrentievermogen

De EU-pluimveesector moet eveneens worden beoordeeld in het licht van het internationale concurrentievermogen en de concurrentiedruk van derde landen.

Op de wereldmarkt is Brazilië de grootste leverancier van volledige vogels en wit vlees (filet), met respectievelijk 80 en 85 % van de wereldhandel. Bij de poten staat Brazilië op de tweede plaats (30 %).

Het wereldwijde concurrentievermogen op de pluimveemarkt wordt voornamelijk bepaald door de kosten van voer, die 50 tot 70 % uitmaken van de totale productiekosten. In Brazilië, Argentinië en de VS zijn de productiekosten meestal 40 % lager dan in de EU en Aziatische landen, vanwege goedkoper voer. Andere aanzienlijke kostenvoordelen in Brazilië en Thailand bestaan uit een gunstig klimaat en lagere arbeidskosten.

De dominante positie van Brazilië op de wereldpluimveemarkt kan eveneens worden verklaard uit een exportfocus, waar de vraag in exportmarkten prioriteit krijgt boven de binnenlandse vraag (in tegenstelling tot de EU en VS, waar de export vooral een bijproduct is van de binnenlandse vraag).

De export uit de VS en de EU is zeer beperkt, vanwege het gebruikt van antimicrobiële behandelingen (verboden in de EU). De VS zijn echter een relevante concurrent op exportmarkten als Rusland, een belangrijke bestemming voor overtollig donker vlees (poten).

Thailand exporteert verwerkte producten naar de EU, maar concurreert gewoonlijk niet op de wereldmarkt met EU-exporteurs.

Het waterbad blijft wereldwijd de meest gebruikte bedwelmingsmethode voor pluimvee. CAS wordt in weinig derde landen gebruikt en blijft in hoofdzaak beperkt tot de EU.

Slachthuiskosten vormen 14 tot 22 % van de totale productiekosten en worden met name bepaald door arbeidskosten, hetgeen Thailand en Brazilië in absolute en relatieve termen een voordeel biedt.

Economische voorspellingen op de lange termijn gaan uit van een substantiële groei van de wereldwijde pluimveemarkt. Een groeiende vraag naar verder verwerkte producten kan op lange termijn een stimulans voor CAS vormen.

8. Overige aspecten

Voor een aantal slachthuisexploitanten speelt de naleving van islamitische regels ook een rol ten gunste van bepaalde bedwelmingsmethoden of -parameters. Hoewel niet alle moslimgemeenschappen hetzelfde standpunt innemen betreffende het bedwelmen van dieren, zouden de meeste bedwelming accepteren als het dier in principe weer bij bewustzijn zou kunnen komen als het intussen niet geslacht wordt.

Afhankelijk van de bedwelmingsparameters kunnen het waterbad, CAS en bedwelming van alleen de kop omkeerbare methoden zijn. Bedwelming met een waterbad en CAS zijn echter collectieve bedwelmingsmethoden. De enige manier om te waarborgen dat alle dieren zouden kunnen herstellen, is dus het verlagen van de bedwelmingsparameters, en daarmee het van percentage dieren dat afdoende wordt bedwelmd.

CAS wordt meestal gebruikt om dieren te doden. Moslimgemeenschappen accepteren deze methode daarom zelden voor halal (vanwege het risico dat dieren onomkeerbaar worden verdoofd). De elektrische parameters die de verordening voor het waterbad voorschrijft, zouden mogelijk niet voor alle bedwelmde dieren volledig herstel mogelijk maken.

Bovendien moet ook buiten van het slachthuis rekening worden gehouden met de voor- of nadelen uit een oogpunt van dierwelzijn. Het beperken van het gebruik van bedwelmingsmethoden als het waterbad, momenteel de enige methode is die breed toegankelijk is voor kleine slachthuizen, betekent dat dieren uit regio's met extensieve pluimveehouderij over lange afstanden moeten worden vervoerd.

9. Conclusies

In de wereld en in de EU wordt het waterbad van de verschillende bedwelmingsmethoden voor pluimvee het meest gebruikt. Deze methode is de oudste, goedkoop, technologisch toegankelijk, vergt weinig ruimte en immobiliseert voldoende vogels om verbloed te kunnen worden met een automatische halssnijder in industriële slachthuizen.

Hoewel CAS naar verwachting in een aantal lidstaten meer gebruikt gaat worden vanwege een hogere vraag naar vlees van hoge kwaliteit en door hogere arbeidskosten, blijft het waterbad waarschijnlijk breed gebruikt in de EU.

CAS is het belangrijkste in de handel verkrijgbare alternatief voor het waterbad. Andere alternatieven voor het waterbad zijn nog onvoldoende ontwikkeld om een directe optie te kunnen vormen. CAS biedt voordelen voor dierwelzijn, voor vleeskwaliteit en voor arbeidsomstandigheden. Deze methode is echter duur, vergt meer ruimte en is momenteel ontworpen voor hoogvolumeslachthuizen.

Het uitfaseren van bedwelming met het waterbad is momenteel geen economisch haalbare optie. In de huidige context is er namelijk geen praktisch alternatief voor slachthuizen met een gemiddeld of laag volume. Er is in de EU een aanzienlijk aantal van deze slachthuizen.

Het is van belang dat de lidstaten nieuwe dierwelzijnseisen uniform toepassen, zodat er eerlijke voorwaarden worden gewaarborgd voor slachthuisexploitanten en dierwelzijn.

De Commissie blijft toezicht houden op een zorgvuldige tenuitvoerlegging in de lidstaten en blijft de beste praktijken en innovatie bij toepassing van de bestaande EU-regels beoordelen, benchmarken en verspreiden.

[1]               PB L 303 van 18.11.2009, blz. 1.

[2]               Study on various methods of stunning poultry by Food Chain Evaluation Consortium – Project leader Agra CEAS Consulting – 11/12/2012.

(http://ec.europa.eu/food/animal/welfare/slaughter/study_stunning_poultry_en.pdf).

[3]               CAS omvat verschillende systemen, met verschillen in ontwerp (horizontaal/verticaal), integratie met de rest van de verwerkingslijn en het gebruikte gasmengsel (kooldioxide of inert gas).

[4]               Voor legkippen is de verhouding tussen waterbad en CAS respectievelijk 83-7 %, voor ouderdieren 61-37% en voor kalkoenen 76-24% in aantallen dieren.

[5]               The welfare aspects of the main systems of stunning and killing the main commercial species of animals, The EFSA Journal (2004), 45, 1-29.

[6]               The welfare aspects of the main systems of stunning and killing applied to commercially farmed deer, goats, rabbits, ostriches, ducks, geese and quail, The EFSA Journal (2006) 326, 1-18.

[7]               Kalkoenen en ouderdieren van vleeskuikens zijn veel zwaarder dan standaard voor de handel bestemde vleeskuikens. Oudere legkippen hebben zwakke botten.

[8]               Zie punt 6 van hoofdstuk II van bijlage II voor elektrische parameters, en punt 5 van bijlage II voor apparatuur.

[9]               Artikel 7.5.7, lid 3, onder b) van de OIE Gezondheidscode voor landdieren – elektrische bedwelming van vogels door middel van een waterbad.

[10]             Scientific Opinion on electrical requirements for waterbath equipment applicable for poultry. EFSA Journal 012; 10(6):2757. 80 pp. doi:10.2903/j.efsa.2012.2757.

[11]             LAPS is in de EU niet toegestaan, maar wordt in één slachthuis in de VS gebruikt.

[12]             Installatiekosten voor een nieuwe inrichting, niet conversiekosten.

[13]             In het onderzoek van 2012 worden nog andere scenario's besproken.

[14]             Er wordt aangenomen dat de installatiekosten hetzelfde zijn als bij 6 000 vogels per uur, aangezien het onduidelijk is of het systeem schaalbaar is naar een verwerking van minder dan 6 000 vogels per uur.

[15]             De gegevens betreffende bedwelming van uitsluitend de kop en betreffende LAPS zijn voornamelijk afkomstig van fabrikanten. Deze kunnen optimistischer zijn dan de praktijk rechtvaardigt.

[16]             Zie paragraaf 8.

[17]             Aangezien het in de handel verkrijgbare systeem voor bedwelming van uitsluitend de kop slechts in een paar slachthuizen wordt gebruikt, is deze informatie niet door onafhankelijk onderzoek bevestigd.

[18]             Voor het behandelen van levende vogels wordt bij gedempt licht gewerkt, zodat de vogels kalm blijven.

[19]             PETA (2007) Controlled Atmosphere Killing vs. Electrical Immobilisation. A comparative analysis of poultry slaughter systems from animal welfare, worker safety and economic perspectives. PETA USA, juni 2007.

BIJLAGE

bij het

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de verschillende bedwelmingsmethoden voor pluimvee

Belangrijke economische gegevens betreffende de pluimveevleessector in de EU[1]

1. Productie in de EU: 12 miljoen ton[2]

Bron: Jaarverslag AVEC 2011.

1.1. Slachthuizen

Ongeveer 5 300 ondernemingen

Er is geen volledige lijst van pluimveeslachthuizen / gegevens over verwerking/productie zijn schaars.

1.2. Productiewaarde

Tussen 30 en 32,5 miljard euro in 2011.

1.3. Aantal werknemers in contact met levende dieren

Geschat op 3 000 fte[3].

2. Consumptie in de EU: 11,6 miljoen ton[4]

Consumptie per hoofd van de bevolking is ongeveer 23 kg per jaar

3. Handel in de EU

De EU voert 9 % uit en 6 % in van de EU-productie[5].

De EU importeert met name filet en exporteert vlees van lagere waarde, behalve Frankrijk dat in Saoedi-Arabië een bijzondere exportmarkt voor hele vogels heeft.

Bron: Eurostat.

Bron: Eurostat.

[1]               Alle gegevens zijn afkomstig uit het in opdracht van de Commissie uitgevoerde onderzoek: Study on various methods of stunning poultry door het Food Chain Evaluation Consortium – projectleider Agra CEAS Consulting – 11/12/2012.

[2]               Gegevens over 2010, in karkasgewicht.

[3]               De meeste van deze medewerkers zijn deeltijdwerkers.

[4]               Gegevens over 2009.

[5]               Gegevens over 2010, in tonnen. De exportwaarde was in 2010 1,18 miljard euro en de importwaarde 1,97 miljard euro, respectievelijk rond 3,8 % van de import en 6,4 % van de export van het geschatte productievolume van de pluimveeslachthuizen in de EU.