Bijlagen bij COM(2013)928 - Technische aanpassing financieel kader voor 2014 in overeenstemming met de ontwikkeling van het BNI (art. 6 verordening nr. 1311/2013 over het MFK)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I van de MFK-verordening.

Tabel 2 heeft betrekking op het voor 2014 aangepast financieel kader voor EU-28 (dus uitgedrukt in lopende prijzen). Het in procent van het bni weergegeven financieel kader is geactualiseerd aan de hand van de meest recente economische ramingen (najaar 2013) en langetermijnprognoses.

2.1.        Totaalbedrag bni

Het bni voor 2014 is aan de hand van de meest recente raming vastgesteld op 13 422 184 miljoen EUR in lopende prijzen voor EU-28.

2.2.        Belangrijkste resultaten van de technische aanpassing van het financieel kader voor 2014

Het totale maximum voor de vastleggingskredieten voor 2014 (142 540 miljoen EUR) komt overeen met 1,06 % van het bni.

Het corresponderende totale maximum voor de betalingskredieten (135 866 miljoen EUR) komt overeen met 1,01 % van het bni. Op basis van de meest recente economische ramingen laat dit een marge van 29 267 miljoen EUR onder het maximum (1,23 %) van de eigen middelen (0,22 % van het bni voor EU-28).

3. Overkoepelende marge voor de betalingen

Overeenkomstig artikel 5 van de MFK-verordening wordt het maximum voor betalingen voor de jaren 2015-2020 door de Commissie naar boven bijgesteld met een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen de uitgevoerde betalingen en het MFK-maximum voor betalingen van het jaar n-1. Een eventuele verhoging wordt volledig gecompenseerd door een overeenkomstige verlaging van het maximum voor betalingen voor het jaar n-1.

Deze aanpassing zal voor het eerst in 2015 tot stand komen.

4. Speciale instrumenten

Er zijn een aantal instrumenten die buiten de in het financieel kader 2014-2020 overeengekomen uitgavenmaxima vallen. Deze instrumenten dienen om snel te kunnen reageren op uitzonderlijke of onvoorziene gebeurtenissen, en zij geven – binnen bepaalde grenzen – enige flexibiliteit boven de overeengekomen uitgavenmaxima:

4.1.        Reserve voor noodhulp

Overeenkomstig artikel 9 van de MFK-verordening kan de reserve voor noodhulp voor maximaal 280 miljoen EUR per jaar in prijzen van 2011 worden aangesproken, d.w.z. 297 miljoen EUR in 2014 in lopende prijzen (2 209 miljoen EUR voor de hele periode in lopende prijzen). Het deel van de niet-bestede bedrag van het voorgaande jaar kan worden overgedragen.

4.2.        Solidariteitsfonds van de Europese Unie

Overeenkomstig artikel 10 van de MFK-verordening kan het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor maximaal 500 miljoen EUR per jaar in prijzen van 2011 worden aangesproken, d.w.z. 531 miljoen EUR in 2014 in lopende prijzen (3 945 miljoen EUR voor de hele periode in lopende prijzen). Het deel van de niet-bestede bedrag van het voorgaande jaar kan worden overgedragen.

4.3.        Flexibiliteitsinstrument

Overeenkomstig artikel 11 van de MFK-verordening kan het Flexibiliteitsinstrument voor maximaal 471 miljoen EUR per jaar in prijzen van 2011 worden aangesproken, d.w.z. 500 miljoen EUR in 2014 in lopende prijzen (3 716 miljoen EUR voor de hele periode in lopende prijzen). Het deel van de niet-bestede bedragen van de vorige 3 jaren kan worden overgedragen.

4.4.        Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Overeenkomstig artikel 12 van de MFK-verordening kan het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor maximaal 150 miljoen EUR per jaar in prijzen van 2011 worden aangesproken, d.w.z. 159 miljoen EUR in 2014 in lopende prijzen (1 183 miljoen EUR voor de hele periode in lopende prijzen).

4.5.        Marge voor onvoorziene uitgaven

Overeenkomstig artikel 13 van de MFK-verordening wordt een marge voor onvoorziene uitgaven van ten hoogste 0,03 % van het bruto nationaal inkomen van de Unie gevormd buiten de in het financieel kader vastgestelde maxima voor de periode 2014-2020.

Het absolute bedrag van de marge voor onvoorziene uitgaven voor het jaar 2014 is 4 026,7 miljoen EUR.

4.6.        Totale marge voor de vastleggingen voor groei en werkgelegenheid, met name de jeugdwerkloosheid

Overeenkomstig artikel 14 van de MFK-verordening vormen marges die beschikbaar blijven onder de MFK-maxima voor vastleggingskredieten voor de jaren 2014-2017 een overkoepelende MFK-marge voor vastleggingen, die beschikbaar worden gesteld boven de maxima die in de bijlage van de MFK-verordening zijn vastgesteld voor de jaren 2016 tot en met 2020 voor beleidsdoelstellingen met betrekking tot groei en werkgelegenheid, in het bijzonder voor jongeren. De Commissie berekent het nog beschikbare bedrag.

De overkoepelende MFK-marge voor vastleggingen zal voor het eerst in 2015 worden berekend.

[1]               PB L …