Bijlagen bij COM(2014)109 - Jaarverslag betreffende de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst met Korea - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2014)109 - Jaarverslag betreffende de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst met Korea . |
---|---|
document | COM(2014)109 |
datum | 28 februari 2014 |
Op 12 september 2013 heeft in Seoul de tweede bijeenkomst van het Comité voor de handel in goederen plaatsgevonden. Het comité heeft overeenstemming bereikt over belangrijke elementen van het beheer van het tariefcontingent, waardoor beide partijen kunnen beginnen met hun respectieve procedures ter voorbereiding van een besluit door het Comité voor de handel in goederen. Het comité heeft de verschillende uitvoeringskwesties besproken met betrekking tot gebieden als transparantie bij de introductie van nieuwe regelgeving, alcoholische dranken, organische gelijkwaardigheid, cosmetica, elektrische en elektronische producten, machines en fotovoltaïsche industrie.
Op 12 september 2013 vond in Sejong City de tweede bijeenkomst plaats van het Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Het comité heeft kwesties besproken zoals de operationele procedures van het comité, samenwerking op het gebied van dierenwelzijn, rundvlees, de uitvoer van kiwi's en sinaasappels, etikettering en transparantie bij de introductie van sanitaire en fytosanitaire maatregelen en Samgyetang-soep. In de marge van de bijeenkomst werd op 11 september ook een eendaags seminar over het opbouwen van vertrouwen georganiseerd. De Koreanen presenteerden hun risicoanalyse voor invoer en quarantaineprocedures voor dierlijke producten, de Europese delegatie presenteerde onder andere de actieve maatregelen waarmee de veiligheid van dierlijke producten wordt gegarandeerd tijdens uitbraken van dierziekten.
Op 13 september 2013 heeft in Seoul de tweede bijeenkomst van het Comité voor externe productiezones op het Koreaanse schiereiland plaatsgevonden. Korea heeft een update gegeven van de situatie met betrekking tot het Gaeseong Industrial Complex, het inter-Koreaanse fabrieksterrein in Noord-Korea. Korea heeft eveneens criteria gepresenteerd voor externe productiezones, voorwaarden voor de benoeming van Gaeseong tot zone voor passieve veredeling en de maximale drempel. Beide partijen erkennen dat deze kwestie politiek gevoelig is, maar zijn overeengekomen om bij het bespreken van de technische aspecten voor een praktische aanpak te kiezen.
Op 25 en 26 september 2013 is de tweede ronde van bijeenkomsten van de drie Werkgroepen motorvoertuigen en onderdelen, farmaceutische producten en medische hulpmiddelen en chemische stoffen gehouden in Seoul.
De Werkgroep motorvoertuigen en onderdelen heeft bepaalde VHO-uitvoeringskwesties besproken, alsmede andere kwesties op het gebied van markttoegang in de automobielsector. Hiertoe behoort onder andere de verkoop van voertuigen die zijn uitgerust volgens de OBD-norm "Euro 5" op de Koreaanse markt, emissienormen voor verdampingsgassen, plannen voor nieuwe regelgeving voor CO2-emissie in de EU, procedures voor het gebruik van de E-markering voor banden, plannen voor nieuwe regelgeving voor emissie van dieselvoertuigen, de Richtlijn betreffende autowrakken, brandstofefficiëntie, energie-efficiëntie voor banden, convergentie van regelgeving en WP29 van de VN/ECE, het markeren van auto-onderdelen, voertuigclassificatie en sleeptractoren voor opleggers.
De Werkgroep farmaceutische producten en medische hulpmiddelen besprak de Koreaanse aanpassing van de terugbetalingsprijs van geneesmiddelen, de evaluatie van de prijs voor medische hulpmiddelen, een wijziging van de periode om opmerkingen te maken betreffende besluiten inzake de terugbetaling van geneesmiddelen en de kwaliteitsbeproeving van geneesmiddelen. Korea heeft een aanvraag voor een werkprogramma gedaan met het oog op het vastleggen van een wederzijdse erkenning voor goede productiemethoden (GMP). De partijen zijn overeengekomen nader te onderzoeken hoe de samenwerking op dit gebied verder kan worden verbeterd.
De Werkgroep chemische stoffen heeft informatie uitgewisseld over de wetgeving van beide partijen op het gebied van registratie en beoordeling van en autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach). Korea heeft zijn plan uitgelegd voor de introductie van uitvoeringsbesluiten en het waarborgen van transparantie tijdens het proces. De EU heeft haar perspectieven uiteengezet over de uitvoering van haar Reach-verordening. Beide partijen zijn voorlopig overeengekomen contactgegevens uit te wisselen om technische samenwerking te vereenvoudigen.
Op 25 oktober 2013 heeft de eerste bijeenkomst van de Werkgroep geografische aanduidingen plaatsgevonden in Seoul. Het ontwerpreglement van orde is besproken maar nog niet aangenomen. Het belangrijkste onderwerp van de bijeenkomst was het voorstel van de EU om nieuwe geografische aanduidingen op te nemen in Bijlage 10-A van de VHO. De EU benadrukte het belang dat de EU-lidstaten hechten aan de geografische aanduidingen en het belang van de uitbreiding van de lijst met zo veel mogelijk geografische aanduidingen als nodig. Korea kondigde ook het voornemen aan om Koreaanse geografische aanduidingen aan voornoemde bijlage toe te voegen.
Op 5 december 2013 heeft de eerste bijeenkomst van het Comité voor culturele samenwerking plaatsgevonden in Brussel. De bijeenkomst bood de mogelijkheid om informatie uit te wisselen over het beleid van de EU aan de ene en dat van Korea aan de andere kant met betrekking tot cultuur en audiovisuele producten. Het comité heeft ook zijn reglementen van orde aangenomen en de uitvoering beoordeeld van artikelen 5.4, 5.5 en 5.6 (betreffende het recht op co-productie) van het Protocol inzake culturele samenwerking. Het is vermeldenswaard dat, zoals vastgesteld in het Protocol betreffende culturele samenwerking, het Handelscomité niet bevoegd is voor het Protocol en dat het Comité voor culturele samenwerking ten aanzien van dat protocol derhalve de taken van het Handelscomité uitoefent.
De derde bijeenkomst van het Handelscomité, onder medevoorzitterschap van commissaris Karel De Gucht en Korea's minister van Handel, Industrie en Energie Yoon Sang-jick, vond plaats op 15 oktober 2013 in Seoul. Het comité besprak de ontwikkeling van de bilaterale handel twee jaar na de uitvoering van de VHO en kwam tot de conclusie dat beide partijen baat hebben gehad bij de VHO, in het bijzonder op het gebied van de volledig dan wel gedeeltelijk geliberaliseerde handel, waar de uitvoer aan beide zijden is toegenomen. Beide partijen brachten hun problemen bij de uitvoering naar voren, zoals de markering van auto‑onderdelen, VHO-verplichtingen in de dienstensector, externe productiezones en handhaving van de VHO. Beide partijen waren positief over de vooruitgang die is gemaakt met de aanpassing van de VHO met het oog op de toetreding van Kroatië tot de EU en hebben de stand van zaken besproken met betrekking tot de andere aanpassingen van de VHO die door de EU zijn aangevraagd, zoals een aanpassing van de clausule over rechtstreeks vervoer, een clausule over goederen die na reparatie opnieuw worden ingevoerd, het opnemen van landbouwtrekkers en het aanpassen van verouderde normen in de automobielsector.
Als laatste heeft op 8 november de Top tussen de EU en Korea plaatsgevonden in Brussel. De EU werd vertegenwoordigd door de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, en de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso. Korea werd vertegenwoordigd door president Park Geun-hye. Beide partijen deelden de mening dat volledige uitvoering van de VHO belangrijk is en moedigden hun vertegenwoordigers aan de besprekingen voort te zetten om oplossingen te vinden voor de problemen bij de uitvoering die werden vastgesteld door de VHO-comités en -werkgroepen, inclusief het in het kader van de VHO tussen de EU en Korea opgerichte Handelscomité, met het oog op het realiseren van de verwachte voordelen voor economische stakeholders op alle niveaus aan beide zijden. De partijen waren ook zeer tevreden met de overeenkomst over de tekst van het Aanvullend protocol op de VHO, zodat rekening kan worden gehouden met de toetreding van Kroatië tot de EU op 1 juli 2013, en zijn overeengekomen dat het proces dat leidt tot de ondertekening en voorlopige toepassing van het Protocol zal worden versneld. Overeengekomen is eveneens dat beide partijen blijven samenwerken om ervoor te zorgen dat de VHO blijft functioneren, in de geest van het strategisch partnerschap.
4. Uitvoering van hoofdstuk 13 van de VHO betreffende handel en duurzame ontwikkeling
De tweede vergadering van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling vond op 11 september 2013 plaats in Seoul. Tijdens de vergadering toonden beide partijen zich tevreden over de open en opbouwende besprekingen over handelsgerelateerde kwesties op het gebied van milieu- en arbeidsmarktbeleid als goede basis voor verdere dialoog. Het comité is voorlopig overeengekomen de volgende vergadering te organiseren in de eerste helft van 2015.
Op 12 september vond er naast de vergadering van het Comité ook een arbeidsgerelateerde workshop plaats. Deze workshop werd bezocht door leden van het Forum maatschappelijk middenveld, het gedeelde forum van de Interne adviesgroepen (DAG's) van de EU en Korea. Op verzoek van de Commissie en de Interne adviesgroep van de EU is de workshop ook bezocht door andere stakeholders die geen lid zijn van de twee respectieve Interne adviesgroepen. De interventies bestonden onder andere uit presentaties van de standpunten van de DAG's over de uitvoering in de wet en in de praktijk van de basisarbeidsnormen van de IAO die betrekking hebben op gedwongen arbeid, vrijheid van vereniging en het recht op collectief onderhandelen, die nog niet zijn geratificeerd door Korea. Wat betreft de vrijheid van vereniging en het recht op collectief onderhandelen, verwezen enkele deelnemers naar de aanbevelingen van de toezichthoudende organen van de IAO, met name het Comité voor Vakbondsvrijheid dat is opgericht voor Korea. Na afloop van de presentaties volgde een open discussie tussen de DAG's en de overige geïnteresseerde stakeholders.
Tot slot gaven de beide medevoorzitters van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling een update betreffende de stand van zaken van de besprekingen van het Comité over het Forum maatschappelijk middenveld dat plaatsvond op 13 september. Deze update is ook verstuurd naar de Raad en het Europees Parlement. Het Forum maatschappelijk middenveld heeft zijn reglement van orde, de resultaten van de workshop, groene groei en internationale handel besproken.
5. Uitvoering van Verordening (EU) nr. 511/2011
Verordening (EU) nr. 511/2011 is de interne wetgeving van de EU ter uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule van de VHO tussen de EU en Korea.
Als vereist bij de artikelen 3 en 11 van Verordening (EU) nr. 511/2011 heeft de Commissie de ontwikkeling gevolgd van de in- en uitvoer van Koreaanse producten in gevoelige sectoren, zoals auto's, auto-onderdelen, textiel en consumentenelektronica, die mogelijk gevolgen van de teruggave van douanerechten ondervinden. Sinds de voorlopige toepassing van de VHO in juli 2011 heeft de Commissie de resultaten van haar monitoring elke twee maanden met de lidstaten, het Europees Parlement en de relevante stakeholders gedeeld.
Voornoemde verordening biedt ook de mogelijkheid een vrijwaringsonderzoek te openen of om voorafgaande toezichtmaatregelen te introduceren, onder bepaalde voorwaarden die in de verordening worden gedefinieerd. Tijdens het tweede jaar van uitvoering van de VHO heeft de Commissie geen verzoeken om opening van een vrijwaringsonderzoek of het introduceren van voorafgaande toezichtmaatregelen ontvangen.
5.1. Ontwikkeling van de Koreaanse invoer in de EU in de sectoren waarvoor de monitoring geldt
De resultaten van de monitoring gedurende het tweede jaar van uitvoering van de VHO worden hieronder samengevat. Hieronder vindt u eveneens de bijbehorende grafieken. Er zij op gewezen dat voor de monitoring de vergelijking van de handelsgegevens op jaarbasis is gebeurd en dat bepaalde cijfers dus van de algemene handelsanalyse in bovenstaand punt 2 kunnen verschillen, waar een andere vergelijkingsmethode werd gebruikt.
Verder moet worden opgemerkt dat de vergelijking binnen de monitoringsexercitie gebaseerd is op hoeveelheden die ingevoerd zijn vanuit Korea in de EU, dat wil zeggen stuks in het geval van auto's en 1000 kg in het geval van auto-onderdelen, textiel en elektronica.
i) Automobielsector
De invoer van auto's vanuit Korea in de EU nam in het eerste jaar van de uitvoering van de VHO (juli 2011 – juni 2012) toe met 41 % ten opzichte van het jaar voordat de VHO voorlopig werd toegepast (juli 2010 – juni 2011). Deze toename werd gevolgd door een afname van de invoer met 13 % in het tweede jaar van de uitvoering van de VHO (juli 2012-juni 2013) ten opzichte van het jaar daarvoor. Deze afnemende trend geldt voor auto's met kleine motoren en voor auto's met middelgrote tot grote motoren. Rekening houdend met langetermijntrends lijkt de invoer van auto's gestabiliseerd te zijn op een significant lager niveau dan dat van de periode juli 2007 – juni 2008.
Wat betreft de invoer van auto-onderdelen was er in het eerste jaar van de uitvoering van de VHO een sterke toename van 47 % in vergelijking met het jaar voordat de VHO voorlopig werd toegepast. Deze toename kwam overeen met de groeitrend die al werd ingezet in de periode juli 2008 – juni 2009. In het tweede jaar van de uitvoering van de VHO nam de invoer echter maar toe met een kleine 2 % in vergelijking met het eerste jaar van uitvoering, wat suggereert dat de invoer zich nu op een stabiel niveau bevindt.
ii) Textielsector
De invoer van Koreaans textiel is met 16 % afgenomen in het eerste jaar van de VHO in vergelijking met het jaar voordat de VHO voorlopig werd toegepast. Deze trend zette zich voort met een verdere afname van de invoer van 6 % in het tweede jaar van de uitvoering van de VHO ten opzichte van het jaar daarvoor.
iii) Elektronicasector
De invoer van Koreaanse elektronica is met 8 % toegenomen in het eerste jaar van de VHO in vergelijking met het jaar voordat de VHO voorlopig werd toegepast. Deze toename werd gevolgd door een afname van 13 % in het tweede jaar van de uitvoering ten opzichte van het eerste jaar.
5.2. Teruggave van douanerechten
Er is ook specifieke monitoring uitgevoerd door de Commissie betreffende de kwestie van teruggave van douanerechten in het kader van de oorsprongsregels, als bepaald bij artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 511/2011, teneinde de buitenlandse inhoud in het Koreaanse fabricageproces en dus in de uitvoer van Korea naar de EU van eindproducten te beoordelen.
De analyse was gericht op de volumes van de producten die in de eerste zes maanden van 2013 aan monitoring onderworpen waren, in vergelijking met dezelfde periode in 2012.
In de elektronicasector vonden veranderingen in Koreaanse invoer in de EU vooral plaats voor de volgende GS-codes: 8519.81, 8521.90, 8526.92, 8527.21, 8528.51, 8528.71 en 8528.72. Voor sommige van deze codes fluctueerde de invoer gedurende het jaar, maar toonde deze in totaal geen grote toe- of afname. De invoer in Korea van delen van deze producten is gedaald: voor GS 8522 was er een daling van de invoer uit China (‑20 %) en Japan (‑52 %); terwijl voor GS 8529 de invoer uit China licht is gedaald (‑0,29 %) en de invoer uit Japan een grotere daling (‑6,9 %) liet zien.
Voor wat betreft textiel is enkel de invoer uit Korea in de EU van producten met GS-code 5205 (+37 %) significant gestegen. Voor dit product staat de regel van oorsprong de invoer toe van producten van natuurlijke katoenvezels. Voor producten met GS-code 5509 is de invoer daarentegen gedaald met 67 %.
De invoer van Korea naar de EU van auto's is in het algemeen gestegen (gemiddeld +4,9 %) voor GS-code 8703, hoewel deze toename niet van toepassing is op alle autotypes, maar afhankelijk is van de grootte van de motor. Intussen is de invoer van basisproducten van auto-onderdelen met GS-code 8708 in Korea eveneens gestegen met een vergelijkbare hoeveelheid van 6 % uit China. Tegelijkertijd is de invoer van soortgelijke onderdelen uit Japan afgenomen met 27 %.
Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat tot dusver het toestaan van teruggave van rechten voor de aan specifieke monitoring onderworpen producten geen significante impact op het fabricagepatroon van Korea lijkt te hebben gehad. Het heeft vooral niet geleid tot een toename van invoer van basisproducten uit de buurlanden van Korea.
6. Conclusie
Op basis van twee jaar uitvoering van de VHO is het duidelijk dat de VHO gemeten in de ontwikkeling van bilaterale handel in het algemeen zeer goed heeft gewerkt, met name voor de EU. De export van goederen is toegenomen met 24 %, of 7 miljard EUR, in het tweede jaar van de uitvoering in vergelijking met het jaar voordat de VHO voorlopig werd toegepast. Ter vergelijking: de EU-uitvoer naar de rest van de wereld steeg in dezelfde periode met 17 %. Hoewel de invoer uit Korea met 6 % is afgenomen, met name vanwege redenen die niet direct gekoppeld zijn aan de VHO, laat de invoer van geheel of gedeeltelijk geliberaliseerde goederen voor zowel de EU als voor Korea een positieve ontwikkeling zien, met een toename die groter is dan die van de uitvoer als geheel. Exporteurs maken ook vaker gebruik van de preferentiële tarieven, met toegenomen preferentiegebruik aan met name de Europese kant, al is er op dit gebied nog altijd ruimte voor verbetering.
De focus blijft liggen op de correcte uitvoering van de VHO zodat exporteurs van de voordelen kunnen genieten die zij verwachtten. Er spelen nog altijd enkele uitvoeringskwesties, met name in de sector voor motorvoertuigen en onderdelen. Deze kwesties worden verder besproken in het kader van de vergaderingen van de verschillende comités en werkgroepen die krachtens de VHO zijn opgericht en hun follow-ups, waarbij gezocht wordt naar oplossingen die acceptabel en werkbaar zijn voor beide zijden en die overeenkomen met de letter en geest van de VHO.
Tijdens de topontmoeting tussen de EU en Korea in november 2013 hebben de EU en Korea het Aanvullende protocol geparafeerd waarmee de VHO wordt aangepast met het oog op de toetreding van Kroatië tot de EU. Verdere besprekingen over aanpassingen om de VHO bevorderlijker te maken voor handel blijven doorgaan. Deze aanpassingen zijn voor beide zijden van belang en bieden uiteindelijk voordeel voor exporteurs en consumenten in de EU en in Korea.
[1] De VHO wordt in de EU voorlopig toegepast totdat alle EU-lidstaten deze hebben geratificeerd. De stand van zaken inzake de ratificering kan op de website van de Raad betreffende overeenkomsten worden nagegaan: http://www.consilium.europa.eu/policies/agreements/search-the-agreements-database?command=details&id=&lang=en&aid=2010036&doclang=EN
[2] PB L 145 van 31.5.2011, blz. 19.
[3] De percentages bedragen +15 % in het eerste jaar van de VHO in vergelijking met het jaar vóór de VHO en +8 % in het tweede jaar van de VHO in vergelijking met jaar 1.
[4] Er bestaat ook een groep goederen die helemaal niet geliberaliseerd is, maar deze groep vertegenwoordigt slechts 2 % van alle tariefposten en 1 % van alle handel in goederen.
[5] Aangezien de gegevens geen informatie bevatten over welke invoer in aanmerking kwamen voor preferenties, zijn deze aangevuld met cijfers over Koreaanse meestbegunstigingstarieven en over preferentiële tarieven voor de EU uit de databank markttoegang.