Bijlagen bij COM(2015)20 - Sluiting van het Verdrag van de VN inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Verdrag inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten

Preambule

De partijen bij dit verdrag,

Onder erkenning van de waarde van arbitrage als methode ter beslechting van geschillen die zich in het kader van internationale betrekkingen kunnen voordoen en van het uitgebreide en brede gebruik van arbitrage voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten,

Tevens onder erkenning van de behoefte aan voorschriften betreffende transparantie voor de beslechting van op een verdrag gebaseerde geschillen tussen investeerders en staten, teneinde rekening te houden met het met dergelijke arbitrage verbonden openbaar belang,

In de overtuiging dat de op 11 juli 2013 door de Commissie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht goedgekeurde transparantievoorschriften voor op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten ("Uncitral-transparantievoorschriften"), die sinds 1 april 2014 van kracht zijn, aanzienlijk zullen bijdragen tot het scheppen van een geharmoniseerd wettelijk kader voor een billijke en efficiënte beslechting van internationale investeringsgeschillen,

Nota nemend van het grote aantal reeds van kracht zijnde verdragen die in de bescherming van investeringen of investeerders voorzien en van het praktische belang om de toepassing te bevorderen van de Uncitral-transparantievoorschriften op arbitrage met betrekking tot die reeds gesloten investeringsverdragen,

Eveneens nota nemend van artikel 1, leden 2 en 9, van de Uncitral-transparantievoorschriften,

Zijn als volgt overeengekomen:

Werkingssfeer

Artikel 1

1. Dit verdrag is van toepassing op arbitrage tussen een investeerder en een staat of een regionale organisatie voor economische integratie die op basis van een vóór 1 april 2014 gesloten investeringsverdrag wordt uitgevoerd ("arbitrage tussen investeerders en staten").

2. Onder de term "investeringsverdrag" wordt elk bilateraal of multilateraal verdrag verstaan, met inbegrip van elk verdrag waarnaar gewoonlijk als vrijhandelsovereenkomst, overeenkomst inzake economische integratie, kaderovereenkomst inzake handel en investeringen of samenwerkingsovereenkomst wordt verwezen, of elk bilateraal investeringsverdrag waarin bepalingen inzake de bescherming van investeringen of investeerders en een recht voor investeerders om een beroep te doen op arbitrage tegen partijen bij dat investeringsverdrag zijn opgenomen.

Toepassing van de Uncitral-transparantievoorschriften

Artikel 2

Bilaterale of multilaterale toepassing

1. De Uncitral-transparantievoorschriften zijn van toepassing op elke arbitrage tussen investeerders en staten, al dan niet aanhangig gemaakt volgens de Uncitral-arbitragevoorschriften, waarbij de verweerder een partij is die geen relevant voorbehoud uit hoofde van artikel 3, lid 1, onder a) of b), heeft gemaakt en de eiser afkomstig is uit een staat die partij is bij het verdrag en geen relevant voorbehoud uit hoofde van artikel 3, lid 1, onder a), heeft gemaakt.

Unilateraal voorstel tot toepassing

2. Indien de Uncitral-transparantievoorschriften uit hoofde van lid 1 niet van toepassing zijn, gelden de Uncitral-transparantievoorschriften voor een arbitrage tussen investeerders en staten – al dan niet aanhangig gemaakt volgens de Uncitral-arbitragevoorschriften – indien de verweerder een partij is die geen voorbehoud uit hoofde van artikel 3, lid 1, heeft gemaakt met betrekking tot die arbitrage tussen investeerders en staten en de eiser instemt met de toepassing van de Uncitral-transparantievoorschriften.

Toepasselijke versie van de Uncitral-transparantievoorschriften

3. Indien de Uncitral-transparantievoorschriften van toepassing zijn uit hoofde van de leden 1 of 2, geldt de meest recente versie van die voorschriften waarbij de verweerder geen voorbehoud uit hoofde van artikel 3, lid 2, heeft gemaakt.

Artikel 1, lid 7, van de Uncitral-transparantievoorschriften

4. Artikel 1, lid 7, laatste zin, van de Uncitral-transparantievoorschriften is niet van toepassing op arbitrage tussen investeerders en staten uit hoofde van lid 1.

Meestbegunstigingsbepaling in een investeringsverdrag

5. De partijen bij dit verdrag komen overeen dat een eiser zich niet op een meestbegunstigingsbepaling mag beroepen met als doel de Uncitral-transparantievoorschriften uit hoofde van dit verdrag toe te passen of de toepassing ervan te vermijden.

Voorbehouden

Artikel 3

1. Een partij kan verklaren dat:

a) zij dit verdrag niet toepast op arbitrage tussen investeerders en staten in het kader van een specifiek investeringsverdrag, aangeduid met de namen van de verdragsluitende partijen bij en de titel van dat investeringsverdrag;

b) artikel 2, leden 1 en 2, niet van toepassing zijn op arbitrage tussen investeerders en staten die middels andere specifieke arbitragevoorschriften of -procedures dan de Uncitral-arbitragevoorschriften wordt uitgevoerd en waarbij zij een verweerder is;

c) artikel 2, lid 2, niet van toepassing is op arbitrage tussen investeerders en staten waarbij zij een verweerder is.

2. In het geval van een herziening van de Uncitral-transparantievoorschriften kan een partij binnen zes maanden na de goedkeuring van een dergelijke herziening verklaren dat zij die herziene versie van de voorschriften niet toepast.

3. De partijen kunnen in een enkele akte meerdere voorbehouden maken. Elke verklaring in een dergelijke akte:

a) met betrekking tot een specifiek investeringsverdrag uit hoofde van lid 1, onder a);

b) met betrekking tot specifieke arbitragevoorschriften of -procedures uit hoofde van lid 1, onder b);

c) uit hoofde van lid 1, onder c); of

d) uit hoofde van lid 2;

vormt een afzonderlijk voorbehoud vatbaar voor afzonderlijke intrekking uit hoofde van artikel 4, lid 6.

4. Er zijn geen voorbehouden toegestaan, behoudens die waarvoor in dit artikel uitdrukkelijk toestemming is verleend.

Formulering van voorbehouden

Artikel 4

1. Een partij kan te allen tijde voorbehouden maken, met uitzondering van een voorbehoud uit hoofde van artikel 3, lid 2.

2. Voorbehouden die op het moment van de ondertekening worden gemaakt, gebeuren onder voorbehoud van bevestiging bij de ratificatie, aanvaarding of goedkeuring. Dergelijke voorbehouden worden gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit verdrag van kracht ten aanzien van de desbetreffende partij.

3. Voorbehouden die op het moment van ratificatie, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot dit verdrag worden gemaakt, worden gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit verdrag van kracht ten aanzien van de desbetreffende partij.

4. Met uitzondering van een door een partij uit hoofde van artikel 3, lid 2, gemaakt voorbehoud, dat onmiddellijk bij de neerlegging van kracht wordt, wordt een na de inwerkingtreding van het verdrag neergelegd voorbehoud twaalf maanden na de datum van de neerlegging ervan van kracht ten aanzien van de desbetreffende partij.

5. Voorbehouden en hun bevestiging worden bij de depositaris neergelegd.

6. Elke partij die bij dit verdrag een voorbehoud maakt, kan dat te allen tijde intrekken. Dergelijke intrekkingen moeten bij de depositaris worden neergelegd en worden bij neerlegging van kracht.

Toepassing op arbitrage tussen investeerders en staten

Artikel 5

Dit verdrag en elk voorbehoud, of elke intrekking van een voorbehoud, is enkel van toepassing op arbitrageprocedures tussen investeerders en staten die na de datum waarop het verdrag, het voorbehoud of de intrekking van een voorbehoud in werking treedt of ten aanzien van elke betrokken partij van kracht wordt, worden ingeleid.

Depositaris

Artikel 6

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties wordt hierbij aangewezen als depositaris van dit verdrag.

Ondertekening, ratificatie, aanvaarding, goedkeuring, toetreding

Artikel 7

1. Dit verdrag staat op 17 maart 2015 in Port Louis, Mauritius, en daarna op de zetel van de Verenigde Naties in New York open voor ondertekening door elke a) staat; of b) regionale organisatie voor economische integratie die door staten wordt gevormd en verdragsluitende partij bij een investeringsverdrag is.

2. Dit verdrag is onderworpen aan ratificatie, aanvaarding of goedkeuring door de ondertekenaars van dit verdrag.

3. Dit verdrag staat open voor toetreding door alle staten of regionale organisaties voor economische integratie als bedoeld in lid 1 die het verdrag op de datum waarop het voor ondertekening openstaat, niet ondertekenen.

4. De akten van ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of toetreding moeten worden neergelegd bij de depositaris.

Deelname door regionale organisaties voor economische integratie

Artikel 8

1. Bij de neerlegging van een akte van ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of toetreding moet een regionale organisatie voor economische integratie de depositaris op de hoogte brengen van het specifieke investeringsverdrag waarbij zij een verdragsluitende partij is, aangeduid met de naam van de verdragsluitende partijen bij en de titel van dat investeringsverdrag.

2. Waar in dit verdrag het aantal partijen van belang is, telt een regionale organisatie voor economische integratie niet als een partij naast de VN-lidstaten waarin zij gevestigd is en die partijen zijn.

Inwerkingtreding

Artikel 9

1. Dit verdrag treedt in werking zes maanden na de datum van neerlegging van de derde akte van ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.

2. Indien een staat of een regionale organisatie voor economische integratie na de neerlegging van de derde akte van ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of toetreding dit verdrag ratificeert, aanvaardt, goedkeurt of ertoe toetreedt, treedt dit verdrag zes maanden na de datum van de neerlegging van zijn akte van ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of toetreding in werking ten aanzien van die staat of regionale organisatie voor economische integratie.

Wijziging

Artikel 10

1. Elke partij kan een wijziging van dit verdrag voorstellen door een voorstel tot wijziging bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties in te dienen. De secretaris-generaal deelt de voorgestelde wijziging vervolgens aan de partijen bij dit verdrag mede met het verzoek aan te geven of zij een conferentie van de partijen verlangen, teneinde het voorstel te bestuderen en daarover te stemmen. Indien binnen vier maanden na de datum van deze mededeling ten minste een derde van de partijen een dergelijke conferentie verlangt, roept de secretaris-generaal de vergadering onder auspiciën van de Verenigde Naties bijeen.

2. De conferentie van partijen stelt alles in het werk om over elke wijziging een consensus te bereiken. Indien alle pogingen om een consensus te bereiken zijn uitgeput en geen consensus wordt bereikt, is voor de goedkeuring van de wijziging in laatste instantie een meerderheid vereist van twee derde van de stemmen van de partijen die op de conferentie aanwezig zijn en een stem uitbrengen.

3. Een goedgekeurde wijziging wordt door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties bij alle partijen ter ratificatie, aanvaarding of goedkeuring ingediend.

4. Een goedgekeurde wijziging treedt zes maanden na de datum van neerlegging van de derde akte van ratificatie, aanvaarding of goedkeuring in werking. Wanneer een wijziging in werking treedt, is zij bindend voor alle partijen die ermee hebben ingestemd door de wijziging te worden gebonden.

5. Indien een staat of een regionale organisatie voor economische integratie een wijziging die reeds in werking is getreden ratificeert, aanvaardt of goedkeurt, treedt de wijziging zes maanden na de datum van de neerlegging van haar akte van ratificatie, aanvaarding of goedkeuring wat betreft die staat of die regionale organisatie voor economische integratie in werking.

6. Elke staat of regionale organisatie voor economische integratie die na de inwerkingtreding van de wijziging partij bij het verdrag wordt, wordt beschouwd als een partij bij het aldus gewijzigde verdrag.

Opzegging van dit verdrag

Artikel 11

1. Een partij mag dit verdrag te allen tijde opzeggen door middel van een aan de depositaris gerichte formele kennisgeving. De opzegging treedt twaalf maanden na ontvangst van de kennisgeving door de depositaris in werking.

2. Dit verdrag blijft van toepassing op arbitrage tussen investeerders en staten waarmee voor de inwerkingtreding van de opzegging is begonnen.

OPGESTELD in één enkel exemplaar, zijnde de Arabische, de Chinese, de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse teksten gelijkelijk authentiek.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden, naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden regeringen, dit verdrag hebben ondertekend.